^Binnenland
DE POSITIE VAN DEN LANDBOUW NA DE
DEVALUATIE.
Gee* bo0\ W*X
HOVfl^S
ca.ca°
Land- en Tuinbouw
Voor de toekomst verschillende voordeelen.
De goed-gesitueerde boeren.
Prins Bernhard vliegt met
de K. L. M.
Het^tS j,
aVs wv*ettds
Vets ve - vfart®
in de buurt en verdachte bedreigde haar. Hij
e;ng een oogenblik zijn woning binnen om
fets voor het meisje te halen. Toen hy te
rugkwam, liep hij op zijn schoonzuster toe
en riep haar toe: „Déér dan". Op hetzelfde
oogenblik had hij geschoten.
Procureur-generaal: Wat zei verdachte
toen hij naar binnen ging.
Getuige: Hij riep me toe: 't Is je laatste
week. blijf je staan?
procureur-generaal: En vreesde u toen
niet, dat er iets ernstig ging gebeuren?
Neen, daar had getuige niet aan gedacht,
^el wanneer verdachte zou hebben gezegd:
>t is je laatste dag.
Uitvoerig ondervraagt de procureur-gene
raal de vrouw dan over de familieverhou
dingen die verre van ideaal zijn.
De stiefdochter van verdachte komt dan
voor het hekje. Zij vertelt, dat haar vader
haar 'n pakje brieven wilde geven. Zij wei
gerde op raad van haar tante mee naar
binnen te gaan. Toen haar stiefvader weer
buiten kwam, had hij direct op haar tante
geschoten.
Verdachte vertelt, dat hij het pistool vier
jaar geleden had gekocht. Eenige weken
voor het drama had hij er in de duinen mee
geoefend
Enkele getuigen decharge verklaren, dat
de huiselijke omstandigheden niet zoo slecht
waren. De schoonfamilie van verdachte had
hem steeds tegengewerkt
Requisitoir.
De procureur-generaal mr. dr. D. Reilingh,
vraagt op formeele gronden vernietiging
van het vonnis.
Wat de zaak zelve betreft, acht spr. de op
zet bewezen. Verdachte heeft eerst zijn
schoonzuster bedreigd, hij is naar boven ge
gaan en toen hij terugkwam, schoot hij van
vlakbij op haar hoofd. Gelukkig is zij niet
ernstig gewond. Daarna nam hij nog maat
regelen voor de toekomst; hij schoot zijn
hond neer, omdat hij voelde, dat hij langen
tijd in de gevangenis zou worden opgesloten
en hij wilde het beest niet alleen achterla
ten.
Weer snelt hij naar de woning van zijn
schoonzuster, bij de deur richt hy zyn wa
pen op zijn buurman. Gelukkig ketst het
schot. In beide gevallen was opzet aanwe
zig-
Wegens poging tot doodslag requireerie
spr. vier jaar gevangenisstraf, met aftrek
van voorarrest, daarbij rekening houdende
met de persoonlijke omstandigheden van
verdachte.
De verdediger mr. B. W. Stomps bepleitte
clementie, daarbij schilderde hij de per
soonlijkheid van verdachte en den lijdens
weg door hem afgelegd. De vrouw, waarop
verdachte in dolle woede schoot, heeft steeds
over hem geroddeld en zijn vrouw en kin
deren tegen hem opgestookt.
Het Hof zal 1 December arrest wijzen.
VERDACHT VAN PRIJSOPDRIJVING.
Kantonrechter ontslaat verd. van
rechtsvervolging.
De kantonrechter te Amsterdam, mr.
Crone, behandelde gister de eerste
strafzaak betreffende prijsopdrijving te
Amsterdam.
Een winkelier in heerenmodeartikelen
zou op 6 October een stel heeren-onder-
goed aan een cliënt hebben aangeboden
voor 14, op 3 October was de prijs 9.50
per stel geweest.
De cliënte werd als getuige hoord. Zij
had de bedoeling ondergoed voor haar
man te koopen. Op Zaterdag 3 October in
formeerde zij naar de prijzen: „voor 9.50
kan ik u dit stel leveren", had verd. ge
zegd.
Dinsdag was ze teruggekomen om drie
stel te koopen. De winkelier had echter
slechts één pak in voorraad en bij nabe
stelling zou de prijs 14 worden.
Kantonrechter: dat klinkt al heel an
ders
Getuige: per drie stel zou de prijs 33
worden.
Kantonrechter (tot verd.): kunt u uw
inkoopsprijzen aantoonen?
Verd.: de inkoopsprijs van dit Engelsche
goed is door de devaluatie gestegen van
75.68 per dozijn tot 96.42. Dat betee-
kcnt dus een opslag van 29 pet.
Het aanbod om 3 pakken voor 33 te
leveren was zeer billijk en aldus verd.
ik deed dit, omdat getuige een oude
klant is.
De kantonrechter maakte uitvoerige be
rekeningen en zeide daarbij tegen verd.:
„Dat moeten we nu bier allemaal doen,
omdat u de politie geen inlichtingen wilde
geven
De ambtenaar van het O. M. vond de
prijsverhooging te sterk en meende dat
de nieuwe wet overtreden was. Eisch
100 boete, subs. 40 dagen hechtenis.
De kantonrechter, mr. Crone, was ech
ter van meening, dat hier geen sprake was
van onrechtmatige prijsopdrijving, zoodat
hij hem van rechtsvervolging ontsloeg.
Onder voorzitterschap van den heer R.
Bürmann uit de Schermeer werd heden in
hotel De Beurs te Schagen de najaarsver
gadering gehouden van de Vereeniging tot
ontwikkeling van den landbouw in Hol
lands Noorderkwartier.
De secretaris van de Hollandsche Maat
schappij van Landbouw, ir. P. T. Huisman,
hield een lezing over het voor den land
bouw thans zoo belangrijke onderwerp: De
positie van den landbouw na de devaluatie.
In zijn openingswoord memoreerde de
Voorzitter de verloving van H.K.H. Prinses
Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard. Spr. was
ervan overtuigd, dat ook de leden van Hol
lands Noorderkwartier het geluk van
B.K.H. van harte toejuichen.
Het is usance, zoo vervolgde spr., dat van
af de bestuurstafel een kort overzicht gege
ven wordt van den toestand, waarin de land
bouw zich bevindt.
Algemeen hoort men, men leest dit ook in
de groote pers, dat nijverheid en handel een
opleving ten deel valt. Moge dit voor deze
groepen het geval zijn, de voorteekenen
voor den landbouw zijn echter nog zeer on
gunstig en worden, naar te vreezen staat,
door de monetaire toestanden nog ongunsti
ger, indien tenminste de regeering op het
«tandpunt blijft staan, dat de eerste levens
behoeften niet in prijs mogen stijgen. Moge
de regeering in dezen onhoudbaren toestand
•poedig voorzien en vooral niet den raad
van andere volksgroepen opvolgen om de
landbouw-steunuitkeering maar te liqui
deeren.
Ter illustratie van den toestand na de
devaluatie wees spr. erop, dat de veehouderij
teer geleden heeft; eenerzijds toch zijn
Voederprijzen zeer gestegen, terwijl ~n
derzyds een redelijke prijsverhooging van
de producten der landbouwbedrijven wordt
geweerd.
Evenzoo geraakt het tot het uiterste aan
gepaste akkerbouw-bedrijf steeds meer in
knel, doordat ook voor dit bedrijf be-
noodigde grondstoffen circa 20 tot 30
gestegen.
Spr. herinnerde aan de aanneming van
nieuwe pachtwet door de Tweede Kamer
en noemde het opmerkelijk, dat delan -
bouwvertegenwoordigers tegen de wet heD-
ben gestemd, terwijl een groote nceerder-
beid van niet-agrarisch georiënteerde ver
tegenwoordigers. hebben vóór |este™
Het bestuur van Hollands Noor
«er, aldus spr., heeft zich ulde^d.uu"?S
sproken tegen het ontwerp, omdat dit ve
diep ingrijpt in het Partl<;ulierlflS w
daardoor te veel schade aan den la"dbo"
toebrengt Men denke slechts aan de crediet
verleening. Ons rest, aldus spr., nog slech
de hoop, dat de meerderheid der E
mer ook dit politieke ontwerp zal verw
P®n.
He secretaris, de heer G. Nobel, d e
»*de, dat in de vorige vergadering berich
gedaan, dat er veel kans bestond, dat
de baan van de voormalige locaa
HoornMedemblik voor het gedee
~~Abbekerk voor den Rijksweg zou word
bestemd. Thans was de toestand zoo,
daarvan niets kan komen omdat de spoor
wegen de baan voor het goederenvervoer
niet vrij willen geven. Thans wordt de weg
op 150 M. afstand van de spoorbaan aange
legd, hetgeen groote schadesnijdingen
geeft. De plannen verkeeren in een verge
vorderden staat, zoodat er weinig aan te
doen zal zyn.
Medegedeeld werd voorts, dat er 5 nieuwe
leden waren toegetreden.
De op 14 Juli gehouden excursie naar
Texel was zeer geslaagd. Met het Kon. Ned.
Landbouwcomité heeft het bestuur zich
tegen de bepaling in de pachtwet verklaard,
dat aan een eigenaar het recht wordt ont
nomen binnen 10 jaar zyn boerderij in ex
ploitatie te nemen of te verpachten aan zyn
naaste bloedverwanten.
Van R.K. zijde was er op aangedrongen
dat Hollands Noorderkwartier werd uitge
sloten van de vertegenwoordiging in het
veevoederbureau. Aangezien Hollands
Noorderkwartier daarvan de oprichter was,
heeft de minister daaraan geen gehoor ge
geven en als vertegenwoordiger van Hol
lands Noorderkwartier den heer E. Dz.
Govers te Alkmaar aangewezen.
Een commissie is samengesteld ter be
studeering van de vraag of er een Noord-
Hollandsche Maatschappij van Landbouw
gewenscht is.
De minimum leeftijd van de cursister.
was 16 jaar. Door het rijk was in 1936
1066.subsidie verleend, terwijl Hollands
Noorderkwartier, de Hollandsche Mij. van
Landbouw en de L. T. B. ieder 128.— sub
sidie verleenden. 27 cursussen werden ge
houden, verschillende zuivelfabrieken
werkten mede met de afdeelingen en ver
leenden eveneens financieelen steun. Het
aantal cursisten bedroeg 124, waarvan 115
het getuigschrift ontvingen.
Met voldoening merkte de commissie op,
dat het hygiënische besef omtrent de melk-
winning in de provincie groeiende is. In het
geheel werden 37 diploma's uitgereikt aan
voormelkers en 587 voor goed melken.
Verslag vakschool kaasmakers te
Hoorn.
In het tijdvak October 1935—April 1936
werd het tweede gedeelte van den 17den
twee-jaarlijkschen cursus gegeven. De lessen
werden gevolgd door 14 leerling-kaasmakers
en 4 toehoorders. Van deze 14 leerling-kaas
makers kon één het diploma niet verkrij
gen. Van de vier toehoorders werden er drie
tot den cursus toegelaten. Voor 1936 tot 1938
nemen aan den cursus deel 25 kaasmakers
Een 9-tal werd afgewezen.
De wegencommissie.
Medegedeeld werd dat van het byna 327
K.M. lange net van primaire wegen in
Noordholland, 83)4 K.M. in voorbereiding,
461,4 in uitvoering en 219 K.M. voltooid
zijn.
In de wegen voor doorgaand verkeer zyn
22 wegen in uitvoering, terwijl 121 bruggen
voltooid zyn. Verwacht kan worden dat
binnen enkele jaren het provinciaal wegen
net gereed zal zyn.
De bieten-alcoholcommissie.
Ir. Lienesch deelde mede dat deze aange
legenheid nog steeds traineert, doch spreker
meende thans te kunnen weten, dat 't rap
port eindelijk in handen van minister Co-
lijn zal komen.
Spreker deelde mede dat in Denemarken,
Frankrijk, Tsjecho Slowakije en Italië reeds
lang gunstige resultaten met de bieten
alcohol in de benzine zyn bereikt. De heer
Blaauboer (Anna-Paulownapolder) drukte
zyn spijt erover uit dat de regeering zoo
werk heeft om een beslissing te nemen
over dit bij uitstek Nederlandsch belang.
Waarom moet Nederland zoolang achter
blijven by andere landen?
De voorzitter sloot zich bij deze zienswijze
aan en uitte den wensch dat de minister
van Koloniën eindelijk zal ingrijpen.
Ir. Lienesch deelde ook nog mede, dat,
dank zij de Wieringermeer, het aantal leer
lingen van de Landbouw-winterschool toe
neemt. De school heeft plaatsruimte te kort,
zoodat men in de toekomst wel bij Hol-
lang werk heeft om een beslissing te nemen
kloppen voor subsidie voor uitbreiding,
breiding.
Volgende vergadering te Alkmaar.
Als plaats voor de volgende vergadering
werd Alkmaar aangewezen.
Benoeming voorzitter.
In plaats van den heer Bürmann niet
herkiesbaar werd tot voorzitter gekozen
de heer Joh. de Veer te Schagen.
De rondvraag leverde niets op.
Lezing van den heer Huisman.
In de middagvergadering hield de heer
Huisman de volgende lezing:
Ir. Huisman begon met te wijzen op de
zeer groote belangstelling, welke de land
bouwcrisismaatregelen van verschillende
zijden mochten ondervinden direct na de
depreciatie van den gulden. Van verschil
lende zijden werd de overtuiging uitgespro
ken, dat deze crisismaatregelen nu wel kon
den verdwijnen en de landbouw zich zelf
wel kon helpen. Uit het antwoord, dat de
regeering aan de Centrale Landbouworga
nisaties heeft verstrekt aangaande haar
houding te dezen aanzien blijkt, dat de
regeering voornemens is het prijspeil der
landbouwproducten na de devaluatie onge
veer te houden op het peil als voorheen met
uitzondering van die producten, welke met
grondstoffen worden voortgebracht, die
hoofdzakelijk moeten worden ingevoerd en
waarvoor de depreciatie van den gulden 'n
prijsstijging heeft te weeg gebracht. Daar
zal, zij het schijnbaar niet met al te groote
snelheid, gaandeweg naar een hooger prijs
niveau worden gestreefd. Een verdere be
perking van den varkensstapel is reeds af
gekondigd.
Spreker wees op de afhankelijkheid in
deze van de regeering. Dit maakt ook, dat
onmogelijk gezegd kan worden, of de depre
ciatie van den gulden den landbouw tot
voordeel zal strekken, ja of neen. Dat neemt
niet weg, dat spreker inzonderheid voor de
toekomst in deze depreciatie verschillende
voordeelen ziet. In de eerste plaats is in het
'Nederlandsche bedrijfsleven eenige op
leving te bespeuren, welke een verminde
ring van de werkloosheid tot gevolg heeft,
hetgeen, daar de binnenlandsche markt de
belangrijkste markt is voor den Nederland-
schen landbouw, een gunstigen invloed op
onze afzetmogelijkheid zal hebben.
Spreker weidde vervolgens uit over de
vraag, of het prijsniveau van den Neder-
landschen landbouw zooals het thans wordt
gesteund, in vergelijking met het niveau in
andere landen voldoende aangepast moet
worden geacht.
Aan de hand van uitvoerige beschouwin
gen kwam spreker tot de conclusie, dat in
bijna alle landen van West Europa de prij
zen hooger zyn, dan waarmede de Neder
landsche landbouw genoegen moet nemen.
Inzonderheid is dit ook het geval met En
geland, waar de prijs, welken de veehouder
voor de melk ontvangt, 9 cent bedraagt en
dus twee keer zoo hoog is dan de prijs, wel
ken de Nederlandsche veehouder ontvangt.
Denemarken staat intusschen met zijn pro
ductiekosten iets lager, doch als de factoren,
die dit veroorzaakt hebben, worden nage
gaan, blijkt, dat deze moeten worden ge
zocht in de grootere devaluatie van de kroon.
Dit maakt dat het loon en de lasten niet in
zoodanige wanverhouding staan tot de pro
ductieprijzen, als dit hier te lande nog het
geval is. Indien de Nederlandsche regeering
verlangt, dat onze boerenstand op den duur
voor den zelfden prijs kan produceeren als
Denemarken, zal deze wanverhouding door
een verlaging van het loon- en kostenpeil
in de beschutte bedrijven hier te lande en
van de schulden en lasten, die op de bedrij
ven drukken, niet achterwege moeten blij
ven. Spreker meent, dat de Nederlandsche
boerenstand in een onbevredigender toe
stand verkeert, dan die in vrijwel alle an
dere landen. Sprekende over: productie voor
export of streven naar zelfvoorziening,
meende spreker, dat gezien de dichte bevol
king, niet alleen van ons land, maar inzon
derheid ook van ons platteland, export nood
zakelijk is en zulks in toenemende mate.
En waar onze producten hoofdzakelijx gaan
naar Duitschland en Engeland, daar dient,
om niet een nog grootere werkloosheid ten
plattelande en een nog grootere armoede te
veroorzaken, er door de regeering alles op
te worden gezet, om vooral den export naar
deze beide landen voor den land- en tuin
bouw zoo groot mogelijk te maken en te
houden. Bij het streven naar autarkie van
de andere landen is een motief aanwezig,
dat inzonderheid ook voor ons land geldt,
n 1 de vrees om bij oorlog verstoken te zijn
van voldoenden aanvoer van voedingsmidde
len. Ook uit dien hoofde dient de regeering
er voor te waken, dat de Nederlandsche
landbouwbedrijven, op behoorlijk inten
sieve wijze aan den gang worden gehou
den. De crisispolitiek, door de regeering ge
volgd, zou spreker juist achten, indien
naar loonende prijzen werd gestreefd. De
prijs voor het belangrijkste product, de
melk, was in October j.1. nog lager dan een
jaar geleden, terwijl de productiekosten
mede door de depreciatie van den gulden
zoodanig zyn verhoogd, dat de prijs een
halve cent hooger zou moeten liggen. Van
de doorloopend verlies gevende prijzen der
dierlijke producten, zyn inzonderheid ook de
tallooze kleine bedrijven de dupe.
Spreker wees op de voorstellen van de
commissie-van Loon, inzake extra steun aan
het kleine bedrijf, waarbij de kans bestaat,
dat deze kleine bedrijven niet zuilen wor
den geholpen door een loonend prijspeil,
maar dat de grootere bedrijven, waar de
toestand ook onhoudbaar is, zullen worden
belast, om aan de kleine bedrijven een bij
zonderen bedrijfssteun te verschaffen, welke
geen enkel uitzicht biedt voor een betere
toekomst.
Spreker meende, dat, indien door een wat
hooger prijsniveau het boerenbedrijf in
Nederland rendabel zou worden gemaakt,
dit een zegenende werking zou uitoefenen,
de diepe armoede van duizenden en duizen
den zou verminderen, men zou weer wat
gaan koopen bij den middenstand, de werk
loosheid zou afnemen, terwijl die prijzen
dan nog gezien mogen worden in vergelij
king met de veel hoogere prijzen in Duitsch
land, Engeland en de andere landen. De ge
ringe welvaart, welke Nederland thans
bezit, wordt wel zeer onevenredig ver
deeld. Bij een meer evenredige verdeeling
zou ongetwijfeld aan de beschutte bedrijfs
groepen wat moeten worden ontnomen en
aan de bedrijven, inzonderheid in den land
bouw, moeten worden verschaft.
Het zou aan de sociale rechtvaardigheid
niet te kort doen, indien de overheid hare
aandacht eens wat meer liet uitgaan naar
den toestand van bittere armoede, waarin
duizende kleine boeren leven en naar het
eenig middel dezen menschen eenig uitzicht
te verschaffen een loonend prijspeil
hunner producten en een verlaging hunner
rente en schuldenlast. (Applaus.)
Met de Sperwer, bestuurd door te
Roller, uit Berlijn in Nederland
teruggekeerd.
Prins Bernard van Lippe-Biesterfeld is
gistermiddag voor zijn vertrek naar Neder
land door den Führer en rijkskanselier ont
vangen. De Führer, die den prins reeds bij
zijn verloving gelukwenschen had gezonden,
herhaalde deze thans persoonlijk.
Om 14 u. 30 vertrok de prins met het lijn-
toestel van de K.L.M. van het vliegveld
Tempelhof. Eenige Nederlandsche en Duit-
sche vrienden deden den prins, die te Ber
lijn om zijn beminnelijk optreden bijzonder
geliefd is, uitgeleide.
In beste stemming klom prins Bernard in
het vliegtuig. Hij wuifde lachend achter het
venster, toen het vliegtuig opsteeg om spoe
dig aan den noord westeMjken horizon te
verdwijnen.
Men schrijft verder:
Prins Bernard is gistermiddag van Ber
lijn naar ons land gevlogen. Op verzoek
van den prins zette gezagvoerder te Roller
de Douglas DC 2 Sperwer op het vliegveld
Twente neer, vanwaar de reis per auto naar
't Loo verder ging. De prins was vergezeld
door zijn secretaris jhr. mr. Röell, en verder
bevonden zich nog zeven passagiers in het
toestel.
Helaas heeft de prins op den belangwek-
kenden luchtweg tusschen de Duitsche
hoofdstad en Oostelijk Nederland weinig
kunnen genieten van het fraaie landschap,
daar het zeer mistig was en de wolken laag
hingen.
De kennismaking van zoo nabij met de
Nederlandsche luchtvaart is prins Bernard
evenwel zeer goed bekomen, waarvan hij
dan ook in hartelijke bewoordingen aan ge
zagvoerder te Roller getuigde, toen de Sper
wer op Twente was neergestreken.
Prinses Juliana was op het vliegveld aan
wezig toen het toestel om 3 u. 45 uit de
richting Berlijn binnenkwam. H.K.H. werd
vergezeld door de moeder van den prins,
prinses Armgard, den burgemeester van
Enschede, den heer Rückert en zijn echtge-
noote en generaal D. Q. C. F. de Jonge van
der Halen.
Het prinselijke paar heeft zich zonder
langer op het vliegveld Twente te verwijlen
per auto naar 't Loo begeven, waar het om
streeks half zes is aangekomen.
DE WERKTIJDEN IN BAKKERIJEN.
Gedurende de feestdagen in
December.
De minister van sociale zaken heeft aan
hoofden of bestuurders van broodbakkeryen,
waarin tevens koek-, banket-, chocolade- en
suikerwerken worden vervaardigd, in alle
gemeenten des rijks vergund, dat in het
tijdvak van 23 November tot en met 5 De
cember op werkdagen en bovendien op
Woensdag 23, Donderdag 24, Dinsdag 29,
Woensdag 30 en Donderdag 31 December, de
werktijd van de in hun onderneming werk
zame bakkersgezellen per dag met ten
hoogste 2 uren en per week met ten hoogste
12 uren wordt verlengd; de in hun onder
neming werkzame jongens van 16 en 17
jaren mogen gedurende ten hoogste 10 uren
per dag en 55 uren per week arbeid ver
richten, onder voorwaarde, dat:
a. de arbeidstijd van deze jongens in zijn
geheel gelegen is tusschen 7 uur des voor
middags en 7 uur des namiddags en
b. de betrokken jongens, indien zy op
Zaterdag na 1 uur des namiddags arbeid
verrichten, in dezelfde week, hetzij op ten
minste één anderen werkdag na 1 uur des
namiddags, hetzij op Maandag vóór 12.30
uur des namiddags, geen arbeid verrichten.
Hoofden of bestuurders en bakkersgezel
len mogen;
a. op Zaterdag 5 December om 12 uur des
nachts;
b. op Donderdag 24 December om 12 uur
des nachts;
c. op Zaterdag 26 December te 2 uur des
voormiddags en
d. op Zaterdag 2 Januari 1937 te 3 uur
des voormiddags, met den bakkersarbeid
beginnen,
een en ander met dien verstande, dat
voor zoover betreft broodbakkeryen, voor
welke een vergunning, als bedoeld in artikel
37, eerste lid, der Arbeidswet 1919, is ver
leend telkens gedurende 2 uren vóór het
tijdstip, waarop op genoemde dagen de bak
kersarbeid mag aanvangen, arbeid, bestaan
de in het gereedmaken van deeg en ovens,
mag worden verricht;
e. op Donderdag 31 December mag om 12
uur des nachts worden begonnen, onder
c uw
voorwaarde, dat in de ondernemingen,
waar op de onder b en/of c genoemde data,
dan wel op de onder d en/of e genoemde
data van deze vergunning wordt gebruik
gemaakt, op Vrijdag 25 December, respec
tievelijk Vrijdag 1 Januari 1937, geen
arbeid wordt verricht.
Aan hoofden of bestuurders van brood
bakkeryen in alle gemeenten des rijks is
vergund, dat, op Zaterdag 5 December en
voor zoover betreft broodbakkerijen, waar
in op 25 December en 1 Januari 1937 geen
arbeid wordt verricht op Donderdag 24
December, Zaterdag 26 December en Don
derdag 31 December deeg of brood, dat na
8 uur des namiddags van den vorigen dag
gebakken of opgewarmd is:
lo. van 7.30 uur des voormiddags af uit
het gebouw met aanhoorigheden, waarin zich
de broodbakkerij bevindt, wordt vervoerd;
2o. van 8 uur des voormiddags af wordt ver
kocht of afgeleverd.
VISSCHERIJ-CONTRACTEN OPGEZEGD.
Nieuwe toestand in IJmuiden.
Naar wij vernemen, hebben de vier
organisaties van werknemers in het
visscherijbedrijf te IJmuiden de met de
reedorsvereeniging afgesloten contrac
ten van de zeevisschers en vischlossers
opgezegd.
De hoofdbesturen plegen thans nog
overleg met de besturen van de be
trokken vakgroepen over de voor
waarden, waarop eventueel nieuwe
overeenkomsten met de reeders zullen
worden afgesloten.
DE VERMISSING VAN DE „DIGNITAS".
De laatste levensteekenen.
Men schrijft ons uit IJmuiden:
Omtrent de vermissing van het Itali-
aansche stoomschip „Dignitas" verne
men wij nader, dat de Cargadoors te
IJmuiden getracht hebben het schip via
Scheveningen-haven draadloos te be
reiken. Het bleek echter niet mogelijk
te zijn met het schip in contact te
komen, zoodat men inderdaad moet
aannemen, dat het vergaan is. Dit moet
gebeurd zyn in het Engelsche kanaal,
aangezien de reederij te Genua op 10
November j.1. uit Ouessant bericht heeft
ontvangen, dat het schip daar is gepas
seerd. Daarna is niets meer van het
schip vernomen.
DE HAAGSCHE ZEDENZAAK.
De commissie van rapporteurs over de
begrooting van justitie 1937 vestigt er in het
verslag over deze begrooting de aandacht
op, dat in het voorloopig verslag bij de be
spreking van do z.g. Haagsche „zedenzaak"
een opmerking is gemaakt en een vraag is
gesteld, waarop c'e minister niet is ingegaan.
De opmerking betreft de volgende zin
snede: „deze leden meenden te weten, dat
de geheele aanklacht steunde op de verkla
ringen van één minderjarigen getuige, op
wiens betrouwbaarheid zeer veel, zoo niet
alles, af te dingen valt. Hoewel daaraan niet
de vorm van een uitdrukkelijke vraag ge
geven is, was het ongetwijfeld de bedoeling
van de leden, die deze opmerking maakten,
van den minister te vernemen, of deze voor
stelling van zaken juist is.
De vraag, waarop geen antwoord is gege
ven, is die, „of de minister heeft overwogen
om eerst een onderzoek te doen instellen
naar de betrouwbaarheid van den getuige,
op wiens verklaringen de aanklacht rustte".
De commissie van rapporteurs meent, dat
een goede basis voor de openbare behande
ling van deze zaak ontbreekt, zoolang feite
lijke mededeelingen daaromtrent vanwege
de regeering ontbreken.
BRANDWEER EN POLITIE IN TOUW.
Fantasie van een kind.
Een motorspuit van de Amsterdamsche
brandkeer en later een motorboot van de
politie zijn gistermiddag uitgerukt naar de
Prinsengracht, waar ter hoogte van perceel
197 een onbeheerd staande bakfiets te water
was geraakt, oogenschijnlyk een weinig
belangrijk voorval, doch dat bijzondere be-
teekenis had gekregen door de mededeeling
van een kind, dat beweerde gezien te heb
ben, dat met de bakfiets een klein meisje
in het water van de gracht was terecht
gekomen.
Het voertuig zelf was vrij spoedig opge
haald, terwijl door de politie nog geruimen
tyd gedregd is naar een mogelijk slacht
offer. Er werd echter niets gevonden, zoodat
mede in verband met de omstandigheid, dat
van geenerlei zijde de vermissing van een
meisje is opgegeven, aangenomen mag
worden, dat de bewering van het kind op
fantasie heeft berust