dagblad voor alkmaar en omstreken.
Duitschland en Italië erkennen de regeering
van generaal Franco.
Twee vrijwel gelijkluidende
communiqués.
De reactie in andere landen.
Na den dood van minister Salengro.
No. 273
Donderdag 19 November 1936
138e Jaargang
De Spaansche revolutie
Motiveering van de
erkenning.
De reactie in andere landen
De door den overledene nagelaten brieven.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS FER GEWONE ADVERTENTEEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/hHERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
ROME, 18 Nov. Officieel wordt het volgende communiqué verspreid:
„Aangezien de regeering van generaal Franco bezit heeft genomen
van het grootste gedeelte van Spanje en gezien het feit, dat de ontwikkeling
van den toestand op steeds klaarblükeljjker wijze heeft aangetoond, dat men
in de andere deelen van Spanje niet meer kan spreken van de uitoefening
van een verantwoordelijke regeeringsmacht, heeft de fascistische regeering
besloten de regeering van den generaal Franco te erkennen en haar een
zaakgelastigde te zenden voor het aanknoopen van diplomatieke betrek
kingen.
De zaakgelastigde zal zich terstond derwaarts begeven. De tegen
woordige diplomatieke vertegenwoordiging is teruggeroepen.
BERLIJN, 18 November. Het Duitsche Nieuwsbureau publiceert een
officieel communiqué, waarin kennis gegeven wordt van de erkenning door
Duitschland van de regeering-Franco. Het communiqué is in volstrekt ge
lijke bewoordingen gesteld als het Italiaansche communiqué in dezelfde aan
gelegenheid, behalve, dat „fascistische regeering" vervangen is door „rijks-
regeering", en dat vermeld wordt, dat de, thans teruggeroepen, diplomatieke
vertegenwoordiging in Alicante verblijf hield.
Bovendien vermeldt het Duitsche communiqué nog, dat de zaakge
lastigde van de „vroegere Spaansche regeering'' op eigen initiatief reeds in
begin November uit Berlijn was vertrokken.
Nopens de erkenning der regeering van
generaal Franco schrijft de Giornale d'Ita-
Üa, dat deze maatregel de logische en inter
nationale oplossing vormt van de ontwik
keling der jongste gebeurtenissen in Spanje
Alles spreekt er voor, dat de regeering
van generaal Franco de werkelijke meer
derheid van de Spaansche natie bezit en
dat zij niet alleen maar het grootste deel
van Spanje in haar feitelijk bezit heeft ge
nomen. De erkenning houdt met dit feit
rekening.
Overigens is reeds bij de Duitsch-Italiaan-
sche besprekingen te Berlijn de kwestie der
erkenning van de Spaansche regeering van
generaal Franco opgelost in den zin, weike
thans door het officieele communiqué in de
finitieven vorm is bekrachtigd.
Motiveering van Völkischer
Beobachter.
Over de erkenning der regeering van
Franco door Duitschland, schrijft de Völki
scher Beobachter o.m.:
Het is niet in overeenstemming te brengen
met de waarheid en de eenvoudigste natio
nale verplichtingen van een regeering, wan
neer zjj aan een systeem de handhaving van
rijn erkenning naar buiten verschaft, ter
wijl het in werkelijkheid aan geen enkele
voorwaarde meer voldoet voor een zooda-
nigen invloed.
Duitschland heeft zich tegenover de zg.
Spaansche regeering van Cabalero in deze
Positie geplaatst gezien en daaruit de con
sequentie getrokken, welke volgens onze
nmening een zich van haar plicht bewuste
tegeering daaruit moet trekken.
Niemand kan thans meer betwisten, dat
de machtsbevoegdheden der regering van
Caballero, welke haar zetel reeds naar Va-
lencia heeft moeten verplaatsen, thans zijn
overgegaan op krachten, die op geen enkele
wÜze noch naar binnen, noch naar buiten
bereid of in staat waren een verantwoorde
lijkheid op zich te nemen voor eenige ge
beurtenis.
Wanneer het zoover komt, aldus de V. B.,
dat tegen de toezeggingen der regerings
autoriteiten te Barcelona in, en in strijd
•bet de verordeningen der haar overgeble-
Ven politie-strijdkrachten anarchistische
Broepen wekenlang steeds opnieuw Duitsche
bezitsrechten op de ergste wijze schenden,
dan is dat het ondubbelzinnige bewijs er
Voor, dat verdere erkenning van een z.g. re
Beering niets anders meer is dan de hand
having van een schijn.
De Duitsche regeering heeft zich ge
noodzaakt gezien er de consequenties
rit te trekken, dat de moord op de vier
Duitsche onderdanen te Barcelona ge
pleegd, nog niet is vergolden, dat het
geval van het doorzoeken van het
Duitsche stoomschip Kamerun in strijd
met het volkenrecht nog niet is afge
handeld,
Dat de bescherming der Duitsche am
bassade te Madrid niet langer kan wor
den gewaarborgd,
dat bureaux van organisaties, welke
in zeer nauwe betrekking tot den Staat
staan, werden verwoest,
dat de wil tot vernietigen der com
munistische en anarchistische groepen
geen halt heeft gehouden voor Duitsche
schoolgebouwen.
Grenzen van zelfrespect.
Er zijn, aldus vervolgt de Völkischer
Beobachter grenzen van zelfrespect, zoo
wel voor een individu ris voor een Staat.
Deze grenzen zijn vodr Duitschland be
reikt, op het oogenblik, dat Duitsche men-
schen, Duitsche grond en Duitsch eigendom,
ondanks of juist wegens uitdrukkelijke
kenteekening, niet meer de behandeling ge
nieten welke hun naar onze meening toe
komen.
In den zin van een politiek der feiten
heeft Duitschland uit de situatie in Spanje
de consequenties getrokken en die krachts-
groep erkend, welke alleen over een wer
kelijk gezag beschikt,
Duitschland leeft een nieuwen zaakge
lastigde naar Madrid gezonden, niet om
eenige situatie ingewikkeld en nog moeilij
ker te maken, doch om voor zich klaarheid
te scheppen in de overtuiging, daarmede op
de beste wijze ook andere belangen te die
nen.
Opvatting van Beiliner Lokalan-
zeiger.
De Berliner Lokalanzeiger schrijft, dat de
Duitsche regeering weer eens een einde
maakt aan een „zelfmystificatie", zooals aan
zoovele andere, waar in dit van de werke
lijkheid afkeerig Europa en zijn diplomaten
jarenlang hebben geleefd. Het blad ver
klaart, dat men misschien nog zal probeeren
de wereld in te praten, dat de ware regee
ring niet die van Franco, doch van Rosen-
berg (den Sovjet-Russischen gezant) is. In
dit verband trekt de Berliner Lokalanzeiger
fel van leer tegen Sovjet-Rusland en de
„schijnregeering" van Spanje.
De erkenning door generaal Queipo
de Llano medegedeeld.
Gisteravond kwart over tien heeft gene
raal Queipo de Llano in een korte toe
spraak voor de microfoon van Radio-Sevilla
mededeel ing gedaan van de officiëele er
kenning der regeering van Burgos door
Duitschland en Italië. In deze toespraak
trachtte de generaal in enkele woorden aan
te toonen, dat tengevolge van de in geheel
Spanje begane misdaden de regeering van
Madrid niet verder kan worden erkend als
de regeering, die het Spaansche volk verte
genwoordigt. Hij besloot zijn toespraak als
volgt: „Sevilla en geheel Spanje, het Spaan
sche volk, zoowel in zijn geheel ris elk af
zonderlijk, het geheele door de linkschen
onteerde volk, is vastbesloten eens voor al
het communisme uit Spanje te verdrijven".
De toespraak, welke tien minuten duurde,
eindigde met de woorden: „leve Italië", leve
Duitschland", welke door alle aanwezigen
werden herhaald.
Parijs niet verrast
Het bericht, dat Italië en Duitschland de
regeering van Franco erkennen, heeft te
Parijs geen verrassing gebaard. In feite wist
men sinds langen tijd, dat de kabinetten te
Rome en Berlijn dit voornemen hadden, dat
zij overigens officieel bevestigden bij de
besprekingen van Ciano in Duitschland.
Deze maatregel komt misschien wat vroe
ger dan verwacht werd, daar men dacht, dat
Duitschland en Italië pas na de bezetting
van Madrid tot erkenning zouden over
gaan.
Men vraagt zich af of deze snelle beslis
sing geen verband houdt met het bericht
van de Junta van Burgos aangaande even-
tueele operaties der opstandelingen voor
Barcelona, om de vot ziening van Catalonië
met oorlogsmateriaal te verhinderen.
Duitschland en Italië zouden eensdeels
verlangend kunnen zijn geweest te voor
komen, dat de door de regeering van Franco
aangekondigde maatregelen niet op hun
schepen zouden worden toegepast. Misschien
is het andersdeels niet misplaats te denken,
dat zij door de erkenning van een regel
matige regeering der opstandelingen, de
operaties voor Barcelona wettigen, welke
operaties anders volkomen in strijd zouden
zijn met het zeerecht.
Deze regeling geldt slechts jegens landen,
welke tot erkenning zijn overgegaan.
De Fransche regeering zal te dien aan
zien geen wijziging in haar standpunt bren
gen. Het ministerie van buitenlandsche
zaken zal zich dan ook in verbinding stellen
met het ministerie van marine om veilig
heidsmaatregelen onder oogen te zien,
welke zouden moeten worden genomen ter
verzekering van de onschendbaarheid van
Fransche qnderdanen en bezittingen te
Barcelona.
De Fransche pers over het erkennen
van de regeering-Franco.
Over het algemeen is de Fransche pers
van oordeel, dat het erkennen van de regee
ring-Franco door Duitschland en Italië een
gevolg is van de moeilijkheden, welke de
opstandelingen voor Madrid ondervinden.
„Echo de Paris" schrijft, dat de opstande
lingen voor Madrid groote moeilijkheden
ondervinden Zij zullen de stad binnen
dringen en bezetten, (Joch tegen welken
prijs? Zullen zij nog in staat zijn op te
rukken naar Valencia en Barcelona? Deze
vragen stelde men ook te Rome en Berlijn
en als eerste maatregel scheen noodig den
toevoer van wapenen door de Sovjets te ver
hinderen. Hitier en Mussolini zijn evenals
Stalin bij Spanje betrokken en kunnen niet
terug. De blokkade van Barcelona wordt
een kruitvat in Europa.
Ook Madame Tabouis schrijft in de
„Oeuvre" de erkenning van de regeering-
Franco toe aan de moeilijkheden, welke
deze voor Madrid ondervindt. Zij verwacht,
dat thans eenige Zuid-Amerikaansche repu
blieken en Europeesche landen, o.a. Portugal
zullen volgen. De laatste phase van den
burgeroorlog levert zoo een grooter risico
voor den vrede in Europa, grooter dan
Europa sedert 1914 heeft geloopen.
„Le Populaire" schrijft, dat de erkenning
van de regeering-Franco door Duitschland
en Italië zonder twijfel een schending is van
het non-interventie-verdrag. De gevolgen
van deze provocatie kunnen slechts in toom
worden gehouden, wanneer Frankrijk en
Engeland hiertegenover hun vasten wil
plaatsen om de internationale wet te eer
biedigen en te doen eerbiedigen.
De indruk te Londen.
Officeele kringen te Londen verklaren,
naar aanleiding van de erkenning der re
geering van Franco, dat dit een „practisch
blijk van sympathie is, dat nimmer werd
ontveinsd", met andere woorden en ondanks
den onaangenamen indruk, welken 't nieuwe
heeft gewekt, men wil gelooven, dat het niet
van kwaadaardigen invloed op het stelsel
der niet-inmenging zal zijn.
Minister-president Blum heeft, in ge
zelschap van Verlomme, den chef van
het kabinet van Salengro, een bezoek
gebracht aan het huis van den overleden
minister van binnenlandsche zaken. Hij
werd daar ontvangen door den plaats-
vervangenden kabinetschef en Henri
Salengro, een broer van den overledene.
Blum begaf zich naar de kamer, waar
zich het stoffelijk overschot bevond en
bleef eenigen tijd met gebogen hoofd
voor het lichaam staan.
Blum heeft den journalisten inzage gege
ven van een brief, hem door Salengro nage
laten. Deze brief is gedateerd op den 16den
November en luidt als volgt:
„Waarde Blum, het zal weldra 18
maanden geleden zijn, dat mijn vrouw
is overleden tengevolge van den laster,
dien men haar niet bespaard heeft en
waaronder zij zoo zeer geleden heeft.
Mijn moeder herstelt niet van de gevol
gen harer operatie, terwijl de laster
haar tot in het merg verteert. Wat mij
betreft, ik heb moedig gestreden, maar
mijn kracht is ten einde. Als zij er niet
in geslaagd zijn mij te onteeren, dragen
zij in ieder geval de verantwoordelijk
heid voor mijn dood, want ik ben noch
een deserteur, noch een verrader. Mijn
partij is mijn vreugde en mijn leven
geweest".
Onder het voorlezen van dezen brief
barstte Blum in tranen uit.
Een aan Henri Salengro nagelaten brief
heeft oorspronkelijk als datum gehad: 16
Mei; deze datum is doorgestreept en ver
vangen door 17 November. Dit schrijven
luidt als volgt: „Beste Henri, de overwerkt
heid en de laster zijn teveel voor mij. Zij en
het verdriet hebben mij overwonnen".
Een oproep van Blum.
Toen Blum de woning van Salengro ver
liet, heeft hij tot de arbeidersbevolking van
Ryssel een oproep gericht, waarin hij o.m.
zegt: De moed heeft Salengro niet ontbro
ken, zoolang hij tegen den laster moest strij
den. Nadat de laster verslagen was, waren
zijn krachten ten einde. Gij weet wie aan
zijn dood schuldig zijn, maar het is niet aan
u hen te treffen. Zelfs na den dood van Sa
lengro moet gij zijn wil eerbiedigen. Uit zijn
naam bezweer ik u kalm te blijven. Hij zou
u twee dingen hebben verboden: te vergeten
en te wreken. Salengro zou slechts één her
stel hebben gewild: de overwinning van de
zaak, waaraan hij zijn leven gewijd heeft.
De schandelijke laster van zijn tegenstan
ders werkt daarvoor. Uw heftigheid, zelf
gewettigd, zou de overwinning belemmeren.
Minister Salengro had nog eergistermid-
dag tegenover een vakvereenigingsdelegatie,
die hem een bezoek bracht, verklaard, dat
hij door de tegen hem gevoerde perscam
pagne meer getroffen was dan het wel
scheen.
Des avonds zeide hij tegen zijn chauffeur,
die hem naar huis bracht: tot morgen. Wat
er nadien gebeurd is, weet men niet. Offi
cieel is vastgesteld, dat Salengro het diner,
dat zijn dienstmeisje voor hem had klaarge
maakt, niet heeft aangeraakt. De minister
werd dood op den grond aangetroffen op
dezelfde plek in de keuken, waar het vorig
jaar plotseling zijn vrouw dood werd gevon
den.
De huishoudster, die het lijk vanmorgen
vond, waarschuwde onmiddellijk het ge
meentehuis. Een tweetal geneesheeren con
stateerden daarop den dood door verstik
king. De dood moet om elf uur des avonds
zijn ingetreden.
Demonstraties te Parijs.
Gisteravond zijn bij het verkoopen van
speciale uitgaven van de bladen van het
Volksfront in verschillende wijken der stad
optochten gevormd. Onder het roepen van
„Leve Blum" en „Wij zullen Salengro wre
ken", trokken de demonstranten door de
straten. Incidenten deden zich niet voor. De
radicaal-socialistische partij, de communis
ten en verscheidene vakvereenigingen heb
ben den S.F.I.O. hun leedwezen betuigd
met het overlijden van Salengro en zij ver
zochten de regeering maatregelen te nemen
om dezen dood te wreken.
Het bestuur van de socialistische partij is
gisteravond bijeengekomen en heeft een
dagorder opgesteld, waarin o.a. wordt ge
zegd, dat Salengro aan het einde van zijn
kracht was door de lastercampagne en zelf
moord pleegde. Men heeft Salengro ver
moord, zooals Joures vermoord werd. De
socialistische partij betreurt een man, die
nooit in zijn plicht tekort schoot, een van
haar beste strijders .De arbeiders moeten
zich herinneren, dat Salengro het laatste
slachtoffer moet zijn van het fascisme.
Wie als opvolgers van Salengro
genoemd worden.
Volgens de „Intransigeant" wordt in de
eerste plaats als opvolger van Salengro
Chautemps genoemd, wiens deelneming aan
de regeering volgens het blad zou bijdragen
tot een spoedige kalmeering der gemoede
ren. Indien het kabinet echter een socialist
aan binnenlandsche zaken zou wenschen te
handhaven, komen Max d'Ormoy, onder
staatssecretaris van den minister-president,
en Louis Monnet, minister van landbouw, in
aanmerking.
Gerechtelijk onderzoek.
Het blad „Grand Echo Nord" deelt mede,
dat het parket van Rijssel, op verzoek van
minister-president Blum in overeenstem
ming met de familie van wijlen minister Sa
lengro, besloten heeft een onderzoek in te
stellen naar de omstandigheden, welke den
dood van den minister vergezelden.
De teraardebestelling van Salengro.
Het stoffelijk overschot zal Zaterdagmid
dag in het raadhuis worden opgebaard. De
teraardebestelling zal Zondag a.s. om 2 uur
des middags geschieden.
De begrafenis zal onder auspiciën van de
gemeente Rijssel, waarvan de overledene
burgemeester was, geschieden.
Maar in feite vraagt de Engelsche open
bare meening zich af of het Duitsche- en
Italiaansche gevaar welks gelijktijdigheid
men onderstreept niet een wijziging van
standpunt jegens de tot nu toe gevolgde po
litiek doet vreezen.
Met eenig ongeduld wenscht men dan ook
op dit punt de bedoelingen van Italië en
Duitschland te vernemen.
Intusschen blijft de Britsche regeering
trouw aan haar niet-inmengingspolitiek en
de houding der beide mogendheden heeft in
geen enkel opzicht haar standpunt gewij
zigd.
De Britsche pers over de erkenning.
De „Daily Telegraph" schrijft, dat het
conflict in Spanje thans ernstiger is gewor
den, nu Franco is erkend door twee groote
mogendheden, welke hem niet willen zien
verliezen. Zonder twijfel zullen pogingen
worden gedaan om ook Engeland te betrek
ken in een „anti-communistisch" blok, doch
Engeland zal zich hiertoe niet laten verlei
den.
De „Times" schrijft, dat deze erkenning
geen diepen indruk maakte in Britsche of
ficeele kringen. Het zal geen verschil ma
ken voor de Britsche politiek om zich niet
te mengen in deze kwestie. De diplomatieke
correspondent van het blad voegt hieraan
toe, dat de regeering de mededeeling van
Burgos inzake het invoeren van wapenen
door Barcelona bestudeert. Men verwacht
niet, dat de Britsche regeering het recht van
Franco zal erkennen om Barcelona on
beperkt te bombardeeren, zonder tevoren
een veiligheids-zone te hebben aangewezen
voor de neutrale schepen.
Men gelooft evenwel, dat geen onmiddel
lijk gevaar voor een bombardement bestaat.
De indruk in Genève.
De reactie op de erkenning van de re
geering-Franco, aldus verwacht men te Ge-
neve, zal misschien nieuwe problemen op
werpen voor den Volkenbond. Men wijst er
n.L op dat de daad van Italië een schending
vormt van artikel 10 van het Volkenbonds
handvest. Er bestaat ook een verwijderde
mogelijkheid op moeilijkheden in den Vol
kenbondsraad, waar de gedelegeerde van
de Spaansche regeering een zetel bezet.
Wanneer de stap van Italië gevolgd mocht
worden door andere leden van den Volken
bond, zouden de moeilijkheden toenemen. De
eerstvolgende belangrijke bijeenkomst van
den Volkenbond zal plaats hebben op 7 De
cember.
ROOSEVELT NAAR BUENOS AIRES.
Roosevelt heeft zich ingescheept op den
kruiser „Indianapolis" met bestemmng naar
Buenos Aires.
ECONOMISCHE MAATREGELEN IN
PALESTINA.
Steun aan behoeftige boeren.
De hooge commissaris heeft in overleg
met het Britsche ministerie van koloniën een
bedrag van 34.000 Pond Sterling beschik
baar gesteld voor steun aan de boeren, die
in behoeftige omstandigheden zijn komen te
verkeeren ten gevolge van de mislukking
van den oogst in bepaalde deelen van het
land. Het geld zal worden verdeeld in den
vorm van leeningen voor het onmiddellijke
aanschaffen van zaaigoed.