WARM EN HUIZEN
TEXEL
STOLPERVLOTBRUG
NOORDSCHARWOUDE
Wat Uw snelheidsmeter f
"let vertelt*
Voor kleine tuinen.
misbaar dat van den Bosch, die reeds te
bed lag, opstond en zich, na zich gekleed
te hebben, naar buiten begaf. Het groepje
jongelui tartte hem en begon toen te
dreigen. Uit alles bleek dat zy de bedoe
ling hadden nu eens goed met den briga
dier af te rekenen. Toen dreigementen en
een paar uitvallen met den klewang geen
resultaat opgeleverd hadden, had v. d
Bosch zijn revolver getrokken en een paar
waarschuwingsschoten in de lucht gelost
Waar ook dit het gewenschte resultaat
bleek te missen en het optreden van het
viertal steeds dreigender en agressiever
bleek te worden, had de rijksveldwachter
tenslotte een laaggericht schot gelost met
de bedoeling een van zijn aanvallers in de
beenen te treffen. Dit laatste schot had
evenwel M. K. zoodanig getroffen, dat
deze eenige oogenblikken later aan de ge
volgen hiervan was overleden. De schrik
die dit gebeurde verspreid had, had ver
oorzaakt dat de aanvallrs hun molestatie
pogingen hadden opgegeven. In den loop
van den nacht waren de 3 verzetplegers
n.1. D. S., S. G. en D. K. gearresteerd en
later naar het Huis van bewaring te Alk
maar overgebracht.
Als verdacht van openlijke geweldple
ging tegen een ambtenaar in functie, ston
den, in verband met deze gebeurtenis,
heden de drie gearresteerden voor de Alk-
maarsche rechtbank terecht.
Door den officier van justitie waren 11
getuigen charge gedagvaard.
Reeds bij de opening van de deuren om
10 uur bleek wel dat er iets bijzonders aan
de hand was. Behalve dat dit bleek uit
een groote belangstelling van de zijde van
de pers, was de publieke tribune overvol
met belangstellenden, iets, wat in Alk
maar maar weinig voorkomt.
Om circa 11 uur werden de drie ver
dachten binnengeleid.
Na voorlezing van de dagvaarding door
den officier van justitie, mr. van der Feen
de Lille, richtte de president zich tot
verdachte D. S. en vroeg hem wat hij op
den bewusten avond met zijn drie vrien
den had uitgevoerd.
Pres.: „U was in verschillende café's
geweest."
Verd.: „Ja".
Pres.: „U had ongeveer 20 glazen bier
gedronken?"
Verd.: „Ja, zoo ongeveer".
Verd. S. verklaarde nog dat zij vrijwel
den geheelen avond bij elkaar waren ge
bleven, ook in de verschillende café's.
Verdachte gaf toe bij de woning van v.
d. Bosch te zijn geweest.
Pres.: „Had Kool zich niet uitgelaten
v. d. Bosch te willen spreken?"
Verd. S.: „Niets van gehoord".
Verd. gaf toe, tezamen met zijn vrien
den lawaai gemaakt te hebben. Toen door
een van hen was aangebeld, stond hij op
ongeveer 25 meter voorbij de woning van
v. d. Bosch.
De president vroeg S. hierop hoe hij
erover dacht dat Kool bij v. d. Bosch had
aangebeld.
Verd. heeft v. d. Bosch uit de steeg van
zijn woning zien komen. Toen de veld
wachter op den weg was gekomen, was hij
met G. en K. „de Zuid" ingeloopen. K.
was „de Noord" ingegaan. De veld
wachter was achter hen aangeloopen, hen
sommeerende naar huis te gaan.
Pres.: „En ben je toen ook naar huis
gegaan?"
Verd.: „Neen, edelachtbare, Kool was
nog niet bij ons en daarom wachtten we."
Verd. had later ook hooren schieten, en
was toen niet naar huis gegaan, omdat hij
te nieuwsgierig was geworden.
Pres.: „Dus terwijl je wist dat je ge
sommeerd was de Zuid in te loopen, ben
je toch terug gekomen, omdat je nieuws
gierig was waar Kool was! Niettegen
staande je schieten hoorde, ben je terug
gekomen!"
Verdachte had Kool en v. d. Bosch voor
de woning gezien, en had ook het slacht
offer zien vallen.
De officier wees verdachte er op dat hij
voor den rechter-commissaris had ver
klaard tijdens het aanbellen van K. op
50 M. afstand te hebben gestaan. Thans
verklaart S. op 25 M. afstand te hebben
gestaan.
Op een vraag van den verdediger, mr.
Langeveld, verklaarde S. dat hij gezien
had, dat K. op het moment van het nood
lottige schot, met de handen in de hoogte
tegenover den veldwachter stond.
Vervolgens werd de schippersknecht G.
verhoord. Ook aan dezen verdachte werd
door den president gevraagd waarom hij
naar het huis van v. d. Bosch was gegaan.
G. verklaarde ook niet te weten waar
om K. bij v. d. Bosch had aangebeld.
Pres.: „Wat had je gedronken?"
Verd.: „Twee glaasjes bier."
Verdachte zei dat hij ook by S. heeft
gestaan om op K. te wachten, aanvanke
lijk waren zij de Zuid in geloopen doch
later waren zij weer teruggekeerd.
Pres.: „Waarom heb je aan de sommatie
niet voldaan?
Verd.: „Omdat ik wilde weten wat er
met Kool was."
Verd. had wel gemerkt dat v. d. Bosch
de klewang gebruikte.
Pres.: „Heb je gehoord dat Kool uit
dagend voor het huis van v. d. Bosch ge
roepen heeft?"
Verd.: „Ja dat heb ik wel gehoord."
Pres.: „Heb jij of K een dreigende hou
ding aangenomen tegenover v. d. Bosch'"
Verd.: „Nee edelachtbare."
Verd. had wel gezien dat K. met de
handen omhoog op v. d. Bosch was toe-
geloopen. Verdachte gaf toe een boksspij-
ker aan een touw in den zak te hebben
gehad. Hij had hiermede evenwel geen
enkele kwade bedoelirg.
Verd. D. K. verklaarde dat hy de her
rie in het café van B. Kramer gehoord
had. Hij had in totaal in de verschillende
café's 3 glazen bier gedronken. Verd. wist
niets van een wrok van K. tegenover
v. d. Bosch.
Volgens verdachte was er niet van te
voren afgesproken naar de woning van
v. d. Bosch te gaan. Verdachte had het erg
gewaagd gevonden toen K. aangebeld had
aan diens woning. Hy was toen met S. en
G. by de woning van Balder, een 25 Meter
verder, blijven wachten. Behalve van het
trekken aan de bel had verd. K. niet ge
hoord dat K. gescholden en uitgedaagd
zou hebben, v. d. Bosch had met de kle
wang naar hem geslagen, doch doordat
verd. bukte waren de klappen op zijn fiets
neergekomen.
Tydens de sommatie om door te loopen
zou v. d. Bosch geroepen hebben: „Ik hier
de baas en jullie niet."
Verd. had gezien dat K. met de handen
omhoog liep en op de sommatie van den
brigadier zei: „Mijnheer ik loop toch."
K. had, volgens verd. Kr., recht op
geloopen met de handen in de hoogte
Hij had toen er geschoten werd tegen K
geroepen: „Kom terug jó", doch deze had
hieraan geen gevolg gegeven.
Pres.: „Was je toen M. K. viel niet vlak
by de woning van v. d. Bosch?"
Verd. Kr.: „Nee, we waren bij een brug
getje op eenigen afstand."
Alle drie verdachten ontkennen grijp
bewegingen gemaakt te hebben.
Toen Krol den brigadier na het schieten
in de lucht te spreken had gevraagd, had
deze geantwoord: „Zie dat je weg komt,
anders schiet ik je dood."
De rijksveldwachter als getuige
Hierna werd de brigadier der ryks-
veldwacht A. C. v. d. Bosch als getuige
gehoord. Door den griffier werd 't proces
verbaal voorgelezen.
Getuige verklaarde in het café van
Kramer te zijn geweest. Toen K. dit café
op het sluitingsuur niet wilde verlaten
was hy er met behulp van den caféhouder
en getuige uitgebracht. Getuige had den
verdachten evenwel ruimschoots gelegen
heid gegeven, door hen nog een laatsten
dans toe te staan en hen de glazen te laten
leeg drinken. Juist dit laatste was door
Kool geweigerd.
Toen K. de sommatie niet onmiddellijk
had opgevolgd, was hy er uitgezet en hier
na was de situatie weer betrekkelijk rustig
geworden. Hierna was getuige met twee
van zijn collega's in de richting van zyn
huis gegaan en had zich naar bed begeven.
Eenigen tijd later was hy wakker gewor
den door een luid misbaar voor zijn wo
ning. Hij hoorde schreeuwen, schelden en
heftig met een fietsbel bellen.
Hierop had v. d. B. zich gekleed en was
naar buiten gegaan om de rust te herstel
len. Buiten gekomen zag getuige voor het
hek van zijn buurman Balder drie der ver
dachten in gebukte houding staan.
Toen getuige met de klewang naar Krab
sloeg, had deze geroepen: „Lekker mis,
lekker mis."
Toen Kool met de handen omhoog op
getuige was komen aanloopen, waren ook
de andere drie verdachten van achteren
op hem komen aanstormen. Volgens ge
tuige is het trouwens totaal onmogelijk,
dat iemand in een donkeren nacht als op
den 21 September het geval was, in staat
is op ca. 50 M. afstand te zien dat iemand
met de handen omhoog loopt.
Nadat Kool gevallen was, had getuige
om medische hulp alsmede assistentie van
politie getelefoneerd.
Pres.: „Heeft u een dergelijk optreden
ttjdens kermis wel eens meer meege
maakt?"
Officier: „Wanneer bent U in Broek
op Langendijk gekomen?"
Getuige: „Op 1 Juni, maar ik heb, door
allerlei omstandigheden, als kermissen en
dergelijke, heel weinig dienst gedaan in
de plaats zelf."
Pres.„Dus U kende de bevolking feite
lyk niet?"
Getuige: „Neen, ik kende hen hoege
naamd niet".
De verdediger vroeg waarom de getuige
zoo direct met klewang en revolver naar
buiten kwam, en den toestand zoo ernstig
inzag.
Getuige verklaarde dat er geen sprake
was van langs loopen, doch dat de aantij
gingen direct tegen hem waren gericht,
terwijl er bovendien aangebeld was ook.
Onder die omstandigheden kon getuige
niet te bed blijven.
Getuige S. P. Rood, rijksveldwachter te
Oudkarspel, was tesamen met brigadier
v. d. Bosch op surveillance in Zuidschar-
woude. Getuige bevestigt de verklaringen
van getuige van den Bosch ten aanzien
van de gebeurtenissen in het café de Roo-
de Leeuw, van Kramer. Het had volgens
getuige Rood wel tot half drie geduurd
voor het café geheel ontruimd was, ter
wijl toch het vastgestelde sluitingsuur
2 uur was.
De drie verdachten hadden de sommatie
aanvankelijk eenvoudig genegeerd.
De president laakte de houding van het
slechtwillende publiek nadrukkelijk ten
aanzien van hun houding tegenover de
politieagenten. Alleen voor een handvol
recalcitrante jongelui moet de politie tot
diep in den nacht in het touw zijn.
Getuige was met den brigadier meege
reden naar diens woning, omdat hy
vreesde dat de vier verdachten hem zou
den pogen aan te vallen. Getuige was op
dca terugweg de vier verdachten weer
tegengekomen. Hierbij had getuige tydens
het passeeren een trap tegen het been
gekregen. Volgens getuige zou dit waar
schijnlijk Kr. geweest zijn, die den ge
heelen avond het hoogste woord had ge
had. Hij was de belhamel geweest en ge
tuige had den indruk dat wanneer Kr. er
niet bij was geweest, van de geheele
noodlottige gebeurtenis niets gekomen zou
zyn. Ook in de Roode Leeuw was Kr. de
wanordestichter. Bovendien had tevoren
een inwoner van Zuidscharwoude zich
reeds uitgelaten dat Kr. erg ruziezoekerig
was.
De verdediger vroeg aan den getuige
waarom hij het noodig achtte den briga
dier een eindweegs te begeleiden.
Getuige verklaarde hierop dat er nog
wel geen openlijke veete bestond, doch de
toestand was zoodanig dat getuige meen
de dat er voor de verdachten niet zoo
gauw aanleiding zou zyn tot agressief
optreden van de verdachten.
Dr. W. Verdonk, arts te Broek op Lan
gendyk, als getuige a décharge gehoord,
was kort na het ongeval ter plaatse ver
schenen. Getuige verklaarde dat brigadier
van den Bosch zich niet met het slachtof
fer bemoeide. Getuige had gehoord dat
een der verdachten zei tegen den briga
dier: „Nou steek je pooten maar uit, je
hebt hem nu neergeschoten."
Op getuige maakten de verdachten op
dat moment niet den indruk van oproer
kraaiers.
De getuige a décharge, schipper C. van
Schoorl, verklaarde dat hij verdachte S.
sinds 1930 in dienst had gehad. Getuige
had nooit klachten over zijn knecht ge
had en van oproerigheid had hij niets
gemerkt.
Hierna werd gepauzeerd.
Na de heropening te 1 uur 15 werd de
getuige S. P. Rood nogmaals door den
president gehoord. Volgens getuige had
den de verdachten n.1. opzettelijk getreu
zeld met het naar huis gaan, ook op straat
zouden zy lang gewacht hebben, en uit
alles bleek dat zij herrie wilden veroor
zaken.
De getuige majoor der rijksveldwacht,
E. G. Fluyter, had ter plaatse na het ge
beuren de verschillende situaties opgeno
men. Getuige had de verlichting ter plaat
se onderzocht en was tot de conclusie ge
komen dat het op bepaalde plaatsen, en
in casu voor het huis van v. d. Bosch, zeer
donker was.
Dit laatste in verband met de verkla
ring van getuige brigadier v. d. Bosch, dat
de drie verdachten niet de bewegingen
van het slachtoffer M. K. hebben kunnen
waarnemen.
De getuige A. ten Bruggencate, koopman
te Broek op Langendyk, had gehoord, dat
de caféhouder de Boer den verdachte op
den bewusten avond nog had gewaarschuwd
wat kalmer te zyn.
De caféhouder J. de Boer te Broek op
Langendyk verl -.arde, dat hy de drie ver
dachten op den noodlottigen avond in zyn
café had gezien. Getuige was later met zyn
auto naar St. Pancras gegaan en had op den
terugweg de vier oproermakers ingehaald.
Getuige had hen mee willen nemen, doch
hiervoor hadden de jongens niets gevoeld.
Kr. zou hierbij hebben geroepen: „Auto's
doorrijden".
De vrouw van den brigadier v. d. Bosch,
G. v. d. Boschde Gooyer, was evenals haar
man 's nachts wakker geworden door het
lawaai op straat Het was, zooals getuige dat
uitdrukte, een helsch kabaal. Wat er geroe
pen is had getuige niet kunnen verstaan.
Wel had zy gehoord, dat het verschillen
de stemmen waren.
Zy was uit het raam gaan kijken en zag
hoe haar man achterwaarts terug keerde
naar zyn woning, terwijl M. K. met de
handen eenigszins omhoog op haar man
afkwam. Zy had ook gezien, dat de briga
dier met de klewang had geslagen. De aan
vallers waren steeds dichterbij gekomen,
steeds den veldwachter achteruit dringend.
V. d. Bosch had met klem gewaarschuwd,
dat hy zou schieten. Zij had haar man nog
gewaarschuwd, dat er ook vanaf den water
kant nog gevaar dreigde. Toen getuige
naar binnen was gegaan om assistentie voor
haar man op te bellen, was het laatste
schot gevallen.
Tydens het opdringen van M. K. zou
deze, naar getuige verklaarde, gezegd
hebben: „k doe toch niks, ik doe toch
niks, ik heb mijn handjes in de hoogte!"
De tuinbouwer G. Balder, die vervol
gens als getuige werd gehoord, had ook
het lawaai op straat gehoord en was er
wakker van geworden. Getuige had nog
uit het raam gekeken, doch had buiten
niets kunnen zien.
(De zitting duurt voort.)
(Zitting meerv. strafk. van 24 November.)
Uitspraken.
A. S., zonder beroep, wonende te Bever-
wyk; toebrengen van zwaar lichamelijk
letsel. Eisch 3 jaar gevangenisstraf.
Uitspraak 1 jaar gevangenisstraf.
J. D. v. K., schilderknecht, wonende te
Hoorn; zedendelict.
Uitspraak vrijgesproken.
H. C. R., tuinder, wonende te Wognum;
overtreding sierteeltbepalingen: hooger be
roep vonnis kantonrechter te Hoorn luiden
de 10 of 8 dagen. Eisch bevestiging vonnis
kantonrechter.
Uitspraak 6 of 3 dagen.
G. V., loopjongen, te Den Helder; ver
keersovertreding; hooger beroep vonnis
kantonrechter te Den Helder luidende f 10
of 5 dagen. Eisch bevestiging vonnis kan
tonrechter.
Uitspraak conform.
P. J. K„ melkslyter te Enkhuizen; over
treding warenwet; hooger beroep vonnis
kantonrechter luidende 1 15 of 10 dagen.
Eisch bevestiging vonnis kantonrechter.
Uitspraak conform.
S. P. M., metselaar, wonende te Utrecht;
rywieldiefstal. Eisch 1 jaar gevangenisstraf.
Uitspraak 8 maanden.
A. P., chauffeur, wonende te Leeuwarden;
toebrengen zwaar lichamelijk letsel Eisch
3 maanden hechtenisstraf en 1 jaar ontzeg
ging van de rijbevoegdheid.
Uitspraak 1 maand hechtenis en 1 jaar
ontzegging van rijbewijs.
JUaoinciaal Tlieums
DRINKWATERVOORZIENING IN
NOORDHOLLAND.
De wateronttrekking aan de duinen.
Vooral in de streek van het Noordzee
kanaal tot by Alkmaar wordt geklaagd over
de wateronttrekking uit de duinen door het
Provinciale Waterleidingbedrijf van Noord
holland. Deze onttrekking zou nadeelig zyn
voor de belendende tuinbouwgronden. Ged,
Staten van Noordholland deelden thans me
de, dat de meer neerslagryke periode, die,
na een zeer langdurige abnormale droogte-
periode sedert Augustus 1935 is opgetreden
aanleiding heeft gegeven tot aanmerkelijke
grondwaterstandsverhooging in de terrei
nen, die voordien van de droogte te ljjden
hadden. Hier en daar is dientengevolge zelfs
overlast van water veroorzaakt. Dit feit
duidt er op, dat by de constateering en de
interpellatie van de optredende grondwater
standsfluctuaties in die gebieden de zeer
sterk overheerschende rol, die de jaarlyk-
sche neerslag daarbij speelt, onderschat
wordt.
Zooals reeds eerder is gemeld hebben
Ged. Staten van Noordholland een crediet
aangevraagd om te doen onderzoeken in
hoeverre het water van het IJsselmeer
dienstbaar is te maken aan de drinkwater
voorziening van Noordholland. Eenige Sta
tenleden hadden daaromtrent nadere inlich
tingen gevraagd. Ged. Staten deelen nu
mede:
Dat naast de bestaande waterwinning uit
de duinen eene eventuëele wateronttrekking
aan het IJsselmeer ernstig wordt overwo
gen, vloeit in de eerste plaats voort uit de
overweging, dat de bedrijfsveiligheid door
het inschakelen van de IJsselmeerwater-
voorziening ten zeerste gebaat zal zijn
De bevloeiïng van de duinen met IJssel
meerwater ligt niet in de bedoeling.
De invloed, welke een winning van IJssel
meerwater op den kostprijs van het water
zal uitoefenen, hangt samen met de resul
taten van het in te stellen onderzoek. De
daarover gestelde vraag kan dus nog niet
worden beantwoord. Wel kan thans reeds
worden gezegd, dat tot inschakeling van het
IJsselmeer niet zal worden overgegaan, in
dien de financiëele consequenties daarvan
ongunstiger zouden blijken dan die van an
dere mogelijke oplossingen.
Nutsavond
Zondagavond had in de zaal van den
heer Slikker de eerste Nutsavond plaats,
uitgaande van de Mij. tot Nut van Algemeen
Dep. Warmenhuizen en verzorgd door de
tooneelvereeniging V. O. P.
De voorzitter, den heer Swan, opende
deze bijeenkomst met de aanwezigen wel
kom te heeten en in het bijzonder de leden
van V. O. P. Spr. zette uiteen hoe en
waarom op de jongste algemeene vergade
ring was besloten om van de leden behalve
de contributie nog een kleine entree te hef
fen. Hy hoopte dat de leden dit genomen
besluit kunnen billijken. Wij zitten met onze
vereeniging zonder geld en zijn toch ver
plicht dit seizoen iets te geven. Daarom
was V. O. P. bereid in samenwerking met de
Schagerbrugger vereeniging een paar too-
neelavonden te geven tegen een vaste ver
goeding.
Zeker zyn we van de zaak iets goeds te
krijgen. Hierna verklaarde de voorzitter de
bijeenkomst voor geopend.
Door de tooneelvereeniging werd opge
voerd „Onder één Dak", tooneelspel in drie
bedrijven van J. Fabricius. Regie van den
heer H. Hartland uit Koedijk.
Van het stuk kunnen we zeggen „een stuk
waar pit in zit Oud en arm wordt hierin
schril belicht.
Den regisseur, den heer Hartland, komt
een byzonder woord van lof toe.
De voorzitter sloot hiermede het officieele
gedeelte van deze bijeenkomst en dankte
in hartelijke bewoordingen voor hetgeen
V. O. P. heeft gepresteerd
De dertig gemeenschappelijke
polders.
Maandag is te Den Burg een stemming
gehouden ter verkiezing van een hoofd
ingeland voor het waterschap „De dertig
gemeenschappelijke polders op Texel" ter
voorziening in de vacature, ontstaan door
het overlijden van den heer Joh. Dirk Roe
per Jacz. Uitgebracht werden 261 stemmen,
waarvan 4 van onwaarde.
De heer C. H. Roeper Lz. verkreeg 132
stemmen, de heer J. Augz. Keyser 87 en de
heer Joh. Roeper Johz. 37, zoodat gekozen
werd de heer C. H. Roeper Lz.
Openstelling brug.
Maandag is de nieuwe brug over het
Noordhollandsch kanaal alhier opengesteld
voor het verkeer. Met de ingebruikneming
van deze brug is tegelijk een belangrijke
verkeersverbetering tot stand gekomen.
Het lange wachten voor de oude vlot
brug welke naar wij vernamen, zal
worden overgi racht naar Burgervlot
brug ter vervanging van het aldaar dienst
doende oude pontje zal nu niet meer
noodig zijn. De ingebruikneming van de
nieuwe brug had plaats zonder eenig
ceremonieel.
Bestaat een bewust voortleven
den dood?
na
Uitgaande van de afdeeling Alkmaar
„Harmonie" van de Ned. Ver. van Spiritis
ten werd Maandagavond in „Concordia" een
openbare psychometrische séance gegeven
door Chifferli uit Apeldoorn. De belangstel
ling voor dezen avond was zeer groot. De
bijeenkomst werd geopend door den voor
zitter van de afdeeling Alkmaar, den heer
Rus, die verheugd was over de groote op
komst. Spr. constateerde hieruit een inte
resse voor de spiritische beginselen. Door
de spreekster werd hierna een inleiding ge
geven over wat psychometrie eigenlijk is,
n.1. het beginsel „Er is geen dood".
Aan de hand van diverse afgegeven voor
werpen van personen in de zaal aanwezig
werd door mevr. Chifferli contact verkre
gen met in de zaal aanwezige intelligenties
(overgeganen).
Een en ander werd onder alle stilte aan
gehoord.
Met een opwekking om meerdere belang
stelling voor het spiritisme werd de bijeen-
komst gesloten.
Al» uw tnulhuid verdubbuit, wordt do
v*eT^l<0ht0nd■ waarbin"«'» »topt)
ij méér 1°°J,r00t; w*t»n«chap
40 «OO |T- «lot
uur rijdt! Dunkt daur
to hoog loot oploopun!
Waterafvoer
Door de aanhoudende regens der laatst'
weken wordt menige tuin op 1
grond onbegaanbaar. Dit is onprettig v
de tuinbezitter maar nog veel onpretti
voor de bewoonsters van den tuin, de ni
ten. Al zyn er dan ook enkele die gaarne eT*
vochtige standplaats wenschen, in (jez«!
tijd van 't jaar is voor vrijwel alle plant^
overmatig vocht zeer schadelijk. We
zuil»,
dan ook al het mogelijke moeten doen
onzen tuin een droge ligging te geven. Daa?!
voor moeten we allereerst zorgen voor ee*
goede afvoer van het water dat wij
willen. Soms is het mogelijk, dat we afvoe
ren naar een vijver of sloot die in open ver!
binding staat met water, dat door bemaling
op peil wordt gehouden. Soms ook zal het
noodig zijn, in een laag gedeelte van den
tuin een afvoerput aan te brengen, vanwaar
het water door rioleering wordt afgevoerd
Om de paden in den tuin goed begaanbaar
te houden, zorgen we, dat de padkanten
vooral goed schoon zyn, opdat het water
spoedig kan afvloeien. Daarvoor moet het
pad eenige tonrondte bezitten, ongeveer
2xfi c.M. per meter. Bij lage gedeelten van
een pad, waar altijd water blijft staan, kun-
nen we tijdelijke zy greppeltjes graven, op!
dat het water in den ondergrond van
gazon of tusschen de beplanting kan weg.
zakken. In lage gedeelten van den tuin kun.
nen we ook draineering aanbrengen.
graven dan smalle greppels ter breedte van
20 c.M. en ter diepte van ongeveer 60 c.M.
die we half vullen met puin of grove kool.'
asch en vervolgens weer afdekken met
aarde. Waar dit noodig is, brengen we meer
dere draineeringsleuven aan op een onder-
lingen afstand van 10 tot 15 M. Inplaats
van puin of koolasch kunnen we ook drai-
neerbuisjes gebruiken die we dan op dezelf.
de diepte, liefst omgeven met koolasch, in
den grond leggen. Een dergelijke drainee
ring moet echter ook uitmonden op een
goede waterafvoer. Waar geen behoorlijke
afvoer te maken is, trachten we het water
zoo spoedig mogelijk in den ondergrond
kwijt te raken. We graven dan in de laag-
ste gedeelten tijdelijke greppels, waarin het
water dan moet wegzakken. Waar greppel?
zijn, zullen we deze natuurlijk allereerst
goed schoonmaken en zoonoodig uitdiepen.
Ook moeten slooten en vijvers zoonoodig
worden schoongemaakt en uitgebaggerd op
dat niets een snellen afvoer van het water
in den weg kan staan. A. G.
CORRESPONDENTIE.
J. B. te Stom petoren. Of men een stuk
al dan niet mooi vindt is een kwestie van
persoonlijke appreciatie. Wy geven nooit
critiek op critiek. Ieder kan een eigen
opvatting hebben en het einde van een
debat of het al dan niet mooi geweest is,
zou bij geen benadering te voorspellen
zijn. Red. Alkm. Crt.
JüuvU en Wetenschap
HET NEDERL.-INDISCH TOONEEL
SPEELT „KILIAN EN ZOON" TE BERGEN.
Voor de abonné's van den kunstkring
„Het Schouwspel" speelde gisteravond „Het
Nederlandsch-Indisch Tooneel" het Weensche
familieblijspel van H. Bratt in een vertaling
van Cor. Ruys.
In dit stuk maken wij kennis met een
nog gaven klein-steedschen middenstanden
die trotsch is op zyn bescheiden katoen-
wmkel, reeds door zijn vader en grootvader
gedreven en die het maar alles behalve
prettig vindt, dat zijn zoons naar Amerika
zijn getrokken, hoewel de een daar multi
millionnair ia geworden.
Na een afwezigheid van 30 jaar zullen de
zoons en de dochter uit Amerika vader op
zijn 70sten verjaardag bezoeken. Een klein
dochtertje reist vooruit en hoewel vol van
zakelijke gedachten over huwelijk, wordt zij
toch verliefd op een geleerde, zoon van een
overleden vriend van den grootvader, die
den ouden heer in zyn vacanties steeds komt
bezoeken.
Op het verjaarfeest ontstaat over de ver
loving van het paar een botsing, waarbij de
ryk geworden zoon, die denkt alles met geld
te kunnen bereiken, moet ervaren, dat
ideëele dingen van hooger waarde zijn. De
zoon begrijpt ten slotte, dat hij zich niet
tusschen het geluk van zijn kind mag plaat
sen. dat hy verstandig doet om zijn vader
in zyn winkeltje te laten, omdat hij dan
tenminste iemand is en aan het slot wordt
dan ook alles O. Ke.
Tengevolge van den mist arriveerde 't ge*
zeischap iets later, zoodat over half negen,
inplaats van om 8.15 uur begonnen werd.
Aangezien het blijspel uit 5 tafreelen be
staat en de pauzes, waarin ieder een heer
lijk kop koffie wil gebruiken de pauzes
in Bergen hebben een eigen sfeer ook een
poos duren, was het precies 12 uur voor de
voorstelling was beëindigd.
Het talryke publiek heeft zich echter geen
oogenblik verveeld, zich in tegendeel kos
telijk geamuseerd.
Joh. Elsensohn typeerde buitengewoon
goed den ouden eerlijken middenstander,
zooals wy die gelukkig ook nog in ons lano
bezitten, terwijl Jan C. de Vos het bewys
leverde, dat hy zich volkanen den door h®
harde leven ge vormden succes-Amerika*®
had ingeleefd, doch die als het er °P
kwam, wat hy onjuist oordeelde, wist
aanvaarden en weer vooruit ging.
Marie v. Westerhoven was als degen®.
37 jaar lang de huishouding van den
Kilian heeft gedaan, niet te overtren
Wat kan een oud vrouwtje met zoon
rakter mooi zijn, vooral toen zij het com
pagnonschap met de kleindochter (Franc
May) en den geleerde (Cor Ruys) jj
vaardde, en haar spaarduiten beschik
stelde om het geluk van twee jonge m
schen te bevorderen.
Wij kregen gisteravond een verto.IK
waarvan kan worden getuigd, dut
alleen de hoofdrolspelers het bewys
den, dat zy inderdaad tooneel kunnen s
len, maar waarvan dit van alle spelers
worden getuigd. hilde-
De wanden waren versierd met sct*
ryen van mevrouw MolenaarVer
wat het aanzien van de zaal zeer verhoogt»"