WARM EN HUIZEN TEXEL STOLPERVLOTBRUG NOORDSCHARWOUDE Wat Uw snelheidsmeter f "let vertelt* Voor kleine tuinen. misbaar dat van den Bosch, die reeds te bed lag, opstond en zich, na zich gekleed te hebben, naar buiten begaf. Het groepje jongelui tartte hem en begon toen te dreigen. Uit alles bleek dat zy de bedoe ling hadden nu eens goed met den briga dier af te rekenen. Toen dreigementen en een paar uitvallen met den klewang geen resultaat opgeleverd hadden, had v. d Bosch zijn revolver getrokken en een paar waarschuwingsschoten in de lucht gelost Waar ook dit het gewenschte resultaat bleek te missen en het optreden van het viertal steeds dreigender en agressiever bleek te worden, had de rijksveldwachter tenslotte een laaggericht schot gelost met de bedoeling een van zijn aanvallers in de beenen te treffen. Dit laatste schot had evenwel M. K. zoodanig getroffen, dat deze eenige oogenblikken later aan de ge volgen hiervan was overleden. De schrik die dit gebeurde verspreid had, had ver oorzaakt dat de aanvallrs hun molestatie pogingen hadden opgegeven. In den loop van den nacht waren de 3 verzetplegers n.1. D. S., S. G. en D. K. gearresteerd en later naar het Huis van bewaring te Alk maar overgebracht. Als verdacht van openlijke geweldple ging tegen een ambtenaar in functie, ston den, in verband met deze gebeurtenis, heden de drie gearresteerden voor de Alk- maarsche rechtbank terecht. Door den officier van justitie waren 11 getuigen charge gedagvaard. Reeds bij de opening van de deuren om 10 uur bleek wel dat er iets bijzonders aan de hand was. Behalve dat dit bleek uit een groote belangstelling van de zijde van de pers, was de publieke tribune overvol met belangstellenden, iets, wat in Alk maar maar weinig voorkomt. Om circa 11 uur werden de drie ver dachten binnengeleid. Na voorlezing van de dagvaarding door den officier van justitie, mr. van der Feen de Lille, richtte de president zich tot verdachte D. S. en vroeg hem wat hij op den bewusten avond met zijn drie vrien den had uitgevoerd. Pres.: „U was in verschillende café's geweest." Verd.: „Ja". Pres.: „U had ongeveer 20 glazen bier gedronken?" Verd.: „Ja, zoo ongeveer". Verd. S. verklaarde nog dat zij vrijwel den geheelen avond bij elkaar waren ge bleven, ook in de verschillende café's. Verdachte gaf toe bij de woning van v. d. Bosch te zijn geweest. Pres.: „Had Kool zich niet uitgelaten v. d. Bosch te willen spreken?" Verd. S.: „Niets van gehoord". Verd. gaf toe, tezamen met zijn vrien den lawaai gemaakt te hebben. Toen door een van hen was aangebeld, stond hij op ongeveer 25 meter voorbij de woning van v. d. Bosch. De president vroeg S. hierop hoe hij erover dacht dat Kool bij v. d. Bosch had aangebeld. Verd. heeft v. d. Bosch uit de steeg van zijn woning zien komen. Toen de veld wachter op den weg was gekomen, was hij met G. en K. „de Zuid" ingeloopen. K. was „de Noord" ingegaan. De veld wachter was achter hen aangeloopen, hen sommeerende naar huis te gaan. Pres.: „En ben je toen ook naar huis gegaan?" Verd.: „Neen, edelachtbare, Kool was nog niet bij ons en daarom wachtten we." Verd. had later ook hooren schieten, en was toen niet naar huis gegaan, omdat hij te nieuwsgierig was geworden. Pres.: „Dus terwijl je wist dat je ge sommeerd was de Zuid in te loopen, ben je toch terug gekomen, omdat je nieuws gierig was waar Kool was! Niettegen staande je schieten hoorde, ben je terug gekomen!" Verdachte had Kool en v. d. Bosch voor de woning gezien, en had ook het slacht offer zien vallen. De officier wees verdachte er op dat hij voor den rechter-commissaris had ver klaard tijdens het aanbellen van K. op 50 M. afstand te hebben gestaan. Thans verklaart S. op 25 M. afstand te hebben gestaan. Op een vraag van den verdediger, mr. Langeveld, verklaarde S. dat hij gezien had, dat K. op het moment van het nood lottige schot, met de handen in de hoogte tegenover den veldwachter stond. Vervolgens werd de schippersknecht G. verhoord. Ook aan dezen verdachte werd door den president gevraagd waarom hij naar het huis van v. d. Bosch was gegaan. G. verklaarde ook niet te weten waar om K. bij v. d. Bosch had aangebeld. Pres.: „Wat had je gedronken?" Verd.: „Twee glaasjes bier." Verdachte zei dat hij ook by S. heeft gestaan om op K. te wachten, aanvanke lijk waren zij de Zuid in geloopen doch later waren zij weer teruggekeerd. Pres.: „Waarom heb je aan de sommatie niet voldaan? Verd.: „Omdat ik wilde weten wat er met Kool was." Verd. had wel gemerkt dat v. d. Bosch de klewang gebruikte. Pres.: „Heb je gehoord dat Kool uit dagend voor het huis van v. d. Bosch ge roepen heeft?" Verd.: „Ja dat heb ik wel gehoord." Pres.: „Heb jij of K een dreigende hou ding aangenomen tegenover v. d. Bosch'" Verd.: „Nee edelachtbare." Verd. had wel gezien dat K. met de handen omhoog op v. d. Bosch was toe- geloopen. Verdachte gaf toe een boksspij- ker aan een touw in den zak te hebben gehad. Hij had hiermede evenwel geen enkele kwade bedoelirg. Verd. D. K. verklaarde dat hy de her rie in het café van B. Kramer gehoord had. Hij had in totaal in de verschillende café's 3 glazen bier gedronken. Verd. wist niets van een wrok van K. tegenover v. d. Bosch. Volgens verdachte was er niet van te voren afgesproken naar de woning van v. d. Bosch te gaan. Verdachte had het erg gewaagd gevonden toen K. aangebeld had aan diens woning. Hy was toen met S. en G. by de woning van Balder, een 25 Meter verder, blijven wachten. Behalve van het trekken aan de bel had verd. K. niet ge hoord dat K. gescholden en uitgedaagd zou hebben, v. d. Bosch had met de kle wang naar hem geslagen, doch doordat verd. bukte waren de klappen op zijn fiets neergekomen. Tydens de sommatie om door te loopen zou v. d. Bosch geroepen hebben: „Ik hier de baas en jullie niet." Verd. had gezien dat K. met de handen omhoog liep en op de sommatie van den brigadier zei: „Mijnheer ik loop toch." K. had, volgens verd. Kr., recht op geloopen met de handen in de hoogte Hij had toen er geschoten werd tegen K geroepen: „Kom terug jó", doch deze had hieraan geen gevolg gegeven. Pres.: „Was je toen M. K. viel niet vlak by de woning van v. d. Bosch?" Verd. Kr.: „Nee, we waren bij een brug getje op eenigen afstand." Alle drie verdachten ontkennen grijp bewegingen gemaakt te hebben. Toen Krol den brigadier na het schieten in de lucht te spreken had gevraagd, had deze geantwoord: „Zie dat je weg komt, anders schiet ik je dood." De rijksveldwachter als getuige Hierna werd de brigadier der ryks- veldwacht A. C. v. d. Bosch als getuige gehoord. Door den griffier werd 't proces verbaal voorgelezen. Getuige verklaarde in het café van Kramer te zijn geweest. Toen K. dit café op het sluitingsuur niet wilde verlaten was hy er met behulp van den caféhouder en getuige uitgebracht. Getuige had den verdachten evenwel ruimschoots gelegen heid gegeven, door hen nog een laatsten dans toe te staan en hen de glazen te laten leeg drinken. Juist dit laatste was door Kool geweigerd. Toen K. de sommatie niet onmiddellijk had opgevolgd, was hy er uitgezet en hier na was de situatie weer betrekkelijk rustig geworden. Hierna was getuige met twee van zijn collega's in de richting van zyn huis gegaan en had zich naar bed begeven. Eenigen tijd later was hy wakker gewor den door een luid misbaar voor zijn wo ning. Hij hoorde schreeuwen, schelden en heftig met een fietsbel bellen. Hierop had v. d. B. zich gekleed en was naar buiten gegaan om de rust te herstel len. Buiten gekomen zag getuige voor het hek van zijn buurman Balder drie der ver dachten in gebukte houding staan. Toen getuige met de klewang naar Krab sloeg, had deze geroepen: „Lekker mis, lekker mis." Toen Kool met de handen omhoog op getuige was komen aanloopen, waren ook de andere drie verdachten van achteren op hem komen aanstormen. Volgens ge tuige is het trouwens totaal onmogelijk, dat iemand in een donkeren nacht als op den 21 September het geval was, in staat is op ca. 50 M. afstand te zien dat iemand met de handen omhoog loopt. Nadat Kool gevallen was, had getuige om medische hulp alsmede assistentie van politie getelefoneerd. Pres.: „Heeft u een dergelijk optreden ttjdens kermis wel eens meer meege maakt?" Officier: „Wanneer bent U in Broek op Langendijk gekomen?" Getuige: „Op 1 Juni, maar ik heb, door allerlei omstandigheden, als kermissen en dergelijke, heel weinig dienst gedaan in de plaats zelf." Pres.„Dus U kende de bevolking feite lyk niet?" Getuige: „Neen, ik kende hen hoege naamd niet". De verdediger vroeg waarom de getuige zoo direct met klewang en revolver naar buiten kwam, en den toestand zoo ernstig inzag. Getuige verklaarde dat er geen sprake was van langs loopen, doch dat de aantij gingen direct tegen hem waren gericht, terwijl er bovendien aangebeld was ook. Onder die omstandigheden kon getuige niet te bed blijven. Getuige S. P. Rood, rijksveldwachter te Oudkarspel, was tesamen met brigadier v. d. Bosch op surveillance in Zuidschar- woude. Getuige bevestigt de verklaringen van getuige van den Bosch ten aanzien van de gebeurtenissen in het café de Roo- de Leeuw, van Kramer. Het had volgens getuige Rood wel tot half drie geduurd voor het café geheel ontruimd was, ter wijl toch het vastgestelde sluitingsuur 2 uur was. De drie verdachten hadden de sommatie aanvankelijk eenvoudig genegeerd. De president laakte de houding van het slechtwillende publiek nadrukkelijk ten aanzien van hun houding tegenover de politieagenten. Alleen voor een handvol recalcitrante jongelui moet de politie tot diep in den nacht in het touw zijn. Getuige was met den brigadier meege reden naar diens woning, omdat hy vreesde dat de vier verdachten hem zou den pogen aan te vallen. Getuige was op dca terugweg de vier verdachten weer tegengekomen. Hierbij had getuige tydens het passeeren een trap tegen het been gekregen. Volgens getuige zou dit waar schijnlijk Kr. geweest zijn, die den ge heelen avond het hoogste woord had ge had. Hij was de belhamel geweest en ge tuige had den indruk dat wanneer Kr. er niet bij was geweest, van de geheele noodlottige gebeurtenis niets gekomen zou zyn. Ook in de Roode Leeuw was Kr. de wanordestichter. Bovendien had tevoren een inwoner van Zuidscharwoude zich reeds uitgelaten dat Kr. erg ruziezoekerig was. De verdediger vroeg aan den getuige waarom hij het noodig achtte den briga dier een eindweegs te begeleiden. Getuige verklaarde hierop dat er nog wel geen openlijke veete bestond, doch de toestand was zoodanig dat getuige meen de dat er voor de verdachten niet zoo gauw aanleiding zou zyn tot agressief optreden van de verdachten. Dr. W. Verdonk, arts te Broek op Lan gendyk, als getuige a décharge gehoord, was kort na het ongeval ter plaatse ver schenen. Getuige verklaarde dat brigadier van den Bosch zich niet met het slachtof fer bemoeide. Getuige had gehoord dat een der verdachten zei tegen den briga dier: „Nou steek je pooten maar uit, je hebt hem nu neergeschoten." Op getuige maakten de verdachten op dat moment niet den indruk van oproer kraaiers. De getuige a décharge, schipper C. van Schoorl, verklaarde dat hij verdachte S. sinds 1930 in dienst had gehad. Getuige had nooit klachten over zijn knecht ge had en van oproerigheid had hij niets gemerkt. Hierna werd gepauzeerd. Na de heropening te 1 uur 15 werd de getuige S. P. Rood nogmaals door den president gehoord. Volgens getuige had den de verdachten n.1. opzettelijk getreu zeld met het naar huis gaan, ook op straat zouden zy lang gewacht hebben, en uit alles bleek dat zij herrie wilden veroor zaken. De getuige majoor der rijksveldwacht, E. G. Fluyter, had ter plaatse na het ge beuren de verschillende situaties opgeno men. Getuige had de verlichting ter plaat se onderzocht en was tot de conclusie ge komen dat het op bepaalde plaatsen, en in casu voor het huis van v. d. Bosch, zeer donker was. Dit laatste in verband met de verkla ring van getuige brigadier v. d. Bosch, dat de drie verdachten niet de bewegingen van het slachtoffer M. K. hebben kunnen waarnemen. De getuige A. ten Bruggencate, koopman te Broek op Langendyk, had gehoord, dat de caféhouder de Boer den verdachte op den bewusten avond nog had gewaarschuwd wat kalmer te zyn. De caféhouder J. de Boer te Broek op Langendyk verl -.arde, dat hy de drie ver dachten op den noodlottigen avond in zyn café had gezien. Getuige was later met zyn auto naar St. Pancras gegaan en had op den terugweg de vier oproermakers ingehaald. Getuige had hen mee willen nemen, doch hiervoor hadden de jongens niets gevoeld. Kr. zou hierbij hebben geroepen: „Auto's doorrijden". De vrouw van den brigadier v. d. Bosch, G. v. d. Boschde Gooyer, was evenals haar man 's nachts wakker geworden door het lawaai op straat Het was, zooals getuige dat uitdrukte, een helsch kabaal. Wat er geroe pen is had getuige niet kunnen verstaan. Wel had zy gehoord, dat het verschillen de stemmen waren. Zy was uit het raam gaan kijken en zag hoe haar man achterwaarts terug keerde naar zyn woning, terwijl M. K. met de handen eenigszins omhoog op haar man afkwam. Zy had ook gezien, dat de briga dier met de klewang had geslagen. De aan vallers waren steeds dichterbij gekomen, steeds den veldwachter achteruit dringend. V. d. Bosch had met klem gewaarschuwd, dat hy zou schieten. Zij had haar man nog gewaarschuwd, dat er ook vanaf den water kant nog gevaar dreigde. Toen getuige naar binnen was gegaan om assistentie voor haar man op te bellen, was het laatste schot gevallen. Tydens het opdringen van M. K. zou deze, naar getuige verklaarde, gezegd hebben: „k doe toch niks, ik doe toch niks, ik heb mijn handjes in de hoogte!" De tuinbouwer G. Balder, die vervol gens als getuige werd gehoord, had ook het lawaai op straat gehoord en was er wakker van geworden. Getuige had nog uit het raam gekeken, doch had buiten niets kunnen zien. (De zitting duurt voort.) (Zitting meerv. strafk. van 24 November.) Uitspraken. A. S., zonder beroep, wonende te Bever- wyk; toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Eisch 3 jaar gevangenisstraf. Uitspraak 1 jaar gevangenisstraf. J. D. v. K., schilderknecht, wonende te Hoorn; zedendelict. Uitspraak vrijgesproken. H. C. R., tuinder, wonende te Wognum; overtreding sierteeltbepalingen: hooger be roep vonnis kantonrechter te Hoorn luiden de 10 of 8 dagen. Eisch bevestiging vonnis kantonrechter. Uitspraak 6 of 3 dagen. G. V., loopjongen, te Den Helder; ver keersovertreding; hooger beroep vonnis kantonrechter te Den Helder luidende f 10 of 5 dagen. Eisch bevestiging vonnis kan tonrechter. Uitspraak conform. P. J. K„ melkslyter te Enkhuizen; over treding warenwet; hooger beroep vonnis kantonrechter luidende 1 15 of 10 dagen. Eisch bevestiging vonnis kantonrechter. Uitspraak conform. S. P. M., metselaar, wonende te Utrecht; rywieldiefstal. Eisch 1 jaar gevangenisstraf. Uitspraak 8 maanden. A. P., chauffeur, wonende te Leeuwarden; toebrengen zwaar lichamelijk letsel Eisch 3 maanden hechtenisstraf en 1 jaar ontzeg ging van de rijbevoegdheid. Uitspraak 1 maand hechtenis en 1 jaar ontzegging van rijbewijs. JUaoinciaal Tlieums DRINKWATERVOORZIENING IN NOORDHOLLAND. De wateronttrekking aan de duinen. Vooral in de streek van het Noordzee kanaal tot by Alkmaar wordt geklaagd over de wateronttrekking uit de duinen door het Provinciale Waterleidingbedrijf van Noord holland. Deze onttrekking zou nadeelig zyn voor de belendende tuinbouwgronden. Ged, Staten van Noordholland deelden thans me de, dat de meer neerslagryke periode, die, na een zeer langdurige abnormale droogte- periode sedert Augustus 1935 is opgetreden aanleiding heeft gegeven tot aanmerkelijke grondwaterstandsverhooging in de terrei nen, die voordien van de droogte te ljjden hadden. Hier en daar is dientengevolge zelfs overlast van water veroorzaakt. Dit feit duidt er op, dat by de constateering en de interpellatie van de optredende grondwater standsfluctuaties in die gebieden de zeer sterk overheerschende rol, die de jaarlyk- sche neerslag daarbij speelt, onderschat wordt. Zooals reeds eerder is gemeld hebben Ged. Staten van Noordholland een crediet aangevraagd om te doen onderzoeken in hoeverre het water van het IJsselmeer dienstbaar is te maken aan de drinkwater voorziening van Noordholland. Eenige Sta tenleden hadden daaromtrent nadere inlich tingen gevraagd. Ged. Staten deelen nu mede: Dat naast de bestaande waterwinning uit de duinen eene eventuëele wateronttrekking aan het IJsselmeer ernstig wordt overwo gen, vloeit in de eerste plaats voort uit de overweging, dat de bedrijfsveiligheid door het inschakelen van de IJsselmeerwater- voorziening ten zeerste gebaat zal zijn De bevloeiïng van de duinen met IJssel meerwater ligt niet in de bedoeling. De invloed, welke een winning van IJssel meerwater op den kostprijs van het water zal uitoefenen, hangt samen met de resul taten van het in te stellen onderzoek. De daarover gestelde vraag kan dus nog niet worden beantwoord. Wel kan thans reeds worden gezegd, dat tot inschakeling van het IJsselmeer niet zal worden overgegaan, in dien de financiëele consequenties daarvan ongunstiger zouden blijken dan die van an dere mogelijke oplossingen. Nutsavond Zondagavond had in de zaal van den heer Slikker de eerste Nutsavond plaats, uitgaande van de Mij. tot Nut van Algemeen Dep. Warmenhuizen en verzorgd door de tooneelvereeniging V. O. P. De voorzitter, den heer Swan, opende deze bijeenkomst met de aanwezigen wel kom te heeten en in het bijzonder de leden van V. O. P. Spr. zette uiteen hoe en waarom op de jongste algemeene vergade ring was besloten om van de leden behalve de contributie nog een kleine entree te hef fen. Hy hoopte dat de leden dit genomen besluit kunnen billijken. Wij zitten met onze vereeniging zonder geld en zijn toch ver plicht dit seizoen iets te geven. Daarom was V. O. P. bereid in samenwerking met de Schagerbrugger vereeniging een paar too- neelavonden te geven tegen een vaste ver goeding. Zeker zyn we van de zaak iets goeds te krijgen. Hierna verklaarde de voorzitter de bijeenkomst voor geopend. Door de tooneelvereeniging werd opge voerd „Onder één Dak", tooneelspel in drie bedrijven van J. Fabricius. Regie van den heer H. Hartland uit Koedijk. Van het stuk kunnen we zeggen „een stuk waar pit in zit Oud en arm wordt hierin schril belicht. Den regisseur, den heer Hartland, komt een byzonder woord van lof toe. De voorzitter sloot hiermede het officieele gedeelte van deze bijeenkomst en dankte in hartelijke bewoordingen voor hetgeen V. O. P. heeft gepresteerd De dertig gemeenschappelijke polders. Maandag is te Den Burg een stemming gehouden ter verkiezing van een hoofd ingeland voor het waterschap „De dertig gemeenschappelijke polders op Texel" ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer Joh. Dirk Roe per Jacz. Uitgebracht werden 261 stemmen, waarvan 4 van onwaarde. De heer C. H. Roeper Lz. verkreeg 132 stemmen, de heer J. Augz. Keyser 87 en de heer Joh. Roeper Johz. 37, zoodat gekozen werd de heer C. H. Roeper Lz. Openstelling brug. Maandag is de nieuwe brug over het Noordhollandsch kanaal alhier opengesteld voor het verkeer. Met de ingebruikneming van deze brug is tegelijk een belangrijke verkeersverbetering tot stand gekomen. Het lange wachten voor de oude vlot brug welke naar wij vernamen, zal worden overgi racht naar Burgervlot brug ter vervanging van het aldaar dienst doende oude pontje zal nu niet meer noodig zijn. De ingebruikneming van de nieuwe brug had plaats zonder eenig ceremonieel. Bestaat een bewust voortleven den dood? na Uitgaande van de afdeeling Alkmaar „Harmonie" van de Ned. Ver. van Spiritis ten werd Maandagavond in „Concordia" een openbare psychometrische séance gegeven door Chifferli uit Apeldoorn. De belangstel ling voor dezen avond was zeer groot. De bijeenkomst werd geopend door den voor zitter van de afdeeling Alkmaar, den heer Rus, die verheugd was over de groote op komst. Spr. constateerde hieruit een inte resse voor de spiritische beginselen. Door de spreekster werd hierna een inleiding ge geven over wat psychometrie eigenlijk is, n.1. het beginsel „Er is geen dood". Aan de hand van diverse afgegeven voor werpen van personen in de zaal aanwezig werd door mevr. Chifferli contact verkre gen met in de zaal aanwezige intelligenties (overgeganen). Een en ander werd onder alle stilte aan gehoord. Met een opwekking om meerdere belang stelling voor het spiritisme werd de bijeen- komst gesloten. Al» uw tnulhuid verdubbuit, wordt do v*eT^l<0ht0nd■ waarbin"«'» »topt) ij méér 1°°J,r00t; w*t»n«chap 40 «OO |T- «lot uur rijdt! Dunkt daur to hoog loot oploopun! Waterafvoer Door de aanhoudende regens der laatst' weken wordt menige tuin op 1 grond onbegaanbaar. Dit is onprettig v de tuinbezitter maar nog veel onpretti voor de bewoonsters van den tuin, de ni ten. Al zyn er dan ook enkele die gaarne eT* vochtige standplaats wenschen, in (jez«! tijd van 't jaar is voor vrijwel alle plant^ overmatig vocht zeer schadelijk. We zuil», dan ook al het mogelijke moeten doen onzen tuin een droge ligging te geven. Daa?! voor moeten we allereerst zorgen voor ee* goede afvoer van het water dat wij willen. Soms is het mogelijk, dat we afvoe ren naar een vijver of sloot die in open ver! binding staat met water, dat door bemaling op peil wordt gehouden. Soms ook zal het noodig zijn, in een laag gedeelte van den tuin een afvoerput aan te brengen, vanwaar het water door rioleering wordt afgevoerd Om de paden in den tuin goed begaanbaar te houden, zorgen we, dat de padkanten vooral goed schoon zyn, opdat het water spoedig kan afvloeien. Daarvoor moet het pad eenige tonrondte bezitten, ongeveer 2xfi c.M. per meter. Bij lage gedeelten van een pad, waar altijd water blijft staan, kun- nen we tijdelijke zy greppeltjes graven, op! dat het water in den ondergrond van gazon of tusschen de beplanting kan weg. zakken. In lage gedeelten van den tuin kun. nen we ook draineering aanbrengen. graven dan smalle greppels ter breedte van 20 c.M. en ter diepte van ongeveer 60 c.M. die we half vullen met puin of grove kool.' asch en vervolgens weer afdekken met aarde. Waar dit noodig is, brengen we meer dere draineeringsleuven aan op een onder- lingen afstand van 10 tot 15 M. Inplaats van puin of koolasch kunnen we ook drai- neerbuisjes gebruiken die we dan op dezelf. de diepte, liefst omgeven met koolasch, in den grond leggen. Een dergelijke drainee ring moet echter ook uitmonden op een goede waterafvoer. Waar geen behoorlijke afvoer te maken is, trachten we het water zoo spoedig mogelijk in den ondergrond kwijt te raken. We graven dan in de laag- ste gedeelten tijdelijke greppels, waarin het water dan moet wegzakken. Waar greppel? zijn, zullen we deze natuurlijk allereerst goed schoonmaken en zoonoodig uitdiepen. Ook moeten slooten en vijvers zoonoodig worden schoongemaakt en uitgebaggerd op dat niets een snellen afvoer van het water in den weg kan staan. A. G. CORRESPONDENTIE. J. B. te Stom petoren. Of men een stuk al dan niet mooi vindt is een kwestie van persoonlijke appreciatie. Wy geven nooit critiek op critiek. Ieder kan een eigen opvatting hebben en het einde van een debat of het al dan niet mooi geweest is, zou bij geen benadering te voorspellen zijn. Red. Alkm. Crt. JüuvU en Wetenschap HET NEDERL.-INDISCH TOONEEL SPEELT „KILIAN EN ZOON" TE BERGEN. Voor de abonné's van den kunstkring „Het Schouwspel" speelde gisteravond „Het Nederlandsch-Indisch Tooneel" het Weensche familieblijspel van H. Bratt in een vertaling van Cor. Ruys. In dit stuk maken wij kennis met een nog gaven klein-steedschen middenstanden die trotsch is op zyn bescheiden katoen- wmkel, reeds door zijn vader en grootvader gedreven en die het maar alles behalve prettig vindt, dat zijn zoons naar Amerika zijn getrokken, hoewel de een daar multi millionnair ia geworden. Na een afwezigheid van 30 jaar zullen de zoons en de dochter uit Amerika vader op zijn 70sten verjaardag bezoeken. Een klein dochtertje reist vooruit en hoewel vol van zakelijke gedachten over huwelijk, wordt zij toch verliefd op een geleerde, zoon van een overleden vriend van den grootvader, die den ouden heer in zyn vacanties steeds komt bezoeken. Op het verjaarfeest ontstaat over de ver loving van het paar een botsing, waarbij de ryk geworden zoon, die denkt alles met geld te kunnen bereiken, moet ervaren, dat ideëele dingen van hooger waarde zijn. De zoon begrijpt ten slotte, dat hij zich niet tusschen het geluk van zijn kind mag plaat sen. dat hy verstandig doet om zijn vader in zyn winkeltje te laten, omdat hij dan tenminste iemand is en aan het slot wordt dan ook alles O. Ke. Tengevolge van den mist arriveerde 't ge* zeischap iets later, zoodat over half negen, inplaats van om 8.15 uur begonnen werd. Aangezien het blijspel uit 5 tafreelen be staat en de pauzes, waarin ieder een heer lijk kop koffie wil gebruiken de pauzes in Bergen hebben een eigen sfeer ook een poos duren, was het precies 12 uur voor de voorstelling was beëindigd. Het talryke publiek heeft zich echter geen oogenblik verveeld, zich in tegendeel kos telijk geamuseerd. Joh. Elsensohn typeerde buitengewoon goed den ouden eerlijken middenstander, zooals wy die gelukkig ook nog in ons lano bezitten, terwijl Jan C. de Vos het bewys leverde, dat hy zich volkanen den door h® harde leven ge vormden succes-Amerika*® had ingeleefd, doch die als het er °P kwam, wat hy onjuist oordeelde, wist aanvaarden en weer vooruit ging. Marie v. Westerhoven was als degen®. 37 jaar lang de huishouding van den Kilian heeft gedaan, niet te overtren Wat kan een oud vrouwtje met zoon rakter mooi zijn, vooral toen zij het com pagnonschap met de kleindochter (Franc May) en den geleerde (Cor Ruys) jj vaardde, en haar spaarduiten beschik stelde om het geluk van twee jonge m schen te bevorderen. Wij kregen gisteravond een verto.IK waarvan kan worden getuigd, dut alleen de hoofdrolspelers het bewys den, dat zy inderdaad tooneel kunnen s len, maar waarvan dit van alle spelers worden getuigd. hilde- De wanden waren versierd met sct* ryen van mevrouw MolenaarVer wat het aanzien van de zaal zeer verhoogt»"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 8