Kloos te rb alsem
Voor 100 jaar.
!Bucq ecüike Statui
JthaakcuBciek
DamaiAeiek
1
m
1
9
Hf
m
s
Ü1
M;
Si
m j
mm
fl
Ww/s/s
'vfy/
"M
m
'/tm.
Uw Grootmoeder kende de vanouds
zoo beroemde en beproefde Akker's
Kloosterbalsem reeds als het meest
betrouwbare middel, dat in geen
enkel huisgezin mag ontbreken-
Wat goed is, blijft goed en dagelijks
nog bewijst Akker's Kloosterbalsem1
onschatbare diensten als wondmid-'
del, als wrijfmiddel en huidmiddel.
Zorg er voor altijd een pot Klooster
balsem in huis te hebben, die komt
elk oogenblik van pas. Niet voor niets
noemt men Akker's Kloosterbalsem
vanouds: „de koning der balsems".
Al» G« U too gebrand hebt
dat de vellen erbij hangen,
cf dat er blaren onstaan zoo
groot als een rijksdaalder,
doe er dan Kloosterbalsem op,
dat hèlptl
Als Ge Uw voel verstuikt,
j doordat Ge zijt uitgegleden,
doe er dan Kloosterbalsem op,
dal hèlpt
Als die kwajongen
weer aan 't stoeien
is geweest en thuis
komt vol schrammen
en builen, doe er dan
Kloosterbalsem op,
dat hèlptl
cwlLer'i
Als Ge niet overeind kunt
komen, door die venijnige
steken van 't spit in Uw rug
doe er dan Kloosterbalsem op,
dal hèlpt k
Als Uw handen ge
sprongen en vol
kloven zijn, zoodat
'l bloed eruit loopt,
ol als Uw huid
weer schraal wordt,
doe er dan wat
Kloosterbalsem op,
dat hèlptl
Als Ge door Uw beroep in
weer en wind moet loopen
en daardoor wintervoeten
krijgt, doe er dan eens wat
Akker'r Kloosterbalsem op,
dal hèlptl
Als de oude dag U parten
speelt, en de spieren niet
meer willen zooals Gij dat
wenscht, doe er dan eens wat
Akker's Kloosterbalsem op.
dal hèlptl
i"
Per doos 15 cant. Potten van 62'/t cent, i L04 en i 1.82. Hoe grooter pot, hoe voordeeligerl Verkrijgbaar bij Apothekers en DroguuMfc,
zwaarte der spoorstaven en de bevesti
ging der dwarsliggers is meerendeels
voldoende en er zijn alleen nog enkele
speciale maatregelen noodig.
De nieuwe rails hebben een gewicht van
46 K.G. per meter, terwijl de oudere van de
Staatsspoorwegen 40 K.G. per meter wogen
en die van de Hollandsche spoor 38 K.G.
Op enkele baanvakken van de bedoeide lij
nen vindt men nog hier en daar een stukje
met het oude profiel, doch deze afstanden
zijn maar klein. Bij de Nederlandsche spoor
wegen zijn wel een 25-tal verschillende
rails-profielen in gebruik, afkomstig van de
onderscheidene maatschappijen, die thans
één geheel vormen. Met behoud van het
profiel van 46 K.G. per meter streeft men
de laatste jaren naar het gebruik van lan
gere spoorstaven. De normale lengte is thans
nog 18 meter, doch meer en meer worden
rails van 24 meter lengte toegepast, waar
langzamerhand de groote lijnen geheel van
zullen worden voorzien.
Ballast en dwarsliggers.
De z.g. ballast, waar de rails met de dwars
liggers op rusten, bestaat hier te lande, zoo
als men weet, uit grint. Zij dient o.m. voor
opneming en afvloeiing van het regenwater
en voor een rustige ligging. De beste ballast,
zoo vertelde ons ir. Driessen, is steenslag,
die veel in het buitenland wordt toegepast.
Voor Nederland is dat te duur, omdat het
allemaal geïmposteerd moet worden. Daar
om gebruikt men hier grint, dat ook uit
stekend geschikt is en dat de spoorwegen
betrekken uit een eigen grintbaggerij te
Linne by Roermond, waar de Maas het in
voorhistorische tijden heeft afgezet. Om de
spoorbanen nu nog wat sterker te maken,
wordt bij de lasschen van de rails steenslag
gebruikt, waardoor de zwakste punten wat
worden verstevigd.
Een belangrijk werk is de vermeerde
ring van het aantal dwarsliggers. Dit
aantal is voor de geëlectrificeerde lijnen
al gebracht op 30 per rail. De nieuw te
verzwaren lijnen zullen alle dit aantal
krijgen, hetgeen op den duur het on
derhoud minder kostbaar maakt. De
nieuwe rails van 24 meter krijgen dan 40
dwarsliggers.
In grint zijn ijzeren dwarsliggers, zooals
men ze wel in het buitenland ziet, niet
bruikbaar. Daar is men hier niet rauwig om,
want houten zijn veel elastischer en econo
misch is er niet veel verschil. Om de ijzer-
industrie te gerieven, is men in Engeland
tot ijzeren liggers overgegaan, maar in
Duitschland komt men al gedeeltelijk van
terug: daar zijn alle z.g. FD-lijnen (voor het
zware snelverkeer) met houten dwarsliggers
toegerust.
De uitgaven, die het onderhoud der
dwarsliggers van de spoorwegen eischen,
zijn zeer belangrijk. Rond 400.000 worden
er per jaar gebruikt. Gevoegd bij de 220
K.M. spoor, die gemiddeld per jaar ver
nieuwd worden, en de bijna 400 kruisingen
en wissels, die eveneens gemiddeld per jaar
worden vernieuwd, is het duidelijk, dat de
spoorwegen per jaar wel elf millioen gulden
aan verbetering en onderhoud van den
bovencjuw ten koste leggen. Uitgebreide
statistieken geven voor de voornaamste
baanvakken een duidelijk beeld van de ver
nieuwingen, die werden vereischt. Daaruit
is gebleken, dat op drukke lijnen vroeger de
dwarsliggers na 12 tot 15 Jaar vervangen
moesten worden. De nieuwe bovenbouw
geeft een veel langeren levensduur. Wel
rotten ze ook nog weg, maar ze worden niet
meer mechanisch vernield, zooals dat vroeger
het geval was.
Bochten en wissels.
Bochten en aftakkingen geven aan den
rijdenden trein telkens een schok. Het ligt
voor de hand, dat deze schok grooter wordt,
naar mate men sneller gaat rijden. Daarom
wordt er bij deze werkzaamheden tot het
geschikt maken der groote lijnen voor
grootere snelheden naar gestreefd, dit alles
zoo geleidelijk moge'ijk te laten verloopen.
Er bestaat een methode-Nalenz, genoemd
naar een Duitschen technicus, om de bogen
een betere ligging te geven. Dit systeem
wordt nu over het heele net toegepast, in
de eerste plaats wel bij de te versterken
lijnen.
Bij sommige bochten moet de snelheid
worden verminderd. Wanneer deze nu 90
K.M. per uur bedraagt en ze moet worden
verminderd tot 70 K.M. per uur, dan is dat
niet zóó erg, dan wanneer zulk een vermin
dering moet geschieden van een snelheid uit
van J20 K.M. per uur. Öat zou te veel ver
traging geven en de dienstregeling nadeelig
beïnvloeden. Daarom wordt ernaar ge
streefd, de bochten op de groote verkeers-
lijnen voor een snelheid van 125 K.M. per
uur geschikt te maken, in overeenstemming
met de rechte stukken. In vele gevallen zal
dat mogelijk zijn.
Gelijksoortige werkzaamheden moeten
worden verricht op enkele emplacementen,
waar wissels en aftakkingen een remmenden
invloed uitoefenen. De sneltreinen zullen
zoo min mogelijk onderweg stoppen en de
tusschengelegen stations moeten zoo snel
mogelijk kunnen worden voorbij gereden. Er
zal daarom op sommige emplacementen nog
al wat werk moeten worden verricht, om de
lijn recht te maken. Deze werkzaamheden
zullen evenwel tot het hoog noodige worden
beperkt, omdat ze tamelijk kostbaar zijn. En
we kampen nog steeds met tekorten, zoo
besloot ir. Driessen ons onderhoud, zoodat
we zuinig moeten zyn!
Uit de Alkmaarsche Courant
van 5 Deceinber 1836.
Alkmaar, den 30sten November 1836.
De vreeselyke storm, welke gister
uit het W.Z.W. heeft gewoed, heeft
in deze stad en omstreken onbe
rekenbare schade veroorzaakt, bijna
alle huizen in de stad zelve zijn
meerder of minder beschadigd, een
ontzettend aantal schoorsteenen is
afgewaaid, verscheidene gevels ne-
dergestort, verschillende huizen of
geheel of gedeeltelijk van derzelver
dakpannen cntbloot. In den hout en
elders zijn een aantal van de
zwaarste boomen ontworteld en
omgewaaid. Op alle de dorpen en
in alle de polders in dezen omtrek
is de schade niet minder aanzien
lijk. Verschillende huismanswonin
gen zijn zoodanig geteisterd en
sommige zoodanig uiteengerukt,
dat dezelve bijna onbewoonbaar
zijn geworden en een aantal dag-
loonerswoningen zijn hier en elders
geheel omvergewaaid of ineen
gestort.
Op het dorp Petten en den na-
burigen Hazenpolder was de vrees
voor eene doorbraak van de Honds-
bossche zeewering algemeen, ver
scheidene ingezetenen vlugteden
naar elders en niet zonder reden,
want ingeval de wind, die een
oogenblik, bij het bedaren van den
storm, uit het N.W. woei, uit dien
hoek had blijven waaijen, zoude
eene inundatie van bijna geheel
Noord-holland zeer zeker het ge
volg zijn geweest. De evengemelde
zeewering heeft dan ook weder
eene hoogst aanmerkelijke schade
geleden en zal niet dan met zeer
buitengewone kosten weder tot een
zekere sterkte kunnen worden
terug gebragt, en evenwel is alles
aldaar nog oneindig minder nadee
lig uitgevallen, dan men met de
meeste zekerheid vreesde vooruit te
zien.
Des avonds tusschen 6 en 7 ure is
de herberg, staande aan het zuid
einde van het dorp Schermerhorn,
geheel afgebrand, gelukkig heeft
men, met inspanning van krachten,
de belendende huizen behouden.
Op dienzelfden noodlottigen dag
is. in den vroegen morgen, eene
boerderij, aan den Driehuizerweg
in de Schermeer, alsmede totaal
afgebrand.
WARMEHUIZEN (November).
Geboren: Johanna Margaretha, d. van
P. Goudsblom en J. Meijer. Anna Cor-
nelia Maria, d. v. A. de Groot en G. M.
Pronk. Jacobus, z. v. N. Nannes en A.
Molenaar. Barbara Annie, d. v. A. Ni-
colai en A. Hartog. Johannes Nicolaas,
z. v. J. te Buck en S. Faber. Maria Ce-
cilia, d. v. P. Latenstein en J. Mekken.
Catharina Margaretha, d. v. Th. Sit en M.
Ooyevaar. Geertruida Maria, d. v. C.
Meijer en C. de Wit.
Ondertrouwd: Bernardus Hendri-
kus Alders te Haarlem en Catharina Te-
cla Pronk.
Getrouwd: Bernardus Hendrikus
Alders en Catharina Tecla Pronk.
Overleden: Cornelia Goudsblom,
weduwe van Johannes Bommer, 71 jaar.
Petrus, z. v. Cornelis Petrus Vader en
Cornelia Kraakman, oud 4 jaar.
De oplossing var den driezet van Nielsen
zal ik de volgende maal geven.
G. Cristoffanini.
La Settimana Enigmistica 1935.
Ie prijs.
a b c o e Kb
Wit begint en geeft mat in twee zetten
WH: Kh2, Dgl, Td7 en e3, Ld6, pf2 en
d8, pi c7 en e7.
oiWart-.Kd5' Da5' Tf4 en M, Lc3 en e4
Pd4, pi b4, c4, f3 en h3.
De volgende party uit het onlangs ge
houden touprnooi te Nottingham geeft de
kamp van twee oud-wereldkampioenen.
Capablanca-Aljechin.
1. d4 e6
2. Pf3 f5
Pf Hollandsche opening. Zie bijv, de
Jg-Jfc party van de match Lve-
3- g3 Pf6
4. L»2S de!™°derne verdediging.
Aljechin speelde Lb4f en na Ld2 Le7
k ?aiï» Pd2 niet meer.
0-0 0o
6. c4 Pe4
7. êb3eChinLf6°rmt gfaag'
8. Tdl De8
9. Pc3 Pc6
10. Pb5 Ld8
11. Dc2 d6
Wit had direct 7 Dc2
12. d5 Pb4 kunnen spelen.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
Db3 Pa6
Om Pc5 te spelen.
de6: Pac5
Dc2 Pe6:
Pfd4 Pd4:
Pd4: Lf6
Pb5 De7
Le3 a6
Pd4 Ldd7
Tacl Tae8
b4 b6
Pf3 Pc3
Td3 f4
Lijkt goed, aar wit toont aan, dat het
fout is. Natuurlijk kan niet Lf4-
Pe2:f! Zwart speelde beter La4
gf4: Lf5
Dd2 Ld3:
ed3: c5
Zwart verwerpt Pa4, d4, b5, c5
Tc3: Lc3:
Dc3: Df6
De drie lichte stukken zyn hier
sterker dan 2 torens.
Df6: gf6:
Om ruimte te maken.
Pd 2 f5
b5 a5
Pfl Kf7
Pg3 Kg6
Lf3 Te7
Kfl Kf6
Ld2 Kg6
a4
Afgebroken en later door zwart op
gegeven.
Wit speelt waarschijnlijk Lc3 en dl
Zwart kan niets doen.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wy ter
oplossing probleem (eindspel) no. 1465.
St a n d.
Zw. 1 sch. op 44, dam op 24.
W. 2 sch. op 35 en 40, twee dammen oo
34 en 49.
Oplossing.
1. 35—30 1. 24 :35 (gedw)
2. 34— 1 2. 44—50 A. B.
A. op 33—19 volgt 17 en 7—40.
B. op 352 volgt 4916 en 1—7
3. 1— 6 3. 35 44
4. 49 40 4. 50—45
5. 6— 1!
Uit de party.
De volgende stand is wel merkwaardig.
Zw. 4 sch. op: 1, 2, 8, 39, dam op 30.
W. 4 sch. op: 11, 22, 35, 38, dam op 21
Wit kan, nu zwart als laatsten zet
2530 heeft gespeeld winnen door 1.
3833! Zwart moet met schijf 39 slaan
naar 6. Nu speelt wit zijn dam naar 13.
Zwart slaat 8 19 en Wit wint door 35 13!
Ziet één onzer lezers ook wellicht van
het diagram de winst voor wit in de vol
gende niet alledaagsche positie?
Zw. 2 sch. op: 27, 32 en twee dammen
op 38 en 41.
W. 8 sch. op: 23, 26, 28, 37, 40, 43, 46, 48.
Wit moet als eersten zet spelen 26—21.
Zwart slaat met dam 38 naar 35. Nu volgt
van wit 2319, waarmee de zwarte dam
van 35 gedwongen wordt drie schijven te
slaan van 35 naar 42. Wit 28 37. Zwart
kan nu met één van beide dammen schijf
37 slaan, maar altijd volgt of 46 37 en
48 37 of 48 37 en 46 37. Men spele dit
vooral na!
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1466 van A. Roos te Alkmaar.
mm m
Mm Mm
Zw. 10 sch. op: 7, 8, 11, 14, 19, 24, 26, 31,
36, 40.
W. 10 sch. op: 22, 23, 27, 28, 32, 36, 4A
43, 44, 46.
In onze volgende rubriek geven wy
oplossing.