Bemiddeling van Engeland en Frankrijk
EEN WENK AAN DE VEELPRATERS IN DE
TWEEDE KAMER.
ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAG 10 DECEMBER 1936
PARLEMENT
Groote belangstelling voor de spoorwegen.
De verkeers-coördinatie.
(Van onzen parlementairen medewerker.)
De Spaansche revolutie
Beide landen wenden zich tot de leden der
non-interventie commissie.
WEINIG NIEUWS VAN DE
FRONTEN.
De strijd rond Madrid.
Wél mocht de voorzitter, prof. Aalberse,
gistermiddag de leden even waarschuwen,
dat zij vooral toch niet den hun openstaan-
den spreektijd behoefden óp te gebruiken.
Dat gebeurde voor de behandeling van de
afdeeling Spoorwegen van de begrooting
van het Verkeersfonds, waarbij toen 25 spre
kers stonden ingeschreven, terwijl het getal
voor de begrootingsrest in haar geheel 45
op dat oogenblik was!
Aan animo derhalve geen gebrek! Maar
stel nu eens, dat al die sprekers hun 20 mi
nuten, of kwartieren of hun tien minuten
(voor verschillende afdeelingen wisselt de
spreektijd) geheel zouden consumeeren, dan
zouden een paar dagen alleen met dat Ver
keersfonds heengaan. En de tijd begint nu
toch wel te nijpen, met drie belangrijke
hoofdstukken als Defensie (met het Defen
siefonds), Landbouw en Visscherij (met het
Landbouwcrisisfonds) en Sociale Zaken nog
voor den boeg, terwijl het de bedoeling
schijnt te wezen, om voor den 19den met
alles klaar te wezen. We beginnen te vree
zen dat er nog een paar dagen van de
daarop volgende week bij* zullen moeten
komen, om althans voor Kerstmis met de
geheele begrooting gereed te zijn. Want er
komen nog andere dingen tusschendoor, die
nu wel niet allemaal veel tijd kosten, maar
toch niet in een vloek en zucht kunnen wor
den afgedaan; we deken bijvoorbeeld aan
de Vestigingswet. Tenzij de leden den tijd
nood eindlijk beseffen.
De vermaning van den Kamervoorzitter
was dus allesbehalve misplaatst. De leden
hebben er gevolg aan gegeven, deels door
zich te laten schrappen van het sprekers
lijstje, deels door het kort te maken.
Maar met dat al hebben we er toch gis
termiddag een paar dozijn „genoten"
De taak voor den overzicht-schrijver werd
er daardoor niet gemakkelijker op. We zul
len dan ook zoo vrij ZÜn om er radicaal het
mes in te zetten en uit de uitgebreide stof
datgene kiezen wat meer algemeene aspec
ten vertoont, waarna we de rest als onver
teerbaar opzij zetten, negeerend wie of wat
dan maar overgeslagen moet worden.
De algemeene beschouwingen.
Bij de algemeene beschouwingen in den
nacht van j.1. Dinsdag was veel aandacht
besteed aan de befaamde verkeers-coördi
natie.
Dat was het punt, waarmee minister van
Lidth de Jeude gistermiddag zijn antwoord
begon.
Hij constateerde in de eerste plaats dat
de denkbeelden daarover blijkbaar zeer uit
een loopen. De grondslagen voor eer.
coördinatie, gelijk hij ze ziet, zijn de volgen-
gender L vrijwillige coördinatie gaat boven
een opgelegde; 2e het verkeer moet als één
geheel worden beschouwd; 3e elke ver-
keerstak heeft een taak op de meest econo
mische wijze te vervullen.
Er is een zienswijze, volgens welke het
spoorwegverkeer achteruit moet worden ge
zet. Die is onjuist, evenals de opvatting, dat
het de bedoeling van de regeering is om
het spoorwegverkeer te bevoorrechten. In
dien dit zoo was, dan zou dit toch moeten
blijken uit het verdwijnen van het spoor
wegtekort Met klem bestreed de minister
die opvattingen.
Bij de coördinatie is de medewerking der
betrokkenen gewenscht. Als dezen overeen
stemming bereiken, wordt ook de meest
economische wijze van verkeer verkregen.
Aangezien nu eenerzijds op grooten spoed,
anderzijds op een bedachtzamer tempo werd
aangedrongen voor het gebruik dat de mi
nister van de hem toegekende bevoegdhe
den kan maken, meende de bewindsman dat
„tusschen deze beide stroomingen de best
bevaarbare wel in het midden zou liggen".
Over een subordinatie, onderschikking van
het eene verkeersmiddel aan het andere,
denkt de minister niet.
Degenen, die erop gewezen hadden, dat
de achteruitgang van het aantal motorrij
tuigen ongetwijfeld moet worden toege
schreven aan de hooge lasten en heffingen,
hield jhr. van Lidth de Jeude voor, dat ook
rekening moest worden gehouden met de
bijzondere omstandigheden, welke zich in tal
van landen voordoen (waar hetzelfde ver
schijnsel wordt geconstateerd) en waaron
der ook het onze te lijden heeft.
Het klonk den minister sympathieker in
de ooren, om de diverse belastingen op het
autoverkeer om te zetten in één belasting,
dan om de belastingen daarop maar heele-
maal af te schaffen (gelijk ook is bepleit!)
Voor een vermindering van de vaste lasten
voor het motorvervoer gevoelt óók hij, werd
aan de Kamer verzekerd. Maar wanneer
daarvan in concreto iets zou blijken, werd
er niet bij verteld!
Gelijk hij reeds in de memorie van ant
woord had medegedeeld, zal bij het nieuwe
Rijkswegenplan in het bijzonder aan de
provincies worden gedacht. Het staat echter
nog niet vast hoe het nieuwe vijfjarenplan
eruit zal zien.
Spoorwegen.
Bij de afdeeling Spoorwegen werd door
vele sprekers een hartig woordje gezegd
over de vele ongelukken op onbewaakte
overwegen. De heer Ebels (v.d.) was een
hunner die er rake opmerkingen over
maakte, waarbij menigeen zich kon aan
sluiten. Van de 2600 overwegen zijn er thans
1400 onbewaakt. Er worden wel maatrege
len genomen om die laatste te merken door
borden e.d., ook worden het uitzicht belem
merende obstakels zooveel mogelijk opge
ruimd, maar dat is niet genoeg. De meeste
ongelukken zouden uit onoplettendheid zijn
voortgekomen, doch dat moest de heer Ebels
betwisten. Met voorbeelden kon hij dit sta
ven. Hij beval het gebruik van automatische
lichtsignalen op groote schaal aan.
Thans worden er proeven mede genomen,
een bij Steenwijk en een bij Utrecht en wat
wilde de minister nu, als die proeven goei
uitvielen met een -van de geprobeerde sy
stemen?
Nog een eenvoudiger middel deed deze
Groningsche afgevaardigde aan de hand In
Duitschland en Zwitserland heeft men gun
stige ervaringen opgedaan met het plaatsen
van een reeks waarschuwingspaaltjes. Die
zijn niet duur en vergen weinig onderhoud.
Waarom daarmee ook niet eens een proef
genomen?
Door verschillende leden, o.a. de heeren
Bakker (c.h.), van Braambeek (s.d.), Cohen
(v.d.) en Wijnkoop (c.p.) en Sneevliet (rev.
soc.), zijn de arbeidsvoorwaarden en dienst
en rusttijden van het spoorwegpersoneel
besproken. Allen brachten ze hulde aan de
wijze waarop het spoorwegpersoneel zjjn
zware en moeilijke taak vervult en in het
bijzonder werd de aandacht gevestigd op de
opofferende plichtsbetrachting van de ma
chinisten op dien trein bij Zwolle, toen daar
een met butagas geladen vrachtauto op eer
overweg werd gegrepen en de in vlammen
gehulde machinisten den trein tot stilstand
wisten te brengen.
Bij die hulde wilde de heer Sneevliet niet
achterblijven; hij vond het alleen maar jam
mer dat die waardeering zoo weinig in le
loonen en de dienstvoorwaarden tot uiting
kwam. Speciaal het locomotief-personeel, in
welks arbeid nog zoo'n stuk dagelijks beleef
de romantiek zit, begint de animo voor de
machine te verliezen.
Een andere kwestie, het personeel betref
fende, is het pensioenfonds. De heer van
Braambeek wist hierover interessante din
gen te vertellen, al leken ze dan ook eenigs-
zins benauwend. Bijvoorbeeld, dat van de
178 millioen van dit fonds er niet minder
dan 158 in de spoorwegbedrijven zelf zijn
belegd en moeilijk liquide te maken zijn;
dat voorts de rest zoodanig is belegd dat ze
evenmin gemakkelijk vlot te krijgen is.
Zoodat er voor uitbetaling van de pen
sioenen slechts een klein bedrag overblijft.
De wiskundige reserve telt 250 millioen te
weinig. Met een en ander wilde deze afge
vaardigde even aantoonen, dat de positie
van dit pensioenfonds eigenlijk heel precair
is. Vandaar dat hij er op aandrong, het heele
zaakje maar in te brengen bij het Algemeen
Burgerlijk Pensioenfonds, met volledige
aansprakelijkheid van den Staat voor het
tekort in het pensioenfonds.
Over spoorwegtarieven en de noodzake
lijkheid dat ze werden verlaagd spraken o.a.
de heeren J. ter Laan (s.d.) en Boon (v.b.).
Laatstgenoemde vroeg nog inlichtingen over
de gezelschapsreizen naar den Haag op den
trouwdag onzer prinses; hij meende dat de
prijzen daarvan hooger lagen dan voor nor
male kaartjes in rayonafstand.
De heer Wijnkoop slaagde erin twee mo
ties in discussie te brengen, dank zij de hulo
van den heer Cohen, die den vijfden ont-
brekenden naam ter ondersteuning ervan
leverde.
In de eerste vroeg de communistische af
gevaardigde de invoering van den acht-
urigen arbeidsdag voor alle groepen van het
spoorwegpersoneel; in de tweede verlangde
hij, het nachtdienstuur te stellen op 1
dagdienstuur.
De minister verzocht der Kamer die mo
ties niet aan te nemen, omdat de personeels-
en dienstverhoudingen bij de spoorwegen
te ingewikkeld zijn dan dat hij zoomaar de
materie kon overzien.
Wat de onbewaakten overwegen betreft,
deelde hij mede, dat er sedert een jaar een
streven naar meer beveiliging bestaat. Hij
wilde nu eerst de proeven eens afwachten
alvorens zich aan toezeggingen te binden;
alle overwegen weer doen bewaken, was
wegens de daaraan verbonden kosten onmo
gelijk.
Ook de minister kon den toestand van het
pensioenfonds niet bevredigend vinden.
Maar zoo eenvoudig als de heer van Braam
beek het voorstelde, was de opneming van
het spoorwegpensioenfonds in het Alg. Burg.
Pensioenfonds niet. Er waren evenwel geen
dringende financiëele moeilijkheden die
maakten dat een oplossing nü dringend
moest worden geacht; ze zal er niettemin
te eeniger tijd moeten komen.
Met de tariefsverlaging was het weer het
oude lied: een bedrijf, dat met tekorten
werkt, staat aarzelend tegenover tariefsver
lagingen, omdat het risico ervan zoo groot is
De minister kon echter wijzen op de ta
riefsverlagingen voor het buurtverkeer en
ook op die voor vrachtvervoer hier en daar.
Het vraagstuk in zijn geheel heeft zijn volle
belangstelling.
De tarieven voor de reizen naar den Haag
op 7 Januari zou hij nog eens nagaan.
De heer Amelink had indertijd bij de be
handeling van de verlaging van de pen
sioenen van het spoorwegpersoneel door een
amendement een poging willen doen, de
lage pensioenen van weduwen te vrijwaren.
Ongelukkigerwijze is dit amendement niet
in de wet gekomen doordat een amende
ment-van Braambeek van wat verdere
strekking gedeeltelijk voor een andere
groep dit onmogelijk maakte. De minister
betreurde dien gang van zaken, waarvan de
beteekenis eerst later tot de Kamer door
drong en hy zeide gisteren toe, met de
directie te zullen overleggen, of er nog wat
aan gedaan kan worden.
Over de moties-Wijnkoop zou heden wor
den gestemd.
Bij de afdeeling Tramwegen kwamen ook
pensioenkwesties voor het personeel van
gefuseerde of gereorganiseerde ondernemin
gen op de proppen. Voorts waren er weder
om de klachten over de Rotterdamsche
Tramwegmaatschappij en haar dienst op de
Zuidhollandsche eilanden, een maatschappij,
die thans door de regeering aan kasgeld
moet worden geholpen, maar die ook ge-
reorgiseerd zal worden.
De minister zeide, dat practisch over dit
laatste punt overeenstemming was bereikt.
De pensioenkwestie vond hij lastig in een
handomdraaien op te lossen, maar de regee
ring staat bij fusies e.d. steeds voor het per
soneel op de bres en zal dat blijven doen.
Het veer WillemstadNumansdorp ver-
eischt dringend verbetering; daarnaar is een
onderzoek gaande en een beslissing zal niet
lang uitblijven.
Bij de afdeeling Waterwegen zijn de
scheepvaartrechten, die we bereids bij
andere begrootingen de revue hadden zien
passeeren, wederom ter sprake gebracht. We
behoeven den naam Duymaer van Twist
(a.r.) slechts te noemen of de lezers zullen
dadelijk begrijpen, dat deze kampioen voor
de binnenschippers zijn pleidooi voor ver
laging van die rechten heeft herhaald. Er
waren nog meer van die klanken. Echter
ook andere, namelijk van de heeren Ebels
en Bongaerts (r.k.), die betwijfelden of de
scheepvaartrechten als totaal gezien wel te
hoog konden worden genoemd; de binnen
scheepvaart betaalt h.i. niet meer dan de
kosten van de vaarwegen; alleen in een
paar provincies wat meer, vandaar dat een
billijker verdeeling méér noodig is.
De heer Tilanus (c.h.) deed een goed
woerd voor de buitenhaven van Schevenin-
gen, welke bij stormweer verzande plekken
vertoont, met het oog waarop de heele bui
tenhaven zou moeten worden verdiept.
De minister zou vandaag op deze vragen
en op tal van andere over veren, ponten,
bruggen e.d. antwoorden.
Het Fransche ministerie van buiten-
landsche zaken publiceert, gelijktijdig
met het Foreign Office, een communi
qué van den volgenden inhoud:
De Britsche- en Fransche regeeringen
zijn de vorige week overgegaan tot
gedachtewisselingen ten aanzien van
den toestand, die ontstaan is door den
langen duur van den burgeroorlog in
Spanje en ten aanzien van de gevaren,
welke deze toestand den Europeeschen
vrede doet loopen. Na te hebben vast
gesteld, dat zij gelijke opvattingen
koesteren in dit opzicht, hebben zij op
4 December door tusschenkomst van
haar diplomatieke vertegenwoordigers
bij de regeeringen van Duitschland,
Italië, Portugal en Sovjet-Rusland dezen
regeeringen de vraag gesteld zich wel
bij haar te willen aansluiten om uiting
te geven aan haar absoluten wil zich
streng van iedere daad, direct of indi
rect, te onthouden, welke op eenigerlei
wyze buitenlandsche interventies met
zich zou kunnen meebrengen in het
conflict en om bijgevolg dringend aan
haar vertegenwoordigers in het comité
te Londen alle contructies te zenden met
het oog op de organisatie van een vol
strekt doelmatige controle.
Langs denzelfden weg hebben zij te
vens de vier regeeringen gevraagd zich
bij haar aan te sluiten in een gevoel
van menschelijkheid, teneinde den ge-
wapenden strijd tot staan te brengen,
welke zich in Spanje afspeelt, door een
aanbod voor bemiddeling, strekkende
tot het in staat stellen van het geheele
land en tot uiting geven aan den na-
tionalen wil".
Communiqué van het Engelsche
ministerie van buitenlandsche
zaken-
Het ministerie van buitenlandsche zaken
te Londen heeft gisteravond het volgende
communiqué gepubliceerd:
Z. M.'s regeering en de Fransche regee
ring hebben in de afgeloopen week van ge
dachten gewisseld over den toestand, welke
is geschapen door het voortduren van den
Spaanschen burgeroorlog en de gevaren,
welke daaruit voor den Europeeschen vrede
voortvloeien.
Na te dezer zake een gemeenschappelijke
gedragslijn te hebben vastgesteld, hebben
zij op 4 December de regeering van Duitsch
land, Italië, Portugal en Sovjet Rusland door
bemiddeling van hun diplomatieke verte
genwoordigers verzocht zich bij hen aan te
sluiten en ten einde tot het vaste besluit te
komen strikt af te zien van iedere directe of
indirecte daad, welke op eenigerlei wijze de
vreemde mogendheden in dit conflict zou
kunnen betrekken en daarom hun gedele
geerden in de niet-inmeningscommissie te
Londen passende instructies te geven voor
de instelling van een werkelijkdoeltreffende
controle.
De regeeringen van Groot Brittannië en
Frankrijk hebben de vier bovengenoemde
regeeringen eveneens verzocht zich bij hen
aan te sluiten in een humanitaire geest om
er naar te streven een einde te maken aan
het gewapend conflict in Spanje door hun
bemiddeling te verleenen, ten einde geheel
Spanje in staat te stellen zijn nationalen
wil tot uitdrukking te brengen.
De non-interventie commissie bijeen.
De non-interventie commissie heeft de
aanbevelingen der sub-commissie betreffen
de de indirecte interventie aanvaard en de
leden kwamen overeen deze aan hun res
pectieve regeeringen ter kennis te brengen
Naar het agentschap Havas verder meldt,
bevatte het rapport der sub-commissie een
tweetal aanbevelingen en wel ten eerste
tot het nemen van maatregelen, die bestemd
zijn om eiken vorm van indirecte interven
tie te voorkomen.
Ten tweede maatregelen tot het verbieden
van elke recruteering van vrijwilligers be
stemd voor Spanje, het zenden daarvan of
het toelaten dat deze over het grondgebied
van een land trekken op hun weg naar
Spanje.
De italiaanschc- en Duitsche afgevaardig
den gaven slechts te kennen, dat zij deze
beide punten ter kennis van hunne regee
ringen zouden brengen, en hechtten hun
goedkeuring er slechts aan onder voorbc
houd, dat hunne regeeringen daarmede ac
coord gingen.
Voor het eerst sedert zijn aankomst te
Londen heeft von Ribbentrop het woord ge
voerd. Hij gaf te verstaan, dat zijn regee
ring waarschijnlijk niet zou kunnen aan
vaarden, dat men de kwestie der vrijwilli
gers onahankelijk van het grootere probleem
der indirecte interventie zou behandelen.
Bovendien deelde hij mede, dat er zich meer
dan 35000 Sovjet Russische burgers in Span
je bevinden en voegde er nog aan toe, dat
een groot aantal Russische officieren en
onderofficieren als kader dienst deden bij
de vrijwilligers.
De Sovjet-Russische ambassadeur, Mais-
ki, viel heftig de Duitsche-, Italiaansche-
en Portugeesche delegaties aan, die naar hij
zeide, sedert drie maanden op systematische
wijze obstructie voerden tegen de werk
zaamheden dér commissie.
Tenslotte sprak hjj de wensch uit, dat de
Duitschers en Italianen, niet tot aan die
uitersten zouden gaan, waarbij zij misschien
nog meer hadden te verliezen dan te win
nen.
Berlijn bestudeert de Engelsch
Fransche voorstellen.
De voorstellen der Engelsche regeering en
de te Parijs gepubliceerde gelijkluidende
voorstellen der Fransche regeering inzake 'n
doelmatige controle der non-interventie in
Spanje, worden op het oogenblik te Berlijn
door de bevoegde instanties onderzocht.
De gedelegeerde raad van verdediging
der hoodstad heeft gisteren om 12 uur het
volgende communiqué verspreid:
Aan het Baskische front hebben de op
standelingen een krachtig tegenoffensief
ontketend in den sector Victoria. Zij werden
echter overal teruggeslagen. De regeerings-
troepen bezetten de stelling Ciriata.
Luchtgevechten werden geleverd boven
Alcala de Henares en aan het Baskische
front. Vier toestellen der opstandelingen
werden neergehaald, onder welke zich een
Junker-bombardementstoestel en twee Ca-
proni-jagers bevonden. Het vierde toestel
was een Haenkeljager.
Mededeelingen der opstandelingen.
Radio-Sevilla heeft gistermorgen om half
negen gemeld, dat de rechtsche troepen,
optrekkende uit Torre Helmosa in den zui
delijken sector, opgerukt zijn over een diep
te van 15 K.M. zonder vijanden te ontmoet
ten. Aan de verschillende fronten wordt door
de artillerie vuur gegeven, zonder dat het
tot actieve operaties komt tengevolge van 't
slechte weer.
De nadruk moet echter worden gelegd op
het belangrijke bombardement, dat gisteren
op Madrid gericht is, in de wijken Urguel-
les en Rosales, benevens in de Universi-
teitswijk. De luchtstrijdkrachten bleven
werkeloos, een Russisch vliegtuig is vernield
aan het Madrileensche front. Een driemoto-
rig toestel van de lijn Cadiz-Rome is te Ca-
diz gearriveerd met aan boord de vlieger
Ramon Franco, broer van generaal Franco.
In de sectoren Vitoria en Mondragon wor
den de operaties door slecht weer bemoei
lijkt In den sector Mondragon bracht de
rechtsche luchtmacht de aanvallen der
Basken tot staan. Een Catalaansche aanval
bij Estre Choquinto werd afgeslagen. De
troepen van Franco vorderen eenigszins in
de sectoren van Somosierra en het Escoriaal.
In het noorden en noordwesten van Madrid
aldus het radiostation loopen nog
steeds burgers naar de rijen der rechtschen
over.
Het groote hoofdkwartier der opstandelin
gen deelt mede, dat de vijfde divisie van de
rechtsche troepen een tegenaanval heeft ge
daan op Azuega. De vijand liet behalve 26
dooden, nog vier mitrailleurs, verscheidene
geweren en een groote hoeveelheid munitie
op het slagveld achter.
De zevende divisie had een aantal scher
mutselingen met den vijand, welke allen
ten voordeele van de rechtschen verliepen.
Een aantal loopgraven van de regeerings-
troepen werden bezet.
De hertog van Fernan Nunez, een zoon ui*
een der voornaamste geslachten in Spanje,
die dienst deed als verbindings-officier in
het leger van Valera, is gisteren in het
Casa del Campo gesneuveld. Hij zal heden
te Avilla begraven worden.
De broer van generaal Franco, de bekende
vlieger Ramon Franco Bahamonde, is van
zijn missie naar Italië teruggekeerd. Hij is
bevorderd tot luitenant-kolonel en benoemd
tot commandant van de luchtmacht op het
eiland Majorca.
Fransch vliegtuig neergeschoten.
Omtrent de inzittenden van het Fransche
vliegtuig, dat gisteravond nabij Pastrana
omlaag werd geschoten, wordt thans ver
nomen, dat de speciale correspondent van
Havas, Chateau en zijn collega van de
„Paris Soir" de la Pree, alsmede dr. Henny
van het Internationale Roode Kruis en
Peronnen te Pastrana geneeskundige hulp
hebben ontvangen. Hun toestand is naar
omstandigheden redelijk wel De overige
gewonden zijn naar Madrid overgebracht.
Chateau deelt mede, dat het neergescho
ten toestel de onderscheidingsteekenen van
een handelsvliegtuig droeg. Op een hoogte
van 3000 meter kwam plotseling een jacht
vliegtuig op het vliegtuig af, draaide onge
veer 10 minuten erom heen en vuurde toen
30 a 40 schoten od het toestel af. Hierna
verdween het jachtvliegtuig weer.
De Fransche journalisten Chateau en de
la Pree zijn opgenomen in een der Madri
leensche ziekenhuizen. De toestand van
de la Pree baart eenige zorg. Dr. Enny, die
direct geopereerd werd, is overgebracht
naar het ziekenhuis van het Internationaal
Roode Kruis. Zijn toestand geeft geen en
kele reden tot ongerustheid.
Een Russisch dementi.
Naar aanleiding van het bericht van Radio
Sevilla, volgens hetwelk 20.000 of 25.000
man Sovjet-troepen zouden strijden in de
rijen der regeeringstroepen, is het agent
schap „Tass" gemachtigd te verklaren, dat
dit bericht verzonnen is en dat zich geen
Sovjettroepen in Spanje bevinden.
Drie vliegtuigen van Franco
neergeschoten.
Uit Bilbao wordt gemeld, dat bij een
luchtgevecht in ie nabijheid van Victoria
drie vliegtuigen der opstandelingen door
regeeringstoestellen zijn neergeschoten.
De verdedigingsraad der Baskische regee
ring aldus wordt verder uit Bilbao ge
meld verklaart, dat de regeeringstroepen
geen enkele keer gebruik gemaakt hebben
van gassen en dat zij zich ook niet denken
te bedienen van dit middel, dat in strijd is
met de "oorstellen tot humaniseering van
den oorlog.
Het Alcazar wordt nationaal-monument.
Het Alcazar van Toledo zal in zijn tegen-
woordigen staat worden gehandhaafd en tot
nationaal-monument worden verklaard.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
trachtten de regeeringstroepen bij verras
sing het dorp Brunette te nemen. Dit dorp is
een belangrijk knooppunt, 20 K.M. ten wes
ten van Madrid. De aanval werd afgeslagen.
Het slechte weer blijft voortduren.
overwinningen der regeerings
troepen.
Volgens uit Santander ontvangen berich
ten hebben de regeeringstroepen, die in dat
gebied opereerden, het dorp Espinisa de Los
Monteros, een belangrijke steling omsingeld.
Zij vielen heftig aan en wisten het front
der opstandelingen te doorboren. Na zware
gevechten slaagden de regeeringstroepen er
tenslotte in het dorp Barcena nabij Espinosa
te bezetten, terwijl men verwacht, dat ook
laatstgenoemd dorp zich zal overgeven. Do
opstandelingen verspreidden zich en zijn in
de bergen gevlucht.
Te half tien des avonds heeft het ministe
rie van oorlog het volgende communiqué
uitgezonden:
Uit den sector van Guadalajara en ten
zuiden van de Taag valt niets te vermelden.
In den sector van Somo Siërra bleven de
beschietingen door de artillerie van onze
stellingen zonder uitwerking.
Terwijl in den sector van Aranjuez de vij
andelijke artillerie onze stellingen heeft
gebombardeerd zonder schade aan te rich
ten.
Aan het front van Madrid heerschte even
eens gisteren geen bedrijvigheid. Onze ar
tillerie heeft de vijandelijke stellingen ge
bombardeerd, terwijl onze luchtmacht de
vijandelijke eskaders op de vlucht dreef.
De vertegenwoordigers van Duitsch
land en Italië uit het Baskenland
verbannen.
De „Matin" verneemt uit Bilbao, dat de
Baskische regeering de vertegenwoordigers
van de Duitsche- en Italiaansche regeering
van haar gebied heeft verbannen. Zij moes
ten het gebied binnen 48 uur verlaten. Deze
termijn is naar verluidt gisteren beëindigd.
Verder wordt uit Bilbao bericht, dat gis
teren de Baskische regeering onder voorzit
terschap van Aguirre vergaderde. Overwogen
v/erd of het mogelijk zou zijn ook naar an
dere landen dan Frankrijk en Spanje, waar
de regeering momenteel vertegenwoordigers
heeft, delegaties te zenden. Deze delegaties
zouden een zuiver commercieel karakter
hebben.