Jnqeiunden Stukken HENSBROEK De nieuwe Moerdijkbrug. arbeidsdag voor alle groepen van spoor wegpersoneel en het berekenen van een uur nachtdiensttijd op IK uur dagdienst. Bij zitten en opstaan werden de moties verworpen. Alleen de communisten bleken vóór te zijn. Bij de regeling van werkzaamheden werd, in verband met den eisch om de be grooting in elk geval voor Kerstmis af te hebben, besloten om het ontwerp-Vestigings wet voor het einde der agenda te verplaat sen, waarbij de voorzitter uitdrukkelijk deed uitkomen, dat hij zijn best zou doen óók dit ontwerp voor het reces nog af te doen. Zuiderzeefonds. Nadat de Verkeersfondsbegrooting z.h.s. was goedgekeurd, was deb egrooting van het Zuiderzeefonds aan de beurt. Hiervoor was ook nogal belangstelling. De heer Louwes (v.b.) vreesde, dat de exploitatie voor den te leggen N.O.-polder wel duur zou worden, doch achtte de inpol dering economisch verantwoord, de heer Bongaerts (r.k.) was belangstellend naar de uitvoering van de werken. Er is een buiten- landsche firma byt die het laagst heeft inge schreven en by gunning een duurzamen voorsprong behoudt. Hy oefende aandrang op den minister uit om het nationale werk aan een Nederlander te gunnen, liefst aan een combinatie van kapitaalkrachtige fir ma's, die bij calamiteiten tegen een stootje kunnen. De overige sprekers, de heeren v. d. Bilt (r.k Drop (s.d.). Bakker (c.h.), van der Zaal (a.r.) en Zandt (s.g.p.) klaagden allen over de toepassing van den Zuiderzeesteun en bepleitten diverse verbeteringen en in 't algemeen een soepele uitvoering van de wet Tegen deze groep bond minister van Lidth de Jeude direct den strijd aan. Hij dacht 't er met zyn methode om weer zyn kracht te zoeken in de omvorming der be drijven, naast het bieden van grootere tege moetkoming aan de belanghebbenden, nog al schappelyk te hebben afgebracht, doch moest erkennen, dat hy zich had vergist waaraan Z. E. voegde 't er wat ondeugend aan toe de verkiezingen niet vreemd schenen. Intusschen verdedigde de minister op een keurige, dikwijls geestige wijze, zyn beleid. Hy wees er o.a op, dat de bruto besommin gen voor de afsluiting lager waren dan de besommingen plus de steun in het jaar 1935! Over de toestandkoming van een aantal bezwaarschriften (waarvan de onderteeke naren den inhoud niet eens bleken te ken nen) kon de minister wetenswaardige din gen vertellen, die den eerbied voor derge lijke klachten niet konden verhoogen. Anderzyds werden er bezwaarschriften ingetrokken, en kwamen ook dankbetuigin gen voor den steun bij den minister binnen. Daardoor kwamen de klachten ook in een wat ander licht. De minister verzekerde, dat de visschersbevolking heel goed weet, dat zij een open oor bij den minister vindt. Wat den N.O.-polder betreft, verklaarde de minister voldoende vrijheid te bezitten om onredelijke inschrijvingen by de aanbe steding tegen tè gaan. Er is z.L heelemaal geen reden om voor die aanbesteding bang te zyn. Nederlanders doen wel mee. Hy zou het niet prettig vinden als aan een buiten- landsche firma dit werk zou worden opge dragen, doch hij wenschte zich nu niet aan eenige toezegging te binden. De Zuiderzefondsbegrooting weTd z.h.s. goedgekeurd. Defensiebegrooting. In de avondvergadering was de Defensie begrooting voor 1937 aan de orde. De eerste spreker daarbij was de heer Wendelaar (v.b.) Deze begon met een korten schets van den zooveel dringender geworden inter nationalen toestand. Hij wees op recente uitlatingen van president Roosevelt, die een land, dat honger lijdt, een gevaar voor den vrede noemde, en von Schacht, die gezegd heeft, dat Duitschland koloniën noodig heeft. We hebben een Defensiefonds gekregen. Maar is dat genoeg; moet er niet meer ge beuren? Een land, dat niet genoeg voor zijn defensie over heeft, behoeft op hulp van anderen te rekenen. Voor de versterking van leger en vloot is geld noodig, doch onze knappe minister van financiën zal daarvoor wel een weg weten te vinden. De mentaliteit is er nu gunstiger dan ooit voor de defensie. Ook in de S.D. A.P. begint men in te zien, dat versterking van onze defensie onafwijsbaar is. Vervolgens betoogde de heer Wendelaar, dat de regeering ten aanzien van het mari ne-materiaal, den vliegtuigendienst in Indië en de personeelsorganisatie voor de bewa king van de Nederlandsche grens te kort is geschoten. Met de marine blijven we neg beneden het minimum-vlootplan Deckers van 1930. De aanbouw van een reserve-krui ser is nu gewenscht, omdat de teekeningen enz. van de „De Ruyter" er nog allemaal zyn en aan vele handen weer werk kon worden gegeven, met het oog waarop de heer Wendelaar ook bepleitte vliegtuigbouw en verwerking van andere benoodigde ma terialen in Nederland. De heer Duymaer van Twist (a.r.) vroeg of de regeering voldoende acht, wat xy in haar memorie van antwoord voorstelt. Hij constateerde denzelfden achterstand als de heer Wendelaar. Het allereerst noodige be schouwde hy vergrooting van het contin gent, teneinde het geheele jaar over ge oefende troepen te kunnen beschikken. Ver volgens is een derde herhalingsoefening noodig en in aansluiting met een en ander een verlenging van den eersten oefentijd. Derhalve moeten jaarlijks drie ploegen op komen en zal er een blijvend gedeelte zijn. Een andere wensch van den heer Duymaer was de bevordering van de weerbaarmaking van het volk door vrijwillige oefeningen ter verhooging van de schietvaardigheid. Een spreker, die zich by de Defensiebe grooting anders niet laat hooren, was gister avond onder de sprekers: baron van Boet- zelaer van Dubbeldam (c.h.) Deze wees op de merkwaardige kentering in de openbare meening in Indië ten aanzien van het defen- sievraagstuk, zoodat dit jaar de oorlogs- en marinebegrooting z. h. s. zyn aangenomen en men de defensie-voorstellen onzer regee ring zelfs nu met smar 1 overlaadt, zóó wei nig vindt men het. Maar z.i. bewandelt de regeering den middenweg; terecht stelt zy de financieele overwegingen niet ter zijde. Eveneens min of meer een „vreemde" bij dit hoofdstuk was de heer Bongaerts (r.k.) Deze betoogde, dat de doelstelling der weer macht niet meer aangevochten behoefde te worden. Het gaat alleen om de vraag of de plannen der regeering goed daarop zijn ge bouwd. In 't algemeen kon de heer Bon gaerts zich ermede vereenigen, al vond hy sommige onderdeelen daarvan te laat inge diend en de aanduiding wat vaag. Deze „omfloersing" der begrooting diende echter voor het buitenland. Toch zou de heer Bon gaerts er wel wat meer van willen weten, met name van de grootte van het contin gent, waarvoor de minister veronderstellen- derwys een cijfer van 32.000 man noemde. De internationale toestand maakt een ver zwaring van de persoonlijke en financieele lasten noodzakelijk. Tenslote beval de heer Bongaerts aan, de werklooze dienstplichtingen in dienstver band, wees de heer van Boetzelaer op de gewijzigde mentaliteit ten aanzien van het defensievraagstuk in Indië, de heer Tilanus (c.h.) constateerde met nadruk hetzelfde feit voor ons land. In het bijzonder had hy 't oog op de sociaal-democraten en de vriiz.- democraten. Een uitlating van den heer Vlieger bij de begrooting van buitenland- schc zaken had hem bijzonder getroffen en wel, dat we in de tegenwoordige omstandig heden aan een ontwapende democratie niets hebben. Het was nu maar te hopen, dat de soc.-democraten en de vrijz.-democraten voor deze begrooting zouden stemmen. Inderdaad is er thans veel veranderd. Politiek zou wel mogelijk zyn, maar finan cieele overwegingen kon men niet terzijde laten. Zelfs slaat men nu naar het andere uiterste over door de regeering te verwij ten dat zij nog te weinig, ja, zelfs heelemaal niets doet. Vooral deze laatste uitingen zijn met het oog op het buitenland niet zonder bedenkingen. De heer Tilanus wenschte, evenals de heer Bongaerts, omtrent de voorstellen der regeering nog nader te wor den ingelicht. Zij maakten op hem een ver- trouwenwekkenden indruk. Tenslotte be pleitte hij handhaving van het militaire karakter van de Kon. Marechaussee bij de reorganisatie van de Rijkspolitie. De heer Schiethuis (v.d.) zette uiteen, dat moeilijk een objectieven maatstaf te vinden is voor het bepalen van den omvang van onze weermacht in het stelsel van de hand having van de collectieve veiligheid. We zullen daarbij telkens met de financieele mogelijkheden moeten rekenen. Hij had tegen een contingent van 32000 man en een eersten oefentijd van 12 maanden, zooals die verondersteld zijn, en tegen een derde her halingsoefening, indien de eerste oefen'yd inderdaad zoo lang was, nog al wat beden kingen. Ook vreesde hij, dat de kosten daarvan (20 millioen aan kapitaaluitgaven en 15 mil- lioen aan jaarlijksche uitgaven) onze draag kracht te boven zouden gaan. Om één uur kon de Kamer gaan slapen. Qemeeuiecadeu. Woensdag vergaderde de raad. Ingekomen was een verzoek van mei. Kok, onderwijzeres aan de o.l. school, om eervol ontslag met ingang van 1 December 1936 wegens afkeuring. B. en W. stelden voor het gevraagde ont slag eervol te verleenen, ingaande 1 Dec 1936. Met het voorstel van B. en W. ging de raad accoord. Na behandeling van verschillende punten, die hoofdzakelijk van administratieven aard zyn, besloot de raad de gemeenterekening 1935 opnieuw vast te stellen. Ingekomen was een brief van Ged. Staten met betrekking tot de tweede wijziging van de begrooting 1936, zijnde de werkloosheids uitgaven. B. en W. stelden voor aan het verlangen van Ged. Staten te voldoen, waarmede de raad accoord ging. Een schrijven van Ged. Staten betreffen de de vergoeding van de leden van het Bur gerlijk Armbestuur en den secretaris-pen ningmeester. Ondanks het verweer van B. en W. hebben Ged. Staten geen aanleiding gevonden om de verhooging goed te keuren. Naar de meening van Ged. Staten moet niet worden afgeweken van het beginsel, dat de leden van Armbesturen hun taak zonder bezoldi ging dienen te verrichten. Hoewel met tegenzin stelden B. en W. voor het betreffende raadsbesluit in te trek ken. De voorzitter deelde hierover mee, dat op 26 Maart de raad het besluit heeft genomen om vanaf 1 Januari 1936 de leden van B. A. als volgt te salarieeren: secretaris-penning meester 40, de beide leden 25. De mi nister heeft dit echter niet goedgekeurd. De heer C. Bas vroeg, hoe het in andere gemeenten wordt geregeld. De voorzitter antwoordde, dat dit zeer verschillend gaat. Er zijn gemeenten, waar ze 200 hebben, maar dan zijn deze niet noodleidend. De heer Smit (lid van B.A.) zeide, dat met Maart «de vergoeding is goedgekeurd. We hebben er het heele jaar voor gewerkt, en als het jaar om is, krijg je nog niets. Weth. Wit vond het van Ged. Staten een. heel verkeerd standpunt, er was verbazend veel werk aan en een groote verantwoor ding. De voorzitter meende, dat het een punt is, dat door Ged. Staten verkeerd wordt be grepen, maar we kunnen er niets aan ver anderen. Het is zeer gevaarlijk, aldus spr., het besluit niet in te trekken. Er werd hier over nog heel wat gediscussieerd, maar het eind is toch, dat het besluit, hoewel met tegenzin, werd ingetrokken. Een verzoek van het curatorium van het R.K. Lyceum te Alkmaar om over 1936 een bijdrage te verleenen, groot f 150, voor een leerling uit Hensbroek (n.1. Nico Mul uit Wogmeer). Behoudens toestemming van de regeering stelden B. en W. voor aan dit verzoek te voldoen. De raad besloot aldus. Een brief van Ged. Staten inzake het doen van uitgaven in verband met de feesten ter gelegenheid van het huwelijk van H.K.H. prinses Juliana en Z.D.H. prins Bernhard. B. en W. stelden voor het toegestane be drag van 0.25 per kind aan de feestcommis sie uit te keeren, benevens f 50 voor feeste lijkheden in het algemeen. De voorzitter deelde mede, dat op de lijs ten voor 103 is geteekend, welk bedrag niet van dien aard is om behoorlijk feest te vieren, waarom B. en W. voorstelden het door den minister beschikbaar gestelde be drag te aecepteeren. De heer Overman kon zich met het een en ander niet vereenigen. Wanneer ik zie, al dus spr., hoe de meesten van een werkver- schaffingsloontje of van de giften van B. A. moeten leven, vind ik het een groote tegenstrijdigheid om dan met opgewektheid feest te vieren. De voorzitter zeide, dat volgens het tee kenen op de lijsten de meesten er wel voor waren om feest te vieren. Weth. Oudejans was het met den heer Overman vrijwel eens. Spr. vond het op het oogenblik geen tijd om in deze crisis te gaan feesten. Alleen de kinderen, die nog geen begrip van de crisis hebben, zou spr. een feestje willen geven. Men besloot ten laatste het beschikbare bedrag te accepteeren. Een voorstel van B. en W. om aan den minister van onderwijs voor te stellen aan mej. Kok over het tijdvak van 28 Oct. 1936 tot 1 Dec. 1936 uit te keeren de helft van de jaarwedde als onderwijzeres aan de o. 1. school en hierbij te vermelden, dat dit een bijzonder geval is. De helft der jaarwedde bedraagt per maand 72,67. De heer Duin meende niet, dat de aan vrage op grond van behoefte is gedaan. De voorzitter zeide, dat B. en W. willen voorstel'en hierin tegemoet te komen. Weth. Oudejans zeide, dat het voorstel niet van B en W. uitgaat, doch van de meer derheid van het college. Spr. was er niet voor mej. Kok hierin tegemoet te komen. Ten eerste, zeide spr., heeft zy de gemeen schap al genoeg gekost en ten tweede heeft hij zich steeds aan haar doen en laten ge- ergerd. Het voorstel om mej. Kok 72.67, zijnde een maand salaris, uit te betalen, werd met 4 tegen 3 stemmen afgewezen. Een voorstel van B. en W. om de machti ging tot het spannen van draden der radio distributie over gemeentegronden te ver lengen ook na April 1937 tot 1 Mei 1942 werd goedgekeurd. De heer Bas vroeg,bij der ondvraag, hoe het moet, als de weg glad is. De voorzitter antwoordde, dat dit al in orde is gebracht. De heer Overman vroeg naar steunverlee- ning B. voor de werkloozen. De voorzitter deelde mede, dat door B. en W. daarvan bereids werk van is gemaakt door 2 wollen dekens 2-persoons en 20 half wollen dekens 2-pers. aan te vragen. Hier voor is f 153 beschikbaar. Namens den raad bedankte wethouder Wit, daar het wel de laatste vergadering in dit jaar zal zyn, voorzitter en leden voor de prettige samenwerking. De voorzitter dankte allen voor den steun hem in het afgeloopen jaar verleend en sloot de vergadering. lito* «°co- EEN SEMI-GEMEENTELIJKE IN STELLING EN DE METSEI-AARS- LOONEN. Mijnheer de Redacteur, Naar aanleiding van de advertentie waar bij de Commissie voor Ontwikkeling en Ont spanning voor werkloozen een bekwaam, metselaar voor den bouw van een werk plaats voor metaalbewerkers vraagt, welke advertentie voorkwam in de Alkm. Crt. van 8 dezer, wilde ik gaarne eenige opmerkin gen maken namens de afd. Alkmaar van de Landelijke Federatie van Bouwvakarbei ders. Het zal een ieder wel opgevallen zijn, dat een Icon wordt aangeboden van 21. per week. Volgens het landelijk collectief contract geldig voor de bouwbedrijven is het loon van een metselaar 56 cent per uur. Het weekloop bij een 48-urige werkweek is dus 26.88, waarbij nog een vacantiebon ter waarde van 1 per week. We zijn dus in Alkmaar zoover gevorderd, dat een instelling welke werkt met over heidsgeld, openlijk als loondrukker gaat fungeeren. Het is voor de patroons om te watertan den bij het aannemen van personeel om te wijzen op dit feit waarop zy zich ongetwij feld zullen beroepen indien de bedoeling voorzit om te grasduinen met de loonen en arbeidsvoorwaarden van dit personeel. Het is teekenend voor den toestand in het bouwbedrijf als we kennis maken met deze ergerlijke schending van de bepalingen van het L.C.C. Het zal tot de taak van de gezamenlijke organisaties behooren om te verhinderen, dat de Commissie voor O. en O. van Werk loozen zal slagen in haar boos opzet om de zen functionnaris in dienst te nemen voor ongeveer 25 pCt. beneden de voorwaarden van het L.C.C. Wy roepen de Alkmaarsche arbeiders op om niet in te gaan op deze voorwaarden en een zoodanige actie te ontwikkelen, dat ook hier zal worden voldaan aan de eischen van het L.C.C. Met dank voor de plaatsing, namens de afd. Alkmaar van de L. F. v. B. B. APPEL, secretaris. DE VOORDEELIGE MEISJESSCHOOL. Mijnheer de Redacteur, Uit het raadsverslag der gemeente Bergen is ons duidelijk geworden, dat de heer Voilte opnieuw een lans heeft geveld tegen de meisjesschool in Bergen. En weer ziet dus het bestuur der Berger school vereen iging zich genoodzaakt, tegenover de beweringen van zyn opposant de macht van cijfers en feiten te stellen om hem en het grom bliek duidelijk te maken, dat deze m 6 Pü" school voor Bergen een niet onbel eiS^es* voordeel oplevert en dus door de angr'^ vaderen der gemeente met zorg en Vr°ed° thie moet worden behandeld. Ook jnSyrnPa- heer Voute! 0r ^en In verband met de toeneming van het tal leerlingen, dat van ruim 20 in 1934 f"' tot 52, werd in November '34 een bedra S de gemeente gevraagd van 651.39 nfn cember '36 van 460 18 in totaal f 11 Uk Daartegenover staan twee jaarlijks te keerende creditposten: 8- 1. besparing van kosten, die de gemeent moet vergoeden voor meisjes-leerlingen Va middelbare scholen buiten Bergen: wann de meisjesschool niet bestond, zouden Vp moedelijk 12 leerlingen van die school Uu Bergen momenteel die middelbare scholen bezoeken, waarvoor door de gemeente Be" gen f 200 tot 300 per leerling zou moeten worden vergoed besparing 2000 a 3000 per jaar. Nu kosten deze meisjes de gemeen- te plm. f 35 per jaar plus een klein bedra» aan kosten ex art. 72, waarvoor de gemeente in ruil ontvangt het volledige schoolgeld der leerlingen. Het is duidelijk, dat alleen al op deze 12 kinderen de gemeente min- stens 2000 per jaar verdient. 2. rechtstreeksche inkomsten aan school, geld van buitenleerlingen. De kinderen uit Bergen, die niet onder de bovenbedoelde groep van 12 vallen, kunnen buiten beschouwing blijven: waren ze gèèn leerling van de meisjesschool, dan zouden ze waarschijnlijk leerling van de gemeente- u.l.o. zyn, wat vÓor de gemeente op hetzelf. de neerkomt. De meisjesschool telt op het oogenblik 20 leerlingen, die niet in Bergen wonen. De gemeente heeft recht op het vo'. ledige schoolgeld dier kinderen in ruil daarvoor ontvangt het schoolbestuur van de gemeente, evenals de andere u.l.o.-scholen plm. 35 per leerling. Waar wy niet weten, hoe hoog het door deze kinderen betaalde schoolgeld is, is het ons onmogelijk na te gaan, hoeveel geld de gemeente op deze kinderen overhoudt. Wèl is ons met zeker heid bekend, dat 10 van deze 20 leerlingen' in de hoogste schoolgeldklasse vallen en dus aan de gemeente 10 x 135 is 1350 per jaar opbrengen. Dit is te verminderen met 10 x 35 plus een klein bedrag aan kosten ex- art. 72 de gemeente verdient alzoo op deze leerlingen een kleine f 1000 per jaar. Indien de gemeente voor de 10 andere bui tenleerlingen méér zou betalen dan ontvan gen, wat vermoedelijk niet het geval is, kan zij dit tekort verrekenen met de buitenge meenten, onafhankelijk van de bovenbedoel de 1000. Het schoolbestuur beschikt helaas niet over de officieele cijfers van het schoolgeld- cohier en kan dus niets dan een schatting maken, die zeker aan den lagen kant is. Het is echter bereid, mét den heer Voüte, die wèl over deze cijfers beschikt, te berekenen, hoe hoog precies het bedrag is, dat de meis jesschool sedert 1934 aan de gemeente heeft opgeleverd. Waarna het van dezen opposant alle medewerking verwacht, waarop het als leiding van een der weinige bloeiende ge meentebedrijven aanspraak meent te mogea maken. Met dank voor de opname, HET BESTUUR DER BERGER SCHOOLVEREENIGING. (Van onzen R.-correspondent). Een nieuwe brug is gereed. Een nieuwe brug zal morgen geopend worden en het wegverkeer, dat al jaren lang hunkert naar een vaste verbinding ter plaatse, zal er 00 feestelijke wyze bezit van nemen. Daarmee zal ondubbelzinnig het belang gedemon streerd worden van dezen nieuwen schakel in het verkeer. Een nieuwe brug zal mor gen het aantal voor ons land zoo noodzake lijke rivierovergangen een stap nader brengen tot zyn voltooiing. Een brug, die niet alleen om de bijzondere plaats, welke zy in ons wegennet inneemt, doch ook om haar eigen karakter speciale aandacht ver dient. De nieuwe Moerdijkbrug is de langste van het Nederlandsche bruggenplan, waaraan met zooveel voortvarendheid wordt gewerkt Met haar tien overspanningen vormt zy een stalen weg van duizend meter lengte, ter wijl zy met haar opritten en landhoofden ten watervlakte van ongeveer twee kilome ter breedte overwint. Zij is niet afleen de langste, zij is ook zonder twijfel de leelijk- ste brug, die de rijkswaterstaat als onder deel van het bruggenplan nog heeft ge maakt en vermoedelijk ook maken zal. Een lange opengewerkte vierkant balk met een lichte buiging naar een iets hooger midden, ziedaar het beeld, dat het nieuwe bouwwerk aan den beschouwer van het geheel te zien geeft. Dit te erkennen sluit geen discriminatie in van het aesthetisch inzicht der water staatsingenieurs, die deze brug hebben ont worpen. Dezelfde rijkswaterstaat, die de fraaie brug te Nijmegen heeft gebouwd en daarmede ons land een van zijn schoonste architectonische kunstwerken heeft ge schonken, heeft ook de brug bij Moerdijk gebouwd. De bruggen by Zwolle, by Geer- truidenberg, by Vianen, bij Arnhem en by Zaltbommel zijn alle mooier dan die by Moerdijk. Een vergelijking van de beide overbruggingen van het Hollandsche Diep, die nu bij Moerdijk naast elkaar liggen, ein digt evenmin ten gunste van de jongste der twee zusters. De economische zijde van het vraagstuk, dat by een bouwwerk van dezen omvang zulk een gewichtige rol speelt, heeft tot het kiezen van den gebezigden vorm den door slag gegeven. De kans, om hier een nieuw architectonisch wonder te scheppen, dat het nageslacht tot in lengte van dagen van het kunnen en kennen van dezen tijd zou heb ben doen spreken, hebben de waterstaats ingenieurs bewust laten voorbijgaan, om aan het groeiende land verkeer nu reeds de zoo hoog noodige verbinding te schenken, die zeker bij een hoogere kostenberekening langer op zich zou hebben laten wachten, ef andere, evenzeer noodige, verbindingen zou hebben doen uitstellen. De .hoofdingenieur-directeur van het bruggenbureau van den rijkswaterstaat, ir. W. J. H. Harmsen, zegt het duidelijk in het gedenkboek van de opening der Moerdijk brug: Vergelijking tusschen verschillende projecten met grootere overspanning heeft doen zien, dat de overspanning van 100 me ter hier de meest economische oplossing gaf. Ook bij de vormgeving van den boven bouw is in de eerste plaats naar een econo misch verdedigbare oplossing gezocht. Mede met het oog op de montage bleek een bo venbouw, bestaande uit tien vakwerkbalk- bruggen het goedkoopste in uitvoering. De tien overspanningen werden op verschil lende plaatsen gemaakt en te Dordrecht stuk voor stuk in elkaar gezet. De bouw werd opgedragen aan de firma Penn en Bauduin te Dordrecht, terwijl het construc tiewerk werk geleverd door de samenwer kende Nederlandsche bruggenbouwers Plet- tery L. J. Entheven en Cie. te Delft, Werf Gusto te Schiedam, De Vries Robbé en Co. te Gorinchem, Kloos en Zonen te Kinder dijk, de Rotterdamsche machinefabriek te Schiedam, gebroeders Stork en Co. tt Haarlem en de Noord-Nederlandsche ma chinefabriek te Winschoten. Van de werf te Dordrecht werden de bruggen in haar geheel getransporteerd naar de Hollandsch Diep en neergezet op den onderbouw, wel ke de Amsterdamsche Ballast maatschappij ervoor gemaakt had. Op 28 Mei 1934 werd begonnen met het inrichten van het werkterrein voor het ma ken van den onderbouw. Weldra kon de eerste paal worden ingeheid en op 20 No vember 1935 was de onderbouw gered, ver binnen den door het ministerie van water staat gestelden termijn van 750 dagen. Vóórdien was men evenwel al begonnen met het plaatsen der eerste overspanning- Dit geschiedde op 30 Mei van het vorige jaar. En op 14 Juli 1936 werd de laatste van de tien gelijke en gelijkvormige overspan ningen in een vliegenden storm op haar rustpunten neergezet. Daarna moest bet wegdek worden aangelegd en moesten de opritten worden afgemaakt. Dit alles is 'n een snel tempo gereed gekomen en morgen zal de nieuwe brug worden geopend. Een nieuwe, gigantische brug is gereed Een indrukwekkend bouwwerk, getuigend van stoere kracht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 8