DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Engeland wil samenwerking met andere landen. Qüinlelle Inslrumenlal Je Paris De muiterij breidt zich niet verder uit. Alkmaarsclie Kamermuziek Vereeniging No. 294 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 15 December 1936 138e Jaargang De algemeene toestand. Eden spreekt. Maarverdragen zijn geen vodjes papier! EEN KRACHTIGE REDE. Aartsbisschop over den ex-koning. Schouwburg „HARMONIE" Woensdag 16 December 1936 speelt het beroemde Dijkverzakking bij Kapelle. De situatie in China. Tsjang Kai Sjek nog in leven. De ontwikkeling der situatie. dJ rJ lCht Ult Nanking vermeldt, dat ue regeenng van Nanking geen enkel bericht omtrent Donald heeft ontvangen! ALKMAARSCHE COURANT, Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS FER GEWONE ADVERTEN^IEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Alkmaar, 15 December. „Ik herhaal dus, dat onze internationale betrekkingen niet geleid worden door de vormen der regeeringen, maar door de wijze, waarop deze regeeringen haar ver plichtingen in acht nemen." Aldus de Engelsche minister van buiten- landsche zaken, Eden, in zijn rede, welke hy gisteravond te Bradford heeft gehouden. Wy hebben hierboven één zinsnede uit de rede aangehaald, omdat wij deze als de meest belangrijke beschouwen. Zij houdt verband met wat Eden even te voren zeide: Engeland wenscht op vreedzamen voet te leven, ja zelfs op hartelijken voet met hen, die in hun eigen landen de gevaarlijke leer r.aleven de wereld te willen verdeelen tu5- schen linksche en rechtsche dictaturen, of die een van deze leerstellingen aanhangen. Dat beteekent dus, dat Engeland gaarne met een Duitschland of Italië, even gaarne met een Rusland wil samenwerken, want het interesseert Engeland niet, hoe een an dere natie binnen haar grenzen bepaalde denkbeelden aanhangt. Maar Engeland maakt één opmerking, die Hitier in zijn zak kan steken: het moet uit zijn, zegt Eden, met de eenzijdige op zeggingen van verdragen. En hoewel Eden het niet zeide, hij bedoelde wel heel duide lijk Duitschland. dat dit jaar de verdragen van Locarno en Versailles als stukjes papier beschouwde en deed, wat het zelf wilde: het herbewapende de Rijnprovincies, die sedert 1918 geen Duitschen soldaat gezien hadden, het herbewapende het heele rijk in een razend tempo en met ontzaggelijke opofferingen. Daarom zei Eden ook: onze betrekkingen met de andere naties worden geleid door haar bereidheid, den vrede met haar na buren in stand te houden en de voor de handhaving van den vrede uitgewerkte ver dragen in acht te nemen. En nog duidelijker was hij in de volgende passage: de verdra gen zijn op zichzelf niet heilig, kunnen ver beterd worden, maar de nakoming van plechtige verplichtingen moet in zekeren zin een heilig karakter dragen. Is er ooit duidelijker taal gesproken tegen Hitier? En heeft Engeland ooit duidelijker zijn meening t.o.v. de buitenlandsche poli tiek uiteengezet? O zeker, den laatsten tijd is de Engelsche regeering veranderd. Zij heeft misschien al te lang geaarzeld, al te lang een onzekere politiek gedemonstreerd, maar na de duide lijke verklaring van haar verhouding tot Frankrijk en België, waarbij Engeland bei de landen onmiddellijk zal steunen bij een nietruitgelokten aanval, is deze jongste ver klaring als het ware een bekrachtiging van de thans ingezette politiek. Duitschland mag dus een bittere pil slik ken, het heeft in de afgeloopen dagen een nog bitterder geslikt. Dat was bij het pro- ces-Frankfurter, dat juist geëindigd is en waarbjij David Frankfurter, de moordenaar op een Duitschen jodenhater, veroordeeld werd tot 18 jaar tuchthuisstraf. De verdedi ger van Frankfurter, dr. Curti, heeft n.1. een zeer eigenaardig pleidooi gehouden, dat alleen mogelijk was, doordat het proces in Zwitserland gevoerd werd. Urenlang heeft dr. Curti gesproken; hjj heeft den verdachte verdedigd, ja zeker, maar dat was voor hem bijzaak; hij heeft in de allereerste plaats de enorme misstanden in Duitschland geschetst; hij heeft uitvoerig de Jodenvervolging in het Derde Rijk nage gaan; hij heeft geciteerd uit Duitsche bla den en tijdschriften; hij heeft herinnerd aan de massa-moorden onder het Hitier- regime; kortom, hij heeft een zeer, zeer felle aanklacht ingediend tegen het nieuwe Duitschland. Het ligt niet op onzen weg, om dit alles haarfijn na te vertellen. Slechts dit kun nen wij zeggen: als alles waar is, wat dr. Curti beweerde, dan bestaan er in Duitsch land wel zeer groote, onhoudbare misstan den. Verder is het zeer merkwaardig, dat de rechtbank den verdediger zoo ongehinderd op zijpaden heeft laten gaan en dat heeft zeer begrijpelijk in Duitschland kwaad bloed gezet. En Duitschland zal het er niet bij laten zitten. Het zal wraak nemen en die wraak zal bestaan uit. nieuwe joden- wetten. Reeds heeft de „Völksche Beobachter" zich in dien geest uitgelaten en schreef: „Het wereldjodendom kan erop rekenen, dat noch David Frankfurter noch zijn opdrachtgevers de hun opgedragen taak tot nut van het wereldjodendom hebben volvoerd". Nieuwe jodenwetten? Zeker, maar welke? Dat is nog niet bekend. Misschien en zelfs waarschijnlijk, zal Duitschland nieuwe financieele maatregelen nemen en door strenge bepalingen verhinderen, dat in het vervolg nog kapitaal van Duitsche joden naar het buitenland kan worden overgebracht, opdat dit kapitaal niet ter be schikking komt van aan het wereldjoden dom toegeschreven acties en machinaties- Gelukkig laat de Duitsche pers de Zwit- sersche regeering en de Zwitsersche recht bank ongemoeid. Te Bradford heeft Eden, de Britsche minister van buitenlandsche zaken, gistermiddag een groote rede gehouden, waar hij uitsluitend de buitenlandsche politiek heeft besproken en waarin hij zekere regeeringen heeft duidelijk ge maakt, wat Engeland wenscht en hoe samenwerking met het Britsche rijk mogelijk is, maar ookhoe die sa menwerking onmogelijk zou zijn. Wat Eden zeide, moge hier vo'gen: Er moet een grens gesteld worden aan de eenzydige verdragsopzeggingen, aldus ver klaarde hjj, en verder: het is een overwe ging van groot belang voor Groot-Britannië, dat de integriteit van Spanje en zijn bezit tingen gehandhaafd wordt. Deze beide pun ten, die den kern van zijn redevoering vormden, bracht Eden met grooten nadruk naar voren. Wat het eerstgenoemde punt betreft zeide Eden o.m.: Groot-Britannië wenscht op vreedzamen voet te leven, ja zelfs op harte lijken voet, met hen, die in hun eigen lan den de gevaarlijke leer naleven de wereld te willen verdeelen tusschen linksche en rechtsche dictaturen, of die een van deze leerstellingen aanhangen. Onze betrekkin gen met de andere naties worden geleid door haar bereidheid den vrede met haar na buren in stand te houden en de voor de handhaving van den vrede uitgewerkte ver dragen in acht te nemen. Het inachtnemen van verdragen en de bereidheid toevlucht te nemen tot vrije onderhandelingen in geval van oneenigheid, vormen tezamen de eenige werkelijke basis van het internationale ge weten. De verdragen zijn op zichzelve niet heilig, zij kunnen verbeterd worden, maar de nakoming van plechtige verplichtingen moet in zekeren zin een heilig karakter dragen. Er moet een eind komen aan de een zijdige opzeggingen van verdragen, of wel wij zouden op het punt aanlanden, dat geweld en geweld alleen de uitslui tende arbiter moet zijn van de interna tionale betrekkingen en dat geen enkel verdrag het papier waard zal zijn, waarop het is geschreven. „Ik herhaal dus, dat onze internationale betrekkingen niet geleid worden door de vormen der regeeringen, maar door de wij ze, waarop deze regeeringen haar verplich tingen in acht nemer". Eden wees er verder op, dat zijn eigen verklaringen afgelegd te Leamington den 20sten van de vorige maand en die van Del- bos, den Franschen minister van buiten landsche zaken, op 4 December, niets anders waren dan bevestigingen van reeds aanvaar de verbintenissen en geen enkele verborgen bedoeling be 'atten tot het vormen van eenig bondgenootschap, noch gericht waren op een politiek van „block". Wij zullen gaarne een samenwerking met Duitschland aanvaarden niet alleen wat betreft een Westelijk pact maar ook aangaande de Europeesche aangelegenheden in het alge meen. Wij zijn er verre van een omsingeling van Duitschland te wenschen en willen met haar samenwerken tezamen met andere landen zoowel in economischen en finan- cieelen als in politieken zin. Wy wenschen geen scheidingslijnen in Europa. Al zyn de vitale belangen van Engeland aan zekere duidelijk aanwijsbare streken verbonden, toch is het geïnteresseerd by den vrede in de geheele wereld. Indien wy de wereld een duurzamen vrede willen verschaffen, moet er een einde komen aan bepaalde politieke strekkingen in deze wereld, waar een te groot deel der rijkdommen voor de bewapening wordt gebruikt. Wy verlangen over de geheele wereld de omstandigheden zoo te zien, dat het levens peil van alle volken verhoogd kan worden. Indien een duurzame regeling van de moei lijkheden der wereld tot stand zou komen, waarbij een accoord over de bewapeningen in ieder geval zou moeten zyn inbegrepen, zouden wij gaarne onzen steun geven, maar en dit is van het grootste belang men kan niet verwachten, dat Engeland anderen zal helpen op economisch en financieel ge bied, als het resultaat van die hulp een ver grooting der bewapening is. Eden Ten aanzien van de Spaansche kwestie zeide Eden, dat de tragedie in dat land een ernstige internationale ongerustheid baart, omdat de landen noch de letter noch den geest der niet-inmengingsovereenkomst res pecteeren. Dit verklaart 't nieuwe Franscn- Engelsche initiatief. Onze belangrijkste zorg van het oogenblik aldus minister Eden, dat wy moeten bewerken, dat het conflict binnen zoo eng mogelijke grenzen wordt gehouden, is de hoop, dat spoedig een op lossing zal zijn gevonden. Dit standpunt wordt ingegeven door de groote belangstel ling, die wy hebben voor de handhaving van de integriteit van Spanje en de Spaan sche bezittingen. Ik behoef nauwelijks te zeggen, dat het voor ons een overweging van het grootste gewicht is, dat die integri teit van geen enkele zijde bedreigd wordt, wanneer Spanje de bestaande moeilijkheden te boven zal zyn gekomen. Kritiek op diens vrienden. De aartsbisschop van Canterbury (Anglicaan) heeft, naar wij in één der Londensche bladen lezen, Zondagavond tydens de radio-godsdienstoefening een merkwaardige rede gewijd aan den af getreden koning Edward VIII, welke rede mogelijk de openbare beschouwin gen, die door het stille heengaan in de duisternis van den nacht van den ex- vorst voorloopig afgesloten waren, weer zal openen. Na gewezen te hebben op de tragische sfeer, welke de hoofdfiguur van de snel op eenvolgende gebeurtenissen omringde en op de coincidentie, dat 248 jaar geleden, ook op 11 December, koning Jacob II Whitehall ontvlood, vervolgde de aartsbisschop: „Zelden of nooit is er een Britsche souve- rein op den troon gekomen, met grooter na tuurlijke gaven voor zijn koningschap be deeld. Zelden of nooit heeft men een souve- rein met geestdriftiger loyaliteit begroet. Van God had hy een verheven en heilig pand ontvangen. Doch, geheel vrijwillig, is hij afgetreden, heeft hy het pand terugge geven. Met een karakteristieke vrijmoedig heid heeft hij ons de beweegreden van die daad meegedeeld. Het was een smachten naar persoonlijk geluk. Het moet vreemd en droevig heeten, dat hy om zulk een beweegreden, hoe sterken drang| ze ook uitoefende op zijn hart, zoo hooge verwachtingen heeft teleurgesteld en zulk een groot pand heeft prijsgegeven. Maar, nog vreemder en droeviger is het, dat hy zyn geluk moest zoeken op een wijze, onvereenigbaar met de christelijke be ginselen van het huwelijk en in een gezel schapskring, welker levensopvattingen en levenswijzen vreemd zyn aan de beste ge voelens en tradities van zyn volk. Laten zij, die tot dien kring behooren, be seffen, dat zy thans de afkeuring te dragen hebben van de natie, die koning Edward liefhad. Ik heb geaarzeld, deze woorden te spre ken. Doch ik voelde mij om wille van de op rechtheid en de waarheid gedrongen, ze te spreken". De aartsbisschop zegt dan, dat deze woor den niet de laatste kunnen zijn en herinnert aan s ex-konings charme en bewonderens waardige gaven; de op hem gebouwde hoop volle verwachtingen; zyn zorg voor de ar men en lijdenden, de werkloozen; zyn dienst bij de defensie in het eigen land en overzee. Bij de herinnering aan al deze dingen welt de kreet den aartsbisschop uit 't hart: „Hoe jammer! O, hoe jammer! Aan de eindelooze barmhartigheid en de bescherming var. God bevelen wij hem thans aan, waar hij ook moge zijn". Tenslotte brengt hy eerbiedige hulde aan de koningin-moeder voor haar waardige houding in de voorbije droeve uren en be tuigt hij groote erkentelijkheid aan den pre mier, Baldwin, die met grooten moed den heelen last op zichzelf alleen geladen heeft. Aan den nieuwen koning brengt hy ten laatste dezen lof: „Hij heeft hooge opvattin gen van het leven en van zijn plicht en nij zal die opvattingen toepassen met rustige vastberadenheid". Msb. UITSPRAAK TE CHUR. Frankfurter tot achttien jaar gevan genisstraf veroordeeld. Het kantonnale gerecht van Graubuenden heeft gister uitspraak gedaan in de zaak tegen David Frankfurter verdacht van moord op Wilhelm Gustloff, den leider van de groep-Zwitserland der Duitsche na- tionaal-socialistische partij. Frankfurter is veroordeeld tot 18 jaar ge vangenisstraf met aftrek van acht maanden preventieve hechtenis, hij verliest de bur gerlijke eererechten voor het leven, het ver blijf in Zwitserland wordt hem voor zijn leven ontzegd, hij is in beginsel veroordeeld tot vergoeding van alle door zyn misdaad veroorzaakte schade en tot betaling van de proceskosten. Ernstig gevaar voor de bewoners van den polder. Gisteravond is over een lengte van 200 tot 300 meter een verzakking ge constateerd in den dijk van de Wester- schelde langs den Willem Annapolder in Zeeland, gelegen in Biezelinge (gem. Kapelle) en 's Gravenpolder. In den polder staan een vijftal boerenhoeven. Twee daarvan, die van de families Dees en van de Recht, zyn ontruimd. Onmiddellijk nadat de dijkval, zooals een dergelijke verzakking wordt ge noemd, was bemerkt, is men begonnen den dijk te versterken. Met vijftig man werd den geheelen nacht doorgewerkt om door het aanbrengen van zakken zand en basaltblokken een doorbraak te voorkomen. Hedenmorgen bij hoog water was het gevaar nog niet geweken. Zie verder laatste berichten. De gebeurtenissen in China blijven nog steeds de aandacht trekken en van groot belang is, hoe de algemeene toestand zich zal ontwikkelen. Er kan een zeer scherpe burgeroorlog komen; alles kan echter ook nog bijgelegd worden en reeds zouden er onder handelingen gevoerd worden, om het meeningsverschil der verschillende generaals in der minne op te lossen. Over den toestand van maarschalk Tsjiang Kai Sjek is op het oogenblik wei nig definitiefs bekend. Gistermiddag werd te Sjanghai het bericht ontvangen, dat de maarschalk op vrije voeten was gesteld, doch men hechtte hier weinig geloof aan. Het bericht is dan ook van geen enkele zijde bevestigd, evenmin als de mededee- ling dat Tsjiang Kai Sjek gedood is, tot dusverre eenige bevestiging heeft kunnen vinden. Over het contact dat de centrale regeering te Nanking, of haar vertegen woordigers met de muitende troepen te Sian foe heeft gehad, zijn ook geen mede- deelingen verstrekt. Wel is het zeker, dat de troepen van de centrale regeering tot actie zijn overgegaan, mogelijk is deze actie er echter voornamelijk op gericht om uitbreiding van de muiterij te voor komen. De militaire leiders te Nanking hebben n.1. te verstaan gegeven een af wachtende houding te willen aannemen, ten einde zich niet voor de toekomst te binden. De Chineesche bladen te Nanking dringen er op aan, dat alles voorkomen zal worden, wat tot een burgeroorlog zou kunnen leiden en in politieke kringen aldaar is men van meening, dat de moei lijkheden opgelost kunnen worden door onderhandelingen, ten minste wanneer Tsjiang Kai Sjek nog in leven is. Een afdeeling troepen van Tsjang Sjoe Liang is gistermiddag tot in de buurt van Toen-kau aan de grens van Sjen si en Honan genaderd. Hier bevinden zich de voorste afdeelingen van de troepen van de centrale regeering. De troepen van Tsjang Sjoe Liang hebben daar een verdedigende positie ingenomen aan de spoorlijn Toen- kau-Sian foe. Inmiddels blijven de troe pen van de centrale regeering samenstroo- men in het Noorden van Honan, doch naar het schijnt zijn de officieren eenigs- zins bevreesd om tot een aanval over te gaan, omdat dit mogelijk het leven van Tsjiang Kai Sjek in gevaar zou kunnen h engen. Het oppercommando van de centrale troepen heeft wel vliegtuigen uitgezonden om boven Sian foe te trach ten zich een beeld te vormen van de situatie. De berichten omtrent de hande lingen van deze vliegtuigen loopen zeer uiteen. Uit Peking wordt gemeld dat ue vliegtuigen niet tot actie zijn vergegaan en dat zij opgemerkt hebben dat lucht afweergeschut in stelling is gebracht. Latere berichten willen echter, dat de vliegtuigen met het bombardeeren van Sian foe begonnen zijn. Deze actie van de regeeringstroepen zou dan bedoeld zijn om de verdere te Sian foe en in de buurt daarvan samengetrokken troepen tegen muiterij te waarschuwen. Gelijk met de actie van de vliegtuigen zouden ook de centrale troepen, die de grens van Sjen-si bereikt hadden, verder zijn gerukt. Zij zouden reeds strijd hebben geleverd met de eerste afdeelingen van Tsjan Sjoe Liang en in dezen strijd succes hebben behaald. Een bericht uit Nanking zegt tenminste dat de troepen van de centrale regeering gisteren aan het einde van den dt.j op een afstand van 60 kilometer van Si—i-foe waren aangekomen en Toeng- kwang aan den Ioengha spoorweg op de t oepen van Tsjang Sjoe Liang veroverd hebben. Inmiddels is gisteravond bekend gewor den, dat een vriend van Tsjiang Kai Sjek, zoowel als van Tsjang Sjoe Liang op zich heeft genomen bemiddelend op te treden tusschen de beide maarschalken. Hij is gisteren per vliegtuig te Sian foe aange komen. Groote brand in Sian? Volgens een uit Peking ontvangen bericht zou te Sian een groote brand zyn uitgebroken, mogelijk als gevolg van een muiterij. Volgens een bericht uit Sjanghai is het zeker, dat Tsjang Kai Shek te Kwan Yang op ongeveer 47 K.M. van Sian wordt vastgehouden. De Britsche advi seur W. H. Donald is te Sian aangekomen, waar hy direct de onderhandelingen aan ving met Tsjang Sjoe Liang, tot vrijlating van Tsjang Kai Shek. Het schijnt even wel, dat deze besprekingen zijn mislukt. Regeering van Nanking ongerust. Blijkens een later bericht uit Sjanghai zou zyn uitgelekt, dat de regeeringsauto- nterten van Nanking gelooven, dat Tsjang fvi a?dtre leiders °P 12 Decem ber (Zaterdag) by Sinan zyn gedood toen zy werden aangevallen door mui- Fpo Van Tsjan* Sj°e Liang. daf Tsian^i T1Cht UU Sjanghai meldt' dat Tsjang Sjoe Liang nu zelf zou worden nnf d00r zijn aanhangers, die ontevreden zouden zijn over de verzoe ningsgezinde houding van Tsjang jegens de regeering van Nanking. Intusschen meldt men, dat Chineesche troepen uit verschillende punten optrek ken naar Sian, waar zy volgens een officieus bericht der Nankingregetring vandaag zouden worden verwacht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1