DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad. No 299 Maandag 21 December 1936 138» Jaargang De gemeentelijke radio-distributie is het eenige bedrijf, waar men het geld nog uit de lucht kan grijpen. De politieke tooneelzaal een marionetten-theater. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS FER GEWONE ADVERTEN^IEN» Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Er zijn van die hoogty-dagen in de stede lijke politiek, dat men in den Raad eens heerlijk zijn hart kan uitstorten zonder dat de voorzitter daaraan, met een beroep op den tijd en een hamerslag, een eind pleegt te maken. Er zijn van die dagen waarop men nu eens precies zeggen mag hoe men denkt over B. en W. en over ieder zijner mede-edelacht- baren, waarop men propaganda voor eigen beginselen kan maken, niet zoozeer bestemd voor het handjevol stemgerechtigden op de publieke tribune dan wel voor de heeren van de pers, in de hoop, dat het alles ten voeten uit in de couranten zal verschijnen. Er zijn van die dagen waarop men den volke eens duidelijk kan maken hoe verder felijk alle partijen zijn, met uitzondering van degene waarvoor men zelf is verkozen, waarop men zich eens op de horst kan slaan en zeggen: dit en dat heb ik allemaal voor speld, had bijtijds naar mij geluisterd, dan zouden wij thans niet in den put zitten. Helaas, wy zitten in den put. En omdat iedereen wel ziet, dat wij er nu zoo diep in zitten, dat het onmogelijk aan de kortzichtigheid van de een of andere poli tieke groep kan worden geweten, maken de heeren raadsleden een eenheidsfront tegen de regeering in Den Haag en beweren een drachtelijk, dat alles wat er nu verkeerd gaat alleen en uitsluitend aan de regeering is te wijten. De aanpassingspolitiek van het kabinet Colyn is uit den booze, de gemeentelijke autonomie is vermoord, de uitkeeringen voor werkloozen en armlastigen zijn tot een on toelaatbaar minimum teruggebracht, de voorgeschreven bezuinigingen zijn funest voor de plaatselijke vereenigingen en als hst koor der verwijtende stemmen heeft uitge zongen, geeft de heer Appel nog een solo en verkondigt, dat de kapitalistische maatschap pij bankroet is en op het punt staat door een revolutionnaire vloedgolf te worden ver zwolgen. Zoo nu en dan klinkt er een vermanende stem. Dan betoogt een raadslid, die zich herinnert dat hij met den premier in hetzelf de politieke schuitje vaart, dat er ook in de regeering geen kerstmannetje zit, dat met goudstukken kan strooien en komt een lid van een regeeringsgetrouwe groep op de gedachte, dat, nu alle grenzen gesloten zijn zelfs de bekwaamste staatsman het volk geen vrijheid en welvaart kan brengen, dat Alk maar in dezen tijd niet de eenige noodlij dende gemeente is en dat men ten slotte in Den Haag maar de gelden moet fourneeren, die men in tal van gemeenten zelf niet meer weet te vinden. Dan komt men wel eens een oogenblik tot de conclusie, dat het geen wonder is, dat het Rijk voor zijn financieele medewerking de uiterste zuinigheid eischt en er dus recht op heeft van alles te schrappen en alles voor te schrijven waardoor de eens zoo zelfstandige gemeente het gevoel van een lastige afhan kelijkheid mctet krijgen. De tyd al is die nog niet zoo lang gele den dat verkondigd werd, dat Alkmaars financiën kerngezond waren ligt achter ons. Alkmaars financiën zijn niet gezond meer, zy zijn ziek en als de dokter in Den Haag niet tijdig medicijnen stuurt, is de patiënt redde loos verloren. Van jaar tot jaar is er bezuinigd en van jaar tot jaar werd het moeilijker de eindjes aan elkaar te knoopen. Telkens ging er wat van de subsidies af, telkens werden er wat nuttige instellingen opgeheven, telkens wer den de gemeentelijke-bedr'iven de be roemde melkkoetjes verder uitgemolken. Eerst werd de winst van het vorige jaar ge bruikt, toen bij wijze van proef een deel van de winst van het loopende jaar, daarna definitief de winst van het loopende jaar en nu zijn wij al zoo ver, dat wij de voor afschrijving beschikbare gelden in de ge meentelijke schatkist storten en dus van «Ie koetjes niet alleen de melk maar ook het vleesch beginnen te nemen. Ten slotte is een koe aan alle kanten be grensd en die grenzen liggen niet zoo ver van elkaar. Nemen wij dit jaar een pond koe en het volgend jaar twee pond, dan is er bin nen afzienbaren tijd geen koe meer te zien, laat staan dat er nog van melk kan worden gesproken. De gasfabriek, een der bedrijven waarop we altijd trotsch zijn geweest, oorspronke lijk opgezet om den gemeentenaren een goed en goedkoop product te kunnen leveren, bleek door zijn monopolistisch karakter al spoedig een zaakje waarmee winst was te halen. Het gas werd duurder dan het behoef de te zijn en zelfs de heeren sociaal-demo craten kwamen tot de conclusie, dat be drijfswinst niet verboden was, mits men maar voor een goedkoop product en behoor lijke arbeidsvoorwaarden zorgde. Dat was de eerste stap op den verkeerden weg en weldra werden de bedrijven financieele on dernemingen waarmee de gemeente een ze keren handel dreef en waarvan de bedrijfs winst niet meer gemist kon worden. Hon derdduizenden guldens hebben zy in verloop van jaren in de gemeentelijke schatkist ge bracht, een indirecte belasting waarbij van eenige progressie nimmer sprake geweest is. Het koetje is nu al verlost van de melk, die het nog zal moeten krijgen en wij zijn al zoo ver, dat er een som van 6100 var het voor afschrijving gereserveerde bedrag werd afgenomen met de bedoeling het als een ontvangstpost op de begrooting te plaatsen. Zoo ging het met het gasbedrijf en zoo ging het met het radiodistributiebedrijf. Er was niets gezonder dan dit bedrijf. Het was in een jaar of vijf van een baby tot een volwassen jongeling uitgegroeid en het zou r.og maar een jaar noodig hebben om volle dig afgeschreven te zijn en in staat te zijn door abonnementsverlaging zijn prima finan cieele draagkracht te bewijzen. Helaas, de wethouder van de bedrijven, die voor dit kindje een speciaal gevoelig plekje in zijn edelachtbaar hart had, heeft het moeten aanzien, dat de meerderheid van B. en W. den Raad voorstelde het voor af' schrijving bestemde bedrag met 20.000 te verminderen om deze financieele transfusie aan de schatkist ten goede te doen komen, waarbij er bovendien van eenige verlaging van abonnementsgeld dit jaar geen sprake zou kunnen zijn. Het eenige excuus van de vroegere roof ridders was de vergelijking is van den heer Appel dat zij aan de uitgeschudde reizigers verklaarden, dat zy gebrek aan financiën hadden. Zoo is het ook met de gemeente. Wethou der van Slingerland, die als een trouwe wachter op het deksel van onze gemeente lijke schatkist zit, heeft geld noodig en dat geld zal ten slotte ergens vandaan moeten komen. Sedert het vorige jaar heeft onze gemeen te een extra-uitkeering uit het werkloos- heidssubsidie-fonds gevraagd om de tekorten te kunnen dekken en sindsdien behoort Alk maar, het eenmaal kerngezonde Alkmaar, tot de noodlijdende gemeenten. Het heeft geen nut er omheen te praten, Alkmaar is een steuntrekkende gemeente geworden. Alk maar moet de hand ophouden in afwachting wat men vanuit Den Haag daar in zal wil len stoppen en al behoeven B. en W. nog niet in de residentie te gaan stempelen, Alk maar verarmt in een dergelijke angstwek kende mate, dat het tekort telkenjare groo- ter dreigt te worden. Wie steun trekt wordt nauwkeurig op zijn eigen inkomen nagegaan en daarom wordt onze begrooting in Den Haag critisch beke ken en krijgt men allerlei practische wenken en nuttige raadgevingen, zonder dat men gelegenheid heeft er met eenige hoop op suc ces tegen te protesteeren. Daar zitten nu achttien edelachtbaren en drie wethouders, mannen de vrouw na tuurlijk niet te vergeten die eenmaal pre cies konden aangeven wat er zou moeten gebeuren en hoe de gemeentelijke gelden verdeeld moesten warden. Daar zit nu een college, dat schouderophalend zegt, dat dit en dat niet kan, omdat de regeering het niet goed zal vinden. De groote boeman zit in Den Haag en wat dat betreft hebben B. en W. het veel gemakkelijker gekregen. En de Raad zucht en zwijgt en kan hoogstens vra gen nog eens met de hooge heeren te gaan praten, met het resultaat dat de burgemees ter belooft dat er alsnog zonder hoop op succes een brief geschreven zal worden omdat de ondervinding wel geleerd heeft, dat praten toch niet helpt. Dat is het beeld van den Alkmaarschen Raad en tegenwoordig niet alleen dat van dezen. By al dat onzekere is er ten slotte één ding, dat wel zeker is, namelyk, dat er geld moet zijn om het huishouden van de ge meente in stand te kunnen houden en dat dit geld ergens vandaan zal moeten komen. Dus wordt er gezocht en nog eens gezocht en dan is het ten slotte geen wonder, dat B. en W. het wel eens daar trachten te halen, waar het eigenlijk niet gemist kan worden en waar het voor de financieele gezondheid van eenig bedrijf of voor zijn gunstige ont wikkelingskansen noodzakelijk moet blij ven. In dezen tijd zyn er geen gemeenten of bedrijven meer, die nog reserve-potjes be zitten waarvan niemand iets afweet zooals er zoo nu en dan wel eens een oud vrouwtje ontdekt wordt, dat van den steun leeft en duizenden guldens in oude kousen of koek jestrommeltjes verborgen blijkt te houden. En het was daarom zoo verrassend, dat het college of liever het Centraal Bureau dat onze bedrijven controleert plotselLig tot de ontdekking was gekomen, dat er bij Gemeentewerken nota bene bij het be drijf dat altijd loodzwaar op de gemeente en op andere takken van dienst gedrukt heeft nog een bedragje van 33.000 verstopt was. Het bedrijf zou destijds voorraden, meubilair, gereedschappen enz. van de ge meente hebben gekregen en sinds 1921 niets meer terugbetaald hebben. Inderdaad een zeer zonderlinge geschie denis. Waarom heeft dat bedrijf sinds 1921 niets meer terugbetaald en waarom is dat niet .roeger ontdekt? En wanneer dat geld er nog is, bestaat het dan in goederen of in ka pitaal en waar is het gebleven? Ligt het dan ergens waar men het zoo maar kan wegha len en aan de gemeente kan presenteeren? Ja, zeide de wethouders, zoo was het. Het lag ergens en het kon gehaald worden en er was blijkbaar niemand van de raadsleden ie er iets van begreep, omdat men volstrekt niet gewoon is, dat Gemeentewerken ten op zichte van onze schatkist voor St. Nicolaas komt spelen. Het geld was er, meiden B. en W. en men zou het in drie jaren van het bcdryf willen afnemen, dus elk jaar 11.000, zoodat daar door de beide eindjes van onze begrooting aanzienlijk dichter by elkaar konden komen, We waren dus al aardig op weg, want ook de andere bedrijven hadden alle een veer moeten laten en werden tijdig van overbo dige winsten verlost. Van de bedrijven kon met den besten wil van de wereld daarna niets meer gehaald worden en toen waren de subsidies aan de beurt. B. en W. gebruikten ook hierbij de heeren in Den Haag weer als boeman en deelden mede, dat deze verklaard hadden, dat er ook op dit gebied drastisch bezuinigd zou moeten worden. Het bestuur van het Burgerwees huis was den Raad vóór en bezuinigde zelf al 1600, maar Kindervoeding, Witte Kruis, Wit-Gele Kruis andere kruiskleuren zyn hier gelukkig niet zuigelingen en kleu ters, de Nazorg-inrichting, Gezinsverpleging en Huisverzorging, werden bekeken en be- critiseerd en het snoeimes werd duchtig ter hand genomen, zoodat ook hier een goede 3000 bezuinigd zou kunnen worden. Het is vanzelfsprekend en wij zullen op ieder geval niet ingaan dat tal van raadsleden pleitten om de subsidie niet te verminderen van de een of andere instelling waarvan zy bestuurslid waren of waarvan zy het werk by uitstek kenden. In den breede werd opgesomd hoe nuttig dergelijke vereenigingen waren, hoe jammer het zou zijn als zy haar werk moesten staken en hoe de verwijzing naar meerderen particulie ren steun niet opgaat omdat particulieren tegenwoordig aan hetzelfde euvel lijden als de gemeente en hun uitgaven kleiner wor den inplaats van grooter. B. en W. wisten het allemaal wel en ge loofden het allemaal wel, maar als men den een wat gaf zou ook de ander komen, waar was het einde en bovendien, het kon nu een maal niet. „Non possumus", zei wethouder Van Slin gerland en het was al weer een Latijnsche uitdrukking, die hij van zijn leermeester althans zijn Latynschen leermeester den heer Leesberg had overgenomen. den Raad en het is geen wonder, dat men dadelijk probeerde zooiets ook voor de an dere vereenigingen te bereiken. Wisten B. en W. wel, dat vermindering van de subsidies van al deze nuttige instel lingen voor de volksgezondheid het prophy' lactisch werk daarvan zou belemmeren. Dat men, zoodat men niet meer 140.000. vroeger en dat tengevolge daarvan een groo te groep der bevolking noodlijdend zou wor den en op hulp van Maatschappelijk Hulp betoon zou aangewezen zijn of in ziekenhui zen zou terecht komen, wat de gemeente ook al weer duizenden guldens zou kunnen kos ten? Er werd gewaarschuwd, dat er nog heel wat meer kinderen in diverse badwaters la gen en B. en W. keken bedenkelijk omdat zij ten slotte liever 100 aan een vereeni- ging dan 300 aan een ziekenhuis betalen. „Non possumus", wy kunnen niet anders, zeiden B. en W. Maar zy spitsten plotseling de ooren in figuurlijken zin natuurlijk toen de Raad kwam verklaren, dat wanneer de subsidie van de Nazorg-inrichting met 250 verlaagd zou worden, deze nuttige instelling niet meer kon blijven bestaan met het gevolg, dat er dan drie jonge menschen naar inrichtingen moesten verhuizen wat de gemeente drie maal 700 per jaar zou kosten. De geheele subsidie bedroeg maar 1000 en aangezien het college dus tot de conclusie kwam, dat het druk bezig was het kind te gelijkertijd met het badwater weg te gooien, kwamen B. en W. al gauw met de mededee- ling, dat zy zich nog eens beraad hadden en dat de subsidie voor Nazorg dan maar op het oude peil zou moeten blijven. Dat was een onverwacht succesje voor Het was een moeilijke kwestie maar de Raad vond er een zeer eenvoudige oplossing voor. Men had oorspronkelijk op deze begroo ting een tekort van 140.000, dat men als extra-bijdrage aan het Rijk zou vragen en doordat het Rijk een voor de gemeente voor deeliger berekening van de vergoeding der werkloosheidsuitgaven gemaakt had, was er een extra'tje van ruim 57.000 binnengeko men, zoodat men 't Rijk niet meer 140.000, maar „slechts" 80.000 behoefde te vragen. Daar bofte het Rijk bij al had het Rijk het dan eigenlijk zelf al betaald en daar om konden we nu, volgens mr. Leesberg, wel wat meer vragen en b.v. ook de raadselach tige 11.000 van Gemeentewerken, alsmede de 6100 van de gasfabriek nog op de reke ning zetten. En waarom zoo vroeg de heer Woldendorp dan eigenlijk ook niet een S000 aan subsidies? Dan behoefden wij geen enkele vereeniging te dupeeren en dan ging alles zoo eenvoudig als het maar gaan kon, want als het Rijk alles betaalt behoeft de gemeente er verder geen zorg over te hebben. Het was inderdaad een oplossing. Wat heeft een neef aan een rijken oom als hij er zoo nu en dan niet eens wat halen kan, maar de heer Vogelaar, die een voorzichtig financier is, schudde afkeurend het grysge- lokte hoofd en maande tot groote voorzich tigheid aan. Immers, de heeren in Den Haag, die van alles en nog wat beschuldigd worden, hebben toch zeker één normale eigenschap, namelijk, dat zij niet buurmans gek zijn. Zij staan maar niet met diverse spaar potjes klaar om het geld uit te deelen aan behoeftige gemeenten. Zij geven wel noodgedwongen maar zy geven zoodanig, dat men geen lust zal gevoelen meer te vra gen dan men strikt noodig heeft. Het geld zal niet a fonds perdu worden gegeven, maar in een zeker leeningsverband en alles wat de gemeente nu in handen krijgt zal het later op de een of andere wijze terug moeten geven. Dat maant tot voorzichtig heid en daarom 'zoo meende de heer Vo gelaar moesten wy niet alle moeilijkhe den ontwijken door dit en dat maar niet te schrappen en de kosten eenvoudig in de re sidentie aan te vragen. Dat was inderdaad een gezichtspunt, maar het gaat met den Raad ten slotte als met een gewoon mensch, hij kijkt allereerst naar wat hy nu kan krijgen en zal later wel denken over de wijze waarop hy dat zal betalen. En zoo zag men het dan gebeuren, dat het Witte Kruis en het Wit-Gele Kruis niet ge kort worden, dat de zuigelingen krijgen wat vroeger de kleuters kregen omdat er geen kleuters meer zijn of omdat er niet meer voor gezorgd schijnt te worden dat „Na zorg" behouden blijft en dat ook Gezinsver pleging en Huisverzorging niet gekort zul len worden, terwijl over een hooger be drag van 600 voor „Kindervoeding" de stemmen staakten. Evenmin besloot de meerderheid van den Raad van de 11.000 van G.W. en van de 6100 van het gasbedrijf te profiteeren, met het gevolg natuurlijk, dat de rekening dei gemeentelijke tekorten, welke straks in Den Haag zal gepresenteerd worden, een 20.000 meer zal bedragen. Dat is een zorg minder, tenminste zoolang de begrooting nog niet met de een of andere kantteekening uit Den Haag terug is geko men en dan zullen we wel weer verder zien. er een post van 5200 voor op de begroo ting geplaatst was. Het is te begrijpen, dat men het daar niet dadelijk over eens was. Want kindertoeslag is nu eenmaal een punt, dat politieke par tijen al dan niet op hun programma zetten en trouwe partijleden zyn dus voor- of te genstanders ook al zouden zy er persoon lijk misschien heel anders over denken en gebruiken daarbij de argumenten, die in verloop van jaren door de diverse politieke leiders daarvoor uitgedacht en verdedigd zijn geworden. Wy behoeven onze in de politiek ge schoolde lezers niet meer te vertellen, dat de scheidingslijn tusschen rechts en links loopt, al schijnt men by een bepaalde groep aan de linkerzijde de grens steeds dichter te naderen, met het resultaat, dat men er van daag of morgen wel overheen zal komen. Thans hebben wy hooren verkondigen, dat iemand die veel kinderen heeft in moei lijker omstandigheden verkeert dan hij die ze niet heeft, waar o.L weinig tegen in te brengen is. Tevens werd verklaard, dat het groote gezin het natuurlijke gezin is, wat wel juist kan zijn, maar dat in dezen tyd toch geen voordeelen brengt omdat er meer be hoefte aan werk en geld dan aan kinderen is en omdat men, ondanks al die natuurlijk heid, met een groot gezin, natuurlijk op hoogere lasten komt te zitten. En anderzijds hebben wy hooren verkon digen, dat loon naar arbeid of liever naar ar beidsprestatie moet worden gegeven en dat het niet opgaat een slechten gemeentewerk man met veel kinderen meer te betalen dan een goeden zonder kinderen, wat natuurlijk niet wegneemt, dat men nu, afgescheiden van alle kinderen, deze menschen ook niet naar hun prestaties, maar naar de gelijkheid hunner betrekking betaalt. Wij hebben zelfs hooren verklaren, dat kindertoeslag funest is omdat als twee men schen met gelijke capaciteiten solliciteeren en de een heeft twaalf kinderen en de an dere alleen maar een vrouw, de laatste de meeste kansen zou hebben omdat hij het goedkoopste zou zyn, waarop B. en W. na tuurlijk met de hand op het hart verzekerd hebben, dat zij bij benoemingen evenmin naar de kinderen als naar de politieke over tuiging der candidaten kijken. Wij hebben hooren verkondigen, dat va ders van groote gezinnen om van de moeders maar niet eens te spreken het natuurlijk wel moeilijk hebben en ook wel etxra geholpen moeten worden, maar dat dit dan zal moeten gebeuren door vermindering van belastingen en schoolgelden, wat op een indirecten kindertoeslag neerkomt en wat dan ook afkomstig was van de groep, die in politiek opzicht bezig is een zoogenaamden reuzenzwaai te maken. By de begrooting wordt in den Raad eerst het algemeen beleid en daarna de onderdee- len besproken en wy zullen dit voorbeeld volgen door een beschouwing over minder belangrijke debatten voor een volgend arti kel te bewaren. Thans dient evenwel nog de aandacht gevestigd op het feit, dat de mi nister van Binnenlandsche Zaken blijk baar begaan met het lot van het steeds meer in salaris gekorte gemeente-personeeleen circulaire had gestuurd waarbij B. en W. ge machtigd werden den Raad voor te stellen een kindertoeslag in te voeren. De grootste gezinnen zouden daarmede eenigszins ont last kunnen worden en de meerderheid van het college gevoelde daar zooveel voor, dat Men kent natuurlijk uit de diverse poli tieke programma's en redevoeringen de ver schillende standpunten en wy willen als het onze wel verkondigen wat is het dan weer gemakkelijk als je als krantenman niet in het gareel van de een of andere partij behoeft te loopen dat wy groote gezin nen, hoe natuurlijk of ze dan ook mogen zijn, duur voor hun verzorgers vinden en ook kostbaar voor de overheid, die in deze moeilijke tijden honderdduizenden werkloo zen op de been moet houden, wat natuurlijk geenszins zeggen wil, dat wij daarom propa ganda voor kleine gezinnen zullen maken. Er zyn nu eenmaal groote gezinnen en het is nu eenmaal een feit, dat de vaders daar van het veel moeilijker hebben dan de va ders die er alleen maar een hond of een kat op nahouden en waarbij dus van een vader schap eigenlijk heelemaal niet gesproken kan worden. En waarom zou men nu wel die groote gezinnen met verlaging van belasting of schoolgeld maar niet met een toeslag op het loon mogen helpen? In wezen maakt het geen verschil of men direct of indirect helpt en waar toch ook by den steun van werkloozen rekening met de grootte van het gezin wordt gehouden, is het niet onlogisch, dat de gemeente hetzelfde standpunt ten opzichte van haar gedupeerd personeel gaat innemen. Verscheidene gemeenten en daaronder zeker niet uitsluitend die met een rechtsche raadsmeerderheid hebben trouwens reeds dankbaar van de door den minister geboden gelegenheid gebruik gemaakt. Tenslotte komt het er voor Alkmaar na tuurlijk maar op neer wat de Raad heeft De- sloten en in de raadszaal hebben de stemmen gestaakt, zoodat de kwestie op een volgende vergadering weer aan de orde zal komen. De stemmen staakten omdat er tien leden met linksche en tien met rechtsche denk beelden aanwezig waren, daar de heer Bü- lens nog altijd met het oog op zyn berech ting in hoogste instantie niet aan de be sprekingen deelneemt. Dat voert ons naar het conflict in de soc.- dem. fractie en naar de houding van wet houder Bonsema, wat wy voor een volgend artikel zullen bewaren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1