k°°
ASPIRIN
De qebeurtenissen iri Spanje in December.
EEN SENSATIONEELE RECHTSVERVOLGING
IN BELGIE.
Aan den vooravond van het groote feest.
Alleen ten westen van Madrid werd
strijd gevoerd.
Gevechten nemen guerilla-
karakter aan.
Bij de besluiten van de parlementaire commissie van
onderzoek inzake crisisjredietverrichtingen.
Het werk van hooggeplaatste
personen in het gedrang?
helpt snel
en zeker
buisjes Van 20 labl. 70 cenl
zakjes van 2 tabl. - 10 cent
Het vorstelijk huwelijk
Ongekende drukte in de Hofstad.
Het a.s. bruidspaar in de
bioscoop.
u
Over het algemeen is December een
riiatige maand geweest op het Spaan-
sche strijdtooneel. Een overzicht daar
van vinden wij in de Manchester
Guardian. Er is een zeer belangrijke
episode geweest in den langdurigen
strijd om Madrid, waarbij de rechtsche
troepen een nederlaag hebben geleden.
Dit was in het begin van de tweede
week van November, toen zij bij ver
rassing een aanval begonnen op de
hoofdstad langs de wegen van Toledo
en Talavera. Slechts aan een klein
gedeelte der troepen gelukte het de
Manzanares over te trekken tot in de
universiteitsstad, waar zij nu nog altijd
aan drie zijden worden ingesloten.
Toen de rechtschen dit offensief inzetten,
waren zij genoodzaakt wegens hun tekort
in aantal troepen te onttrekken aan den
sector van het Escorial en slechts een klein
aantal eenheden achter te laten ten Noor
den van den weg van Talavera naar Madrid.
Gedurende December nu, hebben zij ge
tracht dit tekort aan te vullen, ten deele om
de regeeringstroepen te Madrid af te snij
den van hun medestrijders bij het Escorial,
maar voornamelijk in de hoop om den weg
naar het Escorial te passeeren en Madrid
van dakr en van den weg naar Galicië in
het Noorden binnen te trekken.
Het gevolg hiervan was een reeks hevige
gevechten om en bij de lijn van dorpen,
welke zich uitstrekt van Robledo, Zuid
westelijk van het Escorial naar Boadilla,
Pozuelo en Aracaca, niet ver van de hoofd
stad. In de eerste week van December werd
Pozuelo afwisselend genomen en heroverd
door ieder van belde partijen. Daarna
richtten de rechtsche troepen al hun pogin
gen op Boadilla, welke stelling zij 17 Decem
ber innamen. Toen viel een zware mist in
en vlak voor Kerstmis trok de internationale
colonne op naar Boadilla, dat zij na een
verwoed gevecht, eindigend in den Kerst
nacht, veroverden. Zij wisten den vijand te
verslaan en terug te drijven tot ten Westen
vart Brunete. Een andere aanval van de
zijde van de regeering, Zuidelijk van den
weg naar het Escorial, eindigde met de be
zetting van het dorp Villanuova op 30 De
cember. Zoo eindigde de poging der opstan
delingen om zich een weg te banen uit het
Westen en Madrid van het Noorden uit
binnen te dringen.
Ten Noorden van de hoofdstad zijn de
rechtschen nog even ver als steeds. In het
Noordoosten langs den weg van Guadal-
jarau zijn zij nog honderd kilometer van
Madrid en volgens de laatste berichten
worden zij daar steeds verder teruggedre
ven. In het Oosten hebben zij al evenmin
vorderingen gemaakt en het zeer te stellen
gehad met aanvallen van Aranjuez uit.
De strijd om de Casa del Campo in het
Westen is onbeslist gebleven. Beide partijen
houden gedeelten van het bosch bezet. Een
poging van de rechtschen om zich een weg
te banen over de bruggen van de Manza
nares van de Casa de Campo uit met behulp
van tanks en infanterie werd kort na
Kerstmis afgeslagen. De situatie van de
rechtschen, die zich verschanst hebben in
het kliniek-ziekenhuis en in andere univer
siteitsgebouwen, moet wanhopig zijn. Wan
neer de internationale colonne hen zou
kunnen aanvallen zullen zij zich vermoe
delijk moeten overgeven.
Uit fotografieën blijkt, dat het grootste ge
deelte van Madrid tot een pinhoop is ge
worden door de luchtbombardementen en
het artillerievuur. De bevolking, die over
gebleven is zij wordt nu langzamerhand
geëvacueerd is samengedrngen in het
Oosten van de stad en de voedselvoorziening
is onvoldoende, daar alles met vrachtauto's
over den eenigen vrijen weg naar Valencia
moet worden aangebracht. De luchtaanvallen
op Madrid duren voort, doch hun aantal ia
niet meer zoo groot. De regeeringstroepen
hebben versterking ontvangen van Rus
sische vliegtuigen en het is veelbeteekenend,
dat steden, die zoo ver afliggen als Badajoz
en Merida, het doelwit zijn geworden van
luchtaanvallen der regeeringstoeste'len.
Het is niet waarschijnlijk, dat de Duitsche
versterkingen, waarvan 20,000 een waar
schijnlijke schatting is, door generaal Franco
reeds in den strijd om Madrid zijn gebruikt.
Franco heeft zijn Mooren aan het winter
seizoen moeten blootstellen, dat gekenmerkt
is geweest door hevige koude en sneeuw
stormen in de gebergten van Somosierra en
Guadarrama. Generaal Mola, die het bevel
voert in den sector Avila, heeft moeite ge
had, zich te vereenigen met de strijdkrach
ten van generaal Varela, die de strijdkrach
ten aa het Madrileensche front aanvoert.
Het schijnt dat eenige Duitschers zijn ge
zonden naar Oviedo, waarvan twee voor
steden zijn bezet door de regeeringsgezinde
Asturische mijnwerkerstroepen en andere
Duitschers naar de provincie Cordoba.
Het feit, dat „glorieuze overwinningen"
door de opstandelingen en de Duitschers
worden gemeld op 40 kilometer ten Oosten
van Cordoba in de olierijke gebieden van de
Guadalquiver, waarvan men reeds in het
begin van den oorlog dacht, dat zij ten volle
in de macht der opstandelingen waren, wijst
er op, dat de regeeringstroepen vorderingen
hebben gemaakt in Zuid-Spanje. Doch wei
nig vooruitgang hebben zij gemaakt aan het
front van Aragon. De troepen uit Catalonië
hebben twist onder elkaar gehad en schijnen
niet in staat om Huesca en Saragossa ver
der te naderen. Iets meer actie is er geweest
bij Teruel ten Westen van Madrid en de
Catalaansche strijdkrachten daar zeggen
deze stad te bedreigen. Maar over het alge
meen heeft de burgeroorlog in Spanje thans
het karakter van een guerrilla gekregen
een feit, dat men niet alleen moet toeschrij
ven aan het weer en het terrein, maar ook
aan e enduidelijk gebrek aan militairen zin
aan beide zijden.
(Van onzen correspondent.)
Er is op het oogenblik in België sensatie
in de lucht. Wat zij in werkelijkheid zal
beteekenen is nog de vraag maar tr wordt
althans veel over gefluisterd. Wij bedoe
len het rechtsonderzoek dat is ingesteld
door het Brusselsche parket naar aanlei
ding van sommige inlichtingen en ook
naar aanleiding van mededeeling, aan het
parket, van sommige nieuwe elementen
in verband met de leening Mendelssohn,
dit door de parlementaire commissie van
onderzoek Servais naar de crisiscrediet-
verrichtingen. Deze commissie, genoemd
commissie Servais, naar den naam van zijn
voorzitter, gewezen procureur-generaal
te Brussel, eer van de hoogste magistraten
van het land, werd gevormd nadat de
eerste parlementaire commissie, onder
voorzitterschap van gewezen eerste-
minister Jaspar reeds een onderzoek had
gedaan naar de omstandigheden waarin
met openbare gelden was tusschen geko
men om crisiscredieten te verleenen aan
in moeilijkheden verkeerende onderne
mingen. Men herinnert zich dat Rex hier
tegen een hevige campagne heeft gevoerd.
De regeering van Zeeland heeft na de des
betreffende interpellaties, willen aantoo-
nen dat zij niet bang was op deze ver
richtingen het volle licht te laten schynen
en desnoods haar verantwoordelijkheid op
te nemen. Bij ministerieel besluit van 10
Augustus 1936 werd de commissie Servais
opgericht, om voor 1 November 1936
rapport uit te brengen over de omstan
digheden waarin de crisiscredietverrich-
tingen zijn gebeurd, haar r.dvies uit te
drukken over de regelmatigheid van deze
verrichtingen en over het samenheulen
van politiek en financien die de verrichtin
gen zouden hebben vooraf gegaan of ver
gezeld. De commissie kreeg het recht
getuigen te hooren en alle nuttige onder
zoekingen te doen. Het is een feit dat de
regeering het werk van de commissie niet
heeft bemoeilijkt. Integendeel. Zij heeft
haar taak beëindigd en geregelct werden
over haai werkzaamheden communiqué's
gepubliceerd welke over het olgemeen
betrekking hadden op de verschillende
„schandalenwelke in den laatsten tijd in
België opgang hebben gemaakt. Het gaat
hier niet op over deze verschillende kwes
ties al zij het maar met een enkel woord
een mededeeling te doen doch als conclusie
is men wel verplicht te erkennen dat ten
slotte de commissie niets dan waarlijk
sensationeel is heeft aan het licht ge
bracht, tenzijhet gerecht, dat nu de
taak heeft overgenomen, het verder moet
brengen.
Na haar laatste zitting te hebben ge
houden heeft de commissie inderdaad een
mededeeling gedaan, met betrekking tot
de Mendelssohnleening van 3 en 10 De
cember 1934, aangegaan door de regeering
Theunis, welke niet alleen de toenmalige
financieele politiek in het gedrang brengt
maar ook de goede trouw van zekere
hooggeplaatste personen. De regeering
Theunis was tot stand gekomen om de
crisis te bezweren en met in haar pro-
I gramma den strijd tegen de devaluatie. Zij
verkreeg volmacht. Op grond van deze
volmacht werd bij Mendelssohn en Co., bij
de Nederlandsche Handelsmaatschappij en
bij de Société de Banque Suisse een lee
ning aangegaan van 100 millioen gulden,
aflosbaar in guldens of in goud, naar keus
van de geldschieters. De parlementaire
commissie Servais is van meening dat
deze leening groote bezwaren opleverde
wegens het gevaar van devaluatie. Zij
voegde er bij dat de toenmalige minister
van financiën, Gutt, in December 1934
sommige verklaringen heeft gedaan die de
Kamerleden op een dwaalspoor moesten
brengen; dat de leening de versterking
van de positie van den franc niet kon ver
zekeren; dat de kolonie de 25 millioen
welke haar aandeel was niet noodig had;
dat de schatkistbehoeften van het moeder
land de leening ook niet noodzakelijk
maakten, toch niet in den vorm waarin zij
Let op oranje band en Bayerkruls
werd aangegaan; dat zij ook niet van aard
kon zijn om op gevoelige wijze financieele
laaten te verlichten, door andere leeningen
met de verkregen fondsen terug te beta
len. Doch dat is alles kritiek, welke men
slechts begrijpt bij de volgende overwe
ging van de commissie. Zij bevestigt na
melijk dat de Belgische Staat aan de
Caisse de Reports 150 millioen aan bin-
nenlandsche schatkistbons bij anticipatie
heeft terugbetaald en dat dit zelfde geld
heeft gediend om het de Caisse de Re
ports, welke bank staat onder de leiding
van den heer Fabri, mogelijk te maken een
bedrag van 100 millioen gulden aan te
wenden ten einde in participatie met
Mendelssohn, de met goud gewaarborgde
schatkistbons aan te koopen. Tengevolge
van nog andere constataties heeft de
commissie geacht als haar meening uit te
moeten drukken dat het niet past dat de
heer Fabri nog verder zou gehandhaafd
blijven in den schoot van den Raad van
beheer van de Nationale Maatschappij
voor Krediet aan de Nijverheid, welke bij
vele crisiscredietverrichtingen is betrok
ken. Zeggen we nog dat de Belgische
schatkist na de devaluatie 213.100.000 fr.
heeft verloren op de leening Mendelssohn.
Aldus het feit. De heer Gutt, toenmalig
minister van financiën, werd als getuige
door de commissie gehoord en hij heeft
zijn politiek gerechtvaardigd door te
trachten aan te duiden dat de leening een
noodzakelijkheid was voor de schatkist.
Toen hij als minister tv4t,d aangesteld be
vond de heer Gutt zich aan boord van een
schip tusschen Amerika en Europa. Toen
hij te Brussel aankwam had wijlen de heer
Francqui reeds de leening gereed gemaakt.
Zij werd gesloten ondanks de oppositie
van den gouverneur van de Nationale
Bank, Staatsminister Franck, en den vice-
gouverneur, den huidigen eerste minister
Van Zeeland, omdat er volgens den ge
wezen minister van financiën, geen andere
uitkomst meer was. Hy neemt, ondanks
de tusschenkomst van wylen den heer
F ancqui de volle verantwoordelijkheid
voor deleening zelf op. Noch in Engeland,
noch in Frankrijk, noch in de Vereenigde
Staten was er geld te krijgen meent hij en
in het binnenland kon er geen leening
worden geplaatst. De harde voorwaarden
moesten worden aanvaard, of zoo niet
moest de devaluatie worden ter hulp ge
roepen. De goudclausule in de leening was,
volgens den heer Gutt slechts -n het con
tract gevoegd om de geldschieters tegen
de devaluatie van den galden te beveili
gen, vermits de leening in gulden was ge
sloten, wat normaal was. De gewezen mi
nister heeft dan ook nog betoogd dat nog
aan andere banken schatkistbons werden
terugbetaald en dat door de devaluatie op
alle buitenlandsche leeningen werd ver
loren.
Dit alles lijkt eerder op een academische
discussie. Doch de sensatie is nu dat het
parket, hetwelk reeds verscheidene maan
den geleden ex-offico een onderzoek was
begonnen naar de omstandigheden waarin
op de Mendelsohn-leening was ingeschre
ven, een vervolging inspande tegen onbe
kenden, op grond van artikel 245 van het
Belgisch wetboek van straf.echt, hetwelk
de personen strafbaar stelt die met een
openbaar ambt belast zijnde, belangen
nemen in zaken waarover zy toezicht heb
ben door hun ambt of die zij moeten be
sturen. Dat is niet meer academisch
Dat laat knoeierij vermoeden in de erger
lijkste omstandigheden. Het gaat natuur
lijk over individueele handelingen. Voor-
loopig is er niets meer over te vernemen,
doch het verdient vermelding dat de com
missie van onderzoek zooals gezegd voor
gezeten is door een van de knapste magis
traten van het land, die ondanks zijn hoo-
gen ouderdom door de regeering werd
aangeduid om zijn algemeen bekende en
gewaardeerde integriteit en onafhanke
lijkheid teneinde de werkzaamheden van
de commissie te leiden. Deze man heeft
de paktijk van de rechtskwesties en het is
te veronderstellen dat hij slechts die dos
siers aan het parket heeft overgemaakt
waarvan hij als beproefd magistraat weet
waartoe zij kunnen leiden. De wijze waar
op de commissie heeft gezeteld is niet van
kritiek vrij te pleiten. Zij heeft ongeveer
gezeteld als een rechtbank, die getuigen
hoorde, zelfs verdachten, maar die de ver
dachten niet liet bijstaan door een raads
man De heer Fabri werd niet als ge
tuige gehoord. Het communiqué, het be
langrijkste van de commissie, werd ge
daan na haar laatste zitting, dus zonder
dat er nog mogelijkheid bestond het on
derzoek verder voort te zetten. Intusschen
is het een feit dat wijlen de heer Fran-
qui, dat de heer Fabri, en ook ex-nrunister
Gutt in het gedrang worden gebracht. n<n
gerecht heeft talrijke documenten in Be
slag genomen in de Caisse de Repoit» en
bij de weduwe van den grooten financier
en philantroop die Francqui was, evena s
bij den heer Fabri werden huiszoekingen
verricht. De heer Francqui heeft als mi
nister de vernieuwing van do Mendels
sohnleening toegestaan. Vijf expert
boekhouder» zijn aangesteld door het
parket om de documenten te onderzoeken.
Moet men de geruchten gelooven dan zou
den de heeren Francqui en Fabri elk voor
de helft de vernieuwing van de Mendels
sohnleening hebben onderschreven. M„n
ziet dadelyk de vraag die wordt gesteld-
Wie waren degenen die voordeel hadden
en wie waren degenen die de beslissingen
namen? In welke omstandigheden ia dit
gebeurd? Sommige geruchten willen dat
het „schandaal" als er schandaal U
slechts tot doel heeft wraak te nemen, voor
sommigen, met het oog op het ontwerp
voor belasting van de devaluatiewinst. Wij
geven dit slechte voor wat het waard is
Doch onbetwistbaar volgt hieruit dat de
schandaalexploitanten in België opnieuw
stof hebben om gal te brouwen.
Gistermiddag heeft in het Odeon-theater
aan de Heerengracht te Den Haag een voor
stelling plaats gehad van de films, welke
prins Bemhard persoonlijk heeft opgeno
men en ook van een aantal, welke hij had
laten opnemen, en welke alle betrekking
hebben op den verlovingstijd en de bruids
dagen van het prinselijk paar.
Een lange file van auto's had zich om
streeks half twee in het Noordeinde opge
steld, om de gasten, die voor de filmvoor
stelling waren uitgenoodigd en ten paleize
vertoefden, naar het theater te brengen.
Het publiek, dat aanvankelijk nog mocht
circuleeren nam achter de afzettingen
plaats en groeide allengs aan tot eenige dui
zendtallen, die zich langs den geheele route,
welke via de Heulstraat, Lange- en Korte
Voorhout en Princessegracht naar de Hee
rengracht leidde, schaarden.
In de auto's van de vorstelijke personen
namen ook plaats de aan hen toegevoegde
dames en heeren van den eeredlenst. Tegen
drie uur kwam de auto van het vorstelijk
paar voor. De prinses was gekleed in een
pauwblauw costuum.
Met handgewuif dankte zy vanaf het bor
des voor de hun gebrachte ovaties van het
publiek, waarna zy in de auto's plaats na
men.
Duizenden en duizenden stonden aan
weerszijden van de Heerengracht geschaard.
In de omgeving van het Odeon-theater.
De politie had uitgebreide voorzorgsmaat
regelen getroffen en den rijweg geheel vrij
gehouden. Dit was dan ook noodzakelijk,
opdat het op- en afryden van de auto'a met
genood igden een vlot verloop kon hebben.
De laatste genoodigden ariveerden om
streeks drie uur. Het waren de gasten, die
aan het noenmaal ten paleize Noordeinde
hadden aangezeten. Toen de hertog van
Kent uit zijn auto stapte, bracht het publieK
hem een ovatie. Om kwart over drie kon
digde gejubel, komende van de Princesse
gracht aan, dat de hoofdpersonen in aan
tocht moesten zijn. Enkele minuten later
reed een auto met den koninklijken stan
daard voor het theater en het jonge prinse
lijke paar, dat vergezeld was van prinses
Armgard en prins Aschwin stapten uit. On
der daverende toejuichingen betraden zij
het theater, waar spoedig de voorstelling
begon.
De zaal van het Odeon-theater bood een
ongewoon levendige aanblik, toen tusschen
half drie en drie uur steeds meer genoodig
den van het vorstelijk bruidspaar en alle
bruiloftagasten geleidelijk arriveerden. Zij
werden ontvangen door eenige bruidsjon
kers, die de gasten naar hun plaatsen leid
den, daarin bijgestaan door de beide direc
teuren van de City-theaters, de heeren ter
Linden en Alter, terwijl de secretaris van
prins Bernhard, jhr. Röell, de leiding van
het geheel had. De president-commissaris
van het City-concern, de heer Bart Wilton,
behoorde met zijn echtgenoote eveneens tot
de aanwezigen.
Toen te ruim drie uur het prinselijk
bruidspaar, begeleid door prinses Armgard
en prins Aachwin, de zaal betraden, rezen
alle aanwezigen van hun zetels op en zette
de muziek het Wilhelmus In. De hooge be
zoekers namen plaats in het midden van de
eerste rij van het balcon, waarvan de ba
lustrade met tapijten was getooid.
De voorstelling nam daarna onmiddellijk
een aanvang.
Begonnen werd met de groote historische
Polygoon-film „Neerlands bruidspaar", die
reeds in vele Nederlandsche bioscopen heeft
gedraaid, maar die voor vele aanwezigen,
vooral voor de buitenlandsche gasten, ge
heel nieuw was. Verschillende scenes wer
den met applaus begroet en sommige ta-
freelen, vooral uit de prille jeugd van
prinses Juliana of prins Bernhard, verwek
ten soms groote vroolijkheid bij de vorste
lijke famile-leden, die allerlei in hun her
innering voortlevende gebeurtenissen plot
seling weer voor zich zagen. En tevens
kregen de buitenlandsche gasten uit het
laatste gedeelte van deze journaalfilm een
overduidelyken indruk van de verknocht
heid van het Nederlandsche volk met het
vorstelijk gezin, van de algemeene vreugde,
die de prinselijke verloving hier te lande
heeft gewekt en van de populariteit, waarin
prins Bernhard zich reeds spoedig na zijn
komst hier te lande mocht verheugen.
De Polygoon-film werd gevolgd door eer
aantal filmpjes, die prins Bernhard zelf
heeft opgenomen en heeft laten opnemen
van verschilende belevenissen na zijn ver
loving met prinses Juliana.
Het pleit voor de kwaliteit van deze op
namen, dat ondanks het feit, dat zü op
smalfilm zijn gemaakt, in de groote bios
coopzaal van het Odeon-theater projectie
op het doek in vrijwel normale grootte mo
gelijk was.
De langste van deze smalfilm had prins
Bernhard opgenomen tijdens zijn reis met
prinses Juliana in Duitschland in October
j 1-, h"n verblijf te Reckenwalde, bezoeken
aan verschillende vrienden en familieleden
in Silezië en in Lippa, ten jachtpartij hij
Reckenwalde, familiabeioak te DetmoJd,
enz. tal van personen, dia op hat witta doak
verschenen, behooren thans tot da gattan
van H. M. da koningin en waren in da zaal
aanwezig, zoodat er af en toa hartelijk ge
lachen werd bij de herinnering aan vrooUj-
ke oogenblikken, dia prins Bernhard op het
celluloid had vastgelegd.
Kortere smalfilmpjes toonden de St. Hu-
bert ui jacht op het Loo, de jongste jacht
partij op Schiermonnikoog en hat bezoek
van prins Bernhard aan het détachemeht
pantserwagens te 's-Hertoganboech.
Tenslotte werd nog een teekenflimpje van
„Popey The Sailor" en een teekenfilm in
kleuren van „Mickey Mouat" vertoond,
waarna een pauze werd gehouden. In var
band met hat gevorderde uur hat was in
middels 5 uur geworden konden prinaei
Juliana en prins Bernhard, alemede vale
andere vorstelijke bezoekers, niet langer
blijven. De prins betuigde de directie van
het City-concern zijn tevredenheid over het
gebodene. Toen het bruidspaar op straat
verscheen ging er opnieuw een luid gejuich
uit de nog steeds wachtende menigte op.
Voor de genoodigden, die nog bleven, ba-
stond er in de foyera van het theater gela
tenheid tot het gebruiken van verver-
schingen, waarna nog een korte twee-acSer
„Stan Laurel en Oliver Hardy ln Speel-
goedland", werd vertoond.
Het geschenk van Nederlanden
tn Zwaden.
Weinige uren voor het ingepakt en ver
stuurd moest worden om nog op tijd ln Den
Haag te kunnen zijn. bestond er ten huize
van consul-generaal Uggla te Stockholm
gelegenheid het geschenk aan het prinselijk
bruidspaar te bekijken, dat dezer dagen
namens het Nederlandsche consulaire corps
in Zweden en de Zweedsch-Nederlandsche
vereenigingen te Stockholm en te Göthen-
burg op het Paleis aan het Noordeinde over
handigd zal worden.
Het geschenk bestaat uit een kloeke kris
tallen vaas en een bybehoorende oorkonde.
Deze laatste bevat, behalve de opdracht en
de namen van de velen, die een gift bijge
dragen hebben, een aquarel van Stora
Harspranget, de groote waterval in de Lule-
alv. welke prinses Juliana indertijd tezamen
met de koningin bezocht heeft De vees, die
afkomstig is uit de bekende werk plaatsen
ven Orrefors en in bes-relief geslepen werd
naar een ontwerp ven Vicke Linde trend,
vertoont aan den voorkant een op een hoogte
rustenden Lap met drie syne rendieren, die
hun geweien heffen legen bet een den
achterkant van de vees aangebrachte, fond
van sneeuw-gedekte bergtoppen. Men heeft
prinses Juliana en prins Bernhard iets ty
pisch Zweedsch willen schenken en daarin
is men zeker, én door de voorstalling én
door de keuze ven het materiaal, het prach
tige zware Orreofrs-kristeal, ten volle ge
slaagd.
Geschenk ven de Nederlandsche
kolonie in Tsjecho-Slowakije.
Op initiatief van den consul-generaal, den
heer A. M. Doorn, heeft de Neder'andsche
kolonie in Tsjecho-Slowakije aan prinses
Juliana en prins Bernhard een huldeblijk
doen toekomen. Per K.L.M. is gisteren, ver
gezeld van een oorkonde, een uit zeven
ieelen bestaande tafelgarnituur van Bo-
heemsch kristal verzonden, vervaardigd in
de slijperij van de Nederlandsche firma
Gebr. Zahn te Haida.
Een geschenk uit Boedapest
De onderwijzeressen van de Christelijke
Juliana-school, gelegen aan de Wilhelmina-
laan te Boedapest, hebben aan prinses
Ju.ianu een theekleed aangeboden, vervaar-
igd van witte tule. met Hongaarsche kant
bewerkt.
De secretaresse van het Nederlandsche
comité voor de school, mej. C. M. E. Kuiper,
ec t hot geschenk ten paleize aangeboden.
Een adres van de Synode van de
Protestantsche Evangelische Kerken
in België.
Een deputatie van de Synodale Directie
i?nQ Pr?testant8che Evangelische Kerken
egle heeft aan Z.Exc. den gezant der
Nederlanden te Brussel een adres aange
boden met het verzoek het aan prinses
uii.'ii,. u willen doen toekomen, waartoe
verklaard. Z'Ch gMrne bere,d
Geschenk van den senaat van
ln n .r,Jk*unlvers«t«!it te Leiden.
univeS?. V*n den 8enaat van de r<jki'
der H.nl 16 Uid('n heeft de kunstschil-
vaardi«d Van de Velde een «childertf ver
bom Ïh. V°°r^^ het academiege-
haar stnd prinses Julinna tlJdenS
Het acS"? de coll«I« volgde,
den son« 1 zal vandaag door leden van
dCn senaat worden aangeboden.
Geschenk van de rijksacademie
van beeldende kunsten te Am-
sterdam.
t. a rijksacademie van beeldende kunsten
ot het nationale huwelijksgeschenk