k°° ASPIRIN De qebeurtenissen iri Spanje in December. EEN SENSATIONEELE RECHTSVERVOLGING IN BELGIE. Aan den vooravond van het groote feest. Alleen ten westen van Madrid werd strijd gevoerd. Gevechten nemen guerilla- karakter aan. Bij de besluiten van de parlementaire commissie van onderzoek inzake crisisjredietverrichtingen. Het werk van hooggeplaatste personen in het gedrang? helpt snel en zeker buisjes Van 20 labl. 70 cenl zakjes van 2 tabl. - 10 cent Het vorstelijk huwelijk Ongekende drukte in de Hofstad. Het a.s. bruidspaar in de bioscoop. u Over het algemeen is December een riiatige maand geweest op het Spaan- sche strijdtooneel. Een overzicht daar van vinden wij in de Manchester Guardian. Er is een zeer belangrijke episode geweest in den langdurigen strijd om Madrid, waarbij de rechtsche troepen een nederlaag hebben geleden. Dit was in het begin van de tweede week van November, toen zij bij ver rassing een aanval begonnen op de hoofdstad langs de wegen van Toledo en Talavera. Slechts aan een klein gedeelte der troepen gelukte het de Manzanares over te trekken tot in de universiteitsstad, waar zij nu nog altijd aan drie zijden worden ingesloten. Toen de rechtschen dit offensief inzetten, waren zij genoodzaakt wegens hun tekort in aantal troepen te onttrekken aan den sector van het Escorial en slechts een klein aantal eenheden achter te laten ten Noor den van den weg van Talavera naar Madrid. Gedurende December nu, hebben zij ge tracht dit tekort aan te vullen, ten deele om de regeeringstroepen te Madrid af te snij den van hun medestrijders bij het Escorial, maar voornamelijk in de hoop om den weg naar het Escorial te passeeren en Madrid van dakr en van den weg naar Galicië in het Noorden binnen te trekken. Het gevolg hiervan was een reeks hevige gevechten om en bij de lijn van dorpen, welke zich uitstrekt van Robledo, Zuid westelijk van het Escorial naar Boadilla, Pozuelo en Aracaca, niet ver van de hoofd stad. In de eerste week van December werd Pozuelo afwisselend genomen en heroverd door ieder van belde partijen. Daarna richtten de rechtsche troepen al hun pogin gen op Boadilla, welke stelling zij 17 Decem ber innamen. Toen viel een zware mist in en vlak voor Kerstmis trok de internationale colonne op naar Boadilla, dat zij na een verwoed gevecht, eindigend in den Kerst nacht, veroverden. Zij wisten den vijand te verslaan en terug te drijven tot ten Westen vart Brunete. Een andere aanval van de zijde van de regeering, Zuidelijk van den weg naar het Escorial, eindigde met de be zetting van het dorp Villanuova op 30 De cember. Zoo eindigde de poging der opstan delingen om zich een weg te banen uit het Westen en Madrid van het Noorden uit binnen te dringen. Ten Noorden van de hoofdstad zijn de rechtschen nog even ver als steeds. In het Noordoosten langs den weg van Guadal- jarau zijn zij nog honderd kilometer van Madrid en volgens de laatste berichten worden zij daar steeds verder teruggedre ven. In het Oosten hebben zij al evenmin vorderingen gemaakt en het zeer te stellen gehad met aanvallen van Aranjuez uit. De strijd om de Casa del Campo in het Westen is onbeslist gebleven. Beide partijen houden gedeelten van het bosch bezet. Een poging van de rechtschen om zich een weg te banen over de bruggen van de Manza nares van de Casa de Campo uit met behulp van tanks en infanterie werd kort na Kerstmis afgeslagen. De situatie van de rechtschen, die zich verschanst hebben in het kliniek-ziekenhuis en in andere univer siteitsgebouwen, moet wanhopig zijn. Wan neer de internationale colonne hen zou kunnen aanvallen zullen zij zich vermoe delijk moeten overgeven. Uit fotografieën blijkt, dat het grootste ge deelte van Madrid tot een pinhoop is ge worden door de luchtbombardementen en het artillerievuur. De bevolking, die over gebleven is zij wordt nu langzamerhand geëvacueerd is samengedrngen in het Oosten van de stad en de voedselvoorziening is onvoldoende, daar alles met vrachtauto's over den eenigen vrijen weg naar Valencia moet worden aangebracht. De luchtaanvallen op Madrid duren voort, doch hun aantal ia niet meer zoo groot. De regeeringstroepen hebben versterking ontvangen van Rus sische vliegtuigen en het is veelbeteekenend, dat steden, die zoo ver afliggen als Badajoz en Merida, het doelwit zijn geworden van luchtaanvallen der regeeringstoeste'len. Het is niet waarschijnlijk, dat de Duitsche versterkingen, waarvan 20,000 een waar schijnlijke schatting is, door generaal Franco reeds in den strijd om Madrid zijn gebruikt. Franco heeft zijn Mooren aan het winter seizoen moeten blootstellen, dat gekenmerkt is geweest door hevige koude en sneeuw stormen in de gebergten van Somosierra en Guadarrama. Generaal Mola, die het bevel voert in den sector Avila, heeft moeite ge had, zich te vereenigen met de strijdkrach ten van generaal Varela, die de strijdkrach ten aa het Madrileensche front aanvoert. Het schijnt dat eenige Duitschers zijn ge zonden naar Oviedo, waarvan twee voor steden zijn bezet door de regeeringsgezinde Asturische mijnwerkerstroepen en andere Duitschers naar de provincie Cordoba. Het feit, dat „glorieuze overwinningen" door de opstandelingen en de Duitschers worden gemeld op 40 kilometer ten Oosten van Cordoba in de olierijke gebieden van de Guadalquiver, waarvan men reeds in het begin van den oorlog dacht, dat zij ten volle in de macht der opstandelingen waren, wijst er op, dat de regeeringstroepen vorderingen hebben gemaakt in Zuid-Spanje. Doch wei nig vooruitgang hebben zij gemaakt aan het front van Aragon. De troepen uit Catalonië hebben twist onder elkaar gehad en schijnen niet in staat om Huesca en Saragossa ver der te naderen. Iets meer actie is er geweest bij Teruel ten Westen van Madrid en de Catalaansche strijdkrachten daar zeggen deze stad te bedreigen. Maar over het alge meen heeft de burgeroorlog in Spanje thans het karakter van een guerrilla gekregen een feit, dat men niet alleen moet toeschrij ven aan het weer en het terrein, maar ook aan e enduidelijk gebrek aan militairen zin aan beide zijden. (Van onzen correspondent.) Er is op het oogenblik in België sensatie in de lucht. Wat zij in werkelijkheid zal beteekenen is nog de vraag maar tr wordt althans veel over gefluisterd. Wij bedoe len het rechtsonderzoek dat is ingesteld door het Brusselsche parket naar aanlei ding van sommige inlichtingen en ook naar aanleiding van mededeeling, aan het parket, van sommige nieuwe elementen in verband met de leening Mendelssohn, dit door de parlementaire commissie van onderzoek Servais naar de crisiscrediet- verrichtingen. Deze commissie, genoemd commissie Servais, naar den naam van zijn voorzitter, gewezen procureur-generaal te Brussel, eer van de hoogste magistraten van het land, werd gevormd nadat de eerste parlementaire commissie, onder voorzitterschap van gewezen eerste- minister Jaspar reeds een onderzoek had gedaan naar de omstandigheden waarin met openbare gelden was tusschen geko men om crisiscredieten te verleenen aan in moeilijkheden verkeerende onderne mingen. Men herinnert zich dat Rex hier tegen een hevige campagne heeft gevoerd. De regeering van Zeeland heeft na de des betreffende interpellaties, willen aantoo- nen dat zij niet bang was op deze ver richtingen het volle licht te laten schynen en desnoods haar verantwoordelijkheid op te nemen. Bij ministerieel besluit van 10 Augustus 1936 werd de commissie Servais opgericht, om voor 1 November 1936 rapport uit te brengen over de omstan digheden waarin de crisiscredietverrich- tingen zijn gebeurd, haar r.dvies uit te drukken over de regelmatigheid van deze verrichtingen en over het samenheulen van politiek en financien die de verrichtin gen zouden hebben vooraf gegaan of ver gezeld. De commissie kreeg het recht getuigen te hooren en alle nuttige onder zoekingen te doen. Het is een feit dat de regeering het werk van de commissie niet heeft bemoeilijkt. Integendeel. Zij heeft haar taak beëindigd en geregelct werden over haai werkzaamheden communiqué's gepubliceerd welke over het olgemeen betrekking hadden op de verschillende „schandalenwelke in den laatsten tijd in België opgang hebben gemaakt. Het gaat hier niet op over deze verschillende kwes ties al zij het maar met een enkel woord een mededeeling te doen doch als conclusie is men wel verplicht te erkennen dat ten slotte de commissie niets dan waarlijk sensationeel is heeft aan het licht ge bracht, tenzijhet gerecht, dat nu de taak heeft overgenomen, het verder moet brengen. Na haar laatste zitting te hebben ge houden heeft de commissie inderdaad een mededeeling gedaan, met betrekking tot de Mendelssohnleening van 3 en 10 De cember 1934, aangegaan door de regeering Theunis, welke niet alleen de toenmalige financieele politiek in het gedrang brengt maar ook de goede trouw van zekere hooggeplaatste personen. De regeering Theunis was tot stand gekomen om de crisis te bezweren en met in haar pro- I gramma den strijd tegen de devaluatie. Zij verkreeg volmacht. Op grond van deze volmacht werd bij Mendelssohn en Co., bij de Nederlandsche Handelsmaatschappij en bij de Société de Banque Suisse een lee ning aangegaan van 100 millioen gulden, aflosbaar in guldens of in goud, naar keus van de geldschieters. De parlementaire commissie Servais is van meening dat deze leening groote bezwaren opleverde wegens het gevaar van devaluatie. Zij voegde er bij dat de toenmalige minister van financiën, Gutt, in December 1934 sommige verklaringen heeft gedaan die de Kamerleden op een dwaalspoor moesten brengen; dat de leening de versterking van de positie van den franc niet kon ver zekeren; dat de kolonie de 25 millioen welke haar aandeel was niet noodig had; dat de schatkistbehoeften van het moeder land de leening ook niet noodzakelijk maakten, toch niet in den vorm waarin zij Let op oranje band en Bayerkruls werd aangegaan; dat zij ook niet van aard kon zijn om op gevoelige wijze financieele laaten te verlichten, door andere leeningen met de verkregen fondsen terug te beta len. Doch dat is alles kritiek, welke men slechts begrijpt bij de volgende overwe ging van de commissie. Zij bevestigt na melijk dat de Belgische Staat aan de Caisse de Reports 150 millioen aan bin- nenlandsche schatkistbons bij anticipatie heeft terugbetaald en dat dit zelfde geld heeft gediend om het de Caisse de Re ports, welke bank staat onder de leiding van den heer Fabri, mogelijk te maken een bedrag van 100 millioen gulden aan te wenden ten einde in participatie met Mendelssohn, de met goud gewaarborgde schatkistbons aan te koopen. Tengevolge van nog andere constataties heeft de commissie geacht als haar meening uit te moeten drukken dat het niet past dat de heer Fabri nog verder zou gehandhaafd blijven in den schoot van den Raad van beheer van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, welke bij vele crisiscredietverrichtingen is betrok ken. Zeggen we nog dat de Belgische schatkist na de devaluatie 213.100.000 fr. heeft verloren op de leening Mendelssohn. Aldus het feit. De heer Gutt, toenmalig minister van financiën, werd als getuige door de commissie gehoord en hij heeft zijn politiek gerechtvaardigd door te trachten aan te duiden dat de leening een noodzakelijkheid was voor de schatkist. Toen hij als minister tv4t,d aangesteld be vond de heer Gutt zich aan boord van een schip tusschen Amerika en Europa. Toen hij te Brussel aankwam had wijlen de heer Francqui reeds de leening gereed gemaakt. Zij werd gesloten ondanks de oppositie van den gouverneur van de Nationale Bank, Staatsminister Franck, en den vice- gouverneur, den huidigen eerste minister Van Zeeland, omdat er volgens den ge wezen minister van financiën, geen andere uitkomst meer was. Hy neemt, ondanks de tusschenkomst van wylen den heer F ancqui de volle verantwoordelijkheid voor deleening zelf op. Noch in Engeland, noch in Frankrijk, noch in de Vereenigde Staten was er geld te krijgen meent hij en in het binnenland kon er geen leening worden geplaatst. De harde voorwaarden moesten worden aanvaard, of zoo niet moest de devaluatie worden ter hulp ge roepen. De goudclausule in de leening was, volgens den heer Gutt slechts -n het con tract gevoegd om de geldschieters tegen de devaluatie van den galden te beveili gen, vermits de leening in gulden was ge sloten, wat normaal was. De gewezen mi nister heeft dan ook nog betoogd dat nog aan andere banken schatkistbons werden terugbetaald en dat door de devaluatie op alle buitenlandsche leeningen werd ver loren. Dit alles lijkt eerder op een academische discussie. Doch de sensatie is nu dat het parket, hetwelk reeds verscheidene maan den geleden ex-offico een onderzoek was begonnen naar de omstandigheden waarin op de Mendelsohn-leening was ingeschre ven, een vervolging inspande tegen onbe kenden, op grond van artikel 245 van het Belgisch wetboek van straf.echt, hetwelk de personen strafbaar stelt die met een openbaar ambt belast zijnde, belangen nemen in zaken waarover zy toezicht heb ben door hun ambt of die zij moeten be sturen. Dat is niet meer academisch Dat laat knoeierij vermoeden in de erger lijkste omstandigheden. Het gaat natuur lijk over individueele handelingen. Voor- loopig is er niets meer over te vernemen, doch het verdient vermelding dat de com missie van onderzoek zooals gezegd voor gezeten is door een van de knapste magis traten van het land, die ondanks zijn hoo- gen ouderdom door de regeering werd aangeduid om zijn algemeen bekende en gewaardeerde integriteit en onafhanke lijkheid teneinde de werkzaamheden van de commissie te leiden. Deze man heeft de paktijk van de rechtskwesties en het is te veronderstellen dat hij slechts die dos siers aan het parket heeft overgemaakt waarvan hij als beproefd magistraat weet waartoe zij kunnen leiden. De wijze waar op de commissie heeft gezeteld is niet van kritiek vrij te pleiten. Zij heeft ongeveer gezeteld als een rechtbank, die getuigen hoorde, zelfs verdachten, maar die de ver dachten niet liet bijstaan door een raads man De heer Fabri werd niet als ge tuige gehoord. Het communiqué, het be langrijkste van de commissie, werd ge daan na haar laatste zitting, dus zonder dat er nog mogelijkheid bestond het on derzoek verder voort te zetten. Intusschen is het een feit dat wijlen de heer Fran- qui, dat de heer Fabri, en ook ex-nrunister Gutt in het gedrang worden gebracht. n<n gerecht heeft talrijke documenten in Be slag genomen in de Caisse de Repoit» en bij de weduwe van den grooten financier en philantroop die Francqui was, evena s bij den heer Fabri werden huiszoekingen verricht. De heer Francqui heeft als mi nister de vernieuwing van do Mendels sohnleening toegestaan. Vijf expert boekhouder» zijn aangesteld door het parket om de documenten te onderzoeken. Moet men de geruchten gelooven dan zou den de heeren Francqui en Fabri elk voor de helft de vernieuwing van de Mendels sohnleening hebben onderschreven. M„n ziet dadelyk de vraag die wordt gesteld- Wie waren degenen die voordeel hadden en wie waren degenen die de beslissingen namen? In welke omstandigheden ia dit gebeurd? Sommige geruchten willen dat het „schandaal" als er schandaal U slechts tot doel heeft wraak te nemen, voor sommigen, met het oog op het ontwerp voor belasting van de devaluatiewinst. Wij geven dit slechte voor wat het waard is Doch onbetwistbaar volgt hieruit dat de schandaalexploitanten in België opnieuw stof hebben om gal te brouwen. Gistermiddag heeft in het Odeon-theater aan de Heerengracht te Den Haag een voor stelling plaats gehad van de films, welke prins Bemhard persoonlijk heeft opgeno men en ook van een aantal, welke hij had laten opnemen, en welke alle betrekking hebben op den verlovingstijd en de bruids dagen van het prinselijk paar. Een lange file van auto's had zich om streeks half twee in het Noordeinde opge steld, om de gasten, die voor de filmvoor stelling waren uitgenoodigd en ten paleize vertoefden, naar het theater te brengen. Het publiek, dat aanvankelijk nog mocht circuleeren nam achter de afzettingen plaats en groeide allengs aan tot eenige dui zendtallen, die zich langs den geheele route, welke via de Heulstraat, Lange- en Korte Voorhout en Princessegracht naar de Hee rengracht leidde, schaarden. In de auto's van de vorstelijke personen namen ook plaats de aan hen toegevoegde dames en heeren van den eeredlenst. Tegen drie uur kwam de auto van het vorstelijk paar voor. De prinses was gekleed in een pauwblauw costuum. Met handgewuif dankte zy vanaf het bor des voor de hun gebrachte ovaties van het publiek, waarna zy in de auto's plaats na men. Duizenden en duizenden stonden aan weerszijden van de Heerengracht geschaard. In de omgeving van het Odeon-theater. De politie had uitgebreide voorzorgsmaat regelen getroffen en den rijweg geheel vrij gehouden. Dit was dan ook noodzakelijk, opdat het op- en afryden van de auto'a met genood igden een vlot verloop kon hebben. De laatste genoodigden ariveerden om streeks drie uur. Het waren de gasten, die aan het noenmaal ten paleize Noordeinde hadden aangezeten. Toen de hertog van Kent uit zijn auto stapte, bracht het publieK hem een ovatie. Om kwart over drie kon digde gejubel, komende van de Princesse gracht aan, dat de hoofdpersonen in aan tocht moesten zijn. Enkele minuten later reed een auto met den koninklijken stan daard voor het theater en het jonge prinse lijke paar, dat vergezeld was van prinses Armgard en prins Aschwin stapten uit. On der daverende toejuichingen betraden zij het theater, waar spoedig de voorstelling begon. De zaal van het Odeon-theater bood een ongewoon levendige aanblik, toen tusschen half drie en drie uur steeds meer genoodig den van het vorstelijk bruidspaar en alle bruiloftagasten geleidelijk arriveerden. Zij werden ontvangen door eenige bruidsjon kers, die de gasten naar hun plaatsen leid den, daarin bijgestaan door de beide direc teuren van de City-theaters, de heeren ter Linden en Alter, terwijl de secretaris van prins Bernhard, jhr. Röell, de leiding van het geheel had. De president-commissaris van het City-concern, de heer Bart Wilton, behoorde met zijn echtgenoote eveneens tot de aanwezigen. Toen te ruim drie uur het prinselijk bruidspaar, begeleid door prinses Armgard en prins Aachwin, de zaal betraden, rezen alle aanwezigen van hun zetels op en zette de muziek het Wilhelmus In. De hooge be zoekers namen plaats in het midden van de eerste rij van het balcon, waarvan de ba lustrade met tapijten was getooid. De voorstelling nam daarna onmiddellijk een aanvang. Begonnen werd met de groote historische Polygoon-film „Neerlands bruidspaar", die reeds in vele Nederlandsche bioscopen heeft gedraaid, maar die voor vele aanwezigen, vooral voor de buitenlandsche gasten, ge heel nieuw was. Verschillende scenes wer den met applaus begroet en sommige ta- freelen, vooral uit de prille jeugd van prinses Juliana of prins Bernhard, verwek ten soms groote vroolijkheid bij de vorste lijke famile-leden, die allerlei in hun her innering voortlevende gebeurtenissen plot seling weer voor zich zagen. En tevens kregen de buitenlandsche gasten uit het laatste gedeelte van deze journaalfilm een overduidelyken indruk van de verknocht heid van het Nederlandsche volk met het vorstelijk gezin, van de algemeene vreugde, die de prinselijke verloving hier te lande heeft gewekt en van de populariteit, waarin prins Bernhard zich reeds spoedig na zijn komst hier te lande mocht verheugen. De Polygoon-film werd gevolgd door eer aantal filmpjes, die prins Bernhard zelf heeft opgenomen en heeft laten opnemen van verschilende belevenissen na zijn ver loving met prinses Juliana. Het pleit voor de kwaliteit van deze op namen, dat ondanks het feit, dat zü op smalfilm zijn gemaakt, in de groote bios coopzaal van het Odeon-theater projectie op het doek in vrijwel normale grootte mo gelijk was. De langste van deze smalfilm had prins Bernhard opgenomen tijdens zijn reis met prinses Juliana in Duitschland in October j 1-, h"n verblijf te Reckenwalde, bezoeken aan verschillende vrienden en familieleden in Silezië en in Lippa, ten jachtpartij hij Reckenwalde, familiabeioak te DetmoJd, enz. tal van personen, dia op hat witta doak verschenen, behooren thans tot da gattan van H. M. da koningin en waren in da zaal aanwezig, zoodat er af en toa hartelijk ge lachen werd bij de herinnering aan vrooUj- ke oogenblikken, dia prins Bernhard op het celluloid had vastgelegd. Kortere smalfilmpjes toonden de St. Hu- bert ui jacht op het Loo, de jongste jacht partij op Schiermonnikoog en hat bezoek van prins Bernhard aan het détachemeht pantserwagens te 's-Hertoganboech. Tenslotte werd nog een teekenflimpje van „Popey The Sailor" en een teekenfilm in kleuren van „Mickey Mouat" vertoond, waarna een pauze werd gehouden. In var band met hat gevorderde uur hat was in middels 5 uur geworden konden prinaei Juliana en prins Bernhard, alemede vale andere vorstelijke bezoekers, niet langer blijven. De prins betuigde de directie van het City-concern zijn tevredenheid over het gebodene. Toen het bruidspaar op straat verscheen ging er opnieuw een luid gejuich uit de nog steeds wachtende menigte op. Voor de genoodigden, die nog bleven, ba- stond er in de foyera van het theater gela tenheid tot het gebruiken van verver- schingen, waarna nog een korte twee-acSer „Stan Laurel en Oliver Hardy ln Speel- goedland", werd vertoond. Het geschenk van Nederlanden tn Zwaden. Weinige uren voor het ingepakt en ver stuurd moest worden om nog op tijd ln Den Haag te kunnen zijn. bestond er ten huize van consul-generaal Uggla te Stockholm gelegenheid het geschenk aan het prinselijk bruidspaar te bekijken, dat dezer dagen namens het Nederlandsche consulaire corps in Zweden en de Zweedsch-Nederlandsche vereenigingen te Stockholm en te Göthen- burg op het Paleis aan het Noordeinde over handigd zal worden. Het geschenk bestaat uit een kloeke kris tallen vaas en een bybehoorende oorkonde. Deze laatste bevat, behalve de opdracht en de namen van de velen, die een gift bijge dragen hebben, een aquarel van Stora Harspranget, de groote waterval in de Lule- alv. welke prinses Juliana indertijd tezamen met de koningin bezocht heeft De vees, die afkomstig is uit de bekende werk plaatsen ven Orrefors en in bes-relief geslepen werd naar een ontwerp ven Vicke Linde trend, vertoont aan den voorkant een op een hoogte rustenden Lap met drie syne rendieren, die hun geweien heffen legen bet een den achterkant van de vees aangebrachte, fond van sneeuw-gedekte bergtoppen. Men heeft prinses Juliana en prins Bernhard iets ty pisch Zweedsch willen schenken en daarin is men zeker, én door de voorstalling én door de keuze ven het materiaal, het prach tige zware Orreofrs-kristeal, ten volle ge slaagd. Geschenk ven de Nederlandsche kolonie in Tsjecho-Slowakije. Op initiatief van den consul-generaal, den heer A. M. Doorn, heeft de Neder'andsche kolonie in Tsjecho-Slowakije aan prinses Juliana en prins Bernhard een huldeblijk doen toekomen. Per K.L.M. is gisteren, ver gezeld van een oorkonde, een uit zeven ieelen bestaande tafelgarnituur van Bo- heemsch kristal verzonden, vervaardigd in de slijperij van de Nederlandsche firma Gebr. Zahn te Haida. Een geschenk uit Boedapest De onderwijzeressen van de Christelijke Juliana-school, gelegen aan de Wilhelmina- laan te Boedapest, hebben aan prinses Ju.ianu een theekleed aangeboden, vervaar- igd van witte tule. met Hongaarsche kant bewerkt. De secretaresse van het Nederlandsche comité voor de school, mej. C. M. E. Kuiper, ec t hot geschenk ten paleize aangeboden. Een adres van de Synode van de Protestantsche Evangelische Kerken in België. Een deputatie van de Synodale Directie i?nQ Pr?testant8che Evangelische Kerken egle heeft aan Z.Exc. den gezant der Nederlanden te Brussel een adres aange boden met het verzoek het aan prinses uii.'ii,. u willen doen toekomen, waartoe verklaard. Z'Ch gMrne bere,d Geschenk van den senaat van ln n .r,Jk*unlvers«t«!it te Leiden. univeS?. V*n den 8enaat van de r<jki' der H.nl 16 Uid('n heeft de kunstschil- vaardi«d Van de Velde een «childertf ver bom Ïh. V°°r^^ het academiege- haar stnd prinses Julinna tlJdenS Het acS"? de coll«I« volgde, den son« 1 zal vandaag door leden van dCn senaat worden aangeboden. Geschenk van de rijksacademie van beeldende kunsten te Am- sterdam. t. a rijksacademie van beeldende kunsten ot het nationale huwelijksgeschenk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6