DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
VIER JAREN HITLER-REGIME.
No 13 DU nummer berlaat „I, vim bladen. Directeur: C KRAK.
139e Jaargang
De algemeene toestand.
WAT HITLER BEREIKT HEEFT EN HOE
HIJ HET BEREIKTE.
30 Januari de groote dag.
Omsingelingspoging van
Madrid zou mislukt
zijn.
Weinig nieuws van de fronten.
Dankbetuiging van
H.M. de Koningin.
ALKMAARSCHE
D«e Courant word. EIKEN AVOND, behoh. Zoo-
to Feestdagen, nllgegeren. Abonnementsprii, per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.~
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN:
Van 15 regels f 1.25, elke regel meer f O 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. 1 ERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur; Tj. N. ADEMA.
Alkmaar, 16 JanuarL
Met meer dan gewone belangstelling volgt
de wereld het bezoek van Goering aan Rome
en uit die groote belangstelling leert men,
dat niemand gelooft aan een zuiver particu
lier bezoek, maar in de allereerste plaats
aan een diplomatiek onderhoud tusschen den
Duitschen staatsburger no. 2 en MussolinL
Natuurlijk zegt het meest officieele Itali-
aansche persbureau Stefani, dat het bezoek
van geheel particulieren aard is en dat
Goering feitelijk naar Italië is gekomen om
uit te rusten van vermoeienissen, maar de
persbureaux en dagbladen uit andere landen
denken er heel anders over.
11
In haar commentaar op het bezoek van
Goering te Rome schrijft de Fransche Figaro
(cons naar Havas meldt, o.a.: „Men heeft
het gevoel, dat er van nu af een belangrijke
gedachtenwisseling begonnen is en dat er
wederzijds dezelfde wil bestaat deze voort
te zetten tot een positief resultaat is ver
kregen".
De Excelsior (onafh.) schrijft: „Het valt
niet te ontkennen, dat het Spaansche vraag
stuk op het huidige oogenblik boven alle
andere schijnt te overwegen. Rome en Ber
lijn hebben wel van den beginne af de stel
ling verdedigd, dat de niet-inmenging vol
ledig moet zijn, maar beide regeeringen
moeten zich hoeden voor een besluit, dat
feitelijk onaannemelyk zou zijn voor de
andere betrokken regeeringen, zooals die te
Moskou, Parijs en elders".
In L'Oeuvre (rad.) schrijft mevrouw
Tabouis: „Naar aller meening is Goering te
Rome gekomen om Italië definitief in den
Spaanschen oorlog te betrekken. Gister
avond kon men uit de herleving van de
aanvallen in de heele Duitsche pers op
Frankrijk de resultaten van*de eerste be
sprekingen van Goering met Mussolini af
lezen. Het is duidelijk, dat Hitier en Musso
lini, als zij besloten het Spaansche avontuur
voort te zetten, in de eerste plaats op plau
sibele gronden het aanbod van het verbieden
van de zending van vrijwilligers zouden
moeten afwijzen. Men gelooft te Berlijn, dat
het Duitsche antwoord in dien geest zal
worden opgesteld, misschien vanavond al,
misschien morgen. Van Italiaansche zijde
schijnt men vooral bezorgd nopens de ge
volgen van een Italiaansch-Duitsche ovei>
winning in Spanje en zou men gaarne bij
voorbaat willen weten welke voordeelen elk
van de deelhebbers zouden toevallen.
Ten aanzien van de Fransch-Duitsche be
trekkingen schrijft Saint Brice in de Journal
(onafh.): „Het schijnt, dat Blum de bedoeling
zou hebben in zijn rede te Lyon op 24
Januari een toespeling te maken op den
terugkeer van Duitschland in de economische
organisatie. Het zou om niets minder te doen
zyn dan om een radicale herziening van de
Duitsche autarkie, of liever nog van de
politieke oriëntatie van het rijk, omdat het
huidige stelsel is gegrondvest op een inten
sieve oorlogsindustrie, die alleen verlaten zou
kunnen worden, wanneer nieuwe afzetge
bieden werden geopend. Hiermee is meteen
gezegd met welk een voorzichtigheid men
zich moet wagen op een terrein, traar de con
cessies, die men van ons verwacht, heel wat
duidelijker in het oog springen dan men de
min of meer illusoire waarborgen ontwaart,
welke men ons zou kunnen aanbieden".
Burc schrijft in L' Oeuvre: „Als het Hitier
en Mussolini ernst was, zouden zij de man
schappen, die zij naar Spanje en Marokko
hebben gezonden, terugroepen, maar daartoe
schijnen zij niet genegen. Zij hebben de
regeering te Burgos erkend en zijn van
meening, dat zij haar niet in den steek kun
nen laten zonder schade toe te brengen aan
hun prestige. Maar waar gaan wij, Engel-
schen en Franschen, heen, die hun econo
mische en financieele hulp aanbieden.^ ter
wijl zij ons het mes op de keel zetten?
Ten slotte schrijft de. Huipanité (comm.):
„Het Fransche wetsontwerp nopens de vrij
willigers moet de fascistische regeeringen
dwingen kleur te bekennen. Het zal pas zijn
beteekenis krijgen naarmate de regeering
trouw zal blijven aan de beginselen van
actie die Léon Blum gisteren in deze zaak
uiteengezet heeft. Een waarachtige inmen
ging voor alle landen, ja! Een eenzijdige
neutraliteit ten gunste van de opstandelin
gen en politiek van omsingeling, neen!
De News Chronicle schrijft over Goerings
bezoek aan Rome, dat gedurende de be
sprekingen Italiaansche vrijwilligers van
Italiaansche havens blijven vertrekken.
Men gelooft, dat Mussolini en Goering over
een zijn gekomen in beginsel het Engelsche
voorstel te aanvaarden en dat zij zich be
reid zullen verklaren het verbod aan vrij
willigers om naar Spanje, te gaan, ^erk"
zaam te doen zyn. ">odra Frankryk en
Rusland zich zonder voorbehoud zouden
hebben verbonden.
De Daily Herald schrijft: Goering bevindt
zich te Rome om Mussolini een waarschu
wing te geven en hem duidelyk te maken
dat Duitschland voornemens is het leeuwen-
(Van onzen Berlijnschen correspondent).
Op 30 Januari a s. herdenkt het Duitsche
nationaal-socialisme het vierjarig bestaan
van zijn regeeringstijd. Men heeft het voor
nemen, dien dag op de gebruikelijke plech
tige wijze te vieren. Het is geen gewoonte
van deze zeer actieve en zeer strijdlustige,
maar ook niet weinig ijdele en egocentrisch
voelende Duitschers, die zich nationaal-
socialisten noemen, een dag, die ook maar
uit de verte aan hun prestaties herinnert, in
meer of minder gepaste bescheidenheid on
gemerkt voorbij te laten gaan. Er zijn zeker
honderd dagen in het jaar, die gevierd
kunnen worden als verjaardag van een
vroegeren „veldslag" in „de beweging", van
een bijzondere gebeurtenis in den partij
strijd maar ook de overige 265 etmalen
behoeven geen afstand van het praedicaat
„vier-dagen" te doen. Want „wo Begriffe
fehlen, dat stellt zu rechter Zeit ein Na
menstag sich ein". Verjaardagen zijn een
redding. Waarom we dan ook meemaken, dat
vrijwel dagelijks een portret van een „gouw
leider", een minister, een burgemeester, een
S.A.-leider, een jeugdopvoeder, een partij
kassier, een .geheime regeeringsraad" in de
krant staat, met de mededeeling, dat dit
trouwe lid der beweging 47 of 34, 59 of 27
jaar oud geworden is. Wat dan aanleiding is
tot het afdrukken van telegrammen van ge-
lukwenschen van Hitier zelf af tot den jong-
sten partijbestuurder toe; en in „belangrijke
gevallen" ook nog van photo's, die toonen,
hoe een eere-compagnie opgesteld gestaan
heeft en later voor den jarige heeft gedéfi-
leerd. (Gelijk trouwens in het Derde Rijk
vrijwel geen dag meer zonder kransleggin-
gen, eeredéfilés, paradepas, en wat daar zoo
bij hoort, voorbijgaat).
Ieder volk heeft nu eenmaal z'n eigen
aardigheden. Het Nederlandsche niet minder
dan elk ander. Maar ik zit hier nu eenmaal
niet in Berlijn om over het Nederlandsche
volk te schrijven, doch voor het Nederland
sche over het Duitsche. (Wat door mijn
goede Duitsche vrienden met censuurbe-
voegdheden wel eens uit het oog vereren
wordt!
De a.s. 30e Januari zal, gelijk gezegd, dit
maal met bijzondere plechtigheid gevierd
worden. „Geeft mij vier jaren tijd", heeft
Adolf Hitier in 1933 uitgeroepen, toen hij
het bewind van rijkskanselier generaal Von
Schleicher droeviger nagedachtenis
overnam. En die vier jaren zijn op 30
Januari 1937 afgeloopen.
De eerste vierjaren-periode.
Hitier wilde in die viermaal twaalf maan
den Duitschland vrij maken van Versailles,
Duitschland weer tot groote mogendheid
maken, beschikkende over een sterke weer
macht; het Duitsche volk verlossen van een
werkloosheid, die de zeven millioen men-
schen reeds gepasseerd was; dat Duitsche
volk zijn eer en zijn vrijheid teruggeven.
Geen onbevooroordeeld toeschouwer zal
deel in Spanje voor zich op te eischen. Hit-
ler gelooft, dat hij Franco het meest heeft
geholpen. Te Berlijn was men zeer teleur
gesteld toen men moest constateeren dat
Franco aan Mussolini een concessie haJ
gegeven voor de luchtlijn tusschen Cadiz en
Balearen. Zoo dreigt de laatste facade van
hartelijkheid te verdwijnen door economi
sche rivaliteit.
Het blad maakt zich voorts ongerust over
de aanvallen van de Duitsche pers op Tsje-
choslowakije. WeUicht, schrijft het, wil
Duitschland slechts de aandacht van de
Spaansche kwestie afleiden. Doch het is ook
mogelijk, dat het zijn strevingen van West-
Europa naar Midden-Europa wil over
brengen.
Wil Duitschland de „interventie over
brengen naar Tsjechoslowakije vraagt de
Manchester Guardian zich af. De vergelij
kingen die de Duitsche pers maakt tus
schen Duitschland en Tsjechoslowakije doen
het gelooven, hoewel men te Londen geloof
dat Duitschland voor het oogenblik mets in
den zin heeft in Midden-Europa. Wellicht
poogt het door moeilijkheden in Centraal-
Europa te veroorzaken de positie van
Schacht by onderhandelingen te Parys ster-
Te Londen is men van oordeel dat hulp
aan Duitschland, die gebruikt zou worden
voor verdere bewapening, onmogelyk is. Dit
standpunt is te juister, omdat de herbewa
pening van het Duitsche Ryk, wat de tech
nische zyde betreft, nagenoeg voltooid is.
Daarom zou beperking van de bewapening
Duitschland niet onaangenaam zyn. Op het
oogenblik heeft men daar behoefte aan
grondstoffen, petroleum, mangaan, koper,
nikkel en aan voedingsmiddelen.
kunnen ontkennen, dat deze taak hem ge
lukt is. Ik waag er het morren en wenk
brauwen fronsen van zeker tallooze lezers
op, als ik hier verklaar, dat ik Hitier om
deze enorme prestatie bewonder.
Ik wil echter ook herhalen, wat ik op
deze plaats al eerder geschreven heb: dat
ik niet over het hoofd zie, dat een deel dezer
resultaten bereikt is ten koste van veel, wat
anderen volken ook het Nederlandsche
dierbaar gebleven is. Wij vermogen niet
te vergeten, dat het principieele en hard
vochtige anti-semitssme, dat zijn minder
waardige hoogtepunt vindt in den kring om
den gouwleider van het Frankenland Julius
Streicher, voor ons een leelijke vlek betee-
kent op de banier der Duitsche nationaal-
socialisten, ook al zien wij de fouten, die de
Duitsche joden sinds tientallen jaren ge
maakt hebben en die zulk een wreede
reactie ten deele uitgelokt hebben, als een
niet weg te praten „verzachtende omstan
digheid". Wii kunnen niet tegenspreken, dat
de weinig-elastische en vaak al te koppige
politiek der „Nazis" op financieel-econo-
misch gebied tot een binnenlandsche débacle
geleid heeft, die de heeren in Duitschland
weliswaar uitsluitend aan vijandige buiten-
landsche boycotbewegingen willen toe
schrijven, maar die toch zeker ook voor een
niet gering deel aan hun eigen fouten ge
weten moet worden. Het ziet er droevig
uit met de financiën, met den voorraad aar.
hoogst noodige grondstoffen, en meer of
minder dreigend ook met kleeding en voed
sel in het Derde Rijk. Lang niet zoo drei
gend, wat dit laatste betreft, als anti-Duit-
sche propaganda ons dagelijks wil doen ge
looven, maar toch dreigend genoeg om er
een Duitsch minister als Hermann Göring
toe te dwingen openlijk te bekennen het
is slechts weinige weken geleden dat „het
nulpunt bereikt is".
Wat zal Hitier op 30 Jan. aan
kondigen?
Wat straks, op 30 Januari, in het decora
tief college van den gehoorzamen en willoo-
zen „Rijksdag" Adolf Hitier over deze scha
duwzijden van zijn vierjarig bewind zeg
gen zal, is af te wachten. Voorloopig vertel
len ons zekere buitenlandsche bladen welis
waar dagelijks uitvoerige bijzonderheden
over de sensaties, die ons op dezen dag te
wachten staan, maar we hopen, dat onze le
zers nu langzamerhand uit de ervaringen
geleerd zullen hebben, dat dit soort van
journalistiek van nul en geener waarde is
en dat men heusch verstandiger doet, de
dingen rustig op hun beloop te laten en af
te wachten, totdat men den tekst van Hit-
ler's rede voor zich heeft en niet meer met
vermoedens maar met de werkelijkheid re
kening heeft te houden. Er is genoeg be
denkelijks in de situatie van het Derde Rijk
om met goed geweten afstand te kunnen
doen van den bewusten of naieven onzin,
die vele organen der wereldpers uit vaak
zeer doorzichtige motieven aan de naakte
feiten nog meenen te moeten toevoegen.
Wat wij wel weten, is slechts, dat Hitier
den Rijksdag eenige tientallen nieuwe wet
ten „ter goedkeuring" zal voorleggen, nadat
hij eerst met te verwachten trots en voldoe
ning een blik op het verleden sinds 1933 ge
worpen zal hebben. En dat deze nieuwe wet
ten in hoofdzaak betrekking zullen hebben
op de vier nieuwe jaren, ditmaal meer in
het byzonder jaren van beproeving, van toe
nemende armoede en steeds grootere offers
aan den rtaat, die Duitschlands bevolking
voor den boeg staan. Mogelijk, dat eenige
dezer wetten van meer of minder sensatio-
neele strekking zullen blijken. Het zal wel
onvermijdelijk zijn, dat in de naaste toe
komst de belastingen stijgen, de loonen da
len zullen al weten we niet, in welke om
kleeding en vermomming het eeuwige raad
sel: „wie sag' ich's meinem Kinde" ditmaal
zal worden opgelost. Waren de eerste vier
jaren voor Duitschland een periode van
nieuwe hoop, van hersteld vertrouwen en
van begrijpelijk optimisme; de vier, die nu
volgen, zullen jaren van twijfel, van be
proeving en van nijdig en verbitterd door
zetten, van even begrijpelijk pessimisme
worden. En het ligt voor de hand, dat een
volk in zulk een stemming uit den aard der
zaak tot een haard van internationale ge
varen worden kan. Waarom wij er dan ook
altijd tegen gekant geweest zyn. onder zul
ke omstandigheid de tegenstellingen door
onverantwoordelijke ophitsing der volken
tegen elkander nog op de spits te drijven,
in plaats van te zoeken naar mogelijkheden
van toenadering, die ten slotte slechts van
wat „good will" afhankelijk zijn.
Van tal van artikelen wel te kort,
maar er is geen nood.
Voor ons, in Duitschland Wvende vreem
delingen, is het inderdaad een wonderlijke
sensatie, uit buitenlandsche bladen te lezen,
hoe het er binnen de grenzen van het Duit
sche Rijk uitziet! Dat we zoo nu en dan be
paalde vleeschsoorten, varkensvet, boter of
eieren niet of slechts in beperkte hoeveelhe
den kunnen koopen, dat het brood thans
minder goed is, dat belangrijke ertsen ont
breken, dat er weinig wol meer te krijgen
is, dat herhaaldelijk geen nieuwe autoban
den te koop zijn, dat bouwmateriaal ont
breekt och, dat weten we hier ook wel.
Maar dat ten slotte in het dagelijksche le
ven van een en ander eigenlijk maar heel
weinig bemerkt wordt, moeten we onzen
collega's van de bladen in het buitenland
toch nog eens nadrukkelijk verzekeren. We
kunnen geen slagroom koopen, alleen maar
in kleine hoeveelheden in de lunchrooms
ter plaatse verorberen. We hadden eenige
weken lang geen sinaasappels meer. Ik
schreef er al in vroegere brieven over. Er is
geen lood, geen nikkel, geen koper. Maar we
eten dan maar andere dingen en stellen ons
tevreden met andere metalen. De huisvrou
wen mopperen wel eens, en de marktvrou
wen een beetje luider. Maar ten slotte is dat
geen.... nood! Nood, zooals die bijv. sedert
lange jaren in Sovjet-Rusland heerscht!
Waar zich intusschen in de pers niemand
druk over maakt
Natuurlijk we weten niet, hoe het er
hier over één of twee jaren zal uitzien.
Maar we weten wel, dat hier niet alleen
geen werkloosheid meer is, maargebrek
aan arbeiders, aan vakspecialisten vooral.
We weten, dat op straat geen bedelaars
meer aan te treffen zijn, dat op voorbeel
dige wijze dq armenzorg geregeld is, dat de
criminaliteit sterk is verminderd, dat
schouwburgen, bioscopen, restaurants vol
zitten en er dus blijkbaar geld verdiend en
uitgegeven wordt, dat het bouwbedrijf wel
iswaar door gebrek aan materiaal in een
minder gunstige periode schijnt te zullen ko
men, maar dat er toch nog altijd over heel
Duitschland op geweldige schaal gebouwd
wordt. Ook aan de groote autostraten.
Maak Duitschland's moeilijkheden
niet grooter!
Wij hebben steeds behoord tot hen, die
een zwaar hoofd hebben in de ontwikkeling
der dingen in Duitschland; maar ook tot
hen, die niet begrijpen, welk nut het heeft
(speciaal voor Nederland) de moeilijkheden,
die het Duitsche volk doormaakt, nog kunst
matig te vergrooten, al is het alleen maar
door altijd maar weer, in de kleinste be
richten, zoowel als in de langste beschou
wingen, tegen dit volk stemming te maken.
Wij kunnen den Duitschen staatsleiders niet
in het hart kijken, en we gelooven wel aan
de mogelijkheid, dat onder hen zich men-
schen bevinden, die nu niet bepaald vrede
lievende plannen met zich omdragen. Maar
we kunnen dit zij hier opgemerkt naar
aanleiding van het „vierjarig bestaan" van
het Hitlerrégime geen bewondering koes
teren voor een streven, nu maar volgens al
te gemakkelijk recept, alles te wantrouwen
en af te breken, wat uit Duitschland komt,
en daarbij getrouwelijk alles weg te praten,
wat dit groote en nijvere volk ook en vooral
in de laatste vier jaren aan bewonderens
waardigs gepresteerd heeft onder omstan
digheden waaroverhet Nederlandsche
volk nu eenmaal niet uit ondervinding kan
meepraten.
Konden we er eindelijk eens toe besluiten,
naast veel, dat we volkomen gegrond mee
nen te moeten afkeuren, ook het vele, dat
ons wellicht zelfs tot navolging behoorde
te prikkelen, tot zijn recht te doen komen,
dan zouden we ons zelf, onze nationale re
putatie, daarmede een dienst van beteekenis
bewijzen.
De Spaansche burgeroorlog
Ondanks de krachtige tegenaanvallen,
die de rechtschen in den loop van den
nacht en het begin van den morgen giste
ren hebben ontketend, zijn zij er niet in
geslaagd de regeeringstroepen te verdrij
ven uit de belangrijke stellingen, die zij
veroverd hebben in den sector van Mon-
cloa. ywee malen wierpen de manschap
pen van het vreemdelingenlegioen en de
Mooren zich in den strijd in het Wester
park. De regeeringstroepen, die den dag
van eergisteren gebruikt hebben voor de
versterking en organisatie van de loop
graven, hebben deze aanvallen echter
afgeslagen en het gewonnen terrein be
houden.
Om zes uur gistermorgen mislukten de
aanvallen wederom. Om elf uur was het
front weer rustig geworden.
Tijdens den strijd werden vier mitrail
leurs, die gisteren op de rechtschen waren
veroverd, op hun vroegere bezitters ge
richt.
Tegen het eind van den middag hebben
de opstandelingen een aanval ondernomen
in den sector van de universiteitswyk. Zij
's-G ravenhage, 16 Jan.
1 9 3 7. Diep getroffen en erken
telijk voor de groote belangstelling
en de treffende wijze, waarop
Mijn volk in al zijn geledingen
alle deelen van het Rijk heeft
blijk gegeven mede te leven met
het groote geluk Mijner kinderen
bij gelegenheid van hun huwe
lijk, wensch Ik op deze wijze,
waar afzonderlijke beantwoording
niet mogelijk is, allen hartelijk
dank te betuigen voor de Mij toe
gezonden gelukwenschen.
WILHELMINA.
werden echter teruggeslagen. Kort na
acht uur werd de strijd krachtig hervat.
Men heeft den indruk, dat de strijd zich
uitbreidde over verschillende andere sec
toren van het front van Madrid. Te half
tien in den avond nam het mitrailleur-
vuur aan beide kanten nog toe. Het com
muniqué der commissie van verdediging
te Madrid verklaart, dat tot het eind van
den middag volkomen rust heeft ge-
heerscht aan het front van Madrid en dat
van de andere fronten niets viel te
melden.
De strijd in den sector van
Las Rosas.
In den sector van Las Rosas duurt het
door de regeeringstroepen twee dagen
geleden ingezette tegenoffensief nog
voort. De loyalen hebben belangrijke
stellingen op hun tegenstanders heroverd.
Het is nog te vroeg om bijzonderheden te
kunnen melden, maar wel kan reeds ge
zegd worden, dat de poging om Madrid
langs het Noorden te omvatten, welke
door de opstandige generaals in het werk
was gesteld, definitief tot mislukking is
gedoemd.
Radio Sevilla heeft gistermiddag om
half twee medegedeeld, dat aan alle fron
ten de rust bijna volkomen is. Aan het
front van Madrid hebben, aldus deze
mededeelingen, de regeeringstroepen uit
vrees voor den langdurigen mist een aan
val gedaan op Las Rosas, waarbij zij de
militieleden naar een zekeren dood leiden.
Hun verliezen waren groot. D.e aanval op
en de verovering van Estepona stonden
onder leiding van generaal Queipo de
Llano, die samenwerkte met de marine en
de luchtmacht.
Eerst veroverden de regeeringstroepen
de stellingen van Siërra, terwijl de ove
rige strijdkrachten Estepona omsingelden.
De regeeringstroepen, die de vlucht na
men, werden onder vuur genomen door de
kanonnen, terwijl de laatste bajonetaanval
der falangisten den strijd beslechtte. Ge
durende deze krijgsverrichtingen werden
de opstandige marine en luchtmacht niet
gehinderd door vliegtuigen of schepen
van de regeering.
De strijd aan het Araganfront.
Het radiostation der C. N. T. heeft
gisteravond om half tien medegedeeld, dat
licht kanon- en mitrailleurvuur werd ge
hoord aan het front van Aragon en Teruel
en het noordelijk en centrale front. Tevens
deelde het station mede, dat hier en daar
verscheidene soldaten der opstandelingen
naar de regeeringstroepen zijn overge-
loopen. Naar het communiqué verder
meldde, hebben de regeeringstroepen zich
gisteren aan het front van Madrid meester
gemaakt van belangrijke stellingen in het
Westerpark en een hevigen aanval der
opstandelingen afgeslagen, die ten doel
had de verloren stellingen aldaar te her
overen. Gisteren hebben de regeerings
troepen bovendien Serro de Los Gamos
bezet. Tengevolge van de weersomstan
digheden bleef de luchtmacht werkeloos.
Queipo de Llano gisteravond niet
voor Radio-Sevilla geweest; we
gens inspectiereis langs het front.
Generaal Queipo de Llano, die een in
spectiereis langs het front maakt, heeft
gisteravond niet het woord gevoerd voor
den radiozender van Sevilla.
De zender deelde verschillende inlichtin
gen mede. De zuidelijke legers hebben San
Pedro de Alcantara bezet, een zeer belang
rijk knooppunt van wegen, waar de regee
ringstroepen zich hadden verschanst.
Tegen benzineverspilling.
Ten einde benzineverspilling te voorko
men zijn zeer strenge orders gegeven aan
gaande het verkeer met motorrijtuigen. Er
is wel is waar geen benzinegebrek, maar bo
venmatig gebruik moet worden tegenge
gaan om zooveel mogelijk benzine voor le-
gerdoeleinden beschikbaar te houdïn.
De ministerraad van Catalonië is gister
middag bijeengekomen ter bespreking van