DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. VIER JAREN HITLER-REGIME. No 13 DU nummer berlaat „I, vim bladen. Directeur: C KRAK. 139e Jaargang De algemeene toestand. WAT HITLER BEREIKT HEEFT EN HOE HIJ HET BEREIKTE. 30 Januari de groote dag. Omsingelingspoging van Madrid zou mislukt zijn. Weinig nieuws van de fronten. Dankbetuiging van H.M. de Koningin. ALKMAARSCHE D«e Courant word. EIKEN AVOND, behoh. Zoo- to Feestdagen, nllgegeren. Abonnementsprii, per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.~ franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN: Van 15 regels f 1.25, elke regel meer f O 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. 1 ERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur; Tj. N. ADEMA. Alkmaar, 16 JanuarL Met meer dan gewone belangstelling volgt de wereld het bezoek van Goering aan Rome en uit die groote belangstelling leert men, dat niemand gelooft aan een zuiver particu lier bezoek, maar in de allereerste plaats aan een diplomatiek onderhoud tusschen den Duitschen staatsburger no. 2 en MussolinL Natuurlijk zegt het meest officieele Itali- aansche persbureau Stefani, dat het bezoek van geheel particulieren aard is en dat Goering feitelijk naar Italië is gekomen om uit te rusten van vermoeienissen, maar de persbureaux en dagbladen uit andere landen denken er heel anders over. 11 In haar commentaar op het bezoek van Goering te Rome schrijft de Fransche Figaro (cons naar Havas meldt, o.a.: „Men heeft het gevoel, dat er van nu af een belangrijke gedachtenwisseling begonnen is en dat er wederzijds dezelfde wil bestaat deze voort te zetten tot een positief resultaat is ver kregen". De Excelsior (onafh.) schrijft: „Het valt niet te ontkennen, dat het Spaansche vraag stuk op het huidige oogenblik boven alle andere schijnt te overwegen. Rome en Ber lijn hebben wel van den beginne af de stel ling verdedigd, dat de niet-inmenging vol ledig moet zijn, maar beide regeeringen moeten zich hoeden voor een besluit, dat feitelijk onaannemelyk zou zijn voor de andere betrokken regeeringen, zooals die te Moskou, Parijs en elders". In L'Oeuvre (rad.) schrijft mevrouw Tabouis: „Naar aller meening is Goering te Rome gekomen om Italië definitief in den Spaanschen oorlog te betrekken. Gister avond kon men uit de herleving van de aanvallen in de heele Duitsche pers op Frankrijk de resultaten van*de eerste be sprekingen van Goering met Mussolini af lezen. Het is duidelijk, dat Hitier en Musso lini, als zij besloten het Spaansche avontuur voort te zetten, in de eerste plaats op plau sibele gronden het aanbod van het verbieden van de zending van vrijwilligers zouden moeten afwijzen. Men gelooft te Berlijn, dat het Duitsche antwoord in dien geest zal worden opgesteld, misschien vanavond al, misschien morgen. Van Italiaansche zijde schijnt men vooral bezorgd nopens de ge volgen van een Italiaansch-Duitsche ovei> winning in Spanje en zou men gaarne bij voorbaat willen weten welke voordeelen elk van de deelhebbers zouden toevallen. Ten aanzien van de Fransch-Duitsche be trekkingen schrijft Saint Brice in de Journal (onafh.): „Het schijnt, dat Blum de bedoeling zou hebben in zijn rede te Lyon op 24 Januari een toespeling te maken op den terugkeer van Duitschland in de economische organisatie. Het zou om niets minder te doen zyn dan om een radicale herziening van de Duitsche autarkie, of liever nog van de politieke oriëntatie van het rijk, omdat het huidige stelsel is gegrondvest op een inten sieve oorlogsindustrie, die alleen verlaten zou kunnen worden, wanneer nieuwe afzetge bieden werden geopend. Hiermee is meteen gezegd met welk een voorzichtigheid men zich moet wagen op een terrein, traar de con cessies, die men van ons verwacht, heel wat duidelijker in het oog springen dan men de min of meer illusoire waarborgen ontwaart, welke men ons zou kunnen aanbieden". Burc schrijft in L' Oeuvre: „Als het Hitier en Mussolini ernst was, zouden zij de man schappen, die zij naar Spanje en Marokko hebben gezonden, terugroepen, maar daartoe schijnen zij niet genegen. Zij hebben de regeering te Burgos erkend en zijn van meening, dat zij haar niet in den steek kun nen laten zonder schade toe te brengen aan hun prestige. Maar waar gaan wij, Engel- schen en Franschen, heen, die hun econo mische en financieele hulp aanbieden.^ ter wijl zij ons het mes op de keel zetten? Ten slotte schrijft de. Huipanité (comm.): „Het Fransche wetsontwerp nopens de vrij willigers moet de fascistische regeeringen dwingen kleur te bekennen. Het zal pas zijn beteekenis krijgen naarmate de regeering trouw zal blijven aan de beginselen van actie die Léon Blum gisteren in deze zaak uiteengezet heeft. Een waarachtige inmen ging voor alle landen, ja! Een eenzijdige neutraliteit ten gunste van de opstandelin gen en politiek van omsingeling, neen! De News Chronicle schrijft over Goerings bezoek aan Rome, dat gedurende de be sprekingen Italiaansche vrijwilligers van Italiaansche havens blijven vertrekken. Men gelooft, dat Mussolini en Goering over een zijn gekomen in beginsel het Engelsche voorstel te aanvaarden en dat zij zich be reid zullen verklaren het verbod aan vrij willigers om naar Spanje, te gaan, ^erk" zaam te doen zyn. ">odra Frankryk en Rusland zich zonder voorbehoud zouden hebben verbonden. De Daily Herald schrijft: Goering bevindt zich te Rome om Mussolini een waarschu wing te geven en hem duidelyk te maken dat Duitschland voornemens is het leeuwen- (Van onzen Berlijnschen correspondent). Op 30 Januari a s. herdenkt het Duitsche nationaal-socialisme het vierjarig bestaan van zijn regeeringstijd. Men heeft het voor nemen, dien dag op de gebruikelijke plech tige wijze te vieren. Het is geen gewoonte van deze zeer actieve en zeer strijdlustige, maar ook niet weinig ijdele en egocentrisch voelende Duitschers, die zich nationaal- socialisten noemen, een dag, die ook maar uit de verte aan hun prestaties herinnert, in meer of minder gepaste bescheidenheid on gemerkt voorbij te laten gaan. Er zijn zeker honderd dagen in het jaar, die gevierd kunnen worden als verjaardag van een vroegeren „veldslag" in „de beweging", van een bijzondere gebeurtenis in den partij strijd maar ook de overige 265 etmalen behoeven geen afstand van het praedicaat „vier-dagen" te doen. Want „wo Begriffe fehlen, dat stellt zu rechter Zeit ein Na menstag sich ein". Verjaardagen zijn een redding. Waarom we dan ook meemaken, dat vrijwel dagelijks een portret van een „gouw leider", een minister, een burgemeester, een S.A.-leider, een jeugdopvoeder, een partij kassier, een .geheime regeeringsraad" in de krant staat, met de mededeeling, dat dit trouwe lid der beweging 47 of 34, 59 of 27 jaar oud geworden is. Wat dan aanleiding is tot het afdrukken van telegrammen van ge- lukwenschen van Hitier zelf af tot den jong- sten partijbestuurder toe; en in „belangrijke gevallen" ook nog van photo's, die toonen, hoe een eere-compagnie opgesteld gestaan heeft en later voor den jarige heeft gedéfi- leerd. (Gelijk trouwens in het Derde Rijk vrijwel geen dag meer zonder kransleggin- gen, eeredéfilés, paradepas, en wat daar zoo bij hoort, voorbijgaat). Ieder volk heeft nu eenmaal z'n eigen aardigheden. Het Nederlandsche niet minder dan elk ander. Maar ik zit hier nu eenmaal niet in Berlijn om over het Nederlandsche volk te schrijven, doch voor het Nederland sche over het Duitsche. (Wat door mijn goede Duitsche vrienden met censuurbe- voegdheden wel eens uit het oog vereren wordt! De a.s. 30e Januari zal, gelijk gezegd, dit maal met bijzondere plechtigheid gevierd worden. „Geeft mij vier jaren tijd", heeft Adolf Hitier in 1933 uitgeroepen, toen hij het bewind van rijkskanselier generaal Von Schleicher droeviger nagedachtenis overnam. En die vier jaren zijn op 30 Januari 1937 afgeloopen. De eerste vierjaren-periode. Hitier wilde in die viermaal twaalf maan den Duitschland vrij maken van Versailles, Duitschland weer tot groote mogendheid maken, beschikkende over een sterke weer macht; het Duitsche volk verlossen van een werkloosheid, die de zeven millioen men- schen reeds gepasseerd was; dat Duitsche volk zijn eer en zijn vrijheid teruggeven. Geen onbevooroordeeld toeschouwer zal deel in Spanje voor zich op te eischen. Hit- ler gelooft, dat hij Franco het meest heeft geholpen. Te Berlijn was men zeer teleur gesteld toen men moest constateeren dat Franco aan Mussolini een concessie haJ gegeven voor de luchtlijn tusschen Cadiz en Balearen. Zoo dreigt de laatste facade van hartelijkheid te verdwijnen door economi sche rivaliteit. Het blad maakt zich voorts ongerust over de aanvallen van de Duitsche pers op Tsje- choslowakije. WeUicht, schrijft het, wil Duitschland slechts de aandacht van de Spaansche kwestie afleiden. Doch het is ook mogelijk, dat het zijn strevingen van West- Europa naar Midden-Europa wil over brengen. Wil Duitschland de „interventie over brengen naar Tsjechoslowakije vraagt de Manchester Guardian zich af. De vergelij kingen die de Duitsche pers maakt tus schen Duitschland en Tsjechoslowakije doen het gelooven, hoewel men te Londen geloof dat Duitschland voor het oogenblik mets in den zin heeft in Midden-Europa. Wellicht poogt het door moeilijkheden in Centraal- Europa te veroorzaken de positie van Schacht by onderhandelingen te Parys ster- Te Londen is men van oordeel dat hulp aan Duitschland, die gebruikt zou worden voor verdere bewapening, onmogelyk is. Dit standpunt is te juister, omdat de herbewa pening van het Duitsche Ryk, wat de tech nische zyde betreft, nagenoeg voltooid is. Daarom zou beperking van de bewapening Duitschland niet onaangenaam zyn. Op het oogenblik heeft men daar behoefte aan grondstoffen, petroleum, mangaan, koper, nikkel en aan voedingsmiddelen. kunnen ontkennen, dat deze taak hem ge lukt is. Ik waag er het morren en wenk brauwen fronsen van zeker tallooze lezers op, als ik hier verklaar, dat ik Hitier om deze enorme prestatie bewonder. Ik wil echter ook herhalen, wat ik op deze plaats al eerder geschreven heb: dat ik niet over het hoofd zie, dat een deel dezer resultaten bereikt is ten koste van veel, wat anderen volken ook het Nederlandsche dierbaar gebleven is. Wij vermogen niet te vergeten, dat het principieele en hard vochtige anti-semitssme, dat zijn minder waardige hoogtepunt vindt in den kring om den gouwleider van het Frankenland Julius Streicher, voor ons een leelijke vlek betee- kent op de banier der Duitsche nationaal- socialisten, ook al zien wij de fouten, die de Duitsche joden sinds tientallen jaren ge maakt hebben en die zulk een wreede reactie ten deele uitgelokt hebben, als een niet weg te praten „verzachtende omstan digheid". Wii kunnen niet tegenspreken, dat de weinig-elastische en vaak al te koppige politiek der „Nazis" op financieel-econo- misch gebied tot een binnenlandsche débacle geleid heeft, die de heeren in Duitschland weliswaar uitsluitend aan vijandige buiten- landsche boycotbewegingen willen toe schrijven, maar die toch zeker ook voor een niet gering deel aan hun eigen fouten ge weten moet worden. Het ziet er droevig uit met de financiën, met den voorraad aar. hoogst noodige grondstoffen, en meer of minder dreigend ook met kleeding en voed sel in het Derde Rijk. Lang niet zoo drei gend, wat dit laatste betreft, als anti-Duit- sche propaganda ons dagelijks wil doen ge looven, maar toch dreigend genoeg om er een Duitsch minister als Hermann Göring toe te dwingen openlijk te bekennen het is slechts weinige weken geleden dat „het nulpunt bereikt is". Wat zal Hitier op 30 Jan. aan kondigen? Wat straks, op 30 Januari, in het decora tief college van den gehoorzamen en willoo- zen „Rijksdag" Adolf Hitier over deze scha duwzijden van zijn vierjarig bewind zeg gen zal, is af te wachten. Voorloopig vertel len ons zekere buitenlandsche bladen welis waar dagelijks uitvoerige bijzonderheden over de sensaties, die ons op dezen dag te wachten staan, maar we hopen, dat onze le zers nu langzamerhand uit de ervaringen geleerd zullen hebben, dat dit soort van journalistiek van nul en geener waarde is en dat men heusch verstandiger doet, de dingen rustig op hun beloop te laten en af te wachten, totdat men den tekst van Hit- ler's rede voor zich heeft en niet meer met vermoedens maar met de werkelijkheid re kening heeft te houden. Er is genoeg be denkelijks in de situatie van het Derde Rijk om met goed geweten afstand te kunnen doen van den bewusten of naieven onzin, die vele organen der wereldpers uit vaak zeer doorzichtige motieven aan de naakte feiten nog meenen te moeten toevoegen. Wat wij wel weten, is slechts, dat Hitier den Rijksdag eenige tientallen nieuwe wet ten „ter goedkeuring" zal voorleggen, nadat hij eerst met te verwachten trots en voldoe ning een blik op het verleden sinds 1933 ge worpen zal hebben. En dat deze nieuwe wet ten in hoofdzaak betrekking zullen hebben op de vier nieuwe jaren, ditmaal meer in het byzonder jaren van beproeving, van toe nemende armoede en steeds grootere offers aan den rtaat, die Duitschlands bevolking voor den boeg staan. Mogelijk, dat eenige dezer wetten van meer of minder sensatio- neele strekking zullen blijken. Het zal wel onvermijdelijk zijn, dat in de naaste toe komst de belastingen stijgen, de loonen da len zullen al weten we niet, in welke om kleeding en vermomming het eeuwige raad sel: „wie sag' ich's meinem Kinde" ditmaal zal worden opgelost. Waren de eerste vier jaren voor Duitschland een periode van nieuwe hoop, van hersteld vertrouwen en van begrijpelijk optimisme; de vier, die nu volgen, zullen jaren van twijfel, van be proeving en van nijdig en verbitterd door zetten, van even begrijpelijk pessimisme worden. En het ligt voor de hand, dat een volk in zulk een stemming uit den aard der zaak tot een haard van internationale ge varen worden kan. Waarom wij er dan ook altijd tegen gekant geweest zyn. onder zul ke omstandigheid de tegenstellingen door onverantwoordelijke ophitsing der volken tegen elkander nog op de spits te drijven, in plaats van te zoeken naar mogelijkheden van toenadering, die ten slotte slechts van wat „good will" afhankelijk zijn. Van tal van artikelen wel te kort, maar er is geen nood. Voor ons, in Duitschland Wvende vreem delingen, is het inderdaad een wonderlijke sensatie, uit buitenlandsche bladen te lezen, hoe het er binnen de grenzen van het Duit sche Rijk uitziet! Dat we zoo nu en dan be paalde vleeschsoorten, varkensvet, boter of eieren niet of slechts in beperkte hoeveelhe den kunnen koopen, dat het brood thans minder goed is, dat belangrijke ertsen ont breken, dat er weinig wol meer te krijgen is, dat herhaaldelijk geen nieuwe autoban den te koop zijn, dat bouwmateriaal ont breekt och, dat weten we hier ook wel. Maar dat ten slotte in het dagelijksche le ven van een en ander eigenlijk maar heel weinig bemerkt wordt, moeten we onzen collega's van de bladen in het buitenland toch nog eens nadrukkelijk verzekeren. We kunnen geen slagroom koopen, alleen maar in kleine hoeveelheden in de lunchrooms ter plaatse verorberen. We hadden eenige weken lang geen sinaasappels meer. Ik schreef er al in vroegere brieven over. Er is geen lood, geen nikkel, geen koper. Maar we eten dan maar andere dingen en stellen ons tevreden met andere metalen. De huisvrou wen mopperen wel eens, en de marktvrou wen een beetje luider. Maar ten slotte is dat geen.... nood! Nood, zooals die bijv. sedert lange jaren in Sovjet-Rusland heerscht! Waar zich intusschen in de pers niemand druk over maakt Natuurlijk we weten niet, hoe het er hier over één of twee jaren zal uitzien. Maar we weten wel, dat hier niet alleen geen werkloosheid meer is, maargebrek aan arbeiders, aan vakspecialisten vooral. We weten, dat op straat geen bedelaars meer aan te treffen zijn, dat op voorbeel dige wijze dq armenzorg geregeld is, dat de criminaliteit sterk is verminderd, dat schouwburgen, bioscopen, restaurants vol zitten en er dus blijkbaar geld verdiend en uitgegeven wordt, dat het bouwbedrijf wel iswaar door gebrek aan materiaal in een minder gunstige periode schijnt te zullen ko men, maar dat er toch nog altijd over heel Duitschland op geweldige schaal gebouwd wordt. Ook aan de groote autostraten. Maak Duitschland's moeilijkheden niet grooter! Wij hebben steeds behoord tot hen, die een zwaar hoofd hebben in de ontwikkeling der dingen in Duitschland; maar ook tot hen, die niet begrijpen, welk nut het heeft (speciaal voor Nederland) de moeilijkheden, die het Duitsche volk doormaakt, nog kunst matig te vergrooten, al is het alleen maar door altijd maar weer, in de kleinste be richten, zoowel als in de langste beschou wingen, tegen dit volk stemming te maken. Wij kunnen den Duitschen staatsleiders niet in het hart kijken, en we gelooven wel aan de mogelijkheid, dat onder hen zich men- schen bevinden, die nu niet bepaald vrede lievende plannen met zich omdragen. Maar we kunnen dit zij hier opgemerkt naar aanleiding van het „vierjarig bestaan" van het Hitlerrégime geen bewondering koes teren voor een streven, nu maar volgens al te gemakkelijk recept, alles te wantrouwen en af te breken, wat uit Duitschland komt, en daarbij getrouwelijk alles weg te praten, wat dit groote en nijvere volk ook en vooral in de laatste vier jaren aan bewonderens waardigs gepresteerd heeft onder omstan digheden waaroverhet Nederlandsche volk nu eenmaal niet uit ondervinding kan meepraten. Konden we er eindelijk eens toe besluiten, naast veel, dat we volkomen gegrond mee nen te moeten afkeuren, ook het vele, dat ons wellicht zelfs tot navolging behoorde te prikkelen, tot zijn recht te doen komen, dan zouden we ons zelf, onze nationale re putatie, daarmede een dienst van beteekenis bewijzen. De Spaansche burgeroorlog Ondanks de krachtige tegenaanvallen, die de rechtschen in den loop van den nacht en het begin van den morgen giste ren hebben ontketend, zijn zij er niet in geslaagd de regeeringstroepen te verdrij ven uit de belangrijke stellingen, die zij veroverd hebben in den sector van Mon- cloa. ywee malen wierpen de manschap pen van het vreemdelingenlegioen en de Mooren zich in den strijd in het Wester park. De regeeringstroepen, die den dag van eergisteren gebruikt hebben voor de versterking en organisatie van de loop graven, hebben deze aanvallen echter afgeslagen en het gewonnen terrein be houden. Om zes uur gistermorgen mislukten de aanvallen wederom. Om elf uur was het front weer rustig geworden. Tijdens den strijd werden vier mitrail leurs, die gisteren op de rechtschen waren veroverd, op hun vroegere bezitters ge richt. Tegen het eind van den middag hebben de opstandelingen een aanval ondernomen in den sector van de universiteitswyk. Zij 's-G ravenhage, 16 Jan. 1 9 3 7. Diep getroffen en erken telijk voor de groote belangstelling en de treffende wijze, waarop Mijn volk in al zijn geledingen alle deelen van het Rijk heeft blijk gegeven mede te leven met het groote geluk Mijner kinderen bij gelegenheid van hun huwe lijk, wensch Ik op deze wijze, waar afzonderlijke beantwoording niet mogelijk is, allen hartelijk dank te betuigen voor de Mij toe gezonden gelukwenschen. WILHELMINA. werden echter teruggeslagen. Kort na acht uur werd de strijd krachtig hervat. Men heeft den indruk, dat de strijd zich uitbreidde over verschillende andere sec toren van het front van Madrid. Te half tien in den avond nam het mitrailleur- vuur aan beide kanten nog toe. Het com muniqué der commissie van verdediging te Madrid verklaart, dat tot het eind van den middag volkomen rust heeft ge- heerscht aan het front van Madrid en dat van de andere fronten niets viel te melden. De strijd in den sector van Las Rosas. In den sector van Las Rosas duurt het door de regeeringstroepen twee dagen geleden ingezette tegenoffensief nog voort. De loyalen hebben belangrijke stellingen op hun tegenstanders heroverd. Het is nog te vroeg om bijzonderheden te kunnen melden, maar wel kan reeds ge zegd worden, dat de poging om Madrid langs het Noorden te omvatten, welke door de opstandige generaals in het werk was gesteld, definitief tot mislukking is gedoemd. Radio Sevilla heeft gistermiddag om half twee medegedeeld, dat aan alle fron ten de rust bijna volkomen is. Aan het front van Madrid hebben, aldus deze mededeelingen, de regeeringstroepen uit vrees voor den langdurigen mist een aan val gedaan op Las Rosas, waarbij zij de militieleden naar een zekeren dood leiden. Hun verliezen waren groot. D.e aanval op en de verovering van Estepona stonden onder leiding van generaal Queipo de Llano, die samenwerkte met de marine en de luchtmacht. Eerst veroverden de regeeringstroepen de stellingen van Siërra, terwijl de ove rige strijdkrachten Estepona omsingelden. De regeeringstroepen, die de vlucht na men, werden onder vuur genomen door de kanonnen, terwijl de laatste bajonetaanval der falangisten den strijd beslechtte. Ge durende deze krijgsverrichtingen werden de opstandige marine en luchtmacht niet gehinderd door vliegtuigen of schepen van de regeering. De strijd aan het Araganfront. Het radiostation der C. N. T. heeft gisteravond om half tien medegedeeld, dat licht kanon- en mitrailleurvuur werd ge hoord aan het front van Aragon en Teruel en het noordelijk en centrale front. Tevens deelde het station mede, dat hier en daar verscheidene soldaten der opstandelingen naar de regeeringstroepen zijn overge- loopen. Naar het communiqué verder meldde, hebben de regeeringstroepen zich gisteren aan het front van Madrid meester gemaakt van belangrijke stellingen in het Westerpark en een hevigen aanval der opstandelingen afgeslagen, die ten doel had de verloren stellingen aldaar te her overen. Gisteren hebben de regeerings troepen bovendien Serro de Los Gamos bezet. Tengevolge van de weersomstan digheden bleef de luchtmacht werkeloos. Queipo de Llano gisteravond niet voor Radio-Sevilla geweest; we gens inspectiereis langs het front. Generaal Queipo de Llano, die een in spectiereis langs het front maakt, heeft gisteravond niet het woord gevoerd voor den radiozender van Sevilla. De zender deelde verschillende inlichtin gen mede. De zuidelijke legers hebben San Pedro de Alcantara bezet, een zeer belang rijk knooppunt van wegen, waar de regee ringstroepen zich hadden verschanst. Tegen benzineverspilling. Ten einde benzineverspilling te voorko men zijn zeer strenge orders gegeven aan gaande het verkeer met motorrijtuigen. Er is wel is waar geen benzinegebrek, maar bo venmatig gebruik moet worden tegenge gaan om zooveel mogelijk benzine voor le- gerdoeleinden beschikbaar te houdïn. De ministerraad van Catalonië is gister middag bijeengekomen ter bespreking van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 1