ZUIDERZEEWERKEN BIJ URK
8
'X
7
8
8
8
8
i
EEN LEGERTJE ARBEIDERS.
VOORBEREIDING
BIJNA GEREED.
DWARSPROFIEL VAN DEN 0IJK
door RICHARD STARR
Vertaald door A.RIEWERD.
1
(Vervolg).
(Van onzen R.-redacteur.)
Het bestek luidde: Maken van een. werk
hoven met opslagterreinen. Een fundeerings
put en een aansluitend gedeelte van den
ringdijk van den N.-O. polder nabij Urk.
Zoo stond het in simpele bewoordingen op
een blauw velletje in de directiekeet van de
aannemers, die gebouwd is op een afge
schoten gedeelte van het eiland, vlak naast
de haven.
Groots baggermolens lagen rustig in het
stille water. Een groote aak, bestemd als
logies voor een gedeelte van de bij dit werk
aangestelde arbeiders, lag verlaten en slechts
een motorbootje pufte weg.
Nog is dit werk, dat slechts een voorbe
reiding beteekent van hetgeen binnen
enkele maanden volgen zal de aanvang
van het maken van aansluitingen met Kam
pen en de Lemmer niet beëindigd, maar
het zwaarste deel is tenminste achter den
rug.
De fundeeringsput.
De fundeeringsput is gereed. Een enorm
groot werk is hiermede tot stand gekomen.
De put beslaat een oppervlakte van 200 X
200 Meter en heeft een diepte van een
kleine tien meter. In de toekomst zullen
hier de sluizen gebouwd worden en het
stoomgemaal. De eerstgenoemden om later
de schepen, die het IJselmeer willen be
varen en komen uit de kanalen die te zijner
tijd de nieuw te winnen provincie zullen
doorsnijden, te kunnen schutten. Het stoom
gemaal dat in den beginne dienst zal doen
om als de dijk gereed is het daarachter
gelegen water weg te malen en later den
eenmaal gewonnen polder droog te houden.
De laatste hand wordt aan den put gelegd.
De glooiing wordt afgemaakt en menschen
zijn druk doende de z.g. krammat een uit
stroo bestaande mat die dicht gevlochten is
op het keileem te bevestigen. Daarop
komen twee vlaklagen puin (fijn puin met
een gladde oppervlakte) waaroverheen een
stortlaag puin komt, waarop het zuilbasalt
gelegd moet worden.
De arbeiders.
Voornamelijk zijn het Sliedrechters, Gor-
kummers, Urkers en menschen uit Gene-
muiden, die op het oogenblik hier aan het
werk zijn. Er moet een bepaald percentage
menschen aan den arbeid zyn, die in de
toekomst en gedeeltelijk hu al door de Zui
derzeewerken gedupeerd worden.
De Sliedrechters houden zich voorname
lijk bezig met het bagger- en rijswerk. Zij
zijn het, die de z.g. zinkers maken, die onder
water den dijk moeten verstevigen en be
schermen. Een zinker is een gecompliceerd
iets! Een onderlaag van wiepen twijgen,
die celvormig zijn samengevlochten
waartusschen rijshout wordt geregen. Daar
boven weer een laag, op een zoodanige wijze
bevestigd, dat de twee lagen elkaar bedek
ken. Is de zinker gereed, dan laat men hem
zakken, hetgeen bereikt wordt door hem te
verzwaren met stortsteen die bijeen gehou
den wordt door vlechttuinen.
De voorbereidingen tot het werk.
Maar eigenlijk is dit een vooruitloopen op
den gang van zaken geweest.
Voordat alles zoover is, zijn er vele andere
werkzaamheden verloopen. Allereerst een
uitgebreid onderzoek naar het gehalte van
den zeebodem. Is deze wel geschikt om met
een blijvend succes een zwaren dijk te kun
nen dragen? Hier had een bodemonderzoek
uitgemaakt, dat zulks niet het geval was en
over een groote breedte op den bodem is
men aan het baggeren gegaan om den
„slechten grond" te verwijderen, waarvoor
zand in de plaats kwam, dat aangevoerd werd
door onderliggers, die, eenmaal aangekomen
boven de uitgebaggerde plek, het luik open
den en hun lading lieten vallen. Net zoolang
totdat een stevige ondergrond gebouwd was
waarop verder gearbeid kon worden. De
gemiddelde waterhoogte bevindt zich onge- i
veer drie meter N. A. P. Waarmede moest
dit worden aangevuld?
IJselmeer- en Polderzijde.
Verschil moest gemaakt worden in deze
aanvulling door de verschillende bestem
mingen die de beide zijden van den dijk ge
geven zullen worden. Aan den kant van het
IJselmeer zijn in de eerste jaren nog tal
van stormen te duchten, daar had men den
dijk zoo stevig mogelyk te maken.
In de eerste plaats door de reeds ge
noemde zinkers, die den voet van den dijk
het zich onder water bevindende gedeelte
verstevigen en in de tweede plaats door
vlak daarachter een keileemdam aan te
brengen. Keileem namelijk bezit de eigen
schap zeer taai te zyn en moeilijk door
dringbaar voor water. Deze dam nu werd
opgespoten door perszuigers en niet alleen
tot de N. A. P. hoogte, maar tot twee meter
daarboven. Eenmaal aangebracht, herhaalde
zich het hierboven genoemde proces van het
aanbrengen van krammatten, twee vlak
lagen puin, een laag stortpuin en een laag
zuilbasalt.
Aan de polderzyde heeft men natuurlijk
niet zooveel te duchten van stormen, ook al
bevindt zich achter den dijk, als hij klaar
is, een behoorlijke hoeveelheid water.
Immers by een Z.W. of N.W. storm zal die
zijde niet veel te verduren hebben.
Het hoogste punt bereikt de dyk bij 4.50
M. plus N. A. P. De bovenlaag bestaat daar
uit klei, waarop gras zal komen te groeien,
want deze dyk is in tegenstelling met den
afsluitdijk, niet bestemd voor verkeersweg.
Het werk in laatste stadium.
Zooals wy reeds zeiden, dit werk loopt
haast ten einde. Het aantal arbeiders dat in
den beginne met deze werkzaamheden bezig
was, is beduidend in aantal verminderd, en
slechts „afwerkers" zyn overgebleven. Tel
kenmale gaat een aantal met vacantie. Des
Vrijdags half vier gaan zij met een speciale
boot weg en zetten Maandag weer voet aan
den Urkschen wal. Zoo gaat het om de vier
weken.
De Genemuiders zijn er wel het beste
aan toe, betrekkelijk dicht als zij bij huis
wonen. Zaterdagmiddag, als om één uur
het werk stopgezet wordt, ziet men deze
menschen zich bij de haven verzamelen.
Verfrischt en met het Zondagsche pak aan
met een buideltje aan een stok over den
schouder gedragen. En in den middag ver
laat een puffende botter Urk. Ook in de
werkdagen behoeven de arbeiders zich niet
te beklagen over een gemis aan afleiding.
Een houten cantine is gebouwd en in de
toekomst hoopt mèn hier bioscoop- en andere
feestvoorstellingen te geven ten behoeve
van hen, die hier medewerken aan een
enorm werk, dat wellicht zyn weerga in de
wereld niet heeft.
Nog liggen in de haven de woonschuiten
en aken, die de opzichters en arbeiders ge
durende eenige maanden als hun tehuis
hebben moeten beschouwen, maar het zal
niet lang meer duren of sleepbooten zullen
die booten moeten verhalen en naar elders
moeten overbrengen. Misschien naar andere
plaatsen, vanwaar uit men streeft naar het
groote doel: het droogmaken van de Zuider
zee! - -
%uUopcoqcanma
/JS El MEER ZIJDE
WAAGSTUK BESTAANDE
uit rushout
worden ge zon ken mei
stortsteen
c.
i
8
mmy?
i
i
2.
POLDERZIJDE
"Uw/mm,
grondverbetering aangevuld
met zand door.ondebl0sse.cs*
ZEEBODEM
a
4
ar
i
io
^Binnenland
DE CONCURRENTIE VERHOUDINGEN
TUSSCHEN GROOT- EN KLEINBEDRIJF.
Principieele beslissing van de kroon.
Nadat reeds eerder de minister van bin-
nenlandsche zaken in een rondschrijven aan
de gemeentebesturen te kennen had gege
ven, dat verordeningen, welke beperkende
bepalingen inhielden op het venten, niet
voorschriften van protectionistische strek
king mochten bevatten, heeft thans de kroon
een principieele beslissing genomen, ten
aanzien van het ingrijpen door de gemeente
lijke overheid in de concurrentie-verhou-
dingen tusschen groot- en kleinbedrijf.
De gemeenteraad van de Zeeuwsche ge
meente Heinkenszand had in de politiever
ordening dier gemeente een nieuwe bepaling
ingelascht, luidende dat „het opnemen of
vragen van bestellingen van voorwerpen of
waren van welken aard ook, hetzij op of aan
den openbaren weg, hetzij aan de huizen,
zonder vergunning van B .en W., verboden
is". Deze bepaling beteekende naar de
Kroon oordeelde niet anders dan een aan
vulling van een reeds bestaande regeling be
treffende het venten en werd klaarblijkelijk
noodzakelijk geacht, omdat het niet moge
lijk zou zijn, een juist onderscheid te maken
tusschen bona fide venters en anderen.
Zonder een dergelijke aanvulling zou dar
de regeling betreffende het venten (aldus
had de betrokken gemeenteraad gemeend)
niet geheel doeltreffende zijn.
De Kroon was van oordeel, dat het geens
zins onmogelijk moet worden geacht, on
derscheid te maken tusschen de verrichtin
gen van den winkelier, die, wat betreft zyn
bezigheden buiten den winkel, zich in het
algemeen beperkt tot het ophalen van be
stellingen en het bezorgen van de bestelde
waren bij zijn vaste clientèle, en den ven
ter, die op of aan den openbaren weg zyn
waar tracht te slijten, of zulks huis aan huis
doet en zich dus in dat geval tot het publiek
in het algemeen richt.
Door de aanvullende regeling moesten de
houders van winkels ernstig in de uitoefe
ning van hun bedrijf worden bemoeilijkt,
zoodat door het betrokken raadsbesluit,
méér belangen werden aangetast, dan met
het oog op een regeling inzake het venten
noodig is.
In de bovenvermelde nieuwe bepaling zag
de kroon ook nog een andere geste. Zij oor
deelde n.1., dat de regeling klaarblijkelijk
óók in het leven was geroepen, om de con
currentie tegen te gaan, welke de venters
en de winkeliers in de gemeente Heinkens
zand ondervonden van het grootbedrijf
Mocht er al aanleiding bestaan lot ingrijpen
Vrijdag 22 Januari.
HILVERSUM, 1875 M. (8—12.—.
4.—7.30 en 9.—12.— VARA. dc
AVRO van 12.—4.— en de VPRO
van 7.30—9— uur). 8— Gr.pl. 10.—
VPRO-morgenwijding. 10.20 Gr.pl.
11— Deel. 11.20 Gr.pl. 12— Ko-
vacs Lajos' orkest en gr.pl. 1.30
't Omroeporkest en solisten. (In de
pauze: declamatie). 3.15 Avro-dans-
orkest. 4.Gr.pl. 4.10 Melody Cir-
cle. 5— Voor de kinderen. 5.30
Gr.pL 5.45 De Flierefluiters en
solist. 6.30 Politiek radiojournaal.
6.50 Gr.pl. 7— Literaire causerie.
7.20 Gr.pl. 7.30 Ber. 7.35 Causerie:
Lezen in den Bijbel. 8.Pianoreci
tal. 8.30 Causerie over Tagore. 9.
De Ramblers, C. Steyn's Accordeon
orkest en solisten. 10.30 ANP-ber.
10.40 VPRO-avondwijding. 11.
Jazzmuziek (gr.pl.) 11.3012.
Gr.pl.
HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr.
KRO). 8—9.15 en 10— Gr.pl. 11.30
12.^Bybelsche causerie. 12.
Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2.
Orgelconcert. 3.05 Gr.pl. 4.25 De
KRO-melodisten en solist. In de
pauze gr.pl. en om 6.Land- en
Tuinbouwhalfuur. 7.Ber. 7.15
Causerie: Kunst in het kerkgebouw.
7.35 Rep. 8.1Q Pianoduetten en lied
jes. 8.50 Gr.pl. 9.15 KRO-orkest. 9.45
Solisten, R.K. Orat.-vereeniging en
KRO-Symph.orkest. II.ANP-ber.
11.10 De KRO-boys en solist. 11.45
12.Gramofoonplaten.
DROITWICH, 1500 M. 11.4011.50
Pianorecital. 12.10 Orgelconcert.
12.50 BBC-dansorkest. 1.35 Bir-
minghamsch Philh. strijkorkest en
solist. 2.20 Voor de scholen. 4.20
BBC-Midland-orkest en soliste. 5.35
Het Walker-Octet. 6.20 Ber. 6.45 De
„New English Singers". 7.20 Muzi
kale causerie. 7.50 BBC-harmonie-
orkest. 8.20 Radiotooneel met mu
ziek. 9.20 Ber. 9.40 Actueele cause
rie. 10.BBC-orkest. 11.20 Jack
Payne en zyn Band. 11.5012.20
Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS. 1648 M. 7.20 en 8.20
11.20, 12.35 en 1.20 Gr.pl. 1.35 Zang.
1.50 Gr.pL 2.50 Radiotooneel. 4.20
Kamermuziek. 5.§0 Gr.pL 6.05
Pianorecital. 6.50 Gr.pL 9.05 Caba-
ret-progr. 11.20—1.05 Omroeporkest
KEULEN, 456 M. 5.50 Militair or
kest. 6.30 Gr.pL 7.50 Omroepkwin-
tet 11.20 Omroepkleinorkest. 1.35
Gevar. concert. 3.20 Literair-muzi-
kaal progr. 5.20 Dresdensch Philh.
orkest en solisten. 7.30 Voor Oud-
Strijders. 9.50 Deel. en solistencon-
pert 10.20—11.20 Farkas Miska's
orkest
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Kleinorkest 1.30
Salonorkest. 1.502.20 Gr.pL 5.20
Fud Candrix' dansorkest 6.20 Viool-
recital. 6.40 Pianorecital. 7.20 Gr.pL
8 20 Het Lejeune-kwartet. 8.55 Ra-
diatooneel. 9.20 Symph.-orkest.
10.3011.20 Omroepdansorkest. 484
M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Salonorkest
1.30 Kleinorkest. 1.502.20 Gr.pL
5 20 Accordeonmuziek. 5.50 Piano
recital. 6.35 Gr.pL 6.50 PianorecltaL
7.35 Zang. 8.20 Voor oud-strijders.
9.25 en 10.30 Gr.pL 10.45—11.20
Zang en gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Cabaret (gr.pL) 8.20 Omroep
orkest. 9.50—11.20 Omroepklein
orkest. (Van 10.05—10.20 Weerber.)
8
i
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8—10.10, D.sender
10.1010.35, Normandië 10.3511.20
Radio Danmark 11.20—12.05, Parijs
R. 12.05—13.05, Brussel VL 13.05
14.20, Luxemburg 14.2014.55, D.
sender 14.55—16.20, Parijs R. 16.20
—17.20, Keulen 17.20—19.05, Bero-
münster 19.0520.20, Droitwich
20.20—21.40, Lond. Reg. 21.40—22.20
Brussel VI. 22.20—22.30, Brussel Fr.
22.30—23.20, Parijs R. 23.20—24—
Lijn 4: Brussel VI. 8.8.20, Nor
mandië 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35
16.20, Droitwich 16.2018.20, Lu
xemburg 18.2018.45, Droitwich
18.4520.20, Luxemburg 20.20
21.40, Droitwich 21.40—24—.
Lijn 5: Diversen.
in de concurrentie-verhouding tusschen
groot- en kleinbedrijf, dan zou dit toch in
ieder geval aldus de Kroon niet aan
den plaatselijken wetgever kunnen worden
overgelaten, aangezien het hier een vraag
stuk van meer algemeen belang heeft.
In de betrokken verordening werd o.m.
bepaald, dat het „dengene,, die géén in de
gemeente Heinkenszand gevestigde zaak
heeft, verboden zal zijn, zonder vergunning
van B. en W., voorwerpen of waren, hetzij
op of aan den openbaren weg, hetzij aan dc
huizen, te verkoopen." (Deze bepaling ging
vooral aan de hierboven-vermelde bepaling
betreffende het opnemen van bestellingen.)
De Kroon achtte een interpretatie van deze
bepaling aldus mogelyk, dat hieronder ook
verstaan zou kunnen worden, het rondgaan
langs de huizen van de vaste cliëntèle van
de winkeliers, om te vernemen, wat die af
nemers noodig hadden, en dan tegelijkertijd
de verlangde ware leveren. Zou deze opvat
ting gehuldigd worden, dan beteekende de
vorenbedoelde bepaling een ernstige belem
mering ten aanzien van de, buiten de ge
meente Heinkenszand gevestigde winke-
iers.l terwijl in dat geval wederom méér be
langen door de betrokken regeling zouden
worden aangetast, dan met het oog op een
regeling van het venten, noodzakelijk was.
Het vorenbedoelde bezwaar zou alleen
dan afdoende kunnen worden ondervangen,
indien de betreffende regeling uitdrukkelijk
niet van toepassing werd verklaard, ten
aanzien van houders van winkelneringen en
hunne bedienden. Nu deze vrijstelling ont
brak, maakte de kroon ernstig bezwaar
tegen de beide hierboven vermelde voor
schriften en vernietigde het betrokken
raadsbesluit, als zijnde in strijd met het al
gemeen belang.
,,AI weer zoo'n strooibiljet. Al weer
zoo'n stuk papier?"
Het zoontje speelt er mee! Dat 's 't nut,
o, winkelier!
DE METHYL-ALCOHOLVERGIFTIGING
TE SF EKHOLZERHEIDE.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
den heer Bongaerts, in verband met de
gevallen van methyl-alcoholvergiftlging
te Spekholzerheide hebben de ministers
van 'inanciën en sociale zaken het vol
gende geantwoord:
Hoewel een justitieel onderzoek in deze
zaak nog loopende is, kan worden mede
gedeeld, dat de plaats gehad hebbende
vergiftiging moet worden toegeschreven
aan het gebruik van alcoholische dranken,
voor het meerendeel jenever, waarin zich
methyl-alcohol bevond.
"in verschillende gevallen moet worden
gesproken van een ruim gebruik van al
coholhoudende dranken, al zijn ook bU
een aantal personen, die slechts een zeer
matig gebruik van zoodanige dranken
hebben gemaakt, zekere vergiftigingsver
schijnselen van voorbij gaanden aard ge
constateerd.
Zonder dat zulks is komen vast te staan,
zyn er zekere aanwijzingen, dat de aange
troffen methylalcohol over de Duitsche
grens Nederland is binnen gesmokkeld en
hier te lande bij het bereiden van ver
schillende dranken is gebezigd. Aandacht
verdient daarbij, dat eenigen tijd geleden
een party van veertig liter uit Duitschland
gesmokkelde methylalcohol in een in Lim
burg gelegen inspectie der belastingen aan
de Duitsche grens is in beslag genomen.
Verder zy opgemerkt, dat men in het
onderwerpelijke geval waarschijnlijk met
een noodlottige vergissing heeft te doen
gehad, hierin bestaande, dat aan den café
houder gesmokkelde methyl-alcohol la ge
leverd, terwijl men meende gesmokkelde
spiritus te leveren. De kans op herhaling
van een zoodanige vergissing is uiteraard,
ook zonder ambtelijke maatregelen, op
zich zelf niet groot.
'JieuilleUm
56)
Dit waren geen feeën-kussen. Er was niets
broederlijks in, noch in de wijze, waarop
hy haar in zyn armen hield, noch in het
kloppen van zyn hart, toen hy haar om
klemde.
Dit waren de kussen van een minnaar,
en hij omklemde haar, zooals een minnaai
het meisje zijner droomen omhelst. En dat
was alles, wat er van te zeggen viel.
Geen van beiden on nu meer iets voor
wenden. Het gordijn was opgetrokken, en
het spel was in ernst begonnen. Hij had
haar lief. Hy had het gezegd, en al had
hij het niet gezegd, dan zou zij het toch
geweten hebben.
Toch kwam dat er niet zoo erg op aan,
want zij wist van Luella, dat Jimmy zijn
liefde kon verdeelen en dit ook deed over
een verscheidenheid van vrouwelijke per
sonen.
Het tragische was, dat zy hem lief had.
met een hevige, verterende liefde. En die
moest zij onderdrukken. Want, al was zij
maar een theesalon-meisje, en hij de zoon
van een mililonnair, Tessa was niet van
plan zijn liefde te deelen met Lallie Mul-
vaney of Rima Epstein of lady Betty Mal-
don. Nog met eenig ander meisje ter we
reld.
Liever zou zy zich die liefde uit het hart
rukken, en zonder liefde door het leven
gaan, of tevreden zyn met een huwelijk
zonder liefde van haar kant, zooals zooveel
andere meisje^ moeten doen.
„Laten we doorloopen", zei ze, toen Jim
my zijn liefdesbetuigingen wilde hervatten.
Zy trilde, haar knieën knikten, er klonk
een vreemd, dof geluid in haar hoofd, als
of iemand op onmetelyken afstand herhaal
delijk een zware deur dicht sloeg.
Jimmy nam haar bij den arm, en hoewel
zij die los liet neerhangen, was zij toch blij
met zijn steun. Zelfs de aanraking van zyn
vingers op haar bovenarm, door de stof
van haar mantel heen, deed haar haar zin
nen verliezen.
Zij wisten niet, waarheen zy gingen. Zy
liepen door een dichte mist. Een stroom
van menschen ging hun voorbij, schaduw
beelden, die in een onophoudelijken stroom
kwamen en gingen. En toch voelden zij
zich alleen.
„Tessa", zei hy, „ben je boos op mij?"
„Neen, Jimmy. Zou ik je toegestaan heb
ben mij zoo te kussen als ik boos op je was
geweest? Ik zal nooit boos op je zijn. Je
bent te lief voor mij geweest".
„Maar je bent anders dan toen ik je een
minuut of wat geleden kuste. Je voelt an
ders aan. Kouder".
„O, ik ben niet koud, Jimmy. Ik ik
wou, dat ik het was. Maar ik denk na".
„Laat mij voor je denken".
„Dat kun je niet, Jimmy. Ik ben een wer
kend meisje, en heelemaal alleen in de we
reld en een werkend meisje moet voor
zichzelf denken. En zij moet bijna altijd
door denken, als zy iets te beteekenen wil
hebben. Het is soms veel gemakkelijker
te denken".
Dat scheen indruk te maken op Jimmy
Turner, en hy zweeg een poosje, maar liet
haar arm niet los.
„Wel, miss Fisher", zei hij nu, „waar
denkt u over? e, over wat een poosje ge
leden op dat zalige plaatsje in de mist ge
beurde?"
„Ik denk er over, dat ik wou, dat het niet
gebeurd was, Jimmy",
„Waarom? Bedoel je, dat je my niet lief
hebt?"
Geen antwoord van Tessa.
„Ik verbeeldde mij toch, dat het wel zoo
was, maar het kan natuurlijk mijn verbeel
ding zijn geweest. Maar misschien kwam
het, omdat ik je zoo onverwacht beet pakte.
Of misschien dacht je, dat het iemand an
ders was, die je omhelsde".
„Er bestaat geen reden voor jou om on
vriendelijk te zijn, Jimmy, en en wreed",
antwoordde zy zachtzinnig.
„Het spijt mij, Tessa. Het was beestachtig
van mij zooiets te vragen, en ik weet niet,
waarom Ik het zeit. Vergeef het mij alsje
blieft".
„Natuurlijk Jimmy. Ik weet wel, dat je
het niet meende".
„Neen. En zeg me nu: houd je van mij?"
„Ik wou, dat je me dat niet vroeg, Jimmy".
„Dat begrijp ik. Maar ik vraag het toch.
Je hebt me nu al weken lang van je afge
houden en ik moet je vertellen, dat ik het
niet langer uithou. Je hebt wat in je lieve
kleine hoofd, dat mij vijandig gezind is. Je
mag dan een verkeerden of een goeden in
druk van mij hebben, maar als ik zeg, dat
ik je lief heb, meen ik het. Geloof je dat?"
„Ja, Jimmy, als je het zegt".
„Dat klinkt niet erg overtuigd. Je zegt
my in je brieven, dat je mij niet wilt zien
Dat het beter is, niet door te gaan met onze
prettige avondjes samen. En als ik je thuis
opzoek, ben je naar bed. Ik dacht al, dat je
mij niet noodig hadt. Nu ben ik er niet
meer zoo zeker van".
Geen antwoord van Tessa. Zy snakte naai
adem en was blij, dat het zoo misttte, waar
door hij haar gezicht niet goed kon zien.
Een traan rolde langs haar wang 'naar
beneden. Zij proefde het zilte vocht op haar
lippen, maar durfde het niet weg te vegen.
Zij wilde hem niet laten zien, dat hij haar
diep wondde.
„Ik ben er niet zoo zeker van, Tessa. Er
kan natuurlijk een andere man of mannen
zijn".
„O, dat is niet zoo. Jimmy".
„Een zekere mr. Banks bijvoorbeeld. Je
bent een tijdje geleden met hem naar den
schouwburg geweest".
„Maar éénmaal Jimmy".
„En er bestaat ook geen reden, waarom
je het niet zoudt doen. En twee mannen
je kort geleden ten huwelijk gevraagd. Daar
is ook niets tegen. Maar ik wil weten
is het om een anderen man, dat je onze
vriendschap wilt verbreken?"
„Neen Jimmy".
„Waarom dan?"
„Omdat wy niet bij elkaar passen",
-.1. .i i.É—MMk,
„Maar dat doen wy wel. Ik pas misschien
niet bij jou, maar jij past in ieder geval
wel bij my. Ik heb weken lang geprobeerd
van je weg te blijven en het heeft me el
lendig gemaakt. Zoodra Ik bij je ben, ben ik
weer gelukkig, zelfs al kibbelen we".
Onwillekeurig gaf ze zijn hand onder haar
arm een drukje. Het was een groote troost,
dat hy gelukkig was als hij bij haar was.
„Jij bent rijk en ik ben een arm, werkend
meisje", zei Tessa.
..Ik ben niet rijk. Dat heb ik je al ver
teld".
„Dat is een uitvlucht, Jimmy. Je bent de
zoon van een rijken man en zult zelf eens
rijk zijn".
„En wat komt dat er op aan? Heb Je
nog nooit gehoord van een rijken man, die
met een arm meisje trouwde, en er heel
gelukkig mee was? Het is gebeurd. En dat
zal nog heel wat keeren gebeuren, hoop ik.
Boveniden ben Jij rijker dan ik".
„Dat is onzin, Jimmy. Ik ben vreeselik
arm",
„Je bent rijk in dingen, die er op aan
komen. Je hebt dingen in Je hart, die niet
voor geld te koop zijn. Je bent lief en dap
per en edelmoedig en mooi. Neem alleen je
aardige gezichtje maar in beschouwing. Is
dat niet alle millioenen van een mililonnair
waard? Het is meer waard, want ik geloof
met, dat het geld van wien dan ook, zelfs
al bracht hij er een wagon vol van, een
van jou glimlachjes zou kunnen koopen".
(Wordt vervolgd).