ZUIDERZEEWERKEN BIJ URK 8 'X 7 8 8 8 8 i EEN LEGERTJE ARBEIDERS. VOORBEREIDING BIJNA GEREED. DWARSPROFIEL VAN DEN 0IJK door RICHARD STARR Vertaald door A.RIEWERD. 1 (Vervolg). (Van onzen R.-redacteur.) Het bestek luidde: Maken van een. werk hoven met opslagterreinen. Een fundeerings put en een aansluitend gedeelte van den ringdijk van den N.-O. polder nabij Urk. Zoo stond het in simpele bewoordingen op een blauw velletje in de directiekeet van de aannemers, die gebouwd is op een afge schoten gedeelte van het eiland, vlak naast de haven. Groots baggermolens lagen rustig in het stille water. Een groote aak, bestemd als logies voor een gedeelte van de bij dit werk aangestelde arbeiders, lag verlaten en slechts een motorbootje pufte weg. Nog is dit werk, dat slechts een voorbe reiding beteekent van hetgeen binnen enkele maanden volgen zal de aanvang van het maken van aansluitingen met Kam pen en de Lemmer niet beëindigd, maar het zwaarste deel is tenminste achter den rug. De fundeeringsput. De fundeeringsput is gereed. Een enorm groot werk is hiermede tot stand gekomen. De put beslaat een oppervlakte van 200 X 200 Meter en heeft een diepte van een kleine tien meter. In de toekomst zullen hier de sluizen gebouwd worden en het stoomgemaal. De eerstgenoemden om later de schepen, die het IJselmeer willen be varen en komen uit de kanalen die te zijner tijd de nieuw te winnen provincie zullen doorsnijden, te kunnen schutten. Het stoom gemaal dat in den beginne dienst zal doen om als de dijk gereed is het daarachter gelegen water weg te malen en later den eenmaal gewonnen polder droog te houden. De laatste hand wordt aan den put gelegd. De glooiing wordt afgemaakt en menschen zijn druk doende de z.g. krammat een uit stroo bestaande mat die dicht gevlochten is op het keileem te bevestigen. Daarop komen twee vlaklagen puin (fijn puin met een gladde oppervlakte) waaroverheen een stortlaag puin komt, waarop het zuilbasalt gelegd moet worden. De arbeiders. Voornamelijk zijn het Sliedrechters, Gor- kummers, Urkers en menschen uit Gene- muiden, die op het oogenblik hier aan het werk zijn. Er moet een bepaald percentage menschen aan den arbeid zyn, die in de toekomst en gedeeltelijk hu al door de Zui derzeewerken gedupeerd worden. De Sliedrechters houden zich voorname lijk bezig met het bagger- en rijswerk. Zij zijn het, die de z.g. zinkers maken, die onder water den dijk moeten verstevigen en be schermen. Een zinker is een gecompliceerd iets! Een onderlaag van wiepen twijgen, die celvormig zijn samengevlochten waartusschen rijshout wordt geregen. Daar boven weer een laag, op een zoodanige wijze bevestigd, dat de twee lagen elkaar bedek ken. Is de zinker gereed, dan laat men hem zakken, hetgeen bereikt wordt door hem te verzwaren met stortsteen die bijeen gehou den wordt door vlechttuinen. De voorbereidingen tot het werk. Maar eigenlijk is dit een vooruitloopen op den gang van zaken geweest. Voordat alles zoover is, zijn er vele andere werkzaamheden verloopen. Allereerst een uitgebreid onderzoek naar het gehalte van den zeebodem. Is deze wel geschikt om met een blijvend succes een zwaren dijk te kun nen dragen? Hier had een bodemonderzoek uitgemaakt, dat zulks niet het geval was en over een groote breedte op den bodem is men aan het baggeren gegaan om den „slechten grond" te verwijderen, waarvoor zand in de plaats kwam, dat aangevoerd werd door onderliggers, die, eenmaal aangekomen boven de uitgebaggerde plek, het luik open den en hun lading lieten vallen. Net zoolang totdat een stevige ondergrond gebouwd was waarop verder gearbeid kon worden. De gemiddelde waterhoogte bevindt zich onge- i veer drie meter N. A. P. Waarmede moest dit worden aangevuld? IJselmeer- en Polderzijde. Verschil moest gemaakt worden in deze aanvulling door de verschillende bestem mingen die de beide zijden van den dijk ge geven zullen worden. Aan den kant van het IJselmeer zijn in de eerste jaren nog tal van stormen te duchten, daar had men den dijk zoo stevig mogelyk te maken. In de eerste plaats door de reeds ge noemde zinkers, die den voet van den dijk het zich onder water bevindende gedeelte verstevigen en in de tweede plaats door vlak daarachter een keileemdam aan te brengen. Keileem namelijk bezit de eigen schap zeer taai te zyn en moeilijk door dringbaar voor water. Deze dam nu werd opgespoten door perszuigers en niet alleen tot de N. A. P. hoogte, maar tot twee meter daarboven. Eenmaal aangebracht, herhaalde zich het hierboven genoemde proces van het aanbrengen van krammatten, twee vlak lagen puin, een laag stortpuin en een laag zuilbasalt. Aan de polderzyde heeft men natuurlijk niet zooveel te duchten van stormen, ook al bevindt zich achter den dijk, als hij klaar is, een behoorlijke hoeveelheid water. Immers by een Z.W. of N.W. storm zal die zijde niet veel te verduren hebben. Het hoogste punt bereikt de dyk bij 4.50 M. plus N. A. P. De bovenlaag bestaat daar uit klei, waarop gras zal komen te groeien, want deze dyk is in tegenstelling met den afsluitdijk, niet bestemd voor verkeersweg. Het werk in laatste stadium. Zooals wy reeds zeiden, dit werk loopt haast ten einde. Het aantal arbeiders dat in den beginne met deze werkzaamheden bezig was, is beduidend in aantal verminderd, en slechts „afwerkers" zyn overgebleven. Tel kenmale gaat een aantal met vacantie. Des Vrijdags half vier gaan zij met een speciale boot weg en zetten Maandag weer voet aan den Urkschen wal. Zoo gaat het om de vier weken. De Genemuiders zijn er wel het beste aan toe, betrekkelijk dicht als zij bij huis wonen. Zaterdagmiddag, als om één uur het werk stopgezet wordt, ziet men deze menschen zich bij de haven verzamelen. Verfrischt en met het Zondagsche pak aan met een buideltje aan een stok over den schouder gedragen. En in den middag ver laat een puffende botter Urk. Ook in de werkdagen behoeven de arbeiders zich niet te beklagen over een gemis aan afleiding. Een houten cantine is gebouwd en in de toekomst hoopt mèn hier bioscoop- en andere feestvoorstellingen te geven ten behoeve van hen, die hier medewerken aan een enorm werk, dat wellicht zyn weerga in de wereld niet heeft. Nog liggen in de haven de woonschuiten en aken, die de opzichters en arbeiders ge durende eenige maanden als hun tehuis hebben moeten beschouwen, maar het zal niet lang meer duren of sleepbooten zullen die booten moeten verhalen en naar elders moeten overbrengen. Misschien naar andere plaatsen, vanwaar uit men streeft naar het groote doel: het droogmaken van de Zuider zee! - - %uUopcoqcanma /JS El MEER ZIJDE WAAGSTUK BESTAANDE uit rushout worden ge zon ken mei stortsteen c. i 8 mmy? i i 2. POLDERZIJDE "Uw/mm, grondverbetering aangevuld met zand door.ondebl0sse.cs* ZEEBODEM a 4 ar i io ^Binnenland DE CONCURRENTIE VERHOUDINGEN TUSSCHEN GROOT- EN KLEINBEDRIJF. Principieele beslissing van de kroon. Nadat reeds eerder de minister van bin- nenlandsche zaken in een rondschrijven aan de gemeentebesturen te kennen had gege ven, dat verordeningen, welke beperkende bepalingen inhielden op het venten, niet voorschriften van protectionistische strek king mochten bevatten, heeft thans de kroon een principieele beslissing genomen, ten aanzien van het ingrijpen door de gemeente lijke overheid in de concurrentie-verhou- dingen tusschen groot- en kleinbedrijf. De gemeenteraad van de Zeeuwsche ge meente Heinkenszand had in de politiever ordening dier gemeente een nieuwe bepaling ingelascht, luidende dat „het opnemen of vragen van bestellingen van voorwerpen of waren van welken aard ook, hetzij op of aan den openbaren weg, hetzij aan de huizen, zonder vergunning van B .en W., verboden is". Deze bepaling beteekende naar de Kroon oordeelde niet anders dan een aan vulling van een reeds bestaande regeling be treffende het venten en werd klaarblijkelijk noodzakelijk geacht, omdat het niet moge lijk zou zijn, een juist onderscheid te maken tusschen bona fide venters en anderen. Zonder een dergelijke aanvulling zou dar de regeling betreffende het venten (aldus had de betrokken gemeenteraad gemeend) niet geheel doeltreffende zijn. De Kroon was van oordeel, dat het geens zins onmogelijk moet worden geacht, on derscheid te maken tusschen de verrichtin gen van den winkelier, die, wat betreft zyn bezigheden buiten den winkel, zich in het algemeen beperkt tot het ophalen van be stellingen en het bezorgen van de bestelde waren bij zijn vaste clientèle, en den ven ter, die op of aan den openbaren weg zyn waar tracht te slijten, of zulks huis aan huis doet en zich dus in dat geval tot het publiek in het algemeen richt. Door de aanvullende regeling moesten de houders van winkels ernstig in de uitoefe ning van hun bedrijf worden bemoeilijkt, zoodat door het betrokken raadsbesluit, méér belangen werden aangetast, dan met het oog op een regeling inzake het venten noodig is. In de bovenvermelde nieuwe bepaling zag de kroon ook nog een andere geste. Zij oor deelde n.1., dat de regeling klaarblijkelijk óók in het leven was geroepen, om de con currentie tegen te gaan, welke de venters en de winkeliers in de gemeente Heinkens zand ondervonden van het grootbedrijf Mocht er al aanleiding bestaan lot ingrijpen Vrijdag 22 Januari. HILVERSUM, 1875 M. (8—12.—. 4.—7.30 en 9.—12.— VARA. dc AVRO van 12.—4.— en de VPRO van 7.30—9— uur). 8— Gr.pl. 10.— VPRO-morgenwijding. 10.20 Gr.pl. 11— Deel. 11.20 Gr.pl. 12— Ko- vacs Lajos' orkest en gr.pl. 1.30 't Omroeporkest en solisten. (In de pauze: declamatie). 3.15 Avro-dans- orkest. 4.Gr.pl. 4.10 Melody Cir- cle. 5— Voor de kinderen. 5.30 Gr.pL 5.45 De Flierefluiters en solist. 6.30 Politiek radiojournaal. 6.50 Gr.pl. 7— Literaire causerie. 7.20 Gr.pl. 7.30 Ber. 7.35 Causerie: Lezen in den Bijbel. 8.Pianoreci tal. 8.30 Causerie over Tagore. 9. De Ramblers, C. Steyn's Accordeon orkest en solisten. 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO-avondwijding. 11. Jazzmuziek (gr.pl.) 11.3012. Gr.pl. HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr. KRO). 8—9.15 en 10— Gr.pl. 11.30 12.^Bybelsche causerie. 12. Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2. Orgelconcert. 3.05 Gr.pl. 4.25 De KRO-melodisten en solist. In de pauze gr.pl. en om 6.Land- en Tuinbouwhalfuur. 7.Ber. 7.15 Causerie: Kunst in het kerkgebouw. 7.35 Rep. 8.1Q Pianoduetten en lied jes. 8.50 Gr.pl. 9.15 KRO-orkest. 9.45 Solisten, R.K. Orat.-vereeniging en KRO-Symph.orkest. II.ANP-ber. 11.10 De KRO-boys en solist. 11.45 12.Gramofoonplaten. DROITWICH, 1500 M. 11.4011.50 Pianorecital. 12.10 Orgelconcert. 12.50 BBC-dansorkest. 1.35 Bir- minghamsch Philh. strijkorkest en solist. 2.20 Voor de scholen. 4.20 BBC-Midland-orkest en soliste. 5.35 Het Walker-Octet. 6.20 Ber. 6.45 De „New English Singers". 7.20 Muzi kale causerie. 7.50 BBC-harmonie- orkest. 8.20 Radiotooneel met mu ziek. 9.20 Ber. 9.40 Actueele cause rie. 10.BBC-orkest. 11.20 Jack Payne en zyn Band. 11.5012.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS. 1648 M. 7.20 en 8.20 11.20, 12.35 en 1.20 Gr.pl. 1.35 Zang. 1.50 Gr.pL 2.50 Radiotooneel. 4.20 Kamermuziek. 5.§0 Gr.pL 6.05 Pianorecital. 6.50 Gr.pL 9.05 Caba- ret-progr. 11.20—1.05 Omroeporkest KEULEN, 456 M. 5.50 Militair or kest. 6.30 Gr.pL 7.50 Omroepkwin- tet 11.20 Omroepkleinorkest. 1.35 Gevar. concert. 3.20 Literair-muzi- kaal progr. 5.20 Dresdensch Philh. orkest en solisten. 7.30 Voor Oud- Strijders. 9.50 Deel. en solistencon- pert 10.20—11.20 Farkas Miska's orkest BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Kleinorkest 1.30 Salonorkest. 1.502.20 Gr.pL 5.20 Fud Candrix' dansorkest 6.20 Viool- recital. 6.40 Pianorecital. 7.20 Gr.pL 8 20 Het Lejeune-kwartet. 8.55 Ra- diatooneel. 9.20 Symph.-orkest. 10.3011.20 Omroepdansorkest. 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Salonorkest 1.30 Kleinorkest. 1.502.20 Gr.pL 5 20 Accordeonmuziek. 5.50 Piano recital. 6.35 Gr.pL 6.50 PianorecltaL 7.35 Zang. 8.20 Voor oud-strijders. 9.25 en 10.30 Gr.pL 10.45—11.20 Zang en gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Cabaret (gr.pL) 8.20 Omroep orkest. 9.50—11.20 Omroepklein orkest. (Van 10.05—10.20 Weerber.) 8 i GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8—10.10, D.sender 10.1010.35, Normandië 10.3511.20 Radio Danmark 11.20—12.05, Parijs R. 12.05—13.05, Brussel VL 13.05 14.20, Luxemburg 14.2014.55, D. sender 14.55—16.20, Parijs R. 16.20 —17.20, Keulen 17.20—19.05, Bero- münster 19.0520.20, Droitwich 20.20—21.40, Lond. Reg. 21.40—22.20 Brussel VI. 22.20—22.30, Brussel Fr. 22.30—23.20, Parijs R. 23.20—24— Lijn 4: Brussel VI. 8.8.20, Nor mandië 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35 16.20, Droitwich 16.2018.20, Lu xemburg 18.2018.45, Droitwich 18.4520.20, Luxemburg 20.20 21.40, Droitwich 21.40—24—. Lijn 5: Diversen. in de concurrentie-verhouding tusschen groot- en kleinbedrijf, dan zou dit toch in ieder geval aldus de Kroon niet aan den plaatselijken wetgever kunnen worden overgelaten, aangezien het hier een vraag stuk van meer algemeen belang heeft. In de betrokken verordening werd o.m. bepaald, dat het „dengene,, die géén in de gemeente Heinkenszand gevestigde zaak heeft, verboden zal zijn, zonder vergunning van B. en W., voorwerpen of waren, hetzij op of aan den openbaren weg, hetzij aan dc huizen, te verkoopen." (Deze bepaling ging vooral aan de hierboven-vermelde bepaling betreffende het opnemen van bestellingen.) De Kroon achtte een interpretatie van deze bepaling aldus mogelyk, dat hieronder ook verstaan zou kunnen worden, het rondgaan langs de huizen van de vaste cliëntèle van de winkeliers, om te vernemen, wat die af nemers noodig hadden, en dan tegelijkertijd de verlangde ware leveren. Zou deze opvat ting gehuldigd worden, dan beteekende de vorenbedoelde bepaling een ernstige belem mering ten aanzien van de, buiten de ge meente Heinkenszand gevestigde winke- iers.l terwijl in dat geval wederom méér be langen door de betrokken regeling zouden worden aangetast, dan met het oog op een regeling van het venten, noodzakelijk was. Het vorenbedoelde bezwaar zou alleen dan afdoende kunnen worden ondervangen, indien de betreffende regeling uitdrukkelijk niet van toepassing werd verklaard, ten aanzien van houders van winkelneringen en hunne bedienden. Nu deze vrijstelling ont brak, maakte de kroon ernstig bezwaar tegen de beide hierboven vermelde voor schriften en vernietigde het betrokken raadsbesluit, als zijnde in strijd met het al gemeen belang. ,,AI weer zoo'n strooibiljet. Al weer zoo'n stuk papier?" Het zoontje speelt er mee! Dat 's 't nut, o, winkelier! DE METHYL-ALCOHOLVERGIFTIGING TE SF EKHOLZERHEIDE. Op de vragen van het Tweede Kamerlid den heer Bongaerts, in verband met de gevallen van methyl-alcoholvergiftlging te Spekholzerheide hebben de ministers van 'inanciën en sociale zaken het vol gende geantwoord: Hoewel een justitieel onderzoek in deze zaak nog loopende is, kan worden mede gedeeld, dat de plaats gehad hebbende vergiftiging moet worden toegeschreven aan het gebruik van alcoholische dranken, voor het meerendeel jenever, waarin zich methyl-alcohol bevond. "in verschillende gevallen moet worden gesproken van een ruim gebruik van al coholhoudende dranken, al zijn ook bU een aantal personen, die slechts een zeer matig gebruik van zoodanige dranken hebben gemaakt, zekere vergiftigingsver schijnselen van voorbij gaanden aard ge constateerd. Zonder dat zulks is komen vast te staan, zyn er zekere aanwijzingen, dat de aange troffen methylalcohol over de Duitsche grens Nederland is binnen gesmokkeld en hier te lande bij het bereiden van ver schillende dranken is gebezigd. Aandacht verdient daarbij, dat eenigen tijd geleden een party van veertig liter uit Duitschland gesmokkelde methylalcohol in een in Lim burg gelegen inspectie der belastingen aan de Duitsche grens is in beslag genomen. Verder zy opgemerkt, dat men in het onderwerpelijke geval waarschijnlijk met een noodlottige vergissing heeft te doen gehad, hierin bestaande, dat aan den café houder gesmokkelde methyl-alcohol la ge leverd, terwijl men meende gesmokkelde spiritus te leveren. De kans op herhaling van een zoodanige vergissing is uiteraard, ook zonder ambtelijke maatregelen, op zich zelf niet groot. 'JieuilleUm 56) Dit waren geen feeën-kussen. Er was niets broederlijks in, noch in de wijze, waarop hy haar in zyn armen hield, noch in het kloppen van zyn hart, toen hy haar om klemde. Dit waren de kussen van een minnaar, en hij omklemde haar, zooals een minnaai het meisje zijner droomen omhelst. En dat was alles, wat er van te zeggen viel. Geen van beiden on nu meer iets voor wenden. Het gordijn was opgetrokken, en het spel was in ernst begonnen. Hij had haar lief. Hy had het gezegd, en al had hij het niet gezegd, dan zou zij het toch geweten hebben. Toch kwam dat er niet zoo erg op aan, want zij wist van Luella, dat Jimmy zijn liefde kon verdeelen en dit ook deed over een verscheidenheid van vrouwelijke per sonen. Het tragische was, dat zy hem lief had. met een hevige, verterende liefde. En die moest zij onderdrukken. Want, al was zij maar een theesalon-meisje, en hij de zoon van een mililonnair, Tessa was niet van plan zijn liefde te deelen met Lallie Mul- vaney of Rima Epstein of lady Betty Mal- don. Nog met eenig ander meisje ter we reld. Liever zou zy zich die liefde uit het hart rukken, en zonder liefde door het leven gaan, of tevreden zyn met een huwelijk zonder liefde van haar kant, zooals zooveel andere meisje^ moeten doen. „Laten we doorloopen", zei ze, toen Jim my zijn liefdesbetuigingen wilde hervatten. Zy trilde, haar knieën knikten, er klonk een vreemd, dof geluid in haar hoofd, als of iemand op onmetelyken afstand herhaal delijk een zware deur dicht sloeg. Jimmy nam haar bij den arm, en hoewel zij die los liet neerhangen, was zij toch blij met zijn steun. Zelfs de aanraking van zyn vingers op haar bovenarm, door de stof van haar mantel heen, deed haar haar zin nen verliezen. Zij wisten niet, waarheen zy gingen. Zy liepen door een dichte mist. Een stroom van menschen ging hun voorbij, schaduw beelden, die in een onophoudelijken stroom kwamen en gingen. En toch voelden zij zich alleen. „Tessa", zei hy, „ben je boos op mij?" „Neen, Jimmy. Zou ik je toegestaan heb ben mij zoo te kussen als ik boos op je was geweest? Ik zal nooit boos op je zijn. Je bent te lief voor mij geweest". „Maar je bent anders dan toen ik je een minuut of wat geleden kuste. Je voelt an ders aan. Kouder". „O, ik ben niet koud, Jimmy. Ik ik wou, dat ik het was. Maar ik denk na". „Laat mij voor je denken". „Dat kun je niet, Jimmy. Ik ben een wer kend meisje, en heelemaal alleen in de we reld en een werkend meisje moet voor zichzelf denken. En zij moet bijna altijd door denken, als zy iets te beteekenen wil hebben. Het is soms veel gemakkelijker te denken". Dat scheen indruk te maken op Jimmy Turner, en hy zweeg een poosje, maar liet haar arm niet los. „Wel, miss Fisher", zei hij nu, „waar denkt u over? e, over wat een poosje ge leden op dat zalige plaatsje in de mist ge beurde?" „Ik denk er over, dat ik wou, dat het niet gebeurd was, Jimmy", „Waarom? Bedoel je, dat je my niet lief hebt?" Geen antwoord van Tessa. „Ik verbeeldde mij toch, dat het wel zoo was, maar het kan natuurlijk mijn verbeel ding zijn geweest. Maar misschien kwam het, omdat ik je zoo onverwacht beet pakte. Of misschien dacht je, dat het iemand an ders was, die je omhelsde". „Er bestaat geen reden voor jou om on vriendelijk te zijn, Jimmy, en en wreed", antwoordde zy zachtzinnig. „Het spijt mij, Tessa. Het was beestachtig van mij zooiets te vragen, en ik weet niet, waarom Ik het zeit. Vergeef het mij alsje blieft". „Natuurlijk Jimmy. Ik weet wel, dat je het niet meende". „Neen. En zeg me nu: houd je van mij?" „Ik wou, dat je me dat niet vroeg, Jimmy". „Dat begrijp ik. Maar ik vraag het toch. Je hebt me nu al weken lang van je afge houden en ik moet je vertellen, dat ik het niet langer uithou. Je hebt wat in je lieve kleine hoofd, dat mij vijandig gezind is. Je mag dan een verkeerden of een goeden in druk van mij hebben, maar als ik zeg, dat ik je lief heb, meen ik het. Geloof je dat?" „Ja, Jimmy, als je het zegt". „Dat klinkt niet erg overtuigd. Je zegt my in je brieven, dat je mij niet wilt zien Dat het beter is, niet door te gaan met onze prettige avondjes samen. En als ik je thuis opzoek, ben je naar bed. Ik dacht al, dat je mij niet noodig hadt. Nu ben ik er niet meer zoo zeker van". Geen antwoord van Tessa. Zy snakte naai adem en was blij, dat het zoo misttte, waar door hij haar gezicht niet goed kon zien. Een traan rolde langs haar wang 'naar beneden. Zij proefde het zilte vocht op haar lippen, maar durfde het niet weg te vegen. Zij wilde hem niet laten zien, dat hij haar diep wondde. „Ik ben er niet zoo zeker van, Tessa. Er kan natuurlijk een andere man of mannen zijn". „O, dat is niet zoo. Jimmy". „Een zekere mr. Banks bijvoorbeeld. Je bent een tijdje geleden met hem naar den schouwburg geweest". „Maar éénmaal Jimmy". „En er bestaat ook geen reden, waarom je het niet zoudt doen. En twee mannen je kort geleden ten huwelijk gevraagd. Daar is ook niets tegen. Maar ik wil weten is het om een anderen man, dat je onze vriendschap wilt verbreken?" „Neen Jimmy". „Waarom dan?" „Omdat wy niet bij elkaar passen", -.1. .i i.É—MMk, „Maar dat doen wy wel. Ik pas misschien niet bij jou, maar jij past in ieder geval wel bij my. Ik heb weken lang geprobeerd van je weg te blijven en het heeft me el lendig gemaakt. Zoodra Ik bij je ben, ben ik weer gelukkig, zelfs al kibbelen we". Onwillekeurig gaf ze zijn hand onder haar arm een drukje. Het was een groote troost, dat hy gelukkig was als hij bij haar was. „Jij bent rijk en ik ben een arm, werkend meisje", zei Tessa. ..Ik ben niet rijk. Dat heb ik je al ver teld". „Dat is een uitvlucht, Jimmy. Je bent de zoon van een rijken man en zult zelf eens rijk zijn". „En wat komt dat er op aan? Heb Je nog nooit gehoord van een rijken man, die met een arm meisje trouwde, en er heel gelukkig mee was? Het is gebeurd. En dat zal nog heel wat keeren gebeuren, hoop ik. Boveniden ben Jij rijker dan ik". „Dat is onzin, Jimmy. Ik ben vreeselik arm", „Je bent rijk in dingen, die er op aan komen. Je hebt dingen in Je hart, die niet voor geld te koop zijn. Je bent lief en dap per en edelmoedig en mooi. Neem alleen je aardige gezichtje maar in beschouwing. Is dat niet alle millioenen van een mililonnair waard? Het is meer waard, want ik geloof met, dat het geld van wien dan ook, zelfs al bracht hij er een wagon vol van, een van jou glimlachjes zou kunnen koopen". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6