I
Qeimente. raden
VtovUiciaal lïieuuxs
I
8
Als lam geslagen!
AKKERTJES
DE TOESTAND IN HET
GEESTMERAMBACMT.
ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 26 JANUARI 1937
WIERINGERWAARD
HENSBROEK
AKKER.CACHETS
HEILOO
Het kan een pas in de goede richting wor-
n dCZer dagen besprekingen
van wp (°m te komen tot opleving
van het Geestmerambacht, alhoewel deze
aangelegenheid reeds geruimen tijd .aan-
hangig is.
Uit de rede gehouden door ir. Mesu en ook
°°r van 'r- W. Fuhri Snetlage is gemak
kelijk te begTypen, dat deze zaak niet zoo
gemakkelijk is op te lossen en dat behalve
de vele technische moeilijkheden ook de
financieele zijde van het vraagstuk zeer,
misschien wel het belangrijkst is.
Om tot ruilverkaveling te komen moeten
velen medewerken, zoodat alléén al de op
lossing van dit onderdeel veel tijd zal vra
gen om tot een afdoend geheel te komen,
temeer nog omdat de particuliere financiën
een groote rol zullen spelen en daarbij in
sommige gevallen de speculatie-gedachte
niet achterwege zal blijven.
Het is daarom beter en dit vooral omdat
naar opleving zoo verlangd wordt, de ruil
verkaveling niet te breed uit te meten; maar
ih hoofdzaak achterwege te laten.
Verder mag niet verwaarloosd worden,
dat alhoewel vele onderdeelen der plannen
in den vorm van werken en werkjes wel
voor werkverschaffing geschikt zijn, deze
■werkmethode niet goedkoop is. Over 't al
gemeen vindt dit zijn oorzaak in de vele,
't meerendeel administratieve, voorschrif
ten, waarmede bij werkverschaffingsobjec
ten rekening moet worden gehouden.
Of door het uitvoeren van het geheele
plan de gronden zooveel duurder zullen
worden, dat de blijvende werkverschaf-
fingskosten daardoor voldoende zijn gedekt,
valt te betwijfelen en toch moet bij een
financieelen opzet, die vrijwel bij elke onder
neming noodig is, hiermede rekening wor
den gehouden. Dit wordt nog wel eens ver
geten en zooals men dit spreekwoordelijk
uitdrukt, het hinkende paard komt dan ach
teraan.
By eventueele subsidie, van welk lichaam
dan ook verkregen, moet er toch steeds aan
gedacht worden, dat deze gelden zonder
meer ook niet gevonden zijn; maar afkom
stig uit belastingen enz. Wanneer een wer
kelijk economische opzet inderdaad voorzit,
is het goed deze zaken vóór het beginnen
ernstig te overwegen en te bespreken met de
belanghebbende personen en vereenigingen,
ma.w. gemeenschappelijk overleggen.
Ook is een zeer gewichtige factor, hoe het
plan dan ook wordt uitgevoerd, de opzet
zoodanig te doen zijn, dat een vermeerde
ring van blijvende werkgelegenheid ver
zekerd is. De trek van buitenmenschen naar
de steden moet niet meer aantrekkelijk
zijn, omdat veel teleurstellingen het gevolg
kunnen zijn. Machinale arbeid moet onder
't oog worden gezien, want deze kan bij
onze tegenwoordige samenleving niet meer
worden uitgeschakeld, de techniek moet
voortgang hebben.
Het uitspreken van de hoop op een en an
der of mooie leuzen zijn dingen die wel
prettig zijn om aan te hooren en komen op
vergaderingen en samenkomsten ook wel
dikwijls 4ot uiting, maar een dergelijke
onderneming als hier aanhangig gemaakt,
moet in de eerste plaats zakelijk en prak
tisch worden bekeken en behandeld.
Dat door het dempen van water land
wordt aangewonnen, is wel waar; maar we
hebben op 't oogenblik geen land noodig.
Door allerlei crisisbepalingen moet zelfs
goede cultuurgrond onbebouwd blijven lig
gen, terwijl de reeds in cultuur zijnde grond
een veel grootere opbrengst kan geven, wan
neer de tuinder vrij was in zijn doen en
laten.
Doch aangenomen, dat de gedempte sloot
grond wel betuind zou mogen worden, dan
zou na de demping de waarde zoo hoog zijn,
dat niemand er aan zou denken die gronden
te exploiteeren en te betalen, tenzij men de
terreinen gratis kon krijgen.
Wanneer b.v. 1 M. diep water wordt ge
dempt, kost dat rond 1 per M3. of 1C000
per H.A. Dit is een hooge som vergeleken
met de tegenwoordige prijzen der reeds in
cultuur zijnde goede gronden. Het dempen
is in letterlijken zin dan ook geld in 't water
gooien. Dit water dempen moet geheel ach
terwege blijven.
Ook het maken van een weg voor 't ver
keer, ter vervanging van dat over 't water,
is voor het beoogde doel onjuist te noemen.
Het is wel zeker, dat de gronden, die aan
den nieuw aan te leggen weg komen, in
prijs zullen stijgen; maar die waardever-
meedering is een onderdeel of wel indivi
dueel belang en staat in geen enkel opzicht
in verband met het verbeteren van de cul
tuur, waarvoor het water zelfs nuttig is.
Verder is de gedachte om waterverkeer in
de landelijke gebieden te vervangen door
wegverkeer tegenstrijdig met het nog
steeds aanhangige kanalen-plan. Wanneer de
wegen geduchte uitbreiding krijgen, laat
men dan onmiddellijk de kanaalaanleg op
geven.
Een z.g. proefpolder is een goede gedachte,
alhoewel het veel beter is zich niet tot één
plaats of grondsoort te beperken; maar
meerdere proefveldjes aan te leggen, waar
mede nog dit voorjaar kan worden begon
nen, terwijl een proefpolder nog wel een
jaar zal duren. Waar de tijd dringt, in ver
band met de nog dalende toestanden, is het
gewenscht geen tijd te verspillen, maar aan
te pakken.
Ophoogen van de terreinen is voor vruch
tenteelt, in welke richting vooral gezocht
moet worden, geenszins noodig. Men plant
de struiken boven op den losgemaakten
grond onder aanvulling van humusachtige
aard- en mestmengsels. Op bepaalde soor
ten vruchtgoed moet worden gelet en
boompjes zijn er overvloedig in ons land,
zoodat een dergelijke proeftuin door ieder
tuinder kan worden aangelegd, ook omdat
hieraan maar weinig kosten zijn verbonden
Het zich in verbinding stellen met een spe-
cialen kweeker van vruchtboomen is met
overbodig. Op de lage gronden zijn goede
vruchten te telen in bepaalde soorten ge
zien de boomgaarden op de ul'erwaardem
die zelfs bij de ouderwetsche behandel mg
nog goed en mooi fruit geven.
Het omringende water is, zooals ook we
algemeen bekend is, belangrijk u
voorjaarsvorst, wanneer de boomen bloeien
en de vroege aardappelen boven den grond
komen. Rondom de terreintjes houtaanplant
van bepaalde wilgen is aan te bevelen
Een tijd van malaise veranderen in een' van
voorspoed kan niemand, althans niet op theo-
rethische gronden of langs administratieven
weg, dat zijn hulpmiddelen. Om tot een op
lossing te komen, moet in de eerste plaats
practisch en zakelijk worden gewerkt niet
met behoud van de oude sleur of gewoonte
maar daarbij denken; want van werken
moet het komen. Ieder die er anders over
denkt of geerf voldoende arbeid presteert
is op den verkeerden weg en voor de alge-
meene opleving niet voordeelig.
Zeerzeker moet bij alles wat op tuin- en
landbouwgebied wordt ondernomen, gedacht
worden aan den winstgevenden verkoop van
het geteelde goed. Het er op wegen is wel
een gemakkelijke opvatting; maar niet zake
lijk en dat gaat boven alles. Bij het aanleg
gen van proefveldjes is het goed ook daar-
over even nE te denken. Zoo zeI een proef
neming met het telen vsn msis voor men-
schelijk gebruik wel niet dadelijk resultaten
geven, wat afzet betreft; omdat wij in tegen
stelling met de Zuidelijke landen, waar het
vrijwel een dagelijks voedsel is, niet ken
nen. Door demonstratie en met medewer
king van b.v. huishoudscholen kan een en
ander wel slagen. Door de vochtige om
geving is rijp worden niet te garandeeren,
alhoewel de soorten Early Fordhook en Gol
den Bantam goed kunnen slagen vooral bij
eerst zaaien onder glas.
By de proefnemingen moet ook worden
gedacht aan den teelt van geneeskrachtige
kruiden en wel meer speciaal aan de op
vochtige gronden gedijende soorten. Verder
mag de bijeenteelt niet uit 't oog verloren
in verband met de bloesembestuiving, maar
meer nog voor de honingopbrengst; want in
ons land is daarnaar steeds vraag, terwijl
nog veel uit het buitenland wordt ingevoerd.
Om te komen tot een spoedige be
handeling der plannen is het
navolgende de overdenking waard:
1. geen noemenswaardige ruilverkavelingen
2. geen water dempen
3. geen weg maken
4. geen groote proefvelden
5. wel diverse proefvelden met o.m. vrucht
boomen, mais, geneeskrachtige kruiden en
bijenstallen.
DIPTERA.
Zaterdagmiddag vergaderde de raad
onder leiding van burgemeester Kaan.
Bij de opening sprak de voorzitter de
beste wenschen voor 1937 uit.
Spr. deelde mede, dat aan den Molenweg
een lantaarn is bijgeplaatst, waarbij ge
bleken is, dat deze zeker op haar plaats is.
Verder is door B. en W. besloten, om in
samenwerking met Oude-Niedorp, Nieuwe-
Niedorp, Winkel en Barsingerhorn een con
troleur aan te stellen voor de steunverlee-
ning en onder nadere goedkeuring te be
noemen den tegenwoordigen controleur, den
heer Tjalkens te Barsingerhorn.
Voor onze gemeente zal dat op een kleine
bijdrage neerkomen, omdat het berekend
wordt over het aantal steuntrekkers.
De heer Goosens vroeg inlichtingen over
den aan te stellen controleur, n.1. over zeg
gingschap enz.
De vooizitter lichtte toe, dat het hoofd
zakelijk is controle uitoefenen op de ge
gevens, welke de menschen verstrekken.
Wat werkverschaffing betreft, deelde de
voorzitter mede, dat in overleg met den
polder de Molensloot aan de Kleine Buurt
wordt uitgediept en verder, dat de voor
malige trambaan langs den Noorddijk vanaf
de drie molens tot den Kerkweg geëgali
seerd wordt. Ook zijn nog in voorbereiding
een paar wegverbeteringen, w.o. ook de
Barsingerweg, wat voor het verkeer zeker
een verbetering zal zijn.
De voorloopige rekening 1936 wees uit,
dat met de subsidie van 9500 het arm
bestuur goed uit komt.
Er zal waarschijnlijk een saldo zijn van
ongeveer 500.
In een brief van Ged. Staten van Noord
holland wordt bericht, dat de minister niet
bereid is de verordening, waarbij de perso-
neele belasting voor biljarten in hoofdsom
op 10 is gebracht, ter goedkeuring voor te
dragen.
In de vergadering van 15 October is be
sloten deze verordening ondanks bezwaren
van Ged. Staten aan de Kroon ter goed
keuring in te zenden.
Thans stellen B. en W voor de verorde
ning in te trekken. Het voornemen bestaat
om, indien zooals thans wordt verwacht in
1937 het aantal opcenten op de gemeente
fondsbelasting van 75 op 50 kan worden
teruggebracht, opnieuw de verlaging der
biljartbelasting aan de orde te stellen.
Vermoedelijk zal dan de vereischte goed
keuring wel worden verkregen en de ver
laagde heffmg op 1 Januari 1938 kunnen
ingaan. Aldus besloten.
Door Ged. Staten werd goedgekeurd, dat
het lesuur voor den avondcursus van 1.50
werd teruggebracht op S 1. Xerdel at de
heer van den Brink aangesteld is als bezol-
digd gemeente-veldwachter.
Voor den VleeschkeuringsrEEd, kring
Barsingerhorn, is de gemeentelijke bijdrage
teruggebracht op 20 cent per inwoner.
Van den minister van Binnenlandsche
Zaken werd de mededeeling ontvangen, dat
de extra-bijdrage van 3500, benoodigd om
de begrooting 1937 sluitend te maken, is
toegestaan, waarvan reeds 70 pet. werd ont
vangen.
De resteerende 30 pet. zal uitgekeerd
worden, indien het naar het beeld van de
rekening 1936 noodig zal blijken.
Besloten werd (en hiertegen bestaat bij
Ged. Staten geen bezwaar), de schoolgeld
heffing te laten aanvangen bij een inkomen
van 900 (voorheen f 800 en onder de oude
verordening f 1000) en voorts alle aan
slagen één klasse op te schuiven. Dienten
gevolge zal de maximumheffing terug loo-
pen van f 50.40 tot S 40.20 per kind en per
jaar. Bij een inkomen van 900 Is het 3
per kind.
Alsnu volgde een voorstel om niet over
te gaan tot verlichting bij de Pijpen. Bij
het P. E. N. is een onderzoek ingesteld naar
de kosten. Daarbij bleek, dat de vaste kosten
buiten den stroom 67 per jaar voor 1 jaar
zullen bedragen, waarbij nog komt de ver
plichting voor de gemeente om bij buiten
gebruikstelling van het lichtpunt het kapi
taalverlies te vergoeden, verminderd met
een jaarlijksche afschrijving van 3 pet.
B. en W. achtten deze kosten in verhou
ding tot de te verkrijgen voordeelen te hoog
en adviseerden niet tot plaatsing over te
gaan. Zij stelden zich voor de situatie ter
plaatse te verbeteren, door het aanbrengen
van eenige kaatslichten, die in alle richtin
gen geplaatst kunnen worden.
Hierna werd besloten om het terrein bij
de begraafplaats ter grootte van pl.m. 9.16
are evenals vorige jaren weer te verhuren
en een perceel weiland achter het sport
terrein, groot 3/4 H.A., aan Geb. Sleutel
voor 50.
De heer P. Visser waarschuwde tegen
honden in verband met het feit, dat eenige
schapen door een of meer honden zijn op
gejaagd.
Op voorstel van den heer Goosens zou er
aan toegevoegd kunnen worden, dat de
honden na zonsondergang vast gehouden
moeten worden.
De heer C. Rezelman werd herkozen als
lid van de commissie van toezicht op het
1. o. en als armvoogd.
De heer C. Waiboer stond als nr. 2 op de
voordracht. De geheele commissie tot wering
van schoolverzuim werd herkozen.
Dan werd nog aan de orde gesteld de
verkiezing van een stembureau voor de a.s.
te houden verkiezing voor de Tweede
Kamer.
De heer Goosens had op de agenda ge
mist een adres van den Bond van arbeiders
in het akker- en zuivelbedrijf. Is dit ge
adresseerd geworden aan B. en W. of aan
den raad? De voorzitter lichtte toe, dat dit
gezonden is aan B. en W. Deze hebben 't
besproken, doch het zou absoluut geen zin
hebben om dat adres in den raad te be
handelen. Een verzoek aan Sociale Zaken
zou niets baten. Dezelfde voorschriften van
verleden jaar zijn nog geldig. Ook vroeg de
heer Goosens nog inlichtingen over een
adres van 3 bonden betreffende aanvullenden
steun.
De heer C. J. Blaauboer informeerde,
waarom bij de oranjefeesten niet is gevlagd
vanuit het huis van ouden van dagen.
De voorzitter antwoordde, dat dit grooten-
deels onopzetttelijk zijn schuld is geweest.
Het huis zelf had geen vlag, doch er was er
een over geweest van het Polderhuis. Het is
evenwel niet gebeurd, wat spr. wel spijt.
Het zal echter niet meer gebeuren.
De heer Blaauboer vond het vreemd, dat
de beide wethouders er ook geen werk van
gemaakt hadden.
Wethouder Sybrands zeide, dat hij er met
den burgemeester over gesproken had.
Ook had de heer Blaauboer vernomen, dat
een ingezetene aan alle ouden van dagen in
het huis een insigne had gegeven, doch geen
van allen had er een gedragen.
De voorzitter meende, dat de gemeente
hierover geen zeggingschap had. Ten slotte
zeide spr., dat in B. en W. is gesproken om
tot een maximum van 25 bij te dragen in
een eventueel tekort van het comité.
Met de stem van den heer Goosens tegen
werd het voorstel aangenomen.
Hierna sluiting.
LEZING TEN CATE HOEDEMAKER.
In de courant van Zaterdag is de lezing
van den heer ten Cate Hoedemaker voor
de H. M. v. Landbouw, opgenomen onder
Heer-Hugowaard, inplaats van onder Wie-
ringerwaard.
Rede ir. Lienesch.
De Hollandsche Maatschappij voor
Landbouw afd. Heerhugowaard en Omstre
ken hield Zaterdag een praatavond in cafe
Mantel met als spr. den heer ir. G. J. Lie
nesch, rijkslandbouwconsulent te Schagen.
De groote zaal van café Mantel was bijna
geheel bezet toen de voorzitter der afd.
Heerhugowaard en omstreken het woord
nam en allen hartelijk welkom heette, in
het bijzonder den spreker, die als onder
werp had gekozen „Het water in den grond
en wat daarmee verband houdt".
Spr. begon zijn rede met te zeggen, dat
het al eenigen tijd geduurd heeft voordat
deze bijeenkomst tot stand is gekomen.
Het te behandelen onderwerp is actueel.
Dezen zomer, zeide spr., ben ik hier eens
wezen kijken op mijn eigen verzoek, tot
enkele personen welke mij om advies had
den gevraagd, inzake den waterstand. Daar
is toen nog eens over gepraat en naar aan
leiding daarvan is deze vergadering belegd.
Het is niet mijn bedoeling, aldus de heer
Lienesch, om critiek op het een en ander te
leveren, maar hoofdzakelijk met elkander
van gedachten te wisselen over aangelegen
heden van het water in den bodem en wat
daarmee samen hangt.
Ik hoop daarbij begripsverhelderend te
mogen inleiden, zoodat straks misverstanden
zijn uitgesloten.
Spr. zeide, dat hem in dezen polder zijn
opgevallen de hoogte-verschillen in lig
ging en het groote verschil in de grond
soort. Bij het steken van eenige monster
gaatjes komt men op de lagere perceelen
veen tegen in de laag onder de bouwvoor,
en op andere plaatsen, zit heel veel klei.
De ontwatering geschiedt alleen via slooten
en greppels. Waarom, zei spr., verdient nu
dit water zooveel aandacht? Als wij het
grondwater bezien is dat allemaal vrij be
wegende vloeistof. Hebben wij echter te ma
ken met water in 'n lichten grofkorreligen
zandgrond, dan staat het water in den bo
dem vrijwel even hoog als in de sloot. Bij
gronden van fijnere structuur is dat lang
niet altijd zoo. Wij onderscheiden in den
grond het water in soorten.
Woensdag 27 Januari.
HILVERSUM, 1875 M. (VARA-
uitz.) 8.Gr.pl. 9.30 Onze keuken,
causerie. 10.VPRO-morgenwy-
ding. 10.20 Literaire causerie en
gr.pL 11.30 Causerie voor werkloo-
zen. 12.Gr.pl. 12.45 Orgelspel.
1.151.45 Melody Circle. 2.Gr.pl.
2.30 Voor de vrouw. 3.05 Voor de
kinderen. 5.30 Gr.pl. 6.VARA-
orkest en soliste. 6.45 Ordening en
wetenschap, causerie. 7.30 VPRO:
Protestantisme en geestelijke vrij
heid. 8.— Herh. SOS-ber. 8.03 ANP-
ber., VARA-Varia. 8.15 Gr.pl. 9.
De vliegende Hollander, spel met
muziek. Met medewerking van het
VARA-Theater-orkest. 10.ANP-
ber. 10.05 Ramblers. 10.30 VARA-
orkest. 11.Huwelijksverhoudin
gen, lezing. 11.3012.Gr.pl.
HILVERSUM, 301 M. (NCRV-uitz.)
8.Schriftlezing, meditatie, gewij
de muziek, gr.pl. 8.309.30 Gr.pl.
10.30 Morgendienst. 11.Harmo
nium en sopraan. 12.Ber., gr.pl.
12.30 Het Stichtsch Salonorkest. 2.
Orgelmuziek. 2.15 Sopraan met
pianobegel. 3.3.45 Gr.pL 4.Or
gelspel. 5.Kinderuurtje. 6.
Landbouwpr. 6.30 Onderwijsfonds
v. d. Scheepvaart 7.Ber. 7.15
Het ambt der geloovigen en de
Mannenvereeniging, causerie. 7.45
Rep. 8.ANP-ber. 8.15 Tamboers-
en pijpercorps Jubal. 9.Economi
sche causerie. 9.30 Orgelspel. 10.
ANP-ber. 10.05 Schaakcursus. 10.20
Verv. orgelconcert. 10.5011.30 Gr.
pl., hierna Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel
spel. 11.35—11.50 Gr.pl. 12.05 Het
BBC-Welsch-orkest. 12.50 Gr.pl.
12.50 Gr.pl. 1.202.20 't Birming-
hamsch Hippodrome orkest. 3.10 Het
Birminghamsch Hippodrome-orkest.
3.10 Het Northern Ireland Blaas-
orkest en solist. 3.50 Pianorecital.
4.20 Vesper. 5.10 Het MacArthur
Kwintet. 5.35 Het BBC-Dansorkest.
6.05 Causerie over schooluitzendin-
gen. 6.20 Ber. 6.40 Fransche cause
rie. 7.BBC-Harmonie-orkest. 7.35
Variété-progr. 8.35 BBC-Symph.-
orkest, Croydon-koor en solisten.
9.50 Ber. 10.10 Verv. concert. 10.55
L Bridgewater's kwintet. 11.35
Chalmers Wood en zijn Band. 11.50
12.20 Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20
Gr.pl. 11.20 Poulet-kamerorkest.
2.50 Orkestconcert en solisten. 4.50
Zang. 5.05 en 5.50 Gr.pl. 6.05 Zang.
8.20 Le marquis Turlupin, operette.
9.05 Operette-uitz., mmv. solisten,
het Noyon-koor en 't Omroeporkest.
11.2012.35 Porée-dansorkest.
KEULEN, 456 M. 5.50 Westduitsch
Kamerorkest. 7.50 Gr.pl. 11.20 Fa-
brieksorkest. 12.35 Omroepklein-
orkest. 3.50 Essensch Kamerorkest.
5.50 Gr.pL 6.20 Mannenkoorconcert.
7.35 Rijksuitz., gewijd aan het werk
van HJ. 8.05 Omroeporkest en solis
te. 9.5011.20 Omroepkleinorkest.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pL 12.50 Salonorkest 1.30
Omroeporkest 1.502.20, 6.20 en
6.50 Gr.pL 7.20 Salonorkest 8.20
Moeder Tonia, operette. 9.35 Om-
roepsymph.-orkest 10.3011.20 Gr.
pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Om
roeporkest. 1.502.20 Gr.pL 5.25 Om
roeporkest. 6.35 Salonorkest. 7.05
Radiotooneel met muziek. 8.20 Om-
roepjsymph.-orkest. 9.20 Gr.pL 9.35
Kleinorkest. 10.3011.20 Dansmu-
ziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Zang en piano. 8.05 Rep. v. h.
werk der HJ. 8.35 Gr.pL 9.20 Ber.
9.40 Winetrsportnieuws. 10.05 Weer
bericht 10.2011.20 0. Joost's dans-
orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.—9.20, Luxem
burg 9.2011.05, Lond. Reg. 11.05—
11.20, Radio Danmark 11.2012.20,
Brussel VL 12.2014.20, Luxem
burg 14.2014.50, Parijs R. 14.50
16.20, Lond. Reg. 16.20—17.05, Pa
rijs Radio 17.05—17.20, Brussel Fr.
17.20—18.20, Keulen 18.20—19.05,
Brussel VI. 19.0519.50, Lond. Reg.
19.50—20.05, Berlijn 20.05—21.20,
Brussel Fr. 21.2022.20, Brussel VL
22.20—22.30, Berlijn 22.30—23.20,
Parijs R. 23.20—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.30, Nor-
mandië 9.3010.35, Droitwich 10.35
—14.25, Lond. Reg. 14.25—15.10,
Droitwich 15.1018.20, Luxemburg
18.2019.Droitwich 19.22.55,
Lond. Reg. 22.5524.
Lijn 5: Diversen.
Na regenval zakt een deel van het water
weg in den grond. Een deel blijft echter
hangen tusschen de gronddeeltjes. Dit is het
z.g. hang- of pendulair-water. In den grond
zijn heel fijne buisjes aanwezig en in die
buisjes blijft ook water zitten. Dit is het z.g.
capillaire water. Spr. stelde het de aanwezi
gen zoo goed mogelijk aanschouwelijk voor.
Een groote factor zijn echter, zei spr., de
verschillende grondsoorten. Ook stond spr.
uitvoerig stil bij het uitdrogen van het land
in den zomer.
Bij sterke droogte is de verdamping vaak
grooter dan de opstijging en krijgt men dus
een tijdelijk watertekort. Dit werd ook
weer met proeven bewezen. In laagveen
gronden, die eenmaal zijn uitgedroogd, is
vrijwel geen capillaire opstijging meer in
de eerste jaren. Men heeft daar echter met
een veenlaag van enkele c.M. geen hinder
van. Is deze echter heel wat dikker, dan
gaat het veen krimpen en hard worden, zoo
dat dan algeheele verdroging niet uitge
sloten is.
De praktijk neemt echter dikwijls den ze
keren weg door in droge tijden het sloot
water op te zetten. Volgens spr. zijn er ech
ter wel polders, waar, als men de slooten
ook geheel vol laat loopen, het land er niet
op reageert en toch verdroging volgt. Spr.
noemde als voorbeeld den drogen zomer van
1929, toen de koeien uit het hooge land van
Friesland, waar alles verdroogde, naar de
lage veengronden in Drente werden ge
bracht, waar volop frisch gras was. Dan gal
spr. de bouwers in overweging om hun land
zooveel mogelijk in den herfst te ploegen,
daar na den winter het land vol water zit.
Als de planten moeten groeien, hebben ze
ook lucht en warmte noodig en waar veel
water in den grond zit, duurt de verwar
ming lang en is ook geen lucht. Dit is de
z.g. koude grond. Vandaar dat in den win
ter het water in de slooten zoo laag moge
lijk moet worden gehouden. Het grootste
bezwaar is hier echter, dat men er hierom
moet denken dat er gevaren moet worden.
Dan stond spr. nog uitvoerig stil bij de
wortels der verschillende gewassen, die niet
in het grondwater gaan, maar zoo gauw zy
daar zijn, zich gaan vertakken of om wijd
gaan. Rekening houdende, zei spr., met den
aard van den grond en den ondergrond, kan
men zeggen, dat het land gewoonlijk dieper
kan worden ontwaterd, uit een oogpunt van
cultuur. Hooger water om te kunnen varen
of voor veeafscheiding is iets anders en moet
hiermede niet worden verward.
Na de pauze nam de heer J. Turkstra het
woord en deelde mede, dat door een aantal
ingelanden van dezen polder in Mei LI. een
verzoek aan 't polderbestuur was gericht om
verlaging van het peil, daar de laag gele
gen landerijen veel last ondervonden van
het hooge water.
Door het polderbestuur was hierop echter
afwijzend beschikt, in verband hiermede is
dan ook deze vergadering belegd. Spr. zou
nu den heer Lienesch willen vragen of deze
het noodig oordeelt dat hier het peil moet
worden verlaagd.
De heer Lienesch zeide, dat aan de hand
van wat hy hier dezen zomer heeft gezien,
niet direct tot groote verlaging behoeft te
worden overgegaan; in een verlaging van
5 c.M. zag spr. echter geen kwaad, maar
we zouden toch eerst moeten afwachten,
hoe het hooge land er op reageert. Toen
spr. hier dezen zomer was, stond het polder
water ongeveer 5 duim onder zomerpeiL
voelt Ge U als de Griep U pakt.
Naar bed, en laat U er snel van
afhelpen met die geneeskrachtige
Volgens recept van Apotheker Dumont
De heer C. de Boer vroeg of het goed is,
als men in bouwland met een z.g. plaat
woelt
Spr. antwoordde, dat men met woelen
echter voorzichtig moet zijn, daar het vaak
te laat gebeurt. Als men zijn grond wil
woelen, moet dit vroeg in den herfst reeds
gebeuren. Spr. vroeg den voorzitter van den
polder de verschillende standen van de peil
schaal in den polder Hensbroek.
Het grootste verschil is 82 c.M. bij het
hoogste en laagste land, waar wij terdege
rekening mee moeten houden als polderbe
stuur. Ook de voorzitter was geen voorstan
der van hoog water, maar 't groote verscnD
noodzaakte afwijzend op het verzoek te be
slissen. Het polderbestuur was van mee
ning, dat het altijd zooveel in zijn vermo
gen lag, aan de wenschen van de ingelan
den tegemoet is gekomen. Het peil is hier
de laatste jaren al aanmerkelijk verlaagd,
waardoor het gehalte der verschillende
gronden al aanmerkelijk is verbeterd. Om
nog meer te verlagen, daartegen heeft het
polderbestuur zich tot heden toe nog steeds
verzet.
Tenslotte vroeg de heer D. Wit, lid van
het dagelij ksch bestuur of de heer Lienesch
zich durfde uitspreken of een verlaging
van 5 c.M. gewenscht is of niet. Deze ant
woordde echter, dat hij hier niet is om een
oordeel te vellen of advies op het verlagen
van het peil te geven. Spr. kon hoogstens
enkele inlichtingen verstrekken. Spr. be
schouwde deze vraag dan ook niet als een
van het polderbestuur, doch een strikt per
soonlijke.
Daarna sluiting.
Zondagavond gaf het fanfarecorps
„St. Caecilia" 'n uitvoering voor donateurs
en hunne huisgenooten. Het Brunogebouw
was ongeveer bezet toen de voorzitter, de
heer P. Hoetjes, opende met een woord
van welkom en zei dat het een bonte
avond was, welke nog stond in het teeken
van het op 7 Januari 1.1. voltrokken prin
selijk huwelijk. Hierna begon de uitvoering
Begonnen werd met een couplet van het
Wilhelmus, hetwelk staande werd meege
zongen. Het tweede nummer was een pit
tige Wilhelmina-marsch van Ant. M. van
Leest. Het program vermeldde 'n Juliana-
marsch en besloot met het Wiens Nee*--
lands Bloed. Er was een prettige stem
ming en ce directeur P. Kuijs zag heel wat
door de vingers, want men sprak zóó luid
dat men het soms boven de muziek uit-
hoorde. De bezoekers(ters) meest jonge
lui, komen om de band en het bal en ne
men de muzieknummers op den koop toe.
Door eenige jongens van de Gezellen-
vereeniging werd een blijspel in 2 bedrij
ven opgevoerd, genaamd „De Truc van
Jim". Een gezellig bal besloot den avond.