ABDIJSIROOP
De grondwetsherziening in de
Tweede Kamer.
IBUutmiand
Hebt Gij het telkens
op de luchtpijpen?
AKKER's verstèrkte
PARLEMENT
Alleen de heer De Visser acht ze van
belang.
Een bekeering van de
communieten.
R.K. Staatspartij.
Zijn patroon bestolen.
Onze zuivel-export.
Sedert 1 Januari j.l. onder de
LandbouwcrisisweL
(Van onzen parlementairen medewerker.)
De tweede dag van de Algemeene Be
schouwingen over de Grondwetsherziening
heeft den indruk van tamheid en matheid,
welken we Dinsdag kregen, nog versterkt,
Daaraan kon een, in verhouding tot de
andere, lange redevoering van den heer
Schouten, voorzitter van de a.-r.-fractie,
niets veranderen; evenmin de rede van den
heer Joekes (v.d.), welke slechts weinig
korter was.
Met uitzondering van den communist
De Visser blijken alle sprekers het er over
eens te zijn, dat de herziening weinig te
beteekenen heeft. Voor de communisten
zit er inderdaad een onaangenaam element
in de Regeeringsvuorstellen, namelijk de
mogelijkheid, dat revolutionnaire volks
vertegenwoordigers van hun lidmaatschap
vervallen worden verklaard, „indien zi
een streven tot uitdrukking brengen, ge
richt op verandering van de bestaande
rechtsorde met toepassing of bevordering
van onwettige middelen", met de gevolgen
van dien, en het opheffen van de parlemen
taire onschendbaarheid, wanneer zy zich
aan opruiïng hebben schuldig gemaakt.
Konden andere sprekers constateeren, dat
deze Grondwetsherziening bij de verkie
zingen geen rol zal spelen, voor den heer
de Visser c.s. zit er „muziek" in, bijkans
een heele opera, symphonie, operette, Hot-
Jazz-compositie, zoek maar uit; voor eiken
toehoorder is er iets bij!
Bijgevolg ging er van dezen afgevaar
digde een geduchte wijs op! Het was ech
ter het eenige forsche geluid. We kunnen
niet ontkennen, dat de Kamer (en ook de
perstribune) blij was met deze melodie,
hoewel ze niemand onbekend in de ooren
klonk; een pistonsolo kan een welkome
afwisseling zijn, als men uren lang koor
zang of plechtig orgelspel heeft gehoord....
Dus was er veel belangstelling voor de
speech des heeren de Vissers en werd er
geluisterd.
Laten we met deze dan ook maar be
ginnen, alhoewel ze in volgorde het laatst
kwam.
Voor de communisten in onze Tweede
Kamer is deze Grondwetsherziening een
„werk van staatkundige reactie". Ze zien
er een handigheidje van de Regeering in,
om van de gelegenheid gebruik te maken,
„tevens een reeks reactionnaire maatrege
len aan de orde te stellen." Zij beschouwen
een en ander als in strijd met de Regee-
ringsverklaring van Mei 1933, waarin
werd gezegd, dat geen principieele dingen
aan de orde zouden worden gesteld, waar
door de tegenstellingen zouden verscherpt
worden. Dit nu doet de Regeering wèl! De
heer de Visser voelt zich met zijn geest
verwanten buiten de politieke gemeen
schap gesloten. Indien de voorstellen wet
worden, zal z. i. de mogelijkheid bestaan,
een bepaalde politieke richting (de zijne be
doelde hij natuurlijk, want hij verweet de
Regeering nog eens, dat zij niets deed ter
bestrijding van het fascisme) uit het par
lement te weren. Op die manier zou men
een „romp-parlement" kunnen inrichten,
waarin van te voren een meerderheid voor
Regeeringsvoorstellen vaststaat; zoo zou
men een deel van de bevolking practisch
in zijn kiesrecht kunnen treffen.
De aard van dit onderdeel van de aan
geboden voorstellen wekte bij den leider
der communistische fractie den indruk,
dat het de bedoeling der Regeering zou
zijn, de oppositie in de groote partijen tot
zwijgen te brengen. Een bijkomstig nadeel
zou bovendien zijn, dat meer op zichzelf
staande politieke figuren, zooals Domela
Nieuwenhuis was, buiten het Parlement
zouden moeten blijven.
Door een en ander achtte hy de parle
mentaire democratie waarvan de com
munisten in den laatsten tijd zulke groote
vereerders zyn ten zeerste geschaad.
Niet zonder glimlach hoorde de Kam=r
daarop de verklaring uit zyn mond: „Bij
deze voorstellen zullen de communisten
behoudend gezind zijn, zullen zij trachten
te behouden wat goed is in de burgerlijke
democratie". Eenige kenmerken daarvan
werden nog opgesomd, in verband waar
mede we ook de opmerking hoorden: de
kwestie „republiek of monarchie" is thans
niet actueel. Wie nauwelijks drie, vier ja
ren geleden de onwaardige demonstratie
der communisten bij de opening van de
Staten-Generaal heeft bijgewoond, toen zij
na het uitspreken van de Troonrede leuzen
begonnen uit te schreeuwen, staat van deze
„bekeering" toch wel te kijken!
Ja, „als de proletarische democratie er
nog niet is, dan verdedigen de communis
ten de burgerlijke democratie", luidt thans
de leus.
Liever Coljjn dan Mussert!
Groote vroolijkheid verwekte de heer de
Visser eindelijk toen hij uitriep: „Als i k
nog eens te kiezen krijg tusschen den heer
Colijn, op wiens politiek ik zoo veel aan te
merken heb, en Mussert, dan kies ik....
Colijn!"
Dat we tenslotte de verzekering verna
men, dat de communisten bij de aanstaan
de verkiezingen hun best zouden doen, om
tegen de goedkeuring van deze voorstellen
te ageeren, spreekt vanzelf.
Een groot verschil met vroeger in de
wijze van voordragen van zijn grieven in
de Tweede Kamer, mochten we gisteren
nog eens ten aanzien van den heer L. de
Visser constateeren: hij behoefde, hoewel
hy scherp was in zijn critiek, geen enkele
maal tot de orde te worden geroepen. En
het kostte hem geen zichtbare inspanning
om, aldus sprekend, binnen de parlemen
taire banen te blijven.
Een ander uiterste
De heer Westerman (ex-nat. herstel)
vertegenwoordigde een ander uiterste, in
zooverre dat hij heelemaai niet meer in de
democratie gelooft. Hij heeft al eenige
malen openlijk van zijn bewondering
voor de heeren Mussolini en Hitier blijk
geven. Zijn standpunt ten aanzien van
de democratie in het algemeen en deze
herziening in het bijzonder zag er dan ook
in het geheel niet vreemd uit.
Volgens zijn idee is het bestaande kader,
de lijst, waarin ons staatsbestel is vervat,
vrijwel overleefd, om niet te spreken van
vermolmd.
Een Grondwetsherziening, waarin niets
structueels aan de orde werd gesteld, had
dus wel heel weinig te beduiden. Waarom
blijft de Raad van State nog bestaan; de
Algemeene Rekenkamer? De „vrijheids
droom, de vrijheidsnachtmerrie schijnt in
ons land een redelijke ordening in den weg
te staan", verzuchtte deze afgevaardigde.
Dat de Regetring van beperking van de
persvrijheid, gelijk de Staatscommissie
wilde, niet heeft willen weten, juichte hij
toe. Alleen interpreteerde hy dit aldus, dat
men vertrouwt, dat deze Regeering haar
tegenstanders toch wel zal weten te tref
fen!
De heer Schouten (a.r.) richtte zich in
het begin van zijn betoog tegen dat ge
deelte van de rede van den heer Goseling,
waarin deze de „nieuwe organen" had be
handeld en aandrang op de Regeering had
uitgeoefend, om deze kwestie eens aan een
grondige studie te onderwerpen. De
woordvoerder der a.-r. fractie staat als een
zeer nuchter man bekend, zijn geheele
toon is dit ook. Hij wees er dan'ook rustig
op, dat z. L de bestaande Grondwet in het
geheel niet de verwezenlijking van nieuwe
denkbeelden in den weg staat; aan art. 194
hebben we daarvoor genoeg. Met den heer
Goseling was hij het echter eens, dat de
kwestie der delegatie van wetgevende be
voegdheid studie behoeft.
Met hem betreurde eveneens de heer
de Geer (c.h.), dat dit onderwerp niet in
de herziening was betrokken, laatstge
noemde in het bijzonder nog omdat de ratio
van de machtiging in de Landbouwcrisis-
wet verre overschreden was. De heer
Joekes (v.d.) bleek het op dit stuk niet
met deze heeren eens te zyn. Hy meende
dat de Kamer beter bij de wet telkens de
grenzen voor elk bijzonder geval kon vast
leggen; hy zag een gevaar in het verleenen
van een blanco volmacht in de Grondwet
aan de Regeering; de formuleering daar
van zou bovendien gansch niet eenvoudig
zijn.
Het verschijningsverbod voor persorga
nen, dat niet door de Regeering werd
overgenomen, heeft gistermiddag wederom
de belangstelling van vrijwel alle sprekers
gehad. De heer Coops (v.b.), die wegens
ziekte van zyn fractie- en partijvoorzitters
het woord voerde, bleek de meening van
den heer Albarda te dee.en, dat art. 7
(waarin onze persvrijheid is belichaamd)
een verschijningsverbod verhindert. De
heeren Schouten, Joekes en de Geer acht
ten zoo'n verbod daarmede echter niet in
strijd, waarbij de nadruk werd gelegd op
een daaraan voorafgaand rechterlijk von
nis. Een dergelijk verbod zou wellicht zijn
doel voorbij schieten, immers het zyn niet
de dagbladen over het algemeen, maar
juist op ongeregelde tijden verschijnende
blaadjes en pamfletten, welke zich het
meest aan misbruik van de persvrijheid
schuldig maken. Wordt zoo'n ding ver
boden, dan kan het op een dag toch weer
onder een anderen naam opduiken. Een
periodiek of dagblad, dat zich eens te bui
ten gaat, zou door een verbod een cata
strofe tegemoet kunnen gaan.
De heer Joekes ging wat de „nieuwe or
ganen" betreft een heel stuk verder dan
de heer de Geer, die vrijwel op hetzelfde
standpunt stond als de a.-r. woordvoerder,
er op wijzend dat er in breeden kring be
hoefte bestaat aan concretiseering van
zekere denkbeelden betreffende de organi
satie van het bedrijfsleven mede in ver
band met de Staatstaak. De leider der
v.-<i.-fractie sprak liever van de „functio-
neele decentralisatie", die hiermede aan
de orde wordt gesteld, in navolging van
prof. Josephus Jitta in zijn inaugureele
rede. Als concreet voorbeeld haalde hij
het verkeerswezen aan, waarvoor wellicht
een „verkeersraad" goede diensten zou
kunnen bewijzen, een lichaam met een
eigen bevoegdheid. De heer Joekes stelde
deze kwestie aan de orde los van een
Grondwetsherziening. Hy vroeg zich voorts
af of het nu wel zoo noodig is, dat ue
Eerste Kamer in alle opzichten een dou
blure vormt van de Tweede en of de
Voorzitter van dit college niet beter uit
een voordracht van die Kamer zelf zou
kunnen worden benoemd in plaats van
rechtstreeks door de koningin.
Enkele wenschen van minder belang van
sommigen der sprekers kunnen we gevoe
gelijk onbesproken laten. Zyn ze van we
zenlijke beteekenis dan komen ze nog wel
eens terug. Het debat was tenslotte tot de
rede van minister de Wilde genaderd, die
vandaag aan de beurt kwam.
Redevoeringen van de heeren
Goseling en Romme.
Gisteravond hebben mr. C. M. J. F. Go
seling en prof. mr. C. P. M. Romme, op uit-
noodiging van de afdeeling Amsterdam der
r. k. Staatsparty, in het Concertgebouw te
Amsterdam redevoeringen gehouden met
betrekking tot de komende verkiezing.
De heer Goseling sprak over de taak
der katholieken als Nederlanders. Wij staan
niet voor de keus tusschen nationaal-socia-
lisme of bolsjewisme. Die tegenstelling be
staat eigenlijk niet; beide beteekenen on-
geoorloofden dwang van den staat en bela
ging van de vrijheid der kerk. Wy willen
geen van beide; wij willen onszelf blijven
als Nederlanders en als katholieken. Wy
willen een aandeel leveren in het opbou
wend werk. Dat is onze nationale taak.
Spr. wekte de katholieken op hun stem te
geven aan hen, die om der wille van de
hoogste goederen de eenheid willen bewa
ren. Verder gaf hy een samenvatting van
het beginselprogram der staatsparty. Onze
eenheid, zoo besloot hy, blijve 's lands
kracht!
De heer Romme sprak eveneens over de
levendige eenheid in het parlement, die
noodig is om een goed orgaan van volksin
vloed te zijn; niet de eenheid gebouwd op
kadaver-gehoorzaamheid, maar die bezield
is uit gemeenschappelijke geestelijke over
tuiging. De versnippering in de volksver
tegenwoordiging is eigenlijk een misdaad
tegen den volksinvloed; zij beteekent im
mers verzwakking van de kracht van het
parlement. Het is onze nationale plicht, zei-
de spr., allen mede te werken tot het sa
menbrengen van één sterke katholieke
phalanx in de volksvertegenwoordiging.
Wij moeten met onze bijdragen tot de sa
menstelling van een volksvertegenwoordi
ging, die zichzelf van staatsvijandige ele
menten. Herinnerende aan de frontverga
dering van de C. P. N. constateerde spreker,
dat de komende grondwestherziening op dit
punt reeds invloed heeft geoefend voor zij
officieel van kracht is.
De tyd van de staatsonthouding jegens
bedryfs- en beroepsleven is voorbij. Deze
nationale elementen moeten dienstbaar
worden gemaakt aan het welzijn van den
staat. Wy moeten, zeide hij, een samenwer
king in bedryfsschappen bevorderen.
Het eigengereide individualisme moet
uitgeroeid worden. Een erkenning van het
bestaansrecht van bedryfsschappen is noo
dig. De r. k. Staatspartij heeft reeds een stap
in die richting gedaan. Op den grondslag
dier erkenning moet gebouwd worden ter
verwezenlijking van een grooter geluk voor
de menschheid.
Noodlottige poste-restantebrief
van zyn vrouw.
Op den 7en Januari vjjdween een inwo
ner uit Den Haag met ée.i som van 2800
gulden, die hij uit de brandkast van zijn
patroon, een advocaat, met een sleutel,
dien hij in zyn bezit had weten te verkrij
gen, had genomen. De dief vluchtte naar
Duitschland en was bü Emmerich de
Duitsche grens gepasseerd.
Hij bezocht o.a. Hannover en Miinchen
en in de tweede helft der vorige week
arriveerde hy in het mynwerkersdorp
Streiffeld, gemeente Merkstein, dicht bij de
Limburgsche grens gelegen op bezoek bij
familie. De Haagsche politie, zoo meldt
het „Vad.", had er blijkbaar de lucht van
gekregen, dat de vrouw van den voort
vluchtige met haar man correspondeerde
en een brief voor hem had verzonden,
poste-restante naar het postkantoor te
Herzogenrath, in de onmiddellijke nabij
heid van Kerkrade gelegen. Maandag ver
voegde zich een Haagsch rechercheur bij
de gemeentepolitie van Herzogenrath.
Vergezeld door den Polizei-Hauptwacht-
meister Krings begaf de Haagsche politie
man zich naar het postkantoor om den
dief op te wachten. Na korten tijd kwam
hij inderdaad den brief in ontvangst nemen.
Hij werd onmiddellijk gearresteerd en is
nog denzelfden dag in de gevangenis in
Aken opgesloten.
De 100 gulden en 1200 marken, die nog
op den dief werden gevonden zijn in be
slag genomen.
De zuivelorganisaties weder
ingeschakeld.
Ressorteerde de regeling van den uit
voer van onze zuivelproducten voorheen
onder 't departement van Handel, Nij
verheid en Scheepvaart op grond van
de Crisisuitvoerwet, sedert 1 Januari LI.
is daarin verandering gekomen en is de
exportregeling onder werking van de
Landbouwcrisiswet gebracht en over
gegaan naar het departement van Land
bouw en Visscherij.
Aan dezen overgang is voorafgegaan een
gemeenschappelijke vergadering van de drie
centrale landbouworganisaties met het Col
lege van Regeeringscommissarissen, gevolgd
door een uitbreid overleg van genoemd col
lege met de organisaties van belanghebben
den, zijnde de V. V. Z. M., de F. N. Z. en de
bond van kaashandelaren.
De zaak is nu zoo geregeld, dat door het
dagelyksch bestuur van de Ned. Zuivelcen-
trale een exportcommissie is benoemd be
staande uit vertegenwoordigers van de drn
organisaties van belanghebbenden, n.L de
heeren G. J. Blink J. A. Geluk en A. van
Wynen.
Aan de ambtenaren van het Landbouwcri
sisbureau is onder dagelijksch toezicht van
bovengenoemde exportcommissie de uitvoe
ring van de exportmaatregelen opgedragen.
Door deze regeling zyn dus de belang
hebbende zuivelorganisaties wederom in de
uitvoering van den zuivelexport ingescha
keld.
EEN POGING OM AMELAND UIT ZIJN
ISOLEMENT TE VERLOSSEN.
Met een autogirovliegtuig
Vandaag zal de heer H. J. v. d. Velden
een poging doen, om met zijn autogiro
vliegtuig te landen op het eiland Ameland
dat tengevolge van den lagen waterstand
geisoleerd is.
De heer v. d. Velden zal op verzoek van
het hoofdbestuur an de P.T.T. de post op
Ameland bezorgen en de post van Ame
land mee terug nemen.
De heer v. d. Velden zal van Waalhaven
vertrekken, de Kooy aandoen en daar
post tot een gewicht van ongeveer 80 K.G
opnemen
DE „PRINS BERNHARD" TE RUHRORT
AANGEKOMEN.
Gistermiddag is de drijvende schob
voor schipperskinderen, Prins Bernhard,
van het Onderwijsfonds voor de scheep
vaart te Amsterdam, in de haven van
Ruhrort aangekomen
Een sleepboot uit Ruhrort was de sleep
uit Nederland te Alsum tgemoet gevaren.
Onder groote belangstelling, vooral van
de Nederlandsche schippers, die in de
haven lagen, kwam de drijvende school,
die door de sleepboot finland van den
Nederlandschen stoomsleepdienst v/h. P.
Smit, naar Duitschland werd gesleept, in
de haven van Ruhrort aan. Het schip
meerde achter de schippersbeurs. Onmid
dellijk na aankomst werd het schip door
de Duitsche havenautoriteiten verwei
komd.
Vandaag zal de Prins Bernhard naar
zijn vaste ligplaats in het Bassin, waar de
Rijnschepen liggen, worden gesleept,
ONZE EIER-UITVOER.
Een-en-twintig millioen stuks in
één Januari-week.
In de week van 19 tot 25 Januari j.l. zyn
voor uitvoer goedgekeurd 19.987.113 kip
pen- en 1.374.780 eendeieren.
Hiervan waren bestemd voor Duitsch
land 6.761.663 versche Nederlandsche
kippeneieren en 150.660 eendeneieren en
voor andere landen 12.819.610 versche
kippeneieren, 405.840 koelhuiseieren en
1.224.120 versche eendeneieren.
EEN ZIELIG GEVAL.
De alleenwonende 74-jarige weduwe
Den H. op de Nassaukade te Woerden is
gistermiddag in deerniswekkenden toe
stand aangetroffen, zittende op den vloer
met een gebroken been. Sedert Zondag
avond had zij in 'ie houding gezeten, zon
der eten of drinken en ook zonder vuur.
Per ziekenauto is zij naar het algemeen
ziekenhuis vervoerd.
HET STEMPEL VAN DEN LAND-
ARBEIDERSBOND ALS
KEURINGSSTLMPEL.
Te Groningen.
De ambtenaren van den Provincialen
Keuringsdienst te Groningen hebben een
sterk staalte van poging tot misleiding
achterhaald. Zoo1 Is bekend, aldus de N.
R. C.f worden alle slachtkippen, voordat
daarmee in de stad mag worden gevent,
door den Keuringsdienst onderzocht Bij
goedkeuring worden de kippen voorzien
van een stempel. Ondanks, dat de kooplui
verplicht zijn met alle aangevoerde kippen
voor den Keuringsdienst te verschijnen,
troffen de ambtenaren in een auto van
den kippenkoopman J. K. uit Twijzeler-
heide eenige kippen aan, welke reeds van
een stempel, dat echter onleesbaar was,
waren voorzien. Deze kippen waren lijden
de geweest aan tuberculose. De koopman,
die met een stel andere slachtkippen bij
den dienst verscheen, verklaarde, dat hy
bevreesd was geweest, dat de kippen, die
hy in zyn vrachtauto had achtergelaten,
zouden worden afgekeurd en dat hy ze
daarom maar zelf van een stempel had
voorzien. Daarvoor had hij het stempel
van den Landarbeidersbond geleend, het
welk in het bezit was van een van zijn
kennissen.
Tegen hem zal een vervolging worden
ingesteld.
MET BLIKOPENER BEWERKT.
Gisterochtend heeft de 40-jarige B. M.,
voor het stempellokaal aan de Vonder te
Rotterdam zyn 34-jarigen mede-arbeider
L. de W. bij een ruzietje met een busope
ner bewerkt. De W. kreeg dit voorwerp in
het hoofd, doch zijn verwondingen bleken
niet van ernstigen aard zijn. M. is naar het
politiebureau aan het Sandelingenplein
gebracht, waar hy gehoora is. Hy is later
weer op vrije voeten gesteld.
NEDERLANDSCH STOOMSCHIP IN
NOOD.
„Jonge Jacobus" in den storm op
de Portugeesehe kust De beman
ning in de reddingbooten.
Bij de Middellandsche zeevaart-com
pagnie directie Wambersie en Zn., te
Rotterdam is radio-telegrafisch bericht
ontvangen, dat het stoomschip „Jonge
Jacobus" van deze reederij in den storm
voor de Portugeesehe kust in nood ver
keert. Het schip bevindt zich in zinken
den toestand en de bemanning bestaan
de uit 23 koppen, is vannacht om twaalf
uur in de reddingbooten gegaan.
De eerste noodseinen werden gistermid
dag om half vijf uitgezonden.
De kapitein, de heer P. J. Jager, telegra
feerde, dat een der luiken was ingeslagen en
hy vroeg om assistentie. Hy hoopte na het
afnemen van den storm Lissabon te berei
ken. Het schip bevond zich op dat oogen-
blik twintig mijl ten Westen van de Ber-
linga-eiianden.
neem dan btf het eerste verschijnsel, hoe
gering ook, dadelijk de nieuwe verstèrkte
Akker's Abdijsiroop en Ge sult ondervinden,
dat dit voor U hét aangewesen middel la.
Abdijsiroop Is «en natuurlijk kruiden-middel
onschadelijk voor maag en hart en dese oude
beproefde „geneea-cruyden heelen. verlachten
en versterken de ontstoken en gevoelige altjm-
vliexen van Uw ademhallngs-organen goed en
Kmdlg. Bovendien bevat de nieuwe venttitte
dtjslroop de krachtig hoest-bcdwlngende etof:
„codeïne" welke anei Uw verkoudheid doet
rtiDen". de slijm doet verdwijnen, de hoeatprlk-
kef verdrijft en die prikkelende hoest stopt en
tegen Hoest, Griep, Bronchitis, Asthma.
Verlaagde prtjaen10.75. f 1.25, f 2.-, 1150 p. flacon
In den laten avond werd bericht ont
vangen, dat het schip snel zonk. Te midder
nacht hebben de opvarenden het schip in de
sloepen verlaten.
De „Jonge Jacobus" meet 1757 bruto en
1064 netto ton. Het schip werd in 1921 ge
bouwd te Slikkerveer bij de N.V. scheeps
werf v. h. de Groot en van Vliet en is
eigendom van de Middellandsche zeevaart
compagnie te Rotterdam. De „Jonge Jaco
bus" was op 18 Januari met stukgoederen
van Antwerpen vertrokken en was op weg
naar de Levant. De eerste haven, welke zou
worden aangedaan, was Alexandrie. De be
manning bestaat voor een gedeelte uit
Spanjaarden, de officieren zyn Nederlan
ders.
Volgens een hedenochtend uit Lissabon
ontvangen telegram is de „Jonge Jacobus"
nabij de rotsen aan een der eilandjes een
den grond geloopen. Het schip is ernstig
beschadigd.
HET SPOORWEGPENSIOENFONDS.
Onderbrenging bij het burgerlijke
pensioenfonds.
In een dezer dagen gehouden bespreking
tusschen de directie der Nederlandsche
Spoorwegen en den Personeelraad over de
positie van het spoorwegpensioenfonds, heeft
de directie medegedeeld, dat indien de per
soneelraad zich inzake den huldigen toe
stand van het spoorwegpensioenfonds en
mogelijke samensmelting met het burger
lijke pensioenfonds tot de regeering mocht
wenden, zij gaarne bereid zou zijn met dit
laatste denkbeeld adhae6ie te betuigen.
De directie was evenwel van oordeel, dat
zoodanige samensmelting niet denkbaar is
zonder maatregelen strekkende tot dekking
van het tekort in het spoorwegpensioen
fonds.
VRAGEN OVER MUNTCORRECTIE.
Kamerlid Fleskens stelt vragen aan
den minister.
Het Eerste Kamerlid Fleskens (rJc.) heeft
aan den minister van staat, voorzitter van
den raad van ministers de volgende vragen
gesteld:
1. Is de minister niet van meening, dat,
waar door hem wordt nages treeft een her
stel van de concurrentiekracht van Neder
land op de wereldmarkt, door middel van
verlaging van het peil, waarop pryzen en
kosten zich, by den aanvang van zyn be
wind, bewogen, de per einde September
1936 door internationale factoren onvermijde
lijk geworden correctie in de goud waarde
van de Nederlandsche munt, in haar conse
quenties uiteindelijk aanvaard kan v orden
als een logische voortzetting van bovenom
schreven van den aanvang al gevolgde po
litiek?
2. Acht de minister het niet in strijd met
het algemeen belang, indien, ondanks het
feit, dat de gevoerde monetaire politiek door
het parlement is goedgekeurd en ondanks
de, op velerlei gebied, onmiskenbaar gun
stige gevolgen van de plaats gehad hebben
de muntcorrectie, niettemin van zekere zijde
geageerd wordt voor een verlaging van het
depreciatiepercentage, waardoor gepoogd
wordt de regeeringspolitiek te ondermijnen,
en noodelooze onrust in den lande wordt
verwekt?
3. Is de minister niet van oordeel, dat ia
den stroom van kapitaal, die zich naar Ne
derland heeft gericht, een verschijnsel ge
zien moet worden van voorbij gaanden aard,
hetwelk zich in alle landen na muntcorre©-
tie heeft voorgedaan, en dat de leiding van
het egalisatiefonds zich hierdoor terecht ge
drongen voelde actief in te grijpen, teneinde
een koersstijging van den gulden te voorko
men?
4. Is de minister bereid mede te deelen,
of, waar het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek in het November-nummer van de Ne
derlandsche conjunctuur, na beschouwing
van het beschikbare cijfermateriaal, tot de
conclusie komt, dat bij een depreciatieper
centage van 20, dispariteit blijft bestaan,
zoowel ten aanzien van de loonkosten P0
eenheid-product, als ten aanzien van de kos
ten van levensonderhoud en de groothan-
delpryzen, ook naar zyn oordeel bij de hui
dige mate van depreciatie van den gulden
liet Nederlandsche peil van pryzen en kos
ten nog steeds niet geheel aan het wereld
niveau is aangepast?
5. Is, in aanmerking genomen de onder
vraag 4. geconstateerde feiten, het onder
gewraakte streven niet mede daarom
strijd met de economische belangen des
lands, omdat, veeleer dan een daling vsf>
het depreeiatiepercentage, een verdere
leidelyke stijging door den minister zou die
nen te worden overwogen?