ABDIJSIROOP De grondwetsherziening in de Tweede Kamer. IBUutmiand Hebt Gij het telkens op de luchtpijpen? AKKER's verstèrkte PARLEMENT Alleen de heer De Visser acht ze van belang. Een bekeering van de communieten. R.K. Staatspartij. Zijn patroon bestolen. Onze zuivel-export. Sedert 1 Januari j.l. onder de LandbouwcrisisweL (Van onzen parlementairen medewerker.) De tweede dag van de Algemeene Be schouwingen over de Grondwetsherziening heeft den indruk van tamheid en matheid, welken we Dinsdag kregen, nog versterkt, Daaraan kon een, in verhouding tot de andere, lange redevoering van den heer Schouten, voorzitter van de a.-r.-fractie, niets veranderen; evenmin de rede van den heer Joekes (v.d.), welke slechts weinig korter was. Met uitzondering van den communist De Visser blijken alle sprekers het er over eens te zijn, dat de herziening weinig te beteekenen heeft. Voor de communisten zit er inderdaad een onaangenaam element in de Regeeringsvuorstellen, namelijk de mogelijkheid, dat revolutionnaire volks vertegenwoordigers van hun lidmaatschap vervallen worden verklaard, „indien zi een streven tot uitdrukking brengen, ge richt op verandering van de bestaande rechtsorde met toepassing of bevordering van onwettige middelen", met de gevolgen van dien, en het opheffen van de parlemen taire onschendbaarheid, wanneer zy zich aan opruiïng hebben schuldig gemaakt. Konden andere sprekers constateeren, dat deze Grondwetsherziening bij de verkie zingen geen rol zal spelen, voor den heer de Visser c.s. zit er „muziek" in, bijkans een heele opera, symphonie, operette, Hot- Jazz-compositie, zoek maar uit; voor eiken toehoorder is er iets bij! Bijgevolg ging er van dezen afgevaar digde een geduchte wijs op! Het was ech ter het eenige forsche geluid. We kunnen niet ontkennen, dat de Kamer (en ook de perstribune) blij was met deze melodie, hoewel ze niemand onbekend in de ooren klonk; een pistonsolo kan een welkome afwisseling zijn, als men uren lang koor zang of plechtig orgelspel heeft gehoord.... Dus was er veel belangstelling voor de speech des heeren de Vissers en werd er geluisterd. Laten we met deze dan ook maar be ginnen, alhoewel ze in volgorde het laatst kwam. Voor de communisten in onze Tweede Kamer is deze Grondwetsherziening een „werk van staatkundige reactie". Ze zien er een handigheidje van de Regeering in, om van de gelegenheid gebruik te maken, „tevens een reeks reactionnaire maatrege len aan de orde te stellen." Zij beschouwen een en ander als in strijd met de Regee- ringsverklaring van Mei 1933, waarin werd gezegd, dat geen principieele dingen aan de orde zouden worden gesteld, waar door de tegenstellingen zouden verscherpt worden. Dit nu doet de Regeering wèl! De heer de Visser voelt zich met zijn geest verwanten buiten de politieke gemeen schap gesloten. Indien de voorstellen wet worden, zal z. i. de mogelijkheid bestaan, een bepaalde politieke richting (de zijne be doelde hij natuurlijk, want hij verweet de Regeering nog eens, dat zij niets deed ter bestrijding van het fascisme) uit het par lement te weren. Op die manier zou men een „romp-parlement" kunnen inrichten, waarin van te voren een meerderheid voor Regeeringsvoorstellen vaststaat; zoo zou men een deel van de bevolking practisch in zijn kiesrecht kunnen treffen. De aard van dit onderdeel van de aan geboden voorstellen wekte bij den leider der communistische fractie den indruk, dat het de bedoeling der Regeering zou zijn, de oppositie in de groote partijen tot zwijgen te brengen. Een bijkomstig nadeel zou bovendien zijn, dat meer op zichzelf staande politieke figuren, zooals Domela Nieuwenhuis was, buiten het Parlement zouden moeten blijven. Door een en ander achtte hy de parle mentaire democratie waarvan de com munisten in den laatsten tijd zulke groote vereerders zyn ten zeerste geschaad. Niet zonder glimlach hoorde de Kam=r daarop de verklaring uit zyn mond: „Bij deze voorstellen zullen de communisten behoudend gezind zijn, zullen zij trachten te behouden wat goed is in de burgerlijke democratie". Eenige kenmerken daarvan werden nog opgesomd, in verband waar mede we ook de opmerking hoorden: de kwestie „republiek of monarchie" is thans niet actueel. Wie nauwelijks drie, vier ja ren geleden de onwaardige demonstratie der communisten bij de opening van de Staten-Generaal heeft bijgewoond, toen zij na het uitspreken van de Troonrede leuzen begonnen uit te schreeuwen, staat van deze „bekeering" toch wel te kijken! Ja, „als de proletarische democratie er nog niet is, dan verdedigen de communis ten de burgerlijke democratie", luidt thans de leus. Liever Coljjn dan Mussert! Groote vroolijkheid verwekte de heer de Visser eindelijk toen hij uitriep: „Als i k nog eens te kiezen krijg tusschen den heer Colijn, op wiens politiek ik zoo veel aan te merken heb, en Mussert, dan kies ik.... Colijn!" Dat we tenslotte de verzekering verna men, dat de communisten bij de aanstaan de verkiezingen hun best zouden doen, om tegen de goedkeuring van deze voorstellen te ageeren, spreekt vanzelf. Een groot verschil met vroeger in de wijze van voordragen van zijn grieven in de Tweede Kamer, mochten we gisteren nog eens ten aanzien van den heer L. de Visser constateeren: hij behoefde, hoewel hy scherp was in zijn critiek, geen enkele maal tot de orde te worden geroepen. En het kostte hem geen zichtbare inspanning om, aldus sprekend, binnen de parlemen taire banen te blijven. Een ander uiterste De heer Westerman (ex-nat. herstel) vertegenwoordigde een ander uiterste, in zooverre dat hij heelemaai niet meer in de democratie gelooft. Hij heeft al eenige malen openlijk van zijn bewondering voor de heeren Mussolini en Hitier blijk geven. Zijn standpunt ten aanzien van de democratie in het algemeen en deze herziening in het bijzonder zag er dan ook in het geheel niet vreemd uit. Volgens zijn idee is het bestaande kader, de lijst, waarin ons staatsbestel is vervat, vrijwel overleefd, om niet te spreken van vermolmd. Een Grondwetsherziening, waarin niets structueels aan de orde werd gesteld, had dus wel heel weinig te beduiden. Waarom blijft de Raad van State nog bestaan; de Algemeene Rekenkamer? De „vrijheids droom, de vrijheidsnachtmerrie schijnt in ons land een redelijke ordening in den weg te staan", verzuchtte deze afgevaardigde. Dat de Regetring van beperking van de persvrijheid, gelijk de Staatscommissie wilde, niet heeft willen weten, juichte hij toe. Alleen interpreteerde hy dit aldus, dat men vertrouwt, dat deze Regeering haar tegenstanders toch wel zal weten te tref fen! De heer Schouten (a.r.) richtte zich in het begin van zijn betoog tegen dat ge deelte van de rede van den heer Goseling, waarin deze de „nieuwe organen" had be handeld en aandrang op de Regeering had uitgeoefend, om deze kwestie eens aan een grondige studie te onderwerpen. De woordvoerder der a.-r. fractie staat als een zeer nuchter man bekend, zijn geheele toon is dit ook. Hij wees er dan'ook rustig op, dat z. L de bestaande Grondwet in het geheel niet de verwezenlijking van nieuwe denkbeelden in den weg staat; aan art. 194 hebben we daarvoor genoeg. Met den heer Goseling was hij het echter eens, dat de kwestie der delegatie van wetgevende be voegdheid studie behoeft. Met hem betreurde eveneens de heer de Geer (c.h.), dat dit onderwerp niet in de herziening was betrokken, laatstge noemde in het bijzonder nog omdat de ratio van de machtiging in de Landbouwcrisis- wet verre overschreden was. De heer Joekes (v.d.) bleek het op dit stuk niet met deze heeren eens te zyn. Hy meende dat de Kamer beter bij de wet telkens de grenzen voor elk bijzonder geval kon vast leggen; hy zag een gevaar in het verleenen van een blanco volmacht in de Grondwet aan de Regeering; de formuleering daar van zou bovendien gansch niet eenvoudig zijn. Het verschijningsverbod voor persorga nen, dat niet door de Regeering werd overgenomen, heeft gistermiddag wederom de belangstelling van vrijwel alle sprekers gehad. De heer Coops (v.b.), die wegens ziekte van zyn fractie- en partijvoorzitters het woord voerde, bleek de meening van den heer Albarda te dee.en, dat art. 7 (waarin onze persvrijheid is belichaamd) een verschijningsverbod verhindert. De heeren Schouten, Joekes en de Geer acht ten zoo'n verbod daarmede echter niet in strijd, waarbij de nadruk werd gelegd op een daaraan voorafgaand rechterlijk von nis. Een dergelijk verbod zou wellicht zijn doel voorbij schieten, immers het zyn niet de dagbladen over het algemeen, maar juist op ongeregelde tijden verschijnende blaadjes en pamfletten, welke zich het meest aan misbruik van de persvrijheid schuldig maken. Wordt zoo'n ding ver boden, dan kan het op een dag toch weer onder een anderen naam opduiken. Een periodiek of dagblad, dat zich eens te bui ten gaat, zou door een verbod een cata strofe tegemoet kunnen gaan. De heer Joekes ging wat de „nieuwe or ganen" betreft een heel stuk verder dan de heer de Geer, die vrijwel op hetzelfde standpunt stond als de a.-r. woordvoerder, er op wijzend dat er in breeden kring be hoefte bestaat aan concretiseering van zekere denkbeelden betreffende de organi satie van het bedrijfsleven mede in ver band met de Staatstaak. De leider der v.-<i.-fractie sprak liever van de „functio- neele decentralisatie", die hiermede aan de orde wordt gesteld, in navolging van prof. Josephus Jitta in zijn inaugureele rede. Als concreet voorbeeld haalde hij het verkeerswezen aan, waarvoor wellicht een „verkeersraad" goede diensten zou kunnen bewijzen, een lichaam met een eigen bevoegdheid. De heer Joekes stelde deze kwestie aan de orde los van een Grondwetsherziening. Hy vroeg zich voorts af of het nu wel zoo noodig is, dat ue Eerste Kamer in alle opzichten een dou blure vormt van de Tweede en of de Voorzitter van dit college niet beter uit een voordracht van die Kamer zelf zou kunnen worden benoemd in plaats van rechtstreeks door de koningin. Enkele wenschen van minder belang van sommigen der sprekers kunnen we gevoe gelijk onbesproken laten. Zyn ze van we zenlijke beteekenis dan komen ze nog wel eens terug. Het debat was tenslotte tot de rede van minister de Wilde genaderd, die vandaag aan de beurt kwam. Redevoeringen van de heeren Goseling en Romme. Gisteravond hebben mr. C. M. J. F. Go seling en prof. mr. C. P. M. Romme, op uit- noodiging van de afdeeling Amsterdam der r. k. Staatsparty, in het Concertgebouw te Amsterdam redevoeringen gehouden met betrekking tot de komende verkiezing. De heer Goseling sprak over de taak der katholieken als Nederlanders. Wij staan niet voor de keus tusschen nationaal-socia- lisme of bolsjewisme. Die tegenstelling be staat eigenlijk niet; beide beteekenen on- geoorloofden dwang van den staat en bela ging van de vrijheid der kerk. Wy willen geen van beide; wij willen onszelf blijven als Nederlanders en als katholieken. Wy willen een aandeel leveren in het opbou wend werk. Dat is onze nationale taak. Spr. wekte de katholieken op hun stem te geven aan hen, die om der wille van de hoogste goederen de eenheid willen bewa ren. Verder gaf hy een samenvatting van het beginselprogram der staatsparty. Onze eenheid, zoo besloot hy, blijve 's lands kracht! De heer Romme sprak eveneens over de levendige eenheid in het parlement, die noodig is om een goed orgaan van volksin vloed te zijn; niet de eenheid gebouwd op kadaver-gehoorzaamheid, maar die bezield is uit gemeenschappelijke geestelijke over tuiging. De versnippering in de volksver tegenwoordiging is eigenlijk een misdaad tegen den volksinvloed; zij beteekent im mers verzwakking van de kracht van het parlement. Het is onze nationale plicht, zei- de spr., allen mede te werken tot het sa menbrengen van één sterke katholieke phalanx in de volksvertegenwoordiging. Wij moeten met onze bijdragen tot de sa menstelling van een volksvertegenwoordi ging, die zichzelf van staatsvijandige ele menten. Herinnerende aan de frontverga dering van de C. P. N. constateerde spreker, dat de komende grondwestherziening op dit punt reeds invloed heeft geoefend voor zij officieel van kracht is. De tyd van de staatsonthouding jegens bedryfs- en beroepsleven is voorbij. Deze nationale elementen moeten dienstbaar worden gemaakt aan het welzijn van den staat. Wy moeten, zeide hij, een samenwer king in bedryfsschappen bevorderen. Het eigengereide individualisme moet uitgeroeid worden. Een erkenning van het bestaansrecht van bedryfsschappen is noo dig. De r. k. Staatspartij heeft reeds een stap in die richting gedaan. Op den grondslag dier erkenning moet gebouwd worden ter verwezenlijking van een grooter geluk voor de menschheid. Noodlottige poste-restantebrief van zyn vrouw. Op den 7en Januari vjjdween een inwo ner uit Den Haag met ée.i som van 2800 gulden, die hij uit de brandkast van zijn patroon, een advocaat, met een sleutel, dien hij in zyn bezit had weten te verkrij gen, had genomen. De dief vluchtte naar Duitschland en was bü Emmerich de Duitsche grens gepasseerd. Hij bezocht o.a. Hannover en Miinchen en in de tweede helft der vorige week arriveerde hy in het mynwerkersdorp Streiffeld, gemeente Merkstein, dicht bij de Limburgsche grens gelegen op bezoek bij familie. De Haagsche politie, zoo meldt het „Vad.", had er blijkbaar de lucht van gekregen, dat de vrouw van den voort vluchtige met haar man correspondeerde en een brief voor hem had verzonden, poste-restante naar het postkantoor te Herzogenrath, in de onmiddellijke nabij heid van Kerkrade gelegen. Maandag ver voegde zich een Haagsch rechercheur bij de gemeentepolitie van Herzogenrath. Vergezeld door den Polizei-Hauptwacht- meister Krings begaf de Haagsche politie man zich naar het postkantoor om den dief op te wachten. Na korten tijd kwam hij inderdaad den brief in ontvangst nemen. Hij werd onmiddellijk gearresteerd en is nog denzelfden dag in de gevangenis in Aken opgesloten. De 100 gulden en 1200 marken, die nog op den dief werden gevonden zijn in be slag genomen. De zuivelorganisaties weder ingeschakeld. Ressorteerde de regeling van den uit voer van onze zuivelproducten voorheen onder 't departement van Handel, Nij verheid en Scheepvaart op grond van de Crisisuitvoerwet, sedert 1 Januari LI. is daarin verandering gekomen en is de exportregeling onder werking van de Landbouwcrisiswet gebracht en over gegaan naar het departement van Land bouw en Visscherij. Aan dezen overgang is voorafgegaan een gemeenschappelijke vergadering van de drie centrale landbouworganisaties met het Col lege van Regeeringscommissarissen, gevolgd door een uitbreid overleg van genoemd col lege met de organisaties van belanghebben den, zijnde de V. V. Z. M., de F. N. Z. en de bond van kaashandelaren. De zaak is nu zoo geregeld, dat door het dagelyksch bestuur van de Ned. Zuivelcen- trale een exportcommissie is benoemd be staande uit vertegenwoordigers van de drn organisaties van belanghebbenden, n.L de heeren G. J. Blink J. A. Geluk en A. van Wynen. Aan de ambtenaren van het Landbouwcri sisbureau is onder dagelijksch toezicht van bovengenoemde exportcommissie de uitvoe ring van de exportmaatregelen opgedragen. Door deze regeling zyn dus de belang hebbende zuivelorganisaties wederom in de uitvoering van den zuivelexport ingescha keld. EEN POGING OM AMELAND UIT ZIJN ISOLEMENT TE VERLOSSEN. Met een autogirovliegtuig Vandaag zal de heer H. J. v. d. Velden een poging doen, om met zijn autogiro vliegtuig te landen op het eiland Ameland dat tengevolge van den lagen waterstand geisoleerd is. De heer v. d. Velden zal op verzoek van het hoofdbestuur an de P.T.T. de post op Ameland bezorgen en de post van Ame land mee terug nemen. De heer v. d. Velden zal van Waalhaven vertrekken, de Kooy aandoen en daar post tot een gewicht van ongeveer 80 K.G opnemen DE „PRINS BERNHARD" TE RUHRORT AANGEKOMEN. Gistermiddag is de drijvende schob voor schipperskinderen, Prins Bernhard, van het Onderwijsfonds voor de scheep vaart te Amsterdam, in de haven van Ruhrort aangekomen Een sleepboot uit Ruhrort was de sleep uit Nederland te Alsum tgemoet gevaren. Onder groote belangstelling, vooral van de Nederlandsche schippers, die in de haven lagen, kwam de drijvende school, die door de sleepboot finland van den Nederlandschen stoomsleepdienst v/h. P. Smit, naar Duitschland werd gesleept, in de haven van Ruhrort aan. Het schip meerde achter de schippersbeurs. Onmid dellijk na aankomst werd het schip door de Duitsche havenautoriteiten verwei komd. Vandaag zal de Prins Bernhard naar zijn vaste ligplaats in het Bassin, waar de Rijnschepen liggen, worden gesleept, ONZE EIER-UITVOER. Een-en-twintig millioen stuks in één Januari-week. In de week van 19 tot 25 Januari j.l. zyn voor uitvoer goedgekeurd 19.987.113 kip pen- en 1.374.780 eendeieren. Hiervan waren bestemd voor Duitsch land 6.761.663 versche Nederlandsche kippeneieren en 150.660 eendeneieren en voor andere landen 12.819.610 versche kippeneieren, 405.840 koelhuiseieren en 1.224.120 versche eendeneieren. EEN ZIELIG GEVAL. De alleenwonende 74-jarige weduwe Den H. op de Nassaukade te Woerden is gistermiddag in deerniswekkenden toe stand aangetroffen, zittende op den vloer met een gebroken been. Sedert Zondag avond had zij in 'ie houding gezeten, zon der eten of drinken en ook zonder vuur. Per ziekenauto is zij naar het algemeen ziekenhuis vervoerd. HET STEMPEL VAN DEN LAND- ARBEIDERSBOND ALS KEURINGSSTLMPEL. Te Groningen. De ambtenaren van den Provincialen Keuringsdienst te Groningen hebben een sterk staalte van poging tot misleiding achterhaald. Zoo1 Is bekend, aldus de N. R. C.f worden alle slachtkippen, voordat daarmee in de stad mag worden gevent, door den Keuringsdienst onderzocht Bij goedkeuring worden de kippen voorzien van een stempel. Ondanks, dat de kooplui verplicht zijn met alle aangevoerde kippen voor den Keuringsdienst te verschijnen, troffen de ambtenaren in een auto van den kippenkoopman J. K. uit Twijzeler- heide eenige kippen aan, welke reeds van een stempel, dat echter onleesbaar was, waren voorzien. Deze kippen waren lijden de geweest aan tuberculose. De koopman, die met een stel andere slachtkippen bij den dienst verscheen, verklaarde, dat hy bevreesd was geweest, dat de kippen, die hy in zyn vrachtauto had achtergelaten, zouden worden afgekeurd en dat hy ze daarom maar zelf van een stempel had voorzien. Daarvoor had hij het stempel van den Landarbeidersbond geleend, het welk in het bezit was van een van zijn kennissen. Tegen hem zal een vervolging worden ingesteld. MET BLIKOPENER BEWERKT. Gisterochtend heeft de 40-jarige B. M., voor het stempellokaal aan de Vonder te Rotterdam zyn 34-jarigen mede-arbeider L. de W. bij een ruzietje met een busope ner bewerkt. De W. kreeg dit voorwerp in het hoofd, doch zijn verwondingen bleken niet van ernstigen aard zijn. M. is naar het politiebureau aan het Sandelingenplein gebracht, waar hy gehoora is. Hy is later weer op vrije voeten gesteld. NEDERLANDSCH STOOMSCHIP IN NOOD. „Jonge Jacobus" in den storm op de Portugeesehe kust De beman ning in de reddingbooten. Bij de Middellandsche zeevaart-com pagnie directie Wambersie en Zn., te Rotterdam is radio-telegrafisch bericht ontvangen, dat het stoomschip „Jonge Jacobus" van deze reederij in den storm voor de Portugeesehe kust in nood ver keert. Het schip bevindt zich in zinken den toestand en de bemanning bestaan de uit 23 koppen, is vannacht om twaalf uur in de reddingbooten gegaan. De eerste noodseinen werden gistermid dag om half vijf uitgezonden. De kapitein, de heer P. J. Jager, telegra feerde, dat een der luiken was ingeslagen en hy vroeg om assistentie. Hy hoopte na het afnemen van den storm Lissabon te berei ken. Het schip bevond zich op dat oogen- blik twintig mijl ten Westen van de Ber- linga-eiianden. neem dan btf het eerste verschijnsel, hoe gering ook, dadelijk de nieuwe verstèrkte Akker's Abdijsiroop en Ge sult ondervinden, dat dit voor U hét aangewesen middel la. Abdijsiroop Is «en natuurlijk kruiden-middel onschadelijk voor maag en hart en dese oude beproefde „geneea-cruyden heelen. verlachten en versterken de ontstoken en gevoelige altjm- vliexen van Uw ademhallngs-organen goed en Kmdlg. Bovendien bevat de nieuwe venttitte dtjslroop de krachtig hoest-bcdwlngende etof: „codeïne" welke anei Uw verkoudheid doet rtiDen". de slijm doet verdwijnen, de hoeatprlk- kef verdrijft en die prikkelende hoest stopt en tegen Hoest, Griep, Bronchitis, Asthma. Verlaagde prtjaen10.75. f 1.25, f 2.-, 1150 p. flacon In den laten avond werd bericht ont vangen, dat het schip snel zonk. Te midder nacht hebben de opvarenden het schip in de sloepen verlaten. De „Jonge Jacobus" meet 1757 bruto en 1064 netto ton. Het schip werd in 1921 ge bouwd te Slikkerveer bij de N.V. scheeps werf v. h. de Groot en van Vliet en is eigendom van de Middellandsche zeevaart compagnie te Rotterdam. De „Jonge Jaco bus" was op 18 Januari met stukgoederen van Antwerpen vertrokken en was op weg naar de Levant. De eerste haven, welke zou worden aangedaan, was Alexandrie. De be manning bestaat voor een gedeelte uit Spanjaarden, de officieren zyn Nederlan ders. Volgens een hedenochtend uit Lissabon ontvangen telegram is de „Jonge Jacobus" nabij de rotsen aan een der eilandjes een den grond geloopen. Het schip is ernstig beschadigd. HET SPOORWEGPENSIOENFONDS. Onderbrenging bij het burgerlijke pensioenfonds. In een dezer dagen gehouden bespreking tusschen de directie der Nederlandsche Spoorwegen en den Personeelraad over de positie van het spoorwegpensioenfonds, heeft de directie medegedeeld, dat indien de per soneelraad zich inzake den huldigen toe stand van het spoorwegpensioenfonds en mogelijke samensmelting met het burger lijke pensioenfonds tot de regeering mocht wenden, zij gaarne bereid zou zijn met dit laatste denkbeeld adhae6ie te betuigen. De directie was evenwel van oordeel, dat zoodanige samensmelting niet denkbaar is zonder maatregelen strekkende tot dekking van het tekort in het spoorwegpensioen fonds. VRAGEN OVER MUNTCORRECTIE. Kamerlid Fleskens stelt vragen aan den minister. Het Eerste Kamerlid Fleskens (rJc.) heeft aan den minister van staat, voorzitter van den raad van ministers de volgende vragen gesteld: 1. Is de minister niet van meening, dat, waar door hem wordt nages treeft een her stel van de concurrentiekracht van Neder land op de wereldmarkt, door middel van verlaging van het peil, waarop pryzen en kosten zich, by den aanvang van zyn be wind, bewogen, de per einde September 1936 door internationale factoren onvermijde lijk geworden correctie in de goud waarde van de Nederlandsche munt, in haar conse quenties uiteindelijk aanvaard kan v orden als een logische voortzetting van bovenom schreven van den aanvang al gevolgde po litiek? 2. Acht de minister het niet in strijd met het algemeen belang, indien, ondanks het feit, dat de gevoerde monetaire politiek door het parlement is goedgekeurd en ondanks de, op velerlei gebied, onmiskenbaar gun stige gevolgen van de plaats gehad hebben de muntcorrectie, niettemin van zekere zijde geageerd wordt voor een verlaging van het depreciatiepercentage, waardoor gepoogd wordt de regeeringspolitiek te ondermijnen, en noodelooze onrust in den lande wordt verwekt? 3. Is de minister niet van oordeel, dat ia den stroom van kapitaal, die zich naar Ne derland heeft gericht, een verschijnsel ge zien moet worden van voorbij gaanden aard, hetwelk zich in alle landen na muntcorre©- tie heeft voorgedaan, en dat de leiding van het egalisatiefonds zich hierdoor terecht ge drongen voelde actief in te grijpen, teneinde een koersstijging van den gulden te voorko men? 4. Is de minister bereid mede te deelen, of, waar het Centraal Bureau voor de Sta tistiek in het November-nummer van de Ne derlandsche conjunctuur, na beschouwing van het beschikbare cijfermateriaal, tot de conclusie komt, dat bij een depreciatieper centage van 20, dispariteit blijft bestaan, zoowel ten aanzien van de loonkosten P0 eenheid-product, als ten aanzien van de kos ten van levensonderhoud en de groothan- delpryzen, ook naar zyn oordeel bij de hui dige mate van depreciatie van den gulden liet Nederlandsche peil van pryzen en kos ten nog steeds niet geheel aan het wereld niveau is aangepast? 5. Is, in aanmerking genomen de onder vraag 4. geconstateerde feiten, het onder gewraakte streven niet mede daarom strijd met de economische belangen des lands, omdat, veeleer dan een daling vsf> het depreeiatiepercentage, een verdere leidelyke stijging door den minister zou die nen te worden overwogen?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6