Algemeene vergadering V. V. V. te Bergen. De bemanning van „De Jonge Jacobus" omgekomen. De voorzitter gehuldigd. Binnenland Uit de laatste telegrammen blijkt, dat alle opvarenden zijn verdronken. Tragische scheepsramp eischt 23 dooden. BLOEMEN EN SPEECHES. In de Rustende Jager werd gisteravond een druk bezochte ledenvergadering gehou den van de V.V.V. De aardig versierde zaal was het bewijs, dat de vergadering een bijzonder karaktei zou dragen. De voorzitter, de heer C. F. Zeiler, sprak 'n kort woord van welkom, waarop de door den secretaris mr. H. Judell gelezen notu len van de vorige en van de buitengewone algemeene vergadering onveranderd werden goedgekeurd. De voorzitter deelde mede, dat de onder handelingen tusschen het bestuur en de di rectie van het Prov. Waterleidingbedrijf tot het resultaat hebben geleid, dat de partijen elkander beter begrijpen en dat thans het Berger paadje voor het bereiken van het Staatsboschbeheer is vrij gegeven. Dank bracht spr. aan notaris van Riet, die als oud-bestuurslid gratis de Kon. Goedkeu ring op de gewijzigde statuten had verzorgd. (Applaus.) Hierop bracht de voorzitter het jaarver slag uit, dat wij Maandag zullen publicee- ren. Ter eere van de nagedachtenis van den heer v. Deventer, directeur der A.N.V.V., verhieven op verzoek van den voorzitter, de aanwezigen zich van hun zetels. Na het jaarverslag werden de mededee- lingen en ingekomen stukken aan de orde gesteld. Hiervan vermelden wij een circu laire van de A.N.V.V., waarin werd medege- deedl, dat, in afwachting van een verdere regeling, de heer Westerman is belast met de waarneming van de directie na het over lijden van den heer v. Deventer en dat mr. J. P. Bosman te Alkmaar als gedelegeerd lid van het dagelijksch bestuur is aangewe zen om de dagelijksche werkzaamheden met den directeur te leiden. Met nadruk werd gewaarschuwd tegen het aanhouden van verblijfzoekende vreem delingen op straat. Overwogen wordt het gemeentebestuur te verzoeken daartegen maatregelen te nemen. Ook werd medegedeeld, dat de spoorwe gen tijdens de zomermaanden passend ma teriaal zal gebruiken. Op voorstel van het bestuur was de heer Kreb voor Bergen aangewezen als lid van het Middenstands Borgstellingsfonds. Met de Exploitatie-Maatschappij te Ber gen aan Zee, was overleg gepleegd over ver laging van de parkeergelden. Aan den leider der N.S.B. was verzocht te willen bevorderen, dat de straten in Ber gen niet worden verontreinigd. Het bestuur verzoekt geen leegstaande stallen aan Amsterdamsche lijstenhandela- ren te verhuren, die lijsten met plaatjes trachten te verkoopen, tot schade van de Berger schilders. Voorts werd mededeeling gedaan van een door het bestuur in samenwerking met de middenstandsvereeniging tot Ged. Staten ge richt verzoek om geen goedkeuring te ver- leenen aan het raadsbesluit om in Juli een kermis in te stellen. (Applaus.) Op voorstel van den heer Krans, die na mens de commissie belast met het nazien der rekening verslag uitbracht, werd de rekening over 1936 goedgekeurd. Aan de orde was hierop de benoeming van een lid van de commissie. Als zoodanig werd gekozen de heer W. v. Gulik, met 41 van de 78 stemmen. In behandeling kwam hierop de begroo ting 1937, aanwijzende in ontvangst en uit gaaf met een bedrag van 4479.89, w.o. een nadeelig saldo van 294.89. Bij de behandeling van de begrooting le verde de heer Klomp een krachtig betoog, waarbij hij een beroep deed op de aanwe zige wethouders en raadsleden om zich met kracht te verzetten tegen een door de regee ring gewilde verlaging van de subsidiepost der gemeente groot 1000 en op het herstel len van de garantiepost door de gemeente van een te organiseeren bloemencorso. Dit betoog werd met enkele woorden van den voorzitter onderstreept. De heer Hoogervorst sloot zich uit recht vaardigheidsoverwegingen eveneens bij deze betoogingen aan. De voorzitter sprak hierop een woord van welkom tot den burgemeester, die ter ver gadering kwam. De voorzitter deelde onder applaus der vereeniging mede, dat de architect Cijffeis gratis de kaart, die in bewerking is, in kleu ren brengt. De begrooting werd onder applaus goed gekeurd. Als leden van een commissie voor het vormen van een garantielij st van particu lieren voor het te organiseeren bloemen corso stelden zich beschikbaar de heeren Terwijen, Blankensteyn, Duits en Leeg water. De huldiging van den heer Zeiler. De heer Klomp sprak hierna nog een opwekkend woord om bijdragen te schenken aan de buurtcommissies voor de verlichtings avond, waarna hij de leiding van de ver gadering van den heer Zeiler overnam en de volgende rede hield: M. de V. Thans is het oogenblik gekomen, waarop ik u, buiten uw voorkennis, namens uw medebestuursleden moet verzoeken een oogenblik de leiding van de vergadering aan mij over te geven. Dit is noodzakelijk om ons in de gelegen heid te stellen, u van onze waardeering voor uw werk te doen blijken. Wij weten, dat u wars bent van jubilea. Gij slaagde er in om ons enkele jaren geleden, met het 25-jarig bestaan van hotel Nassau-Bergen onkundig te houden. Met het feit, dat u heden 25 jaar bestuurslid bent van onze vereeniging zijn wij niet on bekend gebleven. En nu zult u ons het genoegen niet kun nen onthouden, dat wij daarover onze vreugde willen uiten. Toen gij bestuurslid werd, leverde gii reeds dadelijk het bewijs, te begrijpen, dat de te voeren welvaartspolitiek van de V. V. V. vorderde, dat de contributie, die toen 1 bedroeg (de vereeniging telde toen nog slechts 130 leden en 20 donateurs) ver hoogd moest worden en door uw krachtige invloed werd de contributie reeds het daarop volgende jaar op 3 gebracht. In 1920 volgde gij wijlen den heer Siebert Coster, die zijn ziel aan de vereeniging had verpand en wiens nagedachtenis wij ook bij dit jubileum willen eeren, als voorzitter op. Veel bracht de V. V. V. sindsdien onder uw rustige, onpartijdige en onbaatzuchtige leiding tot stand. Het zou mij te ver voe ren, dit nader uiteen te zetten. Het zij genoeg, vast te stellen, dat de vereeniging onder uw leiding bloeit. Het feit, dat in 1920 de begrooting een bedrag aanwees van 1300, terwijl deze thans ruim 4500 bedraagt, zegt daarvocr voldoende. Het bestuur is u dankbaar voor de lei ding, die gij 17 jaar lang aan het scheecje van de V. V. V. hebt willen geven en het hoopt, dat gij ook in de nog komende moei lijke jaren de kapitein van het schip zult willen blijven, omdat het weet, dat gij niet alleen een goede Zeiler maar ook een goe de loods bent, die het schiD door de bran ding der tijden den juisten koers zult weten te geven. De door u uitgebrachte jaarverslagen (ook het verslag van dit jaar getuigt daarvan) zijn het bewijs, dat gij steeds, met achter- stell'ng van uw eigen werk, aan anderen de noodige hulde bracht voor hetgeen door hen in het belang van de vereeniging werd ver richt. Thans verheugen wij ons er over, in het openbaar te kunnen getuigen, dat wij mei dankbaarheid vervuld zijn voor uw voor treffelijke leiding en den velen arbeid door u verricht, waardoor de V. V. V. in Bergen groot is geworden. Door uw leiding heerschte er steeds in het bestuur de zoo gewenschte samenwer king en was steeds ieder bestuurslid bereid, zijn taak naar behooren te vervullen, om dat wij door u begrepen, dat, wat in zich zelf verdeeld is, niet kan bestaan. Als stoffelijk blijk van erkentelijkheid bied ik u, namens uwe medebestuursleden deze vulpen en dit potlood met inscriptie aan, in de hoop, dat gij daarmede nog vele jaarverslagen van onze vereeniging zult op stellen en vele uitgaande stuken, in uw kwaliteit van voorzitter, zult onderteeke nen. Thans een kort woord tot uw echtgenoote mevrouw Zeiler, uw stillen steun en toever laat, die zich op de bestuursvergaderingen te uwen huize steeds een goede vriendelijke gastvrouw heeft betoond. Mevrouw Zeiler, het is uw man niet maar ons wel bekend, dat gij ons, wanneet onze voorzitter in een zwaarmoedige bui verkeerde, tot grooten steun bent geweest om het optimisme te doen zegevieren. Wij zeggen u daarvoor dank en wij nopen van harte, dat het u gegeven mag zijn uw echt genoot, onzen voorzitter nog vele jaren tot steun te zijn. Wij mannen weten, dat de dames met groote liefde voor bloemen vervuld zijn, omdat die tot haar 'n taal spreken, die vaak door mannen niet wordt verstaan en daar om betuigen wij u onze erkentelijkheid voor het aanbieden van deze bloemen. (Langdurig applaus). Bergen's Harmonie, die zich in de tus- schenzaal had opgesteld, zette hierop on middellijk tot aller verrassing „De Jubi- leummarsch" in, waarop de voorzitter van „De Harmonie", de heer P. Blankendaal, den heer Zeiler namens de Harmonie geluk wenschte, de band tusschen de V. V. V. en het corps schetste en zich aansloot bij den wensch, dat de heer Zeiler nog vele jaren kapitein op het schip der V. V. V. zal blijven. Hierop zette „De Harmonie" de door den heer Beekman gecomponeerde V. V. V.- marsch in, die met luid applaus werd beloond. Een woord van den burgemeester. De burgemeester, mr. H. D. A. van Reenen, noemde het een bijzonder voor recht, namens het gemeentebestuur den jubilaris te kunnen toespreken. Voor spr. was dit een dubbel genoegen, omdat er tus schen de V. V. V. en het gemeentebestuur een nauwe band bestaat. Het werk van de V. V. V. is voor een gemeente als Bergen van groote waarde. De verhouding tus schen het gemeentebestuur en het bestuur van de V. V. V. is een goede, al gaat het niet altijd vanzelf. Ieder weet echter, dat als het vanzelf gaat, het meestal verkeerd gaat. De goede verhouding is voor een groot deel het werk van den jubileerenden voorzitter en spreekt uit het feit, dat de gemeente ge durende een lange reeks van jaren een be langrijk bedrag beschikbaar stelt voor de V. V. V., om daarmede de belangen van de gemeente te behartigen. Het gemeente bestuur heeft daarvan nimmer spijt gehad, omdat de V. V. V. in den loop der jaren altijd de groote lijnen in het oog heeft ge houden en voorop heeft gesteld datgene, wat blijvende waarde kan hebben voor Bergen. Ook in de reclame werd steeds be oogd, Bergen een goede plaats te geven in het Vreemdelingenverkeer. Dit, zoo vervolgde spr., was U toever trouwd door Uw bekendheid met het vak. Ook als raadslid hebt U steeds met een warm hart voor de V. V. V. gepleit, maar U deed dit zonder overdrijving en daardoor werden Uw adviezen hoogelijk gewaar deerd. Bij het bereiken van dezen mijlpaal is het voor mij een voorrecht, een plicht en een genoegen om namens het gemeentebestuur op deze wijze te getuigen van de waar deering voor het vele werk, dat de V. V. V. heeft gedaan onder Uw leiding. Het is mij een bizonder genoegen, U namens het ge meentebestuur deze bloemenhulde aan te bieden, vergezeld van de allerbeste wen- schen voor U en Uw vrouw en de wensch, dat U nog vele jaren Uw werkzaamheid aan de V. V. V. van Bergen kunt wijden. Onder langdurig applaus der aanwezigen bood spr. hierop den heer Zeiler een fraaie bloemenmand aan. De heer Klomp deelde hierop mede, dat de eere-voorzitter, de heer J. van Reenen, wegens griep verhinderd was, aanwezig te zijn en het volgende schrijven, dat door spr. werd voorgelezen, had ingezonden: Bergen (N.-H.), 29 Jan. 1937. Zeer geachte Heer Zeiler! Ik had het voornemen gehad, hedenavond de vergadering van de Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer alhier bij te wonen, omdat in die vergade ring het feit herdacht wordt, dat U 25 jaar onafgebroken voorzitter dier vereeniging is geweest. Tot mijn leedwezen ben ik door ongesteldheid verhinderd U mijn persoon lijke mondelinge gelukwenschen aan te bieden en daarom doe ik dit thans bij ge schrifte. Ik ben naar ik vermeen, de eerste in woner van Bergen, die met U kennis maakte en dat was in het jaar 1906, toen Uw oog gevallen was op Bergen aan Zee. Wij s<fmen hebben onder Uwe deskundige leiding aldaar in 1907 een café gebouwd en door Uw energie is dit café later tot een groot hotel uitgegroeid, dat niet weinig tot den bloei van Bergen heeft bijgedragen. Geen wonder, dat de ingezetenen van Bergen in de meening verkeerden, dat in Uw persoon, die niet alleen in den engen kring van ons landje had vertoefd, maar ook rijke ervaring in het buitenland opgedaan had, in hoofdzaak in de groote hotels van de Rivièra, een voorzitter gevonden was, met rijke ervaring op het gebied ter bevordering van het vreemdelingenverkeer. Het was voor allen een verblijdend ver schijnsel, dat U deze taak, niettegenstaande Uw ingespannen werk als directeur van Hotel Nassau Bergen te Bergen aan Zee, op Uw schouders genomen heeft. De verwachtingen, die men omtrent U koesterde, zijn niet beschaamd, als voor zitter wist U steeds de vergaderingen op uitstekende wijze te leiden. Onder Uw voor zitterschap is de Vereeniging tot bloei ge komen, getuige het groote aantal leden en ook de financieele steun, die de gemeente Bergen aan de vereeniging verleent. Ik zal niet alles opsommen, wat onder Uw bestuur is tot stand gekomen. Verzuimd mag echter niet worden het stichten van een gebouwtje nabij het postkantoor, waar vreemdelingen alle mogelijke inlichtingen kunnen verkrijgen omtrent een verblijf in deze gemeente. Het doet ons allen leed, dat Uw gezond heid dit laatste jaar te wenschen overlaat. Wij hopen, dat beterschap spoedig daarop moge volgen om U in staat te stellen, nog vele jaren het voorzitterschap onzer ver eeniging te mogen bekleeden. Het deed mij bijzonder veel genoegen, een steentje te mogen bijdragen in de aan bieding van een stoffelijk blijk van waar deering, ter herdenking van Uw 25-jarig voorzitterschap van de Vereeniging tot Be vordering van het Vreemdelingenverkeer in Bergen. Met mijne beste wenschen voor een spoedig herstel. Hoogachtend, J. VAN REENEN. (Applaus!) Hierop verscheen op het podium een deputatie, bestaande uit de heeren Kreb, Rosier, Koster, Verhagen en Kalsbeek. Deze commissie vertegenwoordigde de leden. Als woordvoerder van de commissie zeide de heer J. Rosier het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Toen enkele leden door Uw medebestuurs leden vertrouwelijk in kennis werden ge steld met het feit, dat het heden 25 jaar ge leden is, dat U tot bestuurslid werd geko zen, vormden zij oogenblikkelijk een comité om U namens de leden te doen blijken, dat zy hoogelijk waardeeren wat U in al die jaren voor de vereeniging en daardoor voor de bevordering van de welvaart in de ge meente hebt gedaan. De commissie verheugde zich er ten zeer ste over, dat zij zich onmiddellijk verzekerd zag van de instemming van alle leden. Mij werd de aangename taak opgedragen U, namens de leden, hartelijk geluk te wen schen met Uw 25-jarig jubileum als be stuurslid onzer vereeniging. Het groot aantal leden, op deze algemeene vergadering aanwezig, moge voor U het be wijs zijn van de groote erkentelijkheid van de leden, vooral voor Uw leiding als voor zitter. Gij hebt, door Uw onbaatzuchtigheid en door Uw rechtvaardige leiding en groote kennis van zaken op het gebied van de vereeniging getoond, de rechte man op de juiste plaats te zyn en van harte hopen wij, dat U nog vele jaren Uw voortreffelijke lei ding aan de vereeniging zult kunnen blijven geven. M. de V., wij vertrouwen er op, dat U zult begrijpen, dat de leden het ditmaal niet bij woorden hebben willen laten. Een derge lijke mijlpaal in Uw leven behoort te wor den vastgelegd en dank zij de medewerking van den Berger Kunstenaar B. Essers zijn wij in staat gesteld U deze fraaie oorkonde te kunnen aanbieden, die om de juiste sym boliek en het toepasselijk gedicht van den Bergenschen schilder A. Roland Holst zoo juist onze vereering voor U uitdrukken. Wij verwachten, dat dit Uw instemming zal hebben en dat deze oorkonde tot in lengte van dagen in Uwe familie de blijven de getuigenis zal zijn van Uw gewaardeer- den arbeid voor de V.V.V. verricht. In de tweede plaats hebben wij gemeend U een Perzisch tapijt voor Uw werkkamer te moeten aanbieden, opdat U ook daardoor dagelijks aan dezen zoo verheugenden dag herinnerd zal worden. En thans, mijnheer de voorzitter, zult U mij wel willen toestaan, dat wij ook mevr., Uw echtgenoote, in de hulde betrekken. Zij toch heeft in de vt orbije jaren U vele avonden en dagen voor het V.V.V.-werk moeten afstaan. Zij deed dit riet alleen met de van haar bekende blijmoedigheid, maar ook, als dit noodig was als een gulle gast vrouw. Bovendien is het ons bekend, dat zij U, ln de dagen waarin gij wat te zwaartil lend was, den meer zonnigen kant van het leven liet zien, waardoor zij U, ook voor het werk der V.V.V. in hooge mate tot steun is geweest. Onder het uitspreken van den wensch dat zij nog vele jaren deze waarde volle taak zal blij e- vervullen, bied ik haar namens de leden ter herinnering, deze vaas met bloemen aan. (Hartelijk applaus). Daarna werd medegedeeld, dat fraaie bloemstukken waren ingekomen van de Alkmaarsche Courant en van Bronovo, het Diaconessen-vacantiehuis in Bergen. Een telegrafische gelukwensch was nog ingekomen van eenige bewoners te Bergen aan Zee, terwijl een schriftelijke geluk wensch werd ontvangen van den architect Elders. De heer Zeiler spreekt. De heer Zeiler verklaarde, dat hem in derdaad een verrassing was bereid. Terecht had de heer Klomp gezegd, dat spr. niet van jubilea houdt. Tweemaal was het hem gelukt, den heer Klomp met jubilea om den tuin te leiden, maar dezen keer slaagde hij daarin niet, omdat spr. zelf den datum niet wist en onbekend was, hoe lang hij be stuurslid en voorzitter was. Nu het den heer Klomp eenmaal gelukt is, hem in een jubileum te betrekken, moet hij zeggen, dat hij meer dan verrast is over deze hulde, die hij zeker niet had verwacht en waaraan hij twijfelt of hij die wel zóó heeft verdiend. Spr. meent, dat hij meer had kunnen doen, vooral den laatsten tijd. Na de harte lijke woorden, tot hem gesproken, wil hij de bekentenis doen, dat hij de laatste jaren naar zijn overtuiging, voor de V. V. V. niet gedaan heeft, wat hij had moeten doen. Spr. was gehandicapt door zijn gezondheidstoe stand en door vele andere zaken. Toen bleek dat hij in deze vergadering als be stuurslid moest aftreden, meende hij dan ook, na daarover vrij lang te hebben ge dacht, zich niet meer herkiesbaar te moe ten stellen. In de laatste bestuursvergade ring deed hij daarvan mededeel ingen en hoewel het bestuur heeft getracht, hem te bewegen, dat niet te doen, was hij toch bij zijn voornemen gebleven. Dat ik, zoo vervolgde spr., op het laatste oogenblik ben omgezwaaid en mij wel her kiesbaar stel, (langdurig applaus) (dit was tot nog toe het bestuur zelfs niet bekend), komt niet door de waardeering, op dezen avond naar voren getreden, want die be slissing is al eenige dagen vroeger gevallen. De eenige, die mij heeft weten om te pra ten, is mijn vrouw. (Applaus). Zij heeft dit gedaan met deze woorden „Als je ooit wilt bedanken voor de V. V. V„ doe dit dan op een oogenblik, dat er geci, kou aan de lucht is en de vereeniging in ec bloeienden toestand verkeert. Thans hee; de vereeniging schuld, al is die niet groo doch de toestand is niet, zooals die steef' geweest is en je mag nu niet wegloopen". (Luid applaus). Na deze bekentenis dank ik U allen har telijk voor de mij bewezen hulde. Ik ber daarvoor werkelijk verrast en laat ik erbt zeggen: ,Het is niet zoo erg naar geweest als ik mij dat had voorgesteld". Langdurig applaus! Nadat de heer Klomp hierop de leldinj der vergadering weer aan den voorzittei had overgegeven, werd de rondvraag aan de orde gesteld. De heer Blankensteln bracht klachten van gasten over het venten op het strand naar voren, deelde mede, dat gasten gaarne wandeltochten wenechen, onder leiding, in die gedeelten van Bergen, die gesloten waren voor het publiek Ook deelde hij mede, dat gasten ge klaagd hadden over de groote kisten bij de badkoetsen voor hun kleeren, waarmee zy niet overweg kunnen en dat andere* gasten gaarne wenechten, dat er consump tie op het strand verkrijgbaar werd ge steld. De verlichtingsavond, zoo zeide hij, werd door gasten buitengewoon aardig gevonden en velen hadden gevraagd, of dit niet eens een keer meer .on gebeuren). De voorzitter oordeelde de klacht over het venten en het niet verkrijgbaar stellen van consumptie op het strand tegenstrijdig. Spr. geloofde niet, dat het euvel van venten op het strand groote af metingen had aangenomen, maar zegde toe, daarover met de Bouwmaatschappij te zullen spreken. Wandeltochten in niet-toegankelijke terreinen waren niet mogelijk, want in Bergen zijn geen ontoegankelijke terrei nen, wel terreinen, waarvoor men voor een lagen prijs toegangskaarten moet koopen. Herhaling van de verlichtingsavond in het seizoen is met het oog op de koster, niet mogelijk. De heer Hoogervorst bepleitte het toestaan van 'n meer uitvoerige tekst voor pensions, desnoods tegen dubbele betaling; in de pensiongids. De voorzitter antwoordde, dat de pensiongids dient ter inlichting aan de vreemdelingen, dat de tekst beknopt moet blijven, maar dat het door den heer Hoo gervorst bedoelde geval nader zal worden bekeken. De heer V e r w e r oordeelde, dat in den loop van een week aangekomen en ver trokken gasten niet in de vreemdelingen- lyst van de Badbode thuis behoorden, doch de voorzitter oordeelde dit, met het oog op de statistiek, noodzakelijk. Ver trokken personen moeten niet vermeld worden, maar wel personen, die in den loop der week zijn aangekomen en vertrokken. Spr. drong er op aan, om voor de opgave voor de Badbode uitsluitend gebruik te maken van de formulieren, die daartoe gratis door het gemeentebestuur waren verstrekt Hierop werd de vergadering gesloten. Volgens bij de Kon. Ned. Stoomb. Mij. ingekomen bericht, is haar boot de „Achilles" te Lissabon aangekomen. De kapitein heeft telegrafisch aan de maat schappij medegedeeld, dat op 27 dezer één der opvarenden, de 27-jarige Cor- nelis Kuyt, uit Katwijk aan Zee, over boord geslagen en verdronken is. In het telegram aan de maatschappij wordt niet gerept van het aan boord nemen van de bemanning van de .Jonge Jacobus". De geheele bemanning van de Jonge Jacobus" zou, volgens een verklaring van den kapitein van de „Achilles", ver dronken zijn. Het schip is gezonken. Men seint uit Lissabon: Het laatste hier opgevangen draadlooze bericht van de „Jonge Jacobus" luidt: „Wij verlaten het schip in de booten. Wanneer wij niet veilig land bereiken, zeg dan aan onze gezinnen, dat onze laatste ge dachten bij hen waren". Op het oogenblik waarop dit draadlooze bericht verzonden werd bevond de „Jonge Jacobus" zich op een afstand van vijf mijlen van de Berlengas-eilanden, waar men met het afvuren van signalen, met toortsen, fak kels en andere lichtseinen, den geheelen nacht met inspanning van alle krachten Lezig ia geweest met het afzoeken van de kust. Ai het zoeken bleef echter vergeefsch. Het stoomschip „Alexis" heeft nog gerui- men tijd in de omgeving het water afge zocht in de hoop, iets van het schip of van de reddingbooten te vinden. Draadloos meldde later de kapitein van de „Alexis" echter, dat h(j er niet in geslaagd was eenig spoor van de schipbreukelingen te ontdekken. Het eerste verspreide bericht dus, volgens hetwelk de bemanning van de „Jonge Jaco bus gered zou zyn, blijkt dus onjuist te zyn. In strijd met vroeger ontvangen berichten spreken de berichten nu ook van de „Alexis" in plaats van de „Achilles". Aan gezien de „Achilles" inmiddels in Lissabon is aangekomen, en daar het bovenvermelde noodlottige rapport heeft uitgebracht, is het het waarschijnlijkst, dat een misverstand in het spel is. Reederij's deelneming. Bij de reedery van de .Jonge Jacobus", de Middellandsche Zeevaart Compagnie, direc tie Wambersie en Zoon te Rotterdam, was in den laten middag uit Londen eveneens bericht ontvangen, volgens hetwelk de ge heele bemanning van het schip bij de ramp zou zijn omgekomen. Hoewel de reederij hiervan uit Portugal nog geen rechtstreek- sche bevestiging heeft gekregen, ziet zij in het feit, dat de kapitein van de „Achilles" in zijn telegram met geen woord heeft gerept van de redding der opvarenden van de „Jonge Jacobus" een aanwijzing, dat het bericht uit Londen inderdaad de waar heid moet bevatten. De „Jonge Jacobus" was op 18 Januari van Antwerpen naar Alexandrië vertrokken. Het schip mat bruto 1757 ton, netto 1064 ton, werd gebouwd in 1921 en behoort aan de Middellandsche Zeevaart Compagnie te Rot terdam. i Bericht helaas waar. De Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij heeft den kapitein van de „Achilles", die te Lissabon binnengeloopen was, telegrafisch nader om inlichtingen ge" vraagd in verband met het gerucht, dat de bemanning van de „Jonge Jacobus" door de Achilles aan boord zou zijn genomen. D* kapitein seinde gistermiddag laat terug, dat het gerucht tot zijn spijt niet op waarheid berustte en dat hij de bemanning van de „Jonge Jacobus" niet aan boord had. uit de telegrammen van den kapitein van "Aehillea" mag men wel afleiden, dat dit schip in het geheel niet heeft deelgenomen aan de reddingspogingen. Ware het ongeluk aan boord van de „Achilles" geschied tijden* het assistentie verleenen aan de „Jong* Jacobus", dan zou de kapitein deze bijzon* derheid zeker in zijn eerste telegram 6e' seind hebben. De directie van de K. N. S.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6