Algemeene vergadering V. V. V.
te Bergen.
De bemanning van „De Jonge Jacobus"
omgekomen.
De voorzitter gehuldigd.
Binnenland
Uit de laatste telegrammen blijkt, dat alle
opvarenden zijn verdronken.
Tragische scheepsramp eischt
23 dooden.
BLOEMEN EN SPEECHES.
In de Rustende Jager werd gisteravond
een druk bezochte ledenvergadering gehou
den van de V.V.V.
De aardig versierde zaal was het bewijs,
dat de vergadering een bijzonder karaktei
zou dragen.
De voorzitter, de heer C. F. Zeiler, sprak
'n kort woord van welkom, waarop de door
den secretaris mr. H. Judell gelezen notu
len van de vorige en van de buitengewone
algemeene vergadering onveranderd werden
goedgekeurd.
De voorzitter deelde mede, dat de onder
handelingen tusschen het bestuur en de di
rectie van het Prov. Waterleidingbedrijf tot
het resultaat hebben geleid, dat de partijen
elkander beter begrijpen en dat thans het
Berger paadje voor het bereiken van het
Staatsboschbeheer is vrij gegeven.
Dank bracht spr. aan notaris van Riet, die
als oud-bestuurslid gratis de Kon. Goedkeu
ring op de gewijzigde statuten had verzorgd.
(Applaus.)
Hierop bracht de voorzitter het jaarver
slag uit, dat wij Maandag zullen publicee-
ren.
Ter eere van de nagedachtenis van den
heer v. Deventer, directeur der A.N.V.V.,
verhieven op verzoek van den voorzitter, de
aanwezigen zich van hun zetels.
Na het jaarverslag werden de mededee-
lingen en ingekomen stukken aan de orde
gesteld. Hiervan vermelden wij een circu
laire van de A.N.V.V., waarin werd medege-
deedl, dat, in afwachting van een verdere
regeling, de heer Westerman is belast met
de waarneming van de directie na het over
lijden van den heer v. Deventer en dat mr.
J. P. Bosman te Alkmaar als gedelegeerd
lid van het dagelijksch bestuur is aangewe
zen om de dagelijksche werkzaamheden met
den directeur te leiden.
Met nadruk werd gewaarschuwd tegen
het aanhouden van verblijfzoekende vreem
delingen op straat. Overwogen wordt het
gemeentebestuur te verzoeken daartegen
maatregelen te nemen.
Ook werd medegedeeld, dat de spoorwe
gen tijdens de zomermaanden passend ma
teriaal zal gebruiken.
Op voorstel van het bestuur was de heer
Kreb voor Bergen aangewezen als lid van
het Middenstands Borgstellingsfonds.
Met de Exploitatie-Maatschappij te Ber
gen aan Zee, was overleg gepleegd over ver
laging van de parkeergelden.
Aan den leider der N.S.B. was verzocht
te willen bevorderen, dat de straten in Ber
gen niet worden verontreinigd.
Het bestuur verzoekt geen leegstaande
stallen aan Amsterdamsche lijstenhandela-
ren te verhuren, die lijsten met plaatjes
trachten te verkoopen, tot schade van de
Berger schilders.
Voorts werd mededeeling gedaan van een
door het bestuur in samenwerking met de
middenstandsvereeniging tot Ged. Staten ge
richt verzoek om geen goedkeuring te ver-
leenen aan het raadsbesluit om in Juli een
kermis in te stellen.
(Applaus.)
Op voorstel van den heer Krans, die na
mens de commissie belast met het nazien
der rekening verslag uitbracht, werd de
rekening over 1936 goedgekeurd.
Aan de orde was hierop de benoeming van
een lid van de commissie. Als zoodanig
werd gekozen de heer W. v. Gulik, met 41
van de 78 stemmen.
In behandeling kwam hierop de begroo
ting 1937, aanwijzende in ontvangst en uit
gaaf met een bedrag van 4479.89, w.o. een
nadeelig saldo van 294.89.
Bij de behandeling van de begrooting le
verde de heer Klomp een krachtig betoog,
waarbij hij een beroep deed op de aanwe
zige wethouders en raadsleden om zich met
kracht te verzetten tegen een door de regee
ring gewilde verlaging van de subsidiepost
der gemeente groot 1000 en op het herstel
len van de garantiepost door de gemeente
van een te organiseeren bloemencorso.
Dit betoog werd met enkele woorden
van den voorzitter onderstreept.
De heer Hoogervorst sloot zich uit recht
vaardigheidsoverwegingen eveneens bij deze
betoogingen aan.
De voorzitter sprak hierop een woord van
welkom tot den burgemeester, die ter ver
gadering kwam.
De voorzitter deelde onder applaus der
vereeniging mede, dat de architect Cijffeis
gratis de kaart, die in bewerking is, in kleu
ren brengt.
De begrooting werd onder applaus goed
gekeurd.
Als leden van een commissie voor het
vormen van een garantielij st van particu
lieren voor het te organiseeren bloemen
corso stelden zich beschikbaar de heeren
Terwijen, Blankensteyn, Duits en Leeg
water.
De huldiging van den heer Zeiler.
De heer Klomp sprak hierna nog een
opwekkend woord om bijdragen te schenken
aan de buurtcommissies voor de verlichtings
avond, waarna hij de leiding van de ver
gadering van den heer Zeiler overnam en
de volgende rede hield:
M. de V.
Thans is het oogenblik gekomen, waarop
ik u, buiten uw voorkennis, namens uw
medebestuursleden moet verzoeken een
oogenblik de leiding van de vergadering
aan mij over te geven.
Dit is noodzakelijk om ons in de gelegen
heid te stellen, u van onze waardeering
voor uw werk te doen blijken. Wij weten,
dat u wars bent van jubilea.
Gij slaagde er in om ons enkele jaren
geleden, met het 25-jarig bestaan van hotel
Nassau-Bergen onkundig te houden. Met
het feit, dat u heden 25 jaar bestuurslid
bent van onze vereeniging zijn wij niet on
bekend gebleven.
En nu zult u ons het genoegen niet kun
nen onthouden, dat wij daarover onze
vreugde willen uiten.
Toen gij bestuurslid werd, leverde gii
reeds dadelijk het bewijs, te begrijpen, dat
de te voeren welvaartspolitiek van de
V. V. V. vorderde, dat de contributie, die
toen 1 bedroeg (de vereeniging telde toen
nog slechts 130 leden en 20 donateurs) ver
hoogd moest worden en door uw krachtige
invloed werd de contributie reeds het
daarop volgende jaar op 3 gebracht.
In 1920 volgde gij wijlen den heer Siebert
Coster, die zijn ziel aan de vereeniging had
verpand en wiens nagedachtenis wij ook bij
dit jubileum willen eeren, als voorzitter op.
Veel bracht de V. V. V. sindsdien onder
uw rustige, onpartijdige en onbaatzuchtige
leiding tot stand. Het zou mij te ver voe
ren, dit nader uiteen te zetten.
Het zij genoeg, vast te stellen, dat de
vereeniging onder uw leiding bloeit.
Het feit, dat in 1920 de begrooting een
bedrag aanwees van 1300, terwijl deze
thans ruim 4500 bedraagt, zegt daarvocr
voldoende.
Het bestuur is u dankbaar voor de lei
ding, die gij 17 jaar lang aan het scheecje
van de V. V. V. hebt willen geven en het
hoopt, dat gij ook in de nog komende moei
lijke jaren de kapitein van het schip zult
willen blijven, omdat het weet, dat gij niet
alleen een goede Zeiler maar ook een goe
de loods bent, die het schiD door de bran
ding der tijden den juisten koers zult weten
te geven.
De door u uitgebrachte jaarverslagen (ook
het verslag van dit jaar getuigt daarvan)
zijn het bewijs, dat gij steeds, met achter-
stell'ng van uw eigen werk, aan anderen de
noodige hulde bracht voor hetgeen door hen
in het belang van de vereeniging werd ver
richt.
Thans verheugen wij ons er over, in het
openbaar te kunnen getuigen, dat wij mei
dankbaarheid vervuld zijn voor uw voor
treffelijke leiding en den velen arbeid door
u verricht, waardoor de V. V. V. in Bergen
groot is geworden.
Door uw leiding heerschte er steeds in
het bestuur de zoo gewenschte samenwer
king en was steeds ieder bestuurslid bereid,
zijn taak naar behooren te vervullen, om
dat wij door u begrepen, dat, wat in zich
zelf verdeeld is, niet kan bestaan.
Als stoffelijk blijk van erkentelijkheid
bied ik u, namens uwe medebestuursleden
deze vulpen en dit potlood met inscriptie
aan, in de hoop, dat gij daarmede nog vele
jaarverslagen van onze vereeniging zult op
stellen en vele uitgaande stuken, in uw
kwaliteit van voorzitter, zult onderteeke
nen.
Thans een kort woord tot uw echtgenoote
mevrouw Zeiler, uw stillen steun en toever
laat, die zich op de bestuursvergaderingen
te uwen huize steeds een goede vriendelijke
gastvrouw heeft betoond.
Mevrouw Zeiler, het is uw man niet
maar ons wel bekend, dat gij ons, wanneet
onze voorzitter in een zwaarmoedige bui
verkeerde, tot grooten steun bent geweest
om het optimisme te doen zegevieren. Wij
zeggen u daarvoor dank en wij nopen van
harte, dat het u gegeven mag zijn uw echt
genoot, onzen voorzitter nog vele jaren tot
steun te zijn.
Wij mannen weten, dat de dames met
groote liefde voor bloemen vervuld zijn,
omdat die tot haar 'n taal spreken, die vaak
door mannen niet wordt verstaan en daar
om betuigen wij u onze erkentelijkheid voor
het aanbieden van deze bloemen.
(Langdurig applaus).
Bergen's Harmonie, die zich in de tus-
schenzaal had opgesteld, zette hierop on
middellijk tot aller verrassing „De Jubi-
leummarsch" in, waarop de voorzitter van
„De Harmonie", de heer P. Blankendaal,
den heer Zeiler namens de Harmonie geluk
wenschte, de band tusschen de V. V. V. en
het corps schetste en zich aansloot bij den
wensch, dat de heer Zeiler nog vele jaren
kapitein op het schip der V. V. V. zal
blijven.
Hierop zette „De Harmonie" de door den
heer Beekman gecomponeerde V. V. V.-
marsch in, die met luid applaus werd
beloond.
Een woord van den burgemeester.
De burgemeester, mr. H. D. A. van
Reenen, noemde het een bijzonder voor
recht, namens het gemeentebestuur den
jubilaris te kunnen toespreken. Voor spr.
was dit een dubbel genoegen, omdat er tus
schen de V. V. V. en het gemeentebestuur
een nauwe band bestaat. Het werk van de
V. V. V. is voor een gemeente als Bergen
van groote waarde. De verhouding tus
schen het gemeentebestuur en het bestuur
van de V. V. V. is een goede, al gaat het
niet altijd vanzelf. Ieder weet echter, dat als
het vanzelf gaat, het meestal verkeerd gaat.
De goede verhouding is voor een groot deel
het werk van den jubileerenden voorzitter
en spreekt uit het feit, dat de gemeente ge
durende een lange reeks van jaren een be
langrijk bedrag beschikbaar stelt voor de
V. V. V., om daarmede de belangen van de
gemeente te behartigen. Het gemeente
bestuur heeft daarvan nimmer spijt gehad,
omdat de V. V. V. in den loop der jaren
altijd de groote lijnen in het oog heeft ge
houden en voorop heeft gesteld datgene,
wat blijvende waarde kan hebben voor
Bergen. Ook in de reclame werd steeds be
oogd, Bergen een goede plaats te geven in
het Vreemdelingenverkeer.
Dit, zoo vervolgde spr., was U toever
trouwd door Uw bekendheid met het vak.
Ook als raadslid hebt U steeds met een
warm hart voor de V. V. V. gepleit, maar
U deed dit zonder overdrijving en daardoor
werden Uw adviezen hoogelijk gewaar
deerd.
Bij het bereiken van dezen mijlpaal is het
voor mij een voorrecht, een plicht en een
genoegen om namens het gemeentebestuur
op deze wijze te getuigen van de waar
deering voor het vele werk, dat de V. V. V.
heeft gedaan onder Uw leiding. Het is mij
een bizonder genoegen, U namens het ge
meentebestuur deze bloemenhulde aan te
bieden, vergezeld van de allerbeste wen-
schen voor U en Uw vrouw en de wensch,
dat U nog vele jaren Uw werkzaamheid aan
de V. V. V. van Bergen kunt wijden.
Onder langdurig applaus der aanwezigen
bood spr. hierop den heer Zeiler een fraaie
bloemenmand aan.
De heer Klomp deelde hierop mede, dat
de eere-voorzitter, de heer J. van Reenen,
wegens griep verhinderd was, aanwezig te
zijn en het volgende schrijven, dat door spr.
werd voorgelezen, had ingezonden:
Bergen (N.-H.), 29 Jan. 1937.
Zeer geachte Heer Zeiler!
Ik had het voornemen gehad, hedenavond
de vergadering van de Vereeniging tot
Bevordering van het Vreemdelingenverkeer
alhier bij te wonen, omdat in die vergade
ring het feit herdacht wordt, dat U 25 jaar
onafgebroken voorzitter dier vereeniging is
geweest. Tot mijn leedwezen ben ik door
ongesteldheid verhinderd U mijn persoon
lijke mondelinge gelukwenschen aan te
bieden en daarom doe ik dit thans bij ge
schrifte.
Ik ben naar ik vermeen, de eerste in
woner van Bergen, die met U kennis maakte
en dat was in het jaar 1906, toen Uw oog
gevallen was op Bergen aan Zee.
Wij s<fmen hebben onder Uwe deskundige
leiding aldaar in 1907 een café gebouwd en
door Uw energie is dit café later tot een
groot hotel uitgegroeid, dat niet weinig tot
den bloei van Bergen heeft bijgedragen.
Geen wonder, dat de ingezetenen van
Bergen in de meening verkeerden, dat in Uw
persoon, die niet alleen in den engen kring
van ons landje had vertoefd, maar ook rijke
ervaring in het buitenland opgedaan had,
in hoofdzaak in de groote hotels van de
Rivièra, een voorzitter gevonden was, met
rijke ervaring op het gebied ter bevordering
van het vreemdelingenverkeer.
Het was voor allen een verblijdend ver
schijnsel, dat U deze taak, niettegenstaande
Uw ingespannen werk als directeur van
Hotel Nassau Bergen te Bergen aan Zee,
op Uw schouders genomen heeft.
De verwachtingen, die men omtrent U
koesterde, zijn niet beschaamd, als voor
zitter wist U steeds de vergaderingen op
uitstekende wijze te leiden. Onder Uw voor
zitterschap is de Vereeniging tot bloei ge
komen, getuige het groote aantal leden en
ook de financieele steun, die de gemeente
Bergen aan de vereeniging verleent.
Ik zal niet alles opsommen, wat onder Uw
bestuur is tot stand gekomen. Verzuimd mag
echter niet worden het stichten van een
gebouwtje nabij het postkantoor, waar
vreemdelingen alle mogelijke inlichtingen
kunnen verkrijgen omtrent een verblijf in
deze gemeente.
Het doet ons allen leed, dat Uw gezond
heid dit laatste jaar te wenschen overlaat.
Wij hopen, dat beterschap spoedig daarop
moge volgen om U in staat te stellen, nog
vele jaren het voorzitterschap onzer ver
eeniging te mogen bekleeden.
Het deed mij bijzonder veel genoegen,
een steentje te mogen bijdragen in de aan
bieding van een stoffelijk blijk van waar
deering, ter herdenking van Uw 25-jarig
voorzitterschap van de Vereeniging tot Be
vordering van het Vreemdelingenverkeer in
Bergen.
Met mijne beste wenschen voor een
spoedig herstel.
Hoogachtend,
J. VAN REENEN.
(Applaus!)
Hierop verscheen op het podium een
deputatie, bestaande uit de heeren Kreb,
Rosier, Koster, Verhagen en Kalsbeek.
Deze commissie vertegenwoordigde de
leden. Als woordvoerder van de commissie
zeide de heer J. Rosier het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Toen enkele leden door Uw medebestuurs
leden vertrouwelijk in kennis werden ge
steld met het feit, dat het heden 25 jaar ge
leden is, dat U tot bestuurslid werd geko
zen, vormden zij oogenblikkelijk een comité
om U namens de leden te doen blijken, dat
zy hoogelijk waardeeren wat U in al die
jaren voor de vereeniging en daardoor voor
de bevordering van de welvaart in de ge
meente hebt gedaan.
De commissie verheugde zich er ten zeer
ste over, dat zij zich onmiddellijk verzekerd
zag van de instemming van alle leden.
Mij werd de aangename taak opgedragen
U, namens de leden, hartelijk geluk te wen
schen met Uw 25-jarig jubileum als be
stuurslid onzer vereeniging.
Het groot aantal leden, op deze algemeene
vergadering aanwezig, moge voor U het be
wijs zijn van de groote erkentelijkheid van
de leden, vooral voor Uw leiding als voor
zitter. Gij hebt, door Uw onbaatzuchtigheid
en door Uw rechtvaardige leiding en groote
kennis van zaken op het gebied van de
vereeniging getoond, de rechte man op de
juiste plaats te zyn en van harte hopen wij,
dat U nog vele jaren Uw voortreffelijke lei
ding aan de vereeniging zult kunnen blijven
geven.
M. de V., wij vertrouwen er op, dat U zult
begrijpen, dat de leden het ditmaal niet bij
woorden hebben willen laten. Een derge
lijke mijlpaal in Uw leven behoort te wor
den vastgelegd en dank zij de medewerking
van den Berger Kunstenaar B. Essers zijn
wij in staat gesteld U deze fraaie oorkonde
te kunnen aanbieden, die om de juiste sym
boliek en het toepasselijk gedicht van den
Bergenschen schilder A. Roland Holst zoo
juist onze vereering voor U uitdrukken.
Wij verwachten, dat dit Uw instemming
zal hebben en dat deze oorkonde tot in
lengte van dagen in Uwe familie de blijven
de getuigenis zal zijn van Uw gewaardeer-
den arbeid voor de V.V.V. verricht.
In de tweede plaats hebben wij gemeend
U een Perzisch tapijt voor Uw werkkamer te
moeten aanbieden, opdat U ook daardoor
dagelijks aan dezen zoo verheugenden dag
herinnerd zal worden.
En thans, mijnheer de voorzitter, zult U
mij wel willen toestaan, dat wij ook mevr.,
Uw echtgenoote, in de hulde betrekken. Zij
toch heeft in de vt orbije jaren U vele
avonden en dagen voor het V.V.V.-werk
moeten afstaan. Zij deed dit riet alleen met
de van haar bekende blijmoedigheid, maar
ook, als dit noodig was als een gulle gast
vrouw. Bovendien is het ons bekend, dat zij
U, ln de dagen waarin gij wat te zwaartil
lend was, den meer zonnigen kant van het
leven liet zien, waardoor zij U, ook voor het
werk der V.V.V. in hooge mate tot steun is
geweest. Onder het uitspreken van den
wensch dat zij nog vele jaren deze waarde
volle taak zal blij e- vervullen, bied ik
haar namens de leden ter herinnering, deze
vaas met bloemen aan.
(Hartelijk applaus).
Daarna werd medegedeeld, dat fraaie
bloemstukken waren ingekomen van de
Alkmaarsche Courant en van Bronovo, het
Diaconessen-vacantiehuis in Bergen.
Een telegrafische gelukwensch was nog
ingekomen van eenige bewoners te Bergen
aan Zee, terwijl een schriftelijke geluk
wensch werd ontvangen van den architect
Elders.
De heer Zeiler spreekt.
De heer Zeiler verklaarde, dat hem in
derdaad een verrassing was bereid. Terecht
had de heer Klomp gezegd, dat spr. niet van
jubilea houdt. Tweemaal was het hem
gelukt, den heer Klomp met jubilea om den
tuin te leiden, maar dezen keer slaagde hij
daarin niet, omdat spr. zelf den datum niet
wist en onbekend was, hoe lang hij be
stuurslid en voorzitter was. Nu het den heer
Klomp eenmaal gelukt is, hem in een
jubileum te betrekken, moet hij zeggen, dat
hij meer dan verrast is over deze hulde, die
hij zeker niet had verwacht en waaraan hij
twijfelt of hij die wel zóó heeft verdiend.
Spr. meent, dat hij meer had kunnen
doen, vooral den laatsten tijd. Na de harte
lijke woorden, tot hem gesproken, wil hij de
bekentenis doen, dat hij de laatste jaren
naar zijn overtuiging, voor de V. V. V. niet
gedaan heeft, wat hij had moeten doen. Spr.
was gehandicapt door zijn gezondheidstoe
stand en door vele andere zaken. Toen
bleek dat hij in deze vergadering als be
stuurslid moest aftreden, meende hij dan
ook, na daarover vrij lang te hebben ge
dacht, zich niet meer herkiesbaar te moe
ten stellen. In de laatste bestuursvergade
ring deed hij daarvan mededeel ingen en
hoewel het bestuur heeft getracht, hem te
bewegen, dat niet te doen, was hij toch bij
zijn voornemen gebleven.
Dat ik, zoo vervolgde spr., op het laatste
oogenblik ben omgezwaaid en mij wel her
kiesbaar stel, (langdurig applaus) (dit was
tot nog toe het bestuur zelfs niet bekend),
komt niet door de waardeering, op dezen
avond naar voren getreden, want die be
slissing is al eenige dagen vroeger gevallen.
De eenige, die mij heeft weten om te pra
ten, is mijn vrouw. (Applaus).
Zij heeft dit gedaan met deze woorden
„Als je ooit wilt bedanken voor de V. V. V„
doe dit dan op een oogenblik, dat er geci,
kou aan de lucht is en de vereeniging in ec
bloeienden toestand verkeert. Thans hee;
de vereeniging schuld, al is die niet groo
doch de toestand is niet, zooals die steef'
geweest is en je mag nu niet wegloopen".
(Luid applaus).
Na deze bekentenis dank ik U allen har
telijk voor de mij bewezen hulde. Ik ber
daarvoor werkelijk verrast en laat ik erbt
zeggen: ,Het is niet zoo erg naar geweest
als ik mij dat had voorgesteld".
Langdurig applaus!
Nadat de heer Klomp hierop de leldinj
der vergadering weer aan den voorzittei
had overgegeven, werd de rondvraag aan de
orde gesteld.
De heer Blankensteln bracht
klachten van gasten over het venten op
het strand naar voren, deelde mede, dat
gasten gaarne wandeltochten wenechen,
onder leiding, in die gedeelten van Bergen,
die gesloten waren voor het publiek
Ook deelde hij mede, dat gasten ge
klaagd hadden over de groote kisten bij
de badkoetsen voor hun kleeren, waarmee
zy niet overweg kunnen en dat andere*
gasten gaarne wenechten, dat er consump
tie op het strand verkrijgbaar werd ge
steld.
De verlichtingsavond, zoo zeide hij, werd
door gasten buitengewoon aardig gevonden
en velen hadden gevraagd, of dit niet eens
een keer meer .on gebeuren).
De voorzitter oordeelde de klacht
over het venten en het niet verkrijgbaar
stellen van consumptie op het strand
tegenstrijdig. Spr. geloofde niet, dat het
euvel van venten op het strand groote af
metingen had aangenomen, maar zegde
toe, daarover met de Bouwmaatschappij
te zullen spreken.
Wandeltochten in niet-toegankelijke
terreinen waren niet mogelijk, want in
Bergen zijn geen ontoegankelijke terrei
nen, wel terreinen, waarvoor men voor
een lagen prijs toegangskaarten moet
koopen.
Herhaling van de verlichtingsavond in
het seizoen is met het oog op de koster,
niet mogelijk.
De heer Hoogervorst bepleitte het
toestaan van 'n meer uitvoerige tekst voor
pensions, desnoods tegen dubbele betaling;
in de pensiongids.
De voorzitter antwoordde, dat de
pensiongids dient ter inlichting aan de
vreemdelingen, dat de tekst beknopt moet
blijven, maar dat het door den heer Hoo
gervorst bedoelde geval nader zal worden
bekeken.
De heer V e r w e r oordeelde, dat in den
loop van een week aangekomen en ver
trokken gasten niet in de vreemdelingen-
lyst van de Badbode thuis behoorden, doch
de voorzitter oordeelde dit, met het
oog op de statistiek, noodzakelijk. Ver
trokken personen moeten niet vermeld
worden, maar wel personen, die in den loop
der week zijn aangekomen en vertrokken.
Spr. drong er op aan, om voor de opgave
voor de Badbode uitsluitend gebruik te
maken van de formulieren, die daartoe
gratis door het gemeentebestuur waren
verstrekt
Hierop werd de vergadering gesloten.
Volgens bij de Kon. Ned. Stoomb. Mij.
ingekomen bericht, is haar boot de
„Achilles" te Lissabon aangekomen. De
kapitein heeft telegrafisch aan de maat
schappij medegedeeld, dat op 27 dezer
één der opvarenden, de 27-jarige Cor-
nelis Kuyt, uit Katwijk aan Zee, over
boord geslagen en verdronken is. In het
telegram aan de maatschappij wordt niet
gerept van het aan boord nemen van de
bemanning van de .Jonge Jacobus".
De geheele bemanning van de Jonge
Jacobus" zou, volgens een verklaring
van den kapitein van de „Achilles", ver
dronken zijn. Het schip is gezonken.
Men seint uit Lissabon: Het laatste hier
opgevangen draadlooze bericht van de
„Jonge Jacobus" luidt:
„Wij verlaten het schip in de booten.
Wanneer wij niet veilig land bereiken, zeg
dan aan onze gezinnen, dat onze laatste ge
dachten bij hen waren".
Op het oogenblik waarop dit draadlooze
bericht verzonden werd bevond de „Jonge
Jacobus" zich op een afstand van vijf mijlen
van de Berlengas-eilanden, waar men met
het afvuren van signalen, met toortsen, fak
kels en andere lichtseinen, den geheelen
nacht met inspanning van alle krachten
Lezig ia geweest met het afzoeken van de
kust.
Ai het zoeken bleef echter vergeefsch.
Het stoomschip „Alexis" heeft nog gerui-
men tijd in de omgeving het water afge
zocht in de hoop, iets van het schip of van
de reddingbooten te vinden. Draadloos
meldde later de kapitein van de „Alexis"
echter, dat h(j er niet in geslaagd was
eenig spoor van de schipbreukelingen te
ontdekken.
Het eerste verspreide bericht dus, volgens
hetwelk de bemanning van de „Jonge Jaco
bus gered zou zyn, blijkt dus onjuist te
zyn.
In strijd met vroeger ontvangen berichten
spreken de berichten nu ook van de
„Alexis" in plaats van de „Achilles". Aan
gezien de „Achilles" inmiddels in Lissabon
is aangekomen, en daar het bovenvermelde
noodlottige rapport heeft uitgebracht, is het
het waarschijnlijkst, dat een misverstand in
het spel is.
Reederij's deelneming.
Bij de reedery van de .Jonge Jacobus", de
Middellandsche Zeevaart Compagnie, direc
tie Wambersie en Zoon te Rotterdam, was
in den laten middag uit Londen eveneens
bericht ontvangen, volgens hetwelk de ge
heele bemanning van het schip bij de ramp
zou zijn omgekomen. Hoewel de reederij
hiervan uit Portugal nog geen rechtstreek-
sche bevestiging heeft gekregen, ziet
zij in het feit, dat de kapitein van de
„Achilles" in zijn telegram met geen woord
heeft gerept van de redding der opvarenden
van de „Jonge Jacobus" een aanwijzing, dat
het bericht uit Londen inderdaad de waar
heid moet bevatten.
De „Jonge Jacobus" was op 18 Januari
van Antwerpen naar Alexandrië vertrokken.
Het schip mat bruto 1757 ton, netto 1064 ton,
werd gebouwd in 1921 en behoort aan de
Middellandsche Zeevaart Compagnie te Rot
terdam. i
Bericht helaas waar.
De Koninklijke Nederlandsche Stoomboot
Maatschappij heeft den kapitein van de
„Achilles", die te Lissabon binnengeloopen
was, telegrafisch nader om inlichtingen ge"
vraagd in verband met het gerucht, dat de
bemanning van de „Jonge Jacobus" door de
Achilles aan boord zou zijn genomen. D*
kapitein seinde gistermiddag laat terug, dat
het gerucht tot zijn spijt niet op waarheid
berustte en dat hij de bemanning van de
„Jonge Jacobus" niet aan boord had.
uit de telegrammen van den kapitein van
"Aehillea" mag men wel afleiden, dat dit
schip in het geheel niet heeft deelgenomen
aan de reddingspogingen. Ware het ongeluk
aan boord van de „Achilles" geschied tijden*
het assistentie verleenen aan de „Jong*
Jacobus", dan zou de kapitein deze bijzon*
derheid zeker in zijn eerste telegram 6e'
seind hebben. De directie van de K. N. S.