VERKEERD GEKOOKT Cirkels optellen. Winterpret VOOR ONZE KIMDE Door Vera Sehgeringh. Alarik was de naam van een koning. Hij egeerde over een land, dat zo ver weg ligt, 'at je het nergens op de kaart zou kunnen inden. En dat is wel het beste bewijs, at dat land héél ver weg ligt, is het niet? Alariks land was heel mooi en lieflijk, n de jonge koning deed alles wat er maar 'edaan kon worden om het nog mooier te laken. Daarom was hij heel beroemd, en Ie mensen wisten altijd een heleboel van em te verteller.. Een eindje van Alariks rijk vandaan lag n ander land, dat niet zo groot was, maar ér varen veel weilanden en velden, zodat de nensen zichzelf konden voeden, want op lie velden werd van allerlei verbouwd. De coning, die over dit land regeerde had ook ;eld overgehouden, want hij was een heel /erstandig man, die wist dat sparen een 'oornaam ding was. Deze koning had een dochter, die een- naai over het rijk van haar vader zou re- teren en al het geld erven. Haar naam was lelie. En daar Belle wist, dat zij de doch- er van een rijk man was, voelde zij zich ■rg en had veel praats. „Wat ik hebben wil, dat kan ik zo maar '<open, want vader heeft genoeg geld", zei :e altijd, en ze had gelijk. Intussen werd er veel verteld van koning \larik en ook Belle hoorde die mooie ver talen: dat hij zo goed was en zo dit en zo lat. En elke nacht droomde ze zowat wat hem. Eindelijk zei ze tegen haar vader: „Weet je, papa, Ik wil graag de vrouw van koning Alark worden. Nodig hem eens bij ons uit. „Maar hij heeft geen geld", zei de ko ning, en hij legde zijn wijsvinger langs zijn neus, zoals alle mensen doen, wanneer zij diep nadenken. „Als hij maar eerst 'n verstandige vrouw heeft, dan komt het wel terecht!' zei Belle, en ze meende het ook. „En per slot krijg ik toch een bende geld van jou en dan kun nen we toch stand ophouden! En als je sterft, krijgen we nog meer, en dat zal niet zo lang meer duren!" Dat laatste was niet bepaald lief gezegd, maar prinses Belle dacht nu eenmaal zo. „Ja, nu ja... dat is ook wel zo", zei de koning en hij beet achteloos in de kop van zijn scepter. „Maar..." „Ik wil het papa!" zei de prinses toen, heel waardig. En daar Belle een heel be sliste wil had, gebeurde het zo als zij wenste. De koning zond zijn voornaamste edel man met een uitnodiging naar Alarik, en de brief was op een papier met gouden rand geschreven, want dat kon hij zich wel ver oorloven. In de brief stond, dat koning Ala rik welkom was, en dat hij zo lang als hij maar wilde van hun gastvrijheid kon ge bruik maken. En de jonge koning nam de uitnodiging aan. Toen reisde de edelman weer terug met het antwoord, dat Alarik graag zou komen. Nu wilde onze jonge heerser zijn dank baarheid voor de vriendelijke uitnodiging bewijzen en hij zond als geschenk een rozen struik, de prachtigste, die er ooit heeft ge groeid. Hij zat juist vol knoppen en geurde heerlijk. Alarik stuurde hem naar prinses Belle. Aan het hof van Belle's vader was ieder een druk in de weer om alles voor de komst van Alarik in orde te maken. Er waren vijf extra kooksters, en de hele hofhouding moest in de keuken meehelpen, opdat alles op tijd klaar zou zijn. De ene schotel na de andere werd met de heerlijkste gerechten gevuld. „Pratt...trap...tratt...pratM" klonk het toen opeens op het voorplein. Het was trom petgeschal en iedereen liep van zijn werk omdat ze dachten, dat het koning Alarik was. Maar het was slechts een der hovelin gen van Alarik met een rozenstruik. „Wat is dat, paps vroeg' Belle. „Ja, wèt is dat?" vroeg de koning. Het heele hof stond er omheen, en keek naar het struikje, maar niemand wist het. Men liet de oudste kokkin komen. Dat was een verstandige vrouw, die reeds heel lang in dienst des konings was. Nadat zij de rozen struik een tijdje bekeken had, zei ze, dat het een nieuw soort kool was. „Zeker, zeker, dat dacht ik ook direct zei de koning, en keek zeer verstandig andere menschen zouden het misschien ver waand genoemd hebben in het rond. „Natuurlijk 1" zei ook Belle, „juist wat ik dacht „En aardig, he Belle, dat hij je net de groente stuurt, die je het liefste eet zei de koning. Direct begon men met de knoppen en bloemen er af te halen. Daarop w*rd de „kool" fijn géhakt en in een pan gedaan, in water gekookt en zoo werd het boe renkool. Eenigen tijd daarna hoorde men wéér trompetgeschal. Ditmaal was het koning Alarik zelf met zijn gevolg. Hij was heel mooi en groot, en Belle vond hem direct nog veel aardiger. En ook de koning zag Alarik met welgevallen aan. Nu wilde de koning zijn gast ook een ge noegen doen. Terwijl het eten opgedaan werd, liet hij Alarik de veestapel zien, en bij een van de koninklijke varkens bleef de koning staan om zijn gast te vertellen, dat dèt het lievelingszwijn van Belle was, en Belle vroeg direct of Alarik het ook geen snoesje vond, zoo'n echt leuk beestje 1 Waarop Alarik bekende geen verstand van varkens te hebben, maar dat wanneer Belle het zei, dit varkentje zéker een snoesje zou zijn, zoo'n echt leuk beestje I Eindelijk was het eten klaar, en zei de opper-ceremoniemeester, dat de dames en heeren aan tafel konden komen. Het eene gerecht na het andere werd binnen gedra gen, maar Alarik zag er niet heel vroolijk uit en dat kwam omdat hij nergens zijn mooie rozenstruik zag staan. Wat konden ze er toch mee gedaan hebben „Het is misschien het beste, wanneer we nu de boerenkool eten vroeg Belle aan de op per-ceremoniemeester en toen diende men de boerenkool op. Daarop stond de oude koning op, met het wijnglas in de hand en hield een lange rede, in welke hij Alarik voor zijn geschenk de nieuwe kool bedankte. Maar toen Alarik hoorde wat ze met zijn rozentruik gedaan hadden, werd hij heel bleek en toen kon hij niet langer blijven. Hij stond op, bood zijn excuses aan, en ver dween. Het geheele gezelschap was zoo stom van verbazing dat zij met open mond aan tafel bleven zitten. „Wat heeft hij Wat bezielt hem vroeg Belle en keek naar de deur, waardoor hij weggegaan was. En ze snapten niet, waarom zulk lekker eten hem niet vroolijk gemaakt had. Hij kwam niet terug. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 8. 9. 10. 12. 14. 16. 17. 21. 23. orgaan uit 't menschelijk lichaam kaartspel. booze geest. oorzaken. iets gebruiken. die men kan opentrekken. bijwoord. die men zweert. naaldboom. overschot. kleiaarde. lidwoord. Afkorting van Joodschen naam. herrie. vlug. meisjesnaam Kwellen. stad in Zuid-België. voegwoord, niet liggen. VERTICAAL. soort stof. paradijs. Ie persoon v.e. werkwoord, plaatsje bij Eindhoven, waar je liever niet in zit. voorzetsel, bijwoord. Wat 't in ons land te veel doetfl?) dichterbij komen. deel van 'n kerkgebouw. leed doen. kunstwerk. niet goed bij! stad in West-Duitschland. plat woord voor adem. Worst, denkt het hondje Worst cmaakt zoo fijn Hij hoopt een stuk Zal voor hem zijn. Waarom huilt zus, broer weet het niet, Maar zus heeft vreeselijk veel verdriet. Hij hoort al daar komt moeder aan, En roept: Ik heb haar niets gedaan! 25. stadje in 't Gooi. 27. als 28 horizontaal. 28. plaats bij Nijmegen. 30. opening. 31. bekende Tilb. Zwemclub. IETS OM JE HOOFD OVER TE BREKEN. Hoe diep is de vijver? Het rekenkundeboek van Kibentshang, dat 200 jaar voor Christus verscheen bevat de volgende opgave: In het midden van een vierkant bassin, dat tien voet lang en breed is, groeit een riet, dat een voet boven het water uit steekt. Wanneer men nu dat riet naar de oever trekt, naar het midden van een der zijden, rijkt het nog net aan de waterspie gel. Hoe diep staat het water in het bek ken? De onderstaande rijen nulletjes moet je opvullen met letters die woorden vormen, waarvan de betekenissen hieronder volgen. De eerste letters moeten van boven naar beneden gelezen, de naam van een beroemd Zweeds koning vormen. ooooo kleur ooooo beroemde Holl. vlieg machine ooooo sterke wind ooooo gebak ooooo vrucht ooooo bouwland ooooo rijwiel ooooo grond ooooo rivier in Oostenrijk, Hun garijë en Roemenië ooooo kant van een rivier ooooo stadje in Utrecht ooooo Indische kluizenaar De lastige Rus. In het jaar 1806 was een commando Rus sische ruiters in een Pools dorp ingekwar tierd. De luitenant kwam, met nog enige sol daten in het huis van de edelman van hel dorp, en de overigen werden verdeeld over het dorp. Bij het uitdelen van de inkwar- tierings-biljetten zei de luitenant tegen de dorpsrechter, dat een van zijn soldaten een lastige kerel was, die, wanneer hij geen moedige gastheer had, er op los zou slaan en alles kort en klein hakte. De rechter zei, dat hij het wel in orde zou brengen en dat hij de moeilijke soldaat bij de smid van het dorp zou inkwartieren. Zo kreeg het lastige heerschap een biljet, waarop stond, dat hij bij de smid moest wezen en toen hij daar aan kwam, reed hij te paard het huis bin nen, steeg midden in de kamer af en bond het dier aan de tafel vast. Vervolgens nam hij de laden van de tafel, en beval zijn gastheer om deze met haver te vullen. De smid deed het, en toen het paard gegeten had, beval de soldaat, die ondertusschM zijn wapens afgelegd had, hem zijn kamer te wijzen. Toen bracht de smid hem naar de stal, en zei, dat als het paard de kamer moest hebben, zijn meester in de stal moest sla pen, omdat hij maar één kamer ter beschik king had. De soldaat werd woedend en nu begon er een vreselijke worstelpartij. De smid wist de ander meester te worden, bond hem vast, en bracht hem bij de krib mei haver. Toen de soldaat dat zag, merkte hij wel, dat hij de mindere was en hij bood zijn verontschuldigingen aan. Vervolgens bracht hij zijn paard naar de stal, en at er dronk toen wat hem voorgezet werd, zon der verdere aanmerkingen. Ondertusschen was de luitenant het voorval toch ter ore gekomen, en de lastige soldaat werd later door zijn kameraden flink uitgelachen. Dit voorval gebeurde in het jaar 1807 en we vinden het beschreven in een krant van hetzelfde jaar. AAN HET VERKEERDE KANTOOR. Een pas benoemd Minister krijgt bezoek van een academie-vriend die nooit heeft willen deugen dan als model van luiheid en onbeschaamdheid. Met een knipoogje vraagt hij om een postje „zoo'n sine- cuurtje, weet je?" „Weet je wat?" zegt Z.Ex. „zoek maar eens zelf zoo'n betrekking uit Dan spreken we elkander nader." Een paar dagen later reeds komt de vriend terug en noemt zijn vriend den Mi nister, die en die betrekking, waarin men niets te doen heeft. „En zal je me nu die betrekking bezor gen?" dus eindigt de sollicitant „Neen, ik zal ze opheffen," antwoordt de Minister droogjes. Hoeveel cirkels kun ie tellen uit deze -ekening? Als je hard loopt, kun je vallen Als je valt, doet het vaak pijn Och we weten het... een jongen Kan soms ongelukkig ziin Jantje viel, maar hoe gel 1 kig Het deed Jantje heel geen zeer 1? Z'^n k<)US a"cen één ga dje Nou dat maakt z'n moe wel weer i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 10