D De Indische begrooting in behandeling HET HUIS MYSTERIES PARLEMEMT Hoest bij kinderen Obuuietdand JeuitteUM De toestand in Indië verbetert. ampo lucht op en feneestl Getemperd optimisme. DER (Van onzen parlementairen medewerker). De Tweede Kamer heeft gistermiddag een aanvang gemaakt met de algemeene beschouwingen over de Indische begroo ting en eenige daarbij aan de orde ge stelde wetsontwerpen, nl. de herbereke ning van de Indische pensioenen; verlee ning van een financieele tegemoetkoming van 25 millioen" aan Ned.-Indië, teneinde dat gebiedsdeel in staat te stellen tot het treffen van bijzondere maatregelen van welvaartszorg; instelling van een rubber- fonds; heffing van een tijdelijk extra- uitvoerrecht van 2 pet.; tenslotte de gun stig luidende conclusie der desbetreffende Kamercommissie omtrent het adres van den Volksraad, houdende verzoek van wijziging van de Indische staatsregeling, teneinde het interpellatierecht te ver krijgen. Zooals men weet zijn tegen het ontwerp inzake de pensioenen niet alleen princi- pieele maar ook practische bezwaren ingebracht, in Indië zoowel als hier. Mi nister Colijn is daaraan in zijn memorie van antwoord tegemoet gekomen door af te zien van de voorgenomen verdere ver laging. Het ontwerp is in dien zin gewijzigd, dat met behoud van het voor de oude en nieuwe pensioenen voordeelig systeem van herberekening, niemand méér in pensioen zal achteruitgaan dan volgens de thans geldende kortingswet, waarin het kortingspercentage gemiddeld 17 be droeg. Tevens is de werkingsduur der wet teruggebracht tot 1 Januari 1940. Na dien tijd zal echter, wat er ook met de andere pensioenen gebeurt, de verhooging van de militaire pensioenen van vóór 1920 blij vend moeten zijn. Door die wijzigingen geeft de Regeering een bedrag van onge veer 4 millioen prijs, terwijl de bezui niging, volgens den oorspronkelijken op zet, 7.3 millioen bedroeg. In het evengenoemde „rubberfonds", dat wordt ingesteld, worden gestort gel den, afkomstig uit het bijzonder uitvoer recht op bevolkingsrubber. Dit fonds is bestemd voor: de financiering van de uit- voerordinantie betreffende de bevolkings rubber; een bijdrage ter tegemoetkoming in de kosten, voortvloeiend uit den inter nationalen arbeid ter bevordering van de toepassing en het verbruik voor rubber, en latex; de kosten, verbonden aan maatre gelen tot bijzonderen steun aan of tot ver lichting van lasten van de bevolking der rubberstreken. Het tijdelijk extra-uitvoerrecht dient teneinde te voorkomen, dat de moeizaam verkregen verbetering van de begrooting, o.a. doordat een verdere toeneming van de Indische schuld werd voorkomen, in gevaar wordt gebracht doordat gelden prijs gegeven werden ten behoeve van de bevolking ingevolge verlaging van den zoutprijs en tijdelijke verlaging van de invoerrechten. De overige voorstellen spreken voor zich zelf en behoeven dus geen nadere toelichting. Algemeene beschouwingen. Dit geheele complex was in de alge meene beschouwingen betrokken. In een middag- en daarop volgende avondverga dering is de discussie tot aan den minister toegekomen. Er moet wordeti voortge maakt, want de volgende week begint de Eerste Kamer met de Rijksbegrooting, waarbij de tegenwoordigheid van den minister-president wordt vereischt. Wat nu den economischen en financiee- len toestand van Ned.-Indië betreft, viel bij vele sprekers een toon van optimisme, zij 't ook van een getemperd optimisme te beluisteren. Hier weerspiegelt zich wat ook in Indië te constateeren valt: men heeft weer vertrouwen in de toekomst. De teekenen van opleving, welke in het eerste halfjaar van 1936 te bespeuren vielen, hebben een dieper spoor nagelaten. Na de devaluatie pardon, de depreciatie van den gulden is de bedrijvigheid dank zij de hoogve prijzen, welke voor diverse producten konden worden ge maakt, krachtiger toegenomen. In de rubberstreken is die opleving het sterkst; t geld stroomt daar toe, zoodat er weer gekocht wordt en tal van andere bedrijven en industrieën meer werk hebben gekre gen. Het spreekt vanzelf, dat op grond van deze aanmoedigende verschijnselen de landsmiddelen versterking zullen onder vinden. Hoe groot zal deze zjjn en wat zal men met de meerdere inkomsten doen? De neiging bestaat bij den soc.-dem. heer Cramer bleek dit het gevai te zijn om nu dadelijk al tot verhooging van uit gaven over te gaan, anderzijds werd voor zichtigheid bepleit Trouwens ook de heer Cramer zou het pad der voorzichtigheid niet willen verlaten, al schijnt zijn tred ook lichter dan die van andere afgevaar digden. De inwendige politieke toestand wordt, daar rust en orde heerschen, in t algemeen gunstig beoordeeld, al vergelijkt ir. Cramer deze stilte ook met de stilte van het kerkhof, bewerkt door de zeer krachtige maatregelen van den afgetreden gouverneur-generaal. De bestrijding van alle extremisme heeft echter volgens de sociaal-democraten en den communist Roestam Effendi tenge volge dat de ontwikkeling van een gezon de volksbeweging welke de Regeering zegt gaarne te zien wordt gefnuikt. Baron van Boetzelaer van Dubbeldam (c.h.) en de heer van Kempen (v.b.) ble ken daar anders over te denken. De sociaal-democraten vragen zich af, of met een welvaartspolitiek, als neerge legd in het Plan van den Arbeid, niet be tere resultaten zouden zijn bereikt dan met de z.g. aanpassingspolitiek. Volgens de Regeering is deze politiek voorwaarde geweest voor economisch her stel, oordeel dat door de andere sprekers, uitgezonderd de communist, wordt ge deeld. Wanneer we nu de redevoeringen nader gaan beschouwen, beginnen we met die van den eersten spreker, den heer Cramer (s.d.) Hij achtte gewenscht dat economi sche actie voor de loontrekkenden wordt toegelaten, teneinde dezen gelegenheid te geven op die wijze de zeer lage loonen te verbeteren. Op voet van volkomen gelijk heid moet de economische samenwerking tusschen Nederland en Indië worden nage streefd. Hij ontkende dat in het verleden een „politiek van potverteren" was gevoerd. Als ze was gevoerd, dan was de rechter zijde daaraan schuldig. Hij juichte de heffing van een tijdelijk uitvoerrecht toe, al wilde hij het percen tage liever op 4 dan op 2 zien gesteld, waarmede hij uitdrukking gaf aan den wensch van den Volksraad. Hij drong aan op wijziging van den financieelen koers, zoodat welvaartspolitiek mogelijk wordt. De defensie-uitgaven welker noodzake lijkheid de sociaal-democraten thans er kennen mochten echter de meerde ~e inkomsten niet geheel opslokken. De 25 millioen waren als geschenk welkom, doch niet voldoende. De heer Cramer was even eens van oordeel dat Nederland meer van de defensiekosten voor zijn rekening kon nemen. Hij verklaarde zich óór toeken ning van het interpellatierecht aan den Volksraad en meende dat men den invloed der N. S. B. in Europeescne kringen in Indië niet moest onderschatten De heer van Boetzelaer (c.h.) was van oordeel, dat de Kamer het gewijzigde pen sioen-ontwerp nu wel kon aanvaarden. Hij schreef de verbetering van den toe stand niet alleen aan het ve.laten van den gouden standaard toe; reeds vcór 26 Sept. 1936 brak het herstel door. Ook deze af gevaardigde had het percentage van het bijzonder uitvoerrecht li°Ver op 4 p.ct ge zien; dé heer Joekes. (y.d.) sloot zich daarbij in de avondvergadering aan. Ur genter dan salaris,verhooging achtte hij verlichting van de lasten der bevolking. Wat de Staatsinrichting betreft was hij van oordeel, dat de aandrang van sommige leden van den Volksraad om Indië den „dominionstatus" te verleenen (zie Britsch-Indië) nog zeer ontijdig is, omdat dit gebiedsdeel daarvoor nog niet rijp is. De heer Roestam Effendi hield een voor een communist zeer gematigde critische rede. Hij zag den economischen toestand van de Inlandsche bevolking niet zoo op timistisch in als de Regeering. Te veel is de financieele en economische politiek z. i. gericht geweest op de belangen van het moederland. Hij vreesde voor nog grooter ellende. In het slot van zijn rede kwam hij op voor de verdediging van Indië tegen de „fascistische" oorlogsbedreiging in het Oosten. Zoolang aie bedreiging duurt mag Indië niet van Nederland worden losge maakt. De heer Sneevliet (rev.-soc.) ging die per in op den loestand der inlandsche be volking, welke hij als ellendig schetste en derhalve niet in staat om de feestklanken van 7 Januari te waardeeren. De Regee ring had een politieke fout begaan do^r de bannelingen van "Böven-Digoel niet in de amnestie t'- betrekken. Het volgend jaar is er weer een jubileum; laat de Re geering dan haar fout goed maken, advi seerde de heer Sneevliet. Hij achtte waak zaamheid ten aanzien van de N. S. B. in Indië gewenscht, al vond hij het niet noodig, ds. van Duyl e.s. dén toegang tot dat land te ontzeggen. Met betrekking tot de ontwikkeling van een gezonde volksbeweging zijn er groote fouten begaan. Een dergelijke beweging is totaal onmogelijk geworden en toch is ze, bij de periode, die wij nu tegemoet gaan, onontbeerlijk. Tenslotte hoopte de heer Sneevliet dat de heer Colijn, die onlangs grootkruis is geworden, geen kans krijgt om langer een „groot kruis" voor millioenen Indonesiërs te zijn. Met deze woordspeling beëindigde deze spreker zijn rede. Wat den algemeenen economischen toe stand van Indië betreft, was de heer van Kempen (v.b.) hat geheel met de opvat tingen van de Regeering eens. Hij meende dat alles gedaan moet worden, om een vrijer ruilverkeer te bevbrderen. Daarom juichte hij het streven van dr. Colijn om de conventie van Oslo te doen herleven, van harte toe. De financieele toestand vereischt nog voorzichtigheid, maar we gaan weer bergopwaarts; met dé rationalisatie van het overheidsapparaat moet evenwel wor den doorgegaan. Bij een opgaande conjunctuur mag ver betering van salarissen én pensioenen niet bij voorbaat uitgeslotlri' zijn. De heer van Kempen échtte het bizonder extra-uitvoerrecht m strijd met een. eco nomische bedrijfsvoering; de- handelsbe lemmeringen worden erjdoor Vergroot, de bedrijfslasten verzwaar^, terwijl de zwak ste bedrijven juist het zWaarst worden ge troffen. Hij bepleitte een zoo groot moge lijke verbetering van de, defensie (waarbij Nederland de helpende hand behoort te bieden), mede in verband met de drei gende situatie in den Pacific. Het standpunt van dezen afgevaardigde dat in de huidige staatkundige betrekkin gen tusschen Volksraad en gouvernement het interpellatierecht niet past, bleek in de avondvergadering nog door anderen te worden gedeeld. Zoo bijvoorbeeld de heeren Westerman (ex-nat.-herstel) en van Poll (r.k.), al hoewel hun motieven uiteen liepen. Eerst genoemde, die van het parlementaire stel sel geen bewonderaar is, draagt het ver zwakte beeld daarvan in Indië in 't geheel geen goed hart toe, omdat de bevolking z.i. zelfs daarvoor nog niet rijp is, gelijk het voor vele zaken de hulp en voorlichting van 't Nederlandsche ambtenaren-element niet kan missen. De heer van Poll betoog de dat, waar geen plicht tot vragen stel len bestaat, er ook geen plicht tot ant woord geëischt kan worden. De heer Joekes (v.d.j die in vele opzich ten met het Regeeringsbeleid kon mede gaan, had zeer ernstige bezwaren tegen Vrijdag 12 Februari. HILVERSUM, 1875 M. (8.—12.—, 4.—7.30 en 9.—12.— VARA, de VPRO van 7.30—9.— en de AVRO van 12.4.— uur). 8.— Gr.pl. 8.15 Sportrep. 8.30 Gr.pl. 10.— VPRO- morgenwijding. 10.20 DecL en gr.pl. 12.— Gr.pl. 12.30 De Palladians. I.30 Willy Kok's ensemble. 2.— Modepraatje. 2.20 Verv. concert. 2.35 Gr.pl. 3.05 Avro-dansorkest. 4.05 Gr.pl. 5.— Kinderuurtje. 5.30 Les Ménétriers. 6.25 Politiek radio journaal. 6.45 Sportrep. (gr.pl.) 7. Gr.pl. 7.10 Literaire lezing. 7.30 V. G. P. 7.35 Lezen in den Bijbel, cau serie. 8.— Fluit en piano. 8.30 Ne derlandsche vertalingen uit de we reldpoëzie, voordracht. 9.15-jarig bestaan van Cinema Royal, Amster dam. 9.50 „35 jaar arbeiderszang- cultuur", mmv. spreker en solisten. 10.— Sportrep. 10.15 Revue-uitz. 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO-avond- wijding. 11.Jazzmuziek (gr.pl.) II.30—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 301 M. (Aig. progr. NCRV). 8.— Schriftlezing, medita tie, gewijde muziek (gr.pl.) 8.30 9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst. 11.— Tenor en piand. 12.Ber. 12.15 Gr. pL 12.30 Ensemble v. d. Horst. 2. Gr.pl. 2.30 Chr. Lectuur. 3.— Gr.pl. 3.15—3.45 en 4.— Trio Beute—Zep- paroniHemerik. 4.30 Orgelspel. 5.30 Deel. en gr.pl 6.30 Voor tuin- liefhebbers. 7.Ber. 7.15 Literair halfuur. 7.45 Rep. 8.— ANP-ber. 8.15 Haarl. Orkestvereen. 9.Emi gratie-perspectieven, causerie. 9.30 Verv. concert, mmv. soliste en de Kon. Liederentafel Zang en Vriend schap. 1,0.15 ANP-ber. 10.20—11.30 Gr.pl. Hierna Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.4011.50 Pianosoli. 12.10 Orgelconcert. 12.50 BBC-dansorkest. 1.35—2.20 Bir- minghamsch Philh. Strijkorkest en soliste. 4.20 BBC-Midland-orkest. 5.35 De Alphas. 6.20 Ber. 6.45 BBC- Northern-Ireland orkest. 7.20 Muz. causerie. 7.40 Pianorecital. 8.20 Re- vue»progr. 9.20 Ber. 3).40 Deensche causerie. 10.BBC-Zangers en orgel. 10.30 BBC-theaterorkest en solist. 11.35 Mantovani's Dans- orkest. 11.50—12.20 Dansmuziek (Gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20, 11.20 en 12.35 Gr.pl, 1.35 Zang. 1.50 Gr.pl. 2.50 Radiotooneel. 4.20 Casa- desus-Trio. 5.50 Gr.pl. 6.05 Piano recital. 6.50 Gr.pl. 7.05 Verv. piano recital. 7.20 Gr.pl. 8.20 Sonatecon cert. 9.05 Zang. 11.20—1.05 Orkest concert. KEULEN, 456 M. 5.50 Blaasconcert. 6 30 Gr.pl. 7.50 Omroepkwintet 1120 Omroepkleinorkest. 1.35 Gevar. concert. 3.20 Omroeporkest. 5.20 Dresd. Philh. Orkest en solis ten 7 30 Voor soldaten (concert en berichten). 9.50 Trioconcert 10.35— 11.20 Omroep-Amusementsorkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepdansorkest 1.30 Salonorkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5 20 Salonorkest en solist. 6.20 en 6 50 Gr.pl. 7.20 Zang. 8.20 Polenblut, operette. 10.30-11.20 Omroepdans orkest. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Sa lonorkest. 1.30 Omroepdansorkest 1 50—2.20 Gr.pl. 5.20 Omroeporkest C.35 Gr.pl. 6.50 Pianorecital. 7.35 Zang. 8.20 Stafmuziek 9de Linie- Reg. 10.30—11.20 Omroeporkest. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Solistenconcert. 8.20 Gev. con cert. 9.20 Ber. 9.40 Sportnieuws. 9.55—11.20 Omroep-Amusements orkest. (10.05 Weerbericht). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.—9.50, Diversen 9.50—10.10, D.sender 10.1010.35, Hamburg 10.35—11.20, Keulen 11.20 —12.05, Parijs R. 12.05—13.05, Brus sel VI. 13.05—15.35, Keulen 15.35 16.20, Parijs R. 16.20—17.20, Keulen 17.20—18.50, Weenen 18.5020.—, Berlijn 20.20.20, Droitwich 20.20 21.40, Brussel Fr. 21.40—22.20, Brus sel VI. 22.20—22.30, Boedapest 22.30 —23.20, Parijs R. 23.20—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Diver sen 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35 12.50, Droitwich 12.5014.25, Lond. Reg. 14.2516.20, Droitwich 16.20 18.20, D.sender 18.20—18.45, Droit wich 18.4519.20, Brussel VL 19.20 —19.50, Droitwich 19.50—20.20, Ko ningsbergen 20.2021.20, Lond. Reg. 21.20—21.50, Weenen 21.50—22.50. Lond. Reg. 22.50—24.—, Lijn 5: Diversen. Het borstje inwrijven met Dtmpo. Pot 90. Doot 30 ct. Bij Apoth. *a Drogisten. de hèrberekening van de pensioenen. Hij herinnerde er aan, dat de korting op de pensioenen indertijd werd gemotiveerd door den nood van de schatkist, welke voor een meerderheid der Kamer eveneens aan leiding is geweest haar stem aan die kor ting te geven. Het motief is thans echter vervallen, nu de begrootingspositie zoo zeer is verbeterd. Bij dit betoog sloot de heer van Poll zich aan en dr. Bierema (v.b.) toonde eveneens weinig lust de herberekening in dezen vorm te aanvaarden, weshalve hij 12 pet. inplaats van 17 pet. korting trach- te te verkrijgen. Voorstanders van een verhooging van het extra-uitvoerrecht van 2 tot 4 pet. waren zoowel de heer Joekes als de heer van Poll, van wie laatstgenoemde weer voor imperiale zelfvoorziening pleitte. De heer Westerman. die een goed woord deed voor de N. S B. in Indië en een ambtenarenverbod trachtte te bezweren, drong op een weloverwogen welvaartsplan aan en deed een aanval op de z.g. ethische politiek. Om half één werd het debat tot heden middag verdaagd. Een bus vol drukwerk weer de daag'lijksche penitentie. De wijze winkelier plaatst liever een advertentie. SCHILDERSTUKKEN VERDUISTERD? Aangifte tegen Amsterdamach kunstschilder door het Zwitaersche consulaat. Naar wij vernemen is gistermiddag door het Zwitsersche consulaat namens een Zwit- sersche dame, bij de po'ilie van het bureau Stadhouderskade te Amsterdam, aangifte gedaan terzake vermoedelijke verduistering door een Amsterdamsch kunstschilder die zijn woning in de Tweede Jan Steenstraat heeft, van vijf schilderstukken. Den schil der, die eenigen tijd geleden in Zwitserland was geweest, waren de schilderstukken ter hand gesteld met de opdracht een er van te copiëeren en de andere vier te restaureeren. Een onderzoek heeft uitgewezen, dat de kunstschilder niet meer op het adres in de Tweede Jan Steenstraat woonachtig is. SLEEPTRANSPORT NAAR INDIE. Naar wij vernemen, heeft L. Smit Se Co's internationale sleepdienst te Rotterdam op dracht gekregen tot het uitvoeren van twee transporten naar Nederlandsch-Indië. Het betreft hier een tinmolen en een tinzuiger voor het Indische Gcuvernement De tinmo len ligt momenteel bij de werf van Smulders te Schiedam en de zuiger bevindt zich te Kinderdijk. De beide convooien zullen begin Maart vertrekken. De molen zal op weg naar Banka geleid worden door de sleep boot „Humber" terwijl nog niet bekend is, welke sleepboot den zuiger naar Banka zal brengen. Uit bet i-ngelsch door H. A. C. S. 5) Hierop deed hij zijn oogen stijf dicht, en negeerde een paar verdere vragen, en toen ik weer terugkwam, na mij in de badkamer, met behulp van een spiegel, wat opgeknapt te hebben, was hij blijkbaar in een vasten slaap. Ik liet de jaloezieën nog wat meer zakken, om de kamer koel te houden, zette een glas frisch water op het tafeltje naast zijn bed en liep op mijn teenen naar de deur. Ik herinner mij, hoe ik den sleutel in de deur in het oog kreeg, en hoe ik ten slot te, min of meer met een beschaamd gevoel van iets geks te doen, de deur achter mij op slot deed, en den sleutel in mijn zak stak. Ik had dat gevoel, iets geks te doen, nog sterker, toen ik door die ruime hall keek, met zijn open ramen, waardoor een rustige zomermorgen naar binnen kwam, met zijn versleten oude kleeden, met zijn open deu ren, die een glimp te zien gaven van fris- sche slaapkamers welke er prettig uitzagen met hun smaakvolle sits en hun vroolijke gordijnen. Aan den muur hing een prachtig geslepen spiegel en hier en daar waren boe- kenstandaards, die vol waren met versle ten boeken, die, zooals ik later te weten kwam, een gedeelte waren van den over vloed der groote bibliotheek beneden. Neer, in een huis als dit kon beslist niet zoo iets gebeuren, als waarop Bayard gezinspeeld had. Op de trap liep ik tegen een dienstmeisje aan, met een frissche groene jurk en een helder-witte schort. Zij lag op haar knieën de trap te boenen, en keek op, om mij vriendelijk goedenmorgen te zegen. Blijk baar wist zij, dat ik er was, en waarvoor, want zij toonde geen zweem van verbazing, en zei tegen mij, dat het ontbijt binnen een kwartier klaar zou zijn. Zij was een nogal leelijk meisje, stevig en erg netjes: juist het dienstmeisje, dat men verwachten zou, dat Adela Thatcher zou kiezen. Zij heette Florrie. Na een rustig ontbijt met miss Adela en Janice Adela zag er een beetje strenger uit, met haar gouden lorgnet en in haar heldere linnen jurk, en Janice zag er onge looflijk lief uit boven de roze rozen, die zij voor de ontbijttafel meebracht ge durende hetwelk de conversatie vriendelijk was en voorzichtig beperkt werd tot den tuin, zonder dat er een woord over Bayard of revolvers, of wonden en dokters gespro ken werd, keerde ik naar de kamer van mijn patiënt terug. Dien dag, het was Donderdag, den 7en Juli, bracht ik in zijn kamer door, of buiten op het kleine balcon. Hij sliep het grootste deel van den dag, en ik keek naar de ver schillende menschen, die voor de huis houding kwamen en gingen, en ik dacht over zijn niet te gelooven aanduiding feitelijk was het een constateeren dat iemand van de familie geprobeerd had hem te vermoorden. Volgens mij was het niet waar. Het was waar, dat het ongeluk be paalde eigenaardige kanten had, maar geer van deze was geheel overtuigend. Het kwam ook bij mij op, dat het een beetje vreemd was, dat Hilary geen enkele vraag had gedaan over het ongeluk; hij had niet gevraagd, hoe het gebeurd was, of wanneer of met welke revolver, of „wist Bayard niet, dat hij geladen was?", en hij maakte geen enkele van de in zoo'n geval gebruikelijke opmerkingen. Maar miss Adela had hem reeds van de zaak op de hoogte gebracht, en het was, in ieder geval, een onbeduiden de geschiedenis. Het kleine balcon zag uit over den rozen tuin en over een deel van het grasveld, en, lang uit op den langen ligstoel, die op het balcon stond, kreeg ik verschillende dingen van de huishouding te zien. Een klimplant klom tegen het balcon op, en de takken waren vol rozen, en op dit plekje was het bijna niet uit te houden van den geur. Tot vandaag toe denk ik, wanneer ik door de zon gestoofde rozen ruik, aan de zaak- Thatcher wat, als ik er over ga naden ken, een nogal vreemde tegenstelling is. Janice, die er slank en erg lief uitzag, in haar bleek-groene japon, met het zonlicht op haar warme, donkere haar, werkte een tijdje in den tuin, en was aan het spitten rondom de groote gladiolussen, die begon nen te bloeien, en zij deed het handig, zon der handschoenen, en gaf op een besliste kalme manier, haar orders aan een soort tuinman, een man, die voor alles klaar moest staan, en die, zooals ik later te we ten kwam, Higby heette. Eén keer kwam Adela bij haar, en werd gevolgd door een ouden, dikken hond die haar lieveling scheen te zijn, en de twee spraken met el kaar, naar het mij leek, op een nogal ge agiteerde manier. En één keer, gedurende den morgen, kwam het gele autotje weer de laan oprij den. Er zaten twee menschen in, dezen keér, een vrouw, die ik vermoedde, dat Evelyn was, die ik had hooren noemen, Hilary's vrouw, en een jonge man. Zij praatten ook een tijdje met Janice, en ik was in de gele genheid hen langdurig, al was het dan ook niet van heel dicht bij, gade te slaan. Evelyn was een groote, opvallend-knappe vrouw, van omstreeks veertig jaar, met glanzerd blond haar, dat zij in een eenvoudige knot in haar nek droeg met een bruin gezicht, een fijn profiel, en oogen, die, zooals ik later ontdekte, zeer donkerbruin waren. Zij zag er ook uit als iemand van zeer goede fami lie; haar manieren waren evenwichtig en eenvoudig, zij had een aangeboren waardig heid, en was toch eenvoudig en open, en had charme, wat van alle vrouwen der fa milie Thatcher het bijzondere was. Ik be trapte mij zelf er op dat ik dat misbruikte en verouderde woord „aristocraat" weer gebruikte: het was het eenige woord, dat je gebruiken kor), om de Thatchers te be schrijven. De jonge man, die haar vergezelde en die met Janice bleef praten, toen Evelyn That cher het huis Inging, leek zóó sprekend op Evelyn, dat ik eerst dacht, dat hij haar zoon was. Toen ik scherper keek, merkte ik echter, dat hij daarvoor te oud was, en kwam ik tot de conclusie, welke juist bleek, dat hij haar broer was. Later kwam ik te weten, dat hij Allen heette Allen Carick en dat hij bü de familie Hilary Thatcher op den heuvel logeerde. Indien ik vermoed had, welk een belang rijke rol hij spelen zou in het vreemde en vreeselijke drama, dat toen, zonder dat lk het wist, bezig was zich te ontwikkelen, zou ik meer aandacht aan hem geschonken heb ben. Op dit oogenblik lette lk slechts vluch tig op hem, ofschoon het mij trof, dat hij een keer, toen Janice haar hand schramde aan een doom van de rozen, die zij aan het snijden was, haar hand greep, en de schram met wat meer bezorgdheid dan wel noodig was bekeek. En ik was er bijna zeker van, dat Janice een beetje bloosde, ofschoon het ook mogelijk was, dat dit toe te schrij ven was aan de hitte van de zon. Dave Thatcher, die natuurlijk, Janice's man was en de jongere broer van Adela en Huary, verscheen niet aan de lunch of aan het middagmaal. Aan de lunch hoorde ik Emmeline aan miss Adela vertellen, dat hij naar het kerkhof was gegaan, wat wei eenigszins het kleine mysterie, dat om hem heen begon te hangen, grooter deed wor- "Bn* Vooral, toen uit iets, dat Janice zei, mij duidelijk werd dat op het kerkhof, waarover gesproken werd, het familiegraf was, en dat het zich op ongeveer vijf minu ten afstand van het huis bevond. Niet be paald een tocht voor een geheelen dag. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6