JCeeA 6L School Spott Kerk, jeugd en ouders. geïgBif aChr'Dtrad ^v'ond ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAG 11 FEBRUARI 1937 AFSTANDSAANDUIDINGEN LANGS RIJKSWEGEN. van ds. R. Dijkstra. Op uitnoodiging van de chr. jongelings- Waakt en Bidt op ds. R. Dijkstra uit Am- ÏT ouTe^61 eW lMbg °Ver "Kerk' WaniM-s^prak^dezè ^eif T* dS welkom tot de vele aanwezigen^Tde zad waaron d!W °- ta' Van °ude^ jtwam U k s t r a aan het woord Spr. begon met aanhaling van een En- f«rCf» Sh»KKVer' getuigde' tot zijn 15e jaar te hebben geloofd, dat zijn vader alles wist. De tegenwoordige jeugd zei spr., die de meeening van den Engelschman was toe gedaan geweest - denkt wel een weinig anders. 6 De meening van den Engelschman nader nagaande, zei spr., dat deze op 20-jarieen leeftijd méér meende te weten dan zijn vader en op zijn 30ste jaar vroeg hij dezen nimmer meer om raad in moeilijke ^eval- len, want vader wist het toch niet! Op het 40e jaar was het anders: de zoon geloofde weer, dat vader veel wist! Zoo is het ook nu nog, zei spr., en zoo was het ook in de jeugd van Jacob en Ezau en Absolom: het is altijd zoo geweest De tijden echter waren voor de ontwikkeling van persoonlijkheden niet altijd even pe schikt. Juist is de wel gemaakte opmerking, dat de jeugd weieens brutaal kan zijn, maar was dat vroeger niet zoo? Het ligt aan de ouders, om daaraan paal en perk te stellen en te zorgen baas te blijven, maar daarbij moeten zij er voor waken tirannen te wer den en b.v. n>et de kinderen thuis het zwij gen opleggen bij alle dingen. Spr. gaf een staaltje van ondeugendheid van jongens, waarbij meermalen woorden bebezigd werden, welke zij niet thuis, maar op de straat leerden. In zulke gevallen mag straf niet uitblijven; dat is een belang van de ouders èn van de kinderen èn van de kerk. De kinderen moeten gehoorzaamheid leeren en aan de ouders gehoorzaam blijven, zoolang zij thuis zijn. Meermalen is ingrij pen van de ouders reeds noodig, al zijn die ook nog slechts vijf jaar. Spr. gaf daarvan een voorbeeld, waarbij hij de opmerking plaatste, dat het noodig is gebruik te maken van hetgeen de kinderen lezen en daarna in zichzelf verwerken. Kerk, jeugd en ouders vormen een trio, dat geheel bij elkaar behoort, ofschoon zij hoe langer zoo meer uitelkaar worden ge rukt, vooral doordat de jeugd zooveel wordt verwend: immers men zegt, dat de jeugd dit en dat vraagt, dat altijd bij alles met haar rekening moet worden gehouden, enz. Het wetenschappelijk systeem der opvoe ding is vooruitgegaan en vele dingen bij de opvoeding zijn anders dan vroegér, maar of het met de opvoeding in haar geheel nu zooveel beter is dan vroeger, betwijfelde spr. wel ten zeerste. Sprekende over de jeugd en den kerk gang, zei ds. Dijkstra, dat men voor de jon geren (tot b.v. 25 jaar) een specialen kerk dienst noodig acht, omdat zij bij den ge wonen dienst niet voldoende bevredigd zouden kunnen worden. De Amsterdamsche kerkeraad was er aanvankelijk niet vóór ge weest, en zei spr. de tegenstanders hebben gelijk. Als men speciale diensten voor jongeren wil, moet men eigenlijk wel wéér splitsen in diensten voor verschillende beroepen en diensten voor jongens en meis jes. Men begrijpt, dat hier groote moeilijk heden zouden ontstaan. Spr. haalde ds. Ber- kelbach van der Sprenkel aan, die aanhan ger was van de meening, dat de predikant zoodanig zou moeten preeken, dat hij ook de jongeren moet kunnen boeien met een goed gefundeerde preek. Het verzet in Am sterdam is thans gebroken, men heeft zich neergelegd bij het instituut „jeugdkerk". Spr. vertelde een en ander van zijn er varingen als voorganger in een jeugddienst Hij had eens een brief gekregen van een jongeling, die hem verweet in een jeugd dienst te Hilversum dezelfde preek te heb ben uitgesproken als des voormiddags in den gewonen dienst te Amsterdam, Maar, zei 8pr., ik doe nooit anders, nimmer maak ik een speciale jeugdpreek, zij het dan dat ik misschien enkele uitdrukkingen iets anders geef. In dit verband wees spr. op Jezus: deze had toch ook geen aparten godsdienst voor de jongeren. Spr. meende, dat kinderen gerust met de ouders naar de kerk kunnen gaan, den leeftijd waarop met de kinderen kan worden begonnen, zullen de ouders zelf moeten bepalen. Spr. was vanaf zijn zesde jaar geregeld meegegaan en had de kerk- sfeer prettig gevonden. Als de kinderen tij dens de preek niet kunnen stilzitten, moet men hen nog niet meenemen. De predikan ten hebben in de laatste jaren wel geleerd dat een preek van twee uren niet met volle aandacht kan worden aangehoord, ook niet door de ouderen. In elk geval moeten de kinderen meege nomen worden naar de kerk, zoodra zij on geveer 12 a 13 jaar zijn geworden. En dan is het wenschelijk, dat de ouders thuis met de kinderen het onderwerp van de preek nogeens kort nagaan, om te weten of en hoe veel deze ervan hebben begrepen en ont houden. Op deze wijze kan er van de kerk véél meer heil uitgaan. De kerk heeft de teak de jeugd en vooral de rijpere jeugd te onderwijzen door middel van catechisatie en de ouders hebben den plicht de kinderen dat godsdienstonderricht te doen volgen. Maar wat komt er in de practijk van terecht? Spr wees hierbij op de vele cursussen, avondscholen enz., die de kinderen opeischen en waarvan de ouders veelal zeggen: „Daar moeten zij toch heen, opdat zij zich later in de wereld zullen kun nen redden". Deze meening heeft men ook wel m gods dienstige kringen, maar, vroeg spr., is zij wel juist? Toch altijd is nog waar, dat men allereerst het Koninkrijk Gods heeft te zoe ken. Heel vaak worden de catechisaties schromelijk verwaarloosd en dat bewijst dat de ouders hun plicht niet voldoende voelen. Spr. zou er vrede mee hebben, als de ouders, die hun kinderen wegens cursus sen enz. niet naar de catechisaties sturen, slechts zorgen dat hun kroost geregeld des Zondags in de kerk komt. Dat gebeurt ech ter veel te weinig, zoodat de grondstellin gen van het geloof bij de rijpere jeugd hope loos onbekend zijn (spr. bedoelde hiermee vooral de jongeren in de groote steden Spr. stelde vast, dat de ouders moeten zorgen hun kinderen godsdienstonderwijs te doen volgen. Zij moeten ook toezicht op de lessen voor de catechisatie uitoefenen, er moet samenwerking zijn tusschen kerk en gezin. Spr. waarschuwde ertegen om de jeugd te doen verdiepen in de vele zware vraagstuk ken van dezen tijd: het eerst noodig is te kennen de grondstellingen van het geloof. Jeugd en kerk zullen ten ondtr gaan, als God niet verhoedt het voortgaan op den weg, waarop de ouders hun kinderen de laatste jaren laten gaan. De prachtigste jeugdorganisatie en al wat ermee samen hangt, zal niets baten, als de catechisaties blijven verwaarloosd. Een drietal vragen gesteld Na een korte pauze werden door drie heeren uit de zaal vragen gesteld, welke door ds. Dijkstra werden beantwoord. Hy stelde hierbij vast: 1. Het is juist, dat kinderen niet allen even bevattelijk rijn voor verschillende onderwerpen. Men make zich dan echter niet ongerust, de oorzaak ligt aan de gevoeligheidsperioden in het jonge leven. Als het kind eerst wél en late niet meer geeft om geloofszaken, komt de godsdienstzin wel weer terug. Er kan echter ook een onverschilligheid ontstaan tenge volge van de vervlakking van onzen tijd, die het moeilijk maakt zich te concentreeren bij godsdienstvragen. Gelukkig dan degenen, die in achter hen liggenden tijd leerden van den godsdienst. Zij zullen daarin steun vin den. 2. De jeugddiensten zijn in het leven ge roepen door fouten van den gewonen dienst. Zoodra die fouten zijn opgeheven, moeten de jeugddiensten weer vervallen. 3. Juist is, dat de tijdsomstandigheden van grooten invloed zijn geweest in de denk wijze en den geloofszin. Het nieuwe heeft wel veel goeds gebracht, maar is toch ook niet zonder gevaren. Zoo is b.v. de bioscoop te vluchtig. Men moet het nieuwe gebruiker, ook ten dienste van ernstige vragen in het leven, de wijze om deze op te lossen zal zeker anders moeten zijn dan voorheen: be langstelling voor vraagstukken op verschil lend gebied moet men blijven wekken. £n dan: men moet vooral de interesse voor kerk en catechisatie aankweeken. Ds. W a r n e r s bracht den spreker dank voor zijn betoog en sloot dan, nadat nog ge zamenlijk gezongen was Gez. 836, de samenkomst met dankzegging. SAMENWERKING VAN RICHTINGEN. Vrucht van „Kerkopbouw". Men schrijft aan het Hbld.: In de herv. gemeente Heerhugowaard, die een vrijzinnigen kerkeraad en een vrijz. predikant heeft, waren onlangs twee ouder paren, die hun kinderen gaarne gedoopt zagen door een orthodoxen predikant. De gebruikelijke weg daartoe is dan gewoon lijk, dat men de bereidwilligheid inroept van de herv. gem. te Broek op Langendijk. Ds. L. J. v. d. Kam, de predikant te Heer hugowaard, was echter, meenende, dat de doop in eiger. gemeente behoort te geschie den, bereid als lid van „Kerkgebouw" een orthodoxen predikant, die eveneens lid van die vereeniging zou zijn, voor een doopbeurt uit te noodigen met dien verstande, dat men van beide kanten zou weten: hoewel wij niet gelijk zijn, zijn wij toch één. Zooals hand en voet niet gelijk zijn, en toch de één niet min der is dan de ander en ze tezamen mede het menschelijke lichaam vormen, zoo kunnen ook de uiteenloopende zienswijzen binnen de vereeniging „Kerkopbouw", hoewel niet gelijk toch tezamen „het Lichaam van Chris tus" de kerk vormen, als een eenheid bij verscheidenheid. Op deze basis was ds. K A. Schipper van Eetersheim bereid, den doop te Heerhugowaard te bedienen, zooals nu Zondag is geschied. Zoo kan de verhouding tusschen rechtzinnig en vrijzinnig dus ook zijn. Mogen steeds meer zwaluwen het nade rende voorjaar doen aanbreken! WARENHUIS BENADEELD. Voorwaardelijke straf opgelegd. Het Hof te Amsterdam veroordeelde van daag een 41-jarige vrouw uit Santpoort we gens heling van goederen, gestolen uit een warenhuis te Haarlem, conform den eisch van den procureur-generaal tot een voorw. gevangenisstraf van zes weken met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank had een onvoorwaardelijke straf van zes weken opgelegd. MILITAIRE TELEFOONDRADEN GESTOLEN. Zes maanden tegen drie verdachten gerequireerd. De telefonische verbinding tusschen den Centralen Post Artillerie-inrichtingen te Hembrug en den Militairen Centralen Post te Amsterdam, een rijksleiding, was in den nacht van 28 op 29 December plotseling ge stoord. Niet voor de eerste maal. Reeds twee keer was de verbinding vernield en een stuk telefoondraad gestolen. De mili taire en politioneele autoriteiten hadden hun maatregelen goed getroffen. Om het kwar tier werd de verbinding geprobeerd, zoodat de daders slechts heel weinig tijd zouden hebben om zich uit de voeten maken, wan neer zij hun vernielend werk eventueel zou den herhalen. In den bewusten nacht trok onmiddellijk nadat de melding: „Militaire telefoonlijn ge stoord" was binnengekomen, de militaire politie er op uit, de wegen in den omtrek werden afgezet en het terrein nauwkeurig doorzocht. Er was ongeveer 4 K M. draad afgeknipt. Tusschen den Spaarndammerdijk en het Noordzeekanaal trof de politie drie jonge mannen, twee schilders en een chauffeur, aan. Zij hadden gonjezakken bij zich en vlak in de nabijheid lag een rol gestolen koper draad. Gisteren stond het drietal terecht voor de Vierde Kamer der Amsterdamsche rechtbank. Vernieling en diefstal had de officier ten laste gelegd. Uit het verhoor van de politiemannen bleek, dat na de arrestatie geen vernielingen meer plaats hadden. Verdediger, mr. Pauwels: Zijn u ook ge ruchten bekend, dat dit het werk van com munistische of anarchistische elementen is geweest? Een der getuigen had dit verhaal inderdaad gehoord. In die richting is ook een onderzoek ingesteld, zonder dat dit tot eenig resultaat leidde. De jongens beweer den, dat zij in het veld waren om groenten te stelen. De telefoondraden hadden ze ge vonden. Mr. Pauwels: Zijn er ook instrumenten gevonden? Neen, geen van de militairen had een tang of een ander werktuig kunnen opsporen. De officier van justitie mr. de Muinck Keizer vond het een sterk en brutaal staal tje, een bewijs van verwording van de mo derne straatjeugd. Spr. requireerde tegen de verdachten gevangenisstraffen van zes maanden. De verdediger mr. Frangois Pauwels achtte niet bewezen, dat deze jongens de leiding hadden vernield. Zij hadden heel andere bedoelingen en zij waren niet in het bezit van werktuigen. Subsidiair drong de ver dediger met klem op clementie aan in den vorm van een voorwaardelijke ve^oordee- ling. Vonnis 24 Februari. ZIJN MOEDER MISHANDELD. Verdachte tot drie jaar gevangenis straf veroordeeld. De 26-jarige E. S. uit Stadskanaal, tegen wien de officier van justitie te Groningen de vorige week wegens mis handeling met geweldpleging zes jaar gevangenistraf eischte, werd heden door de rechtbank te Groningen tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld, met aftrek van de preventieve hechtenis. In den avond van 3 December j.L had de man zijn 67-jarige moeder, die in een woonscheepje in Ter Apel woont, in een nabijgelegen bosch gelokt, waar hy haar met een hamer op het hoofd sloeg, waardoor de vrouw zware hoofdwonden een een hersenschudding opliep. De vrouw zakte bewusteloos ineen. De on verlaat ging er toen met haar porte- monnaie vandoor. Zoowel bij het politieverhoor als voor de rechtbank trachtte de moeder haar zoon zooveel mogelijk te verschoonen. Zij zeide ojn., dat zij niet wist, dat het haar zoon was geweest, die haar had neergeslagen. RELLETJES BIJ „DE BEUL". Straf verhoogd. Het Amsterdamsche gerechtshof ver oordeelde vandaag den jongeman W. wegens mishandeling van een agent van politie in functie, tijdens de vertooning van het tooneelstuk „De Beul" in den Stadsschouwburg te Amsterdam, op December 1935, tot een voor- waardel ij ke gevangenisstraf van twee maanden met e proeftijd van drie jaar en tot /50boete. Het gerechtshof achtte termen aanwe zig om de straf, door de rechtbank op gelegd 50 boete) te verhoogen. De procureur-generaal had 50 boete gerequireerd. 100 K.M. OP DEN NIEUWEN RIJKSWEG DELFT—OVERSCHIE. De chauffeur K., wonende te 's-Graven- hage, die op den nieuwen rijksweg tusschen Delft en Overschie had gereden met een snelheid van 100 K.M. en by de kruising met den Ackerdijkscheweg te Delft een aan rijding had veroorzaakt, stond wegens het in gevaar brengen van de veiligheid van het verkeer gisteren voor den Delftschen kan tonrechter mr. dr. Ph. B. Libourel terecht. Hij was echter niet verschenen, doch zijn belangen werden behartigd door mr. C. Vlot uit Scheveningen, die erkende, dat ter plaatse was gereden met een snelheid van 100 K.M. per uur. De ambtenaar van het O.M. mr. F. Hol lander wilde de aanrijding buiten beschou wing laten, aangezien het hier ging om de vraag: Mag op dezen weg met een derge lijke groote snelheid worden gereden? Spr. meende, dat de nieuws ryksweg tusschen Delft en Overschie niet voor groote snel heden geschikt is, omdat er zijwegen op uit komen en het op- en afgaand verkeer niet gescheiden is. Spr. vroeg 75, subs. 1 maand hechtenis. De verdediger, mr. Vlot, kon niet inzien, waarom zulk een snelheid op den nieuwen ryksweg niet verantwoord zou zijn en hij citeerde een uitspraak van den Delftschen politie-commissaris: „Als een automobilist hier nog geen 100 K.M. mag rijden, waar zou hy het dan wel mogen?" De kantonrechter besloot de zaak twee weken aan te houden, teneinde een drietal deskundigen, w.o. iemand van den A.N.W.B., te hooren. Ho« kleiner u den hoek naar links maakt, hoe grooier het ongeluk, dat erin past.('tb veel minder tijdroovend om In alle bochten altijd rechts te houden). Het Rijkswegennet in hoofdverkeers- routes ingedeeld. Bij circulaire van den minister van water staat is bepaald dat, onafhankelijk van de gebruikelijke hectometerpaaltjes, ten ue- hoeve van het snelverkeer langs alle Rijks wegen op onderlingen afstand van 1 kilo meter, afstandsaanduidingen zullen worden geplaatst. Dit zijn borden, 60 c.M. breed en 70 a 80 c.M. hoog, welke dicht by de verharding, voor elke verkeersrichting ter rechterzijde van den weg, aangebracht worden. Behalve den naam van de plaats, welke als nulpunt van telling in de gevolgde richting geldt, met het kilometergetal tot die plaats, draagt het afstandsbord ook den naam van de eerst volgende plaats van beteeken is met den af stand. Als beginpunten van telling worden be langrijke plaatsen aangehouden; in de cir culaire wordt aanbevolen omtrent het aan te nemen nulpunt overleg te plegen met den A.N.W.B., omdat deze reeds de geheele kilometreering langs de Rijkswegen in on derling verband met die van de overige wegen verzorgt, en op deze wijze voorkomen wordt, dat de door het Rijk en de dgor den A.N.W.B. langs de wegen vermelde kilo meterafstanden van elkander zouden ver schillen. Verder zullen de afstandsborden op de achterzijde nog gegevens over de vorige plaats van beteeken is en den dichtstbij zijn- den hulppost bevatten, zoodat de automobi list in voorkomende gevallen weet waar hij hulp kan halen. Indeeling in hoofdverkeersroutes. Een geheel nieuwe instelling in onze Nederlandsche wegenaanduiding, zoo schrijft de A.N.W.B. ons, is de indeeling van het Rijkswegennet in hoofdverkeersroutes. De circulaire geeft een opsomming van de trajecten welke als zoodanig worden be schouwd, waarbij elke route met een hoofd letter is aangegeven. Deze letter wordt op de afstandsborden langs de wegen vermeld, zoodat de automo bilist steeds kan zien op welke route hy zich bevindt. Zoo bijvoorbeeld wordt de route Den HaagUtrechtEdeArnhem Emmerik met een „H" aangegeven, de route AmsterdamUtrechtGorinchemBreda Antwerpen met een „C". Een soortgelijk systeem bleek in het bui tenland reeds voordeelen voor den automo bilist op te leveren en het is toe te juichen dat de Rijkswaterstaat tot de invoering in ons land besloten heeft, ofschoon de kleine afstemden in ons land, vergeleken bijvoor beeld bij de lange „routes nationales" in Frankrijk, het vraagstuk uiteraard wel een eenigszins ander aspect geven. Dit komt vooral hierin naar voren dat over relatief groote afstanden verschillende hoofdroutes samenvallen. Zoo loopt bij voorbeeld route „L", RotterdamUtrecht Groningen, gedeeltelijk samen met route „H", Den HaagUtrechtEmmerik. Zwemmen. RIE MASTENBROEK TRAINT WEEK. Thans onder leiding van mevr. Vuyck. Rie Mastenbroek heeft gisteren voor het eerst weer in het zwembad aan de Tuinderstraat getraind. Dat is de ver blijdende tijding, die wij, aldus de Tel., zwemlievend Nederland kunnen brengen en het blad kan er bovendien a; toevoegen, dat de training gericht was op het deelnemen aan personeele wed strijden Het plan om in de toekomst nog slechts aan estafette-races deel te ne men, schijnt Rie derhalve te hebben laten varen Rie heeft Zaterdag een bespreking gehad met mevrouw Vuyck, de vroegere secre taresse yan de O. D. Z. en deze heeft aan Rie's verzoek gehoor gegeven en de leiding van haar training cp zich genomen. Mevrouw Vuyck heeft zich in dit verband gewend tot den K. N Z. B., die deze oplos sing zeer toejuicht. Mevr. Vuyck is. nadat nog gistermiddag mevr. Suttorp haar dit had medegedeeld, daarop met Rie naar de Tuin derstraat gegaan, waar de eerste training onder de nieuwe leiding plaats vond Naar mevr. Vuyck vertelde, is het niet de bedoeling dat zij in de toekomst alle le den van de O. D. Z. onder haar leiding zal nemen. Voorloopig is het alleen nog Rie Mastenbroek, die al haar zinnen gezet heeft op de 200 meter rugslag. Rie is nog niet ge heel over de teleurstelling van haar plotse linge verhindering der vorige week heen en schijnt er alles op te zetten in de toekomst een aanval op het wereldrecord, dat thans in handen is van Nida Senff, te doen. Wellicht bestaat de mogelijkheid, aldus mevr. Vuyck, dat later nog eenige meisjes by de training komen, wanneer het om een zoo sterk mogelijke estafetteploeg voor de O. D. Z. gaat, maar voorloopig zal Rie ge heel alleen oefenen. Vast staat het evenwel, dat zij gedurende de maand Maart niet aan wedstrijden zal deelnemen. Mevr. Vuyck verzekerde ons, dat deze op lossing voor de O. D. Z. de beste is en dat ook mevr. Braun deze heeft goedgevonden. Mevr. Vuyck heeft vijf jaar lang zelf onder leiding van mevr. Braun getraind en met haar de leiding van de geheele O. D. Z. behartigd. Welke opvolgster? Het blad had .nog een kort onderhoud met mevr. Volmer, de tegenwoordige secretares se van de O. D. Z., die mededeelde, dat iedere zwemster het recht heeft zich haar eigen training te kiezen. Op de bestuursver gadering van Vrijdag a.s. zal een en ander evenwel nog een onderwerp van bespre king uitmaken. Ook daar zal worden vast gesteld, wie de opvolgster van mevr. Braun. nu deze naar Den Haag vertrekt, zal wor den. Wie het echter ook zijn zal, aldus mevr. Volmer, zeker is, dat de taak van de opvolg ster niet gemakkelijk zal zijn. Er is ten slotte maar één mevr. Braun, waaraan alle meisjes even gehecht zijn. Mevr. Braun be zit een niet te evenaren energie en dit maakt het voor haar opvolgster des te moei lijker. Is alles tusschen Rie en mevr. Braun dan af? zal men zich afvragen, Niets van dit al, de verhouding tusschen dit zoo in één adem te noemen duo, is nog opperbest en toen zij elkaar een dezer dagen ontmoeten, was de begroeting zelfs allerhartelijkst. Slechts zijn er omstandigheden, waardoor Rie niet meer onder mevr. Braun kan trainen. Nu Rie evenwel haar element weer heeft opgezocht en de wedstrijd-training ter hand heeft ge nomen, kunnen wij slechts verheugd zijn over het feit, dat de Nederlandsche zwem- wereld een van haar grootste krachten heeft behouden. NIEUW WERELDRECORD 400 METER BORSTCRAWL. Ragnhild Hveger brengt het op 5 min. 14,2 sec. Tijdens de internationale zwemwedstrij den, welke gisteravond te Kopenhagen wer den gehouden en waaraan verschillende Nederlandsche zwemsters deelnamen, is Ragnhild Hveger er in geslaagd het wereld record op de 400 meter borstcrawl, dat op naam stond van Willy den Ouden met een tijd van 5 min. 16 sec., gevestigd op 12 Juli 1934 te Rotterdam, te verbeteren en te brengen op 5 min. 14.2 sec. Ragnhild Hveger kwam in dit nummer uit tegen Tini Wagner en haar landgenoote Grete Frederiksen. Tini Wagner bleef ver by de Deensche zwemster achter en moest nog feilen strijd leveren om de tweede plaats te bezetten voor mej. Frederiksen. Op de 200 meter schoolslag heeft Jopie Waalberg op schitterende wijze party gege ven aan de Deensche zwemster Inge Soe- rensen. Voor beiden werd een tijd genoteerd van 3 min. 4.4 sec. Natuurlijk werd de 100 meter rugslag dames door Nida Senff gewonnen Haar tyd van 1 min. 15.2 sec. was bijzonder fraai.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9