De draaihartigheid in on^e~k^or
Land- en Tuinbouw
Bijeenkomst van de Provinciale Commissie.
LEZING VAN Dr. LEEFMANS.
Spott
De Zesdaagsche te Antwerpen.
'fitomHaaal 'flieums
BROEK OP LANGENDIJK
HEERMUGOWAARD
SCHERMERHORN
In het Paviljoen Kinheim kwam gister
middag de Prov. Commissie uit de veilingen
in Noordholland met de afgevaardigden uit
de veilingen bijeen om een en ander te ver
nemen over de onderzoekingen van dr. Leef-
mans naar de oorzaak van de draaihartig
heid by onze koolsoorten.
De vergadering werd ook bijgewoond
door den inspecteur van den tuinbouw, den
heer Van der Plassehe, den heer v. Poeteren,
hoofd van den Plantenziektenk. Dienst!
den heer mr. Backer, chef van de eerste
afdeeling van de Prov. Griffie en door den
heer Rietsema, tuinbouwconsulent, die door
den voorzitter, den heer J. Ootjers, speciaal
welkom werden geheeten.
De heer Van der Plassche herinnerde aan
de nadeelige gevolgen, welke de tuinbouw
sinds jaren van de draaihartigheid onder
vindt. De •directeur van den landbouw
achtte hierover een rapport wenschelijk,
terwijl de Plantenziektenkundige Dienst
-ich over de kwestie in verbinding had ge
steld met de Prov. Commissie uit de veilin
gen en overeenkomstig den wensch van den
directeur-generaal van den Landbouw wer
den de onderzoekingen gemeenschappelijk
verricht.
Wij hebben ons aldus spr. gelukkig
geacht Dr. Leefmans bereid te vinden, het
onderzoek naar de draaihartigheid op zich
te nemen. Namens den dir.-gen. van den
landbouw sprak spr zijn vreugde uit over
de goede samenwerking, die verkregen is.
Dr. Leefmans bracht dank aan den plan-
tenziektekundigen dienst, aan den heer v.
Herwijnen en aan den heer Rietsema voor
den steun aan hem bij zijn onderzoekingen
verleend.
Reeds in 1907 zoo vervolgde spr.
schonk prof. Quanjer aandacht aan het on
derwerp. Hij determineerde de mug en stelde
den samenhang tusschen de draaihartigheid
en de mug vast. Bovendien legde hij zijn
oor te luisteren in de practijk. Hij wist
reeds, dat er drie aanvallen per jaar waren
en had verschillende proeven ter bestrijding
van de draaihartigheid genomen. Na hem
werd er door den DlantenziekteVundigen
dienst wel gecontroleerd, doch een eigenlijk
onderzoek had daarna pas plaats in 1929
door Stiethoff, die eveneens biologische
waarnemingen deed. doch slechts 21/2
maand aan het vraagstuk kon werken. Hij
deed verdienstelijke pogingen om het ver
band tusschen het klimaat en de plaag vast
te stellen en door hem weten wij, dat de
bodemtemperatuur iets hooger is dart de
luchttemperatuur, doch het verband tus
schen het klimaat en de plaag wist hij
niet vast te stellen. De eieren van de mug
gen waren nog niet bekend. Dit was wèl het
geval in het buitenland, waar in 1912 de
Engelschman Taylor daarover mededeelin-
gen publiceerde, we'ke publicaties evenwel
aan Stiethoff waren ontgaan.
De Fransche onderzoeker Olanbel, die in
1931 in Parijs werkte, vond, dat er 3 gene
raties waren, waarvan de eerste de grootste
schade deed en hij gaf als middel kali
bemesting aan.
Nog een andere Franschman meende iets
bereikt te hebben met afweerstoffen, waar
door de specifieke geur van de kool wordt
gemaskeerd. Die geurstof blijft echter kor
ten tijd merkbaar in de openlucht. Er kan
wèl gezegd worden, dat in het buitenland
geen afdoend middel tegen de draaihartig
heid is gevonden. Hoewel heel wat van de
biologie bemerkt was, was niet bekend, hoe
de insecten-vluchten neerkwamen. Spr. vond
dit juist van veel belang, want daarin ligt
een sleutel voor de oplossing van het
vraagstuk.
Met medewerking van den heer v. Her-
wynen zyn de vluchten vastgesteld met be
hulp van een vangtak. Voor de practijk
zitten daaraan belangrijke consequenties
vast. De plaats, waar de eieren worden ge
legd, ligt aan de basis van den groenen
kegel van de kool. Het aantal varieert van
448 en een gedeelte is onbereikbaar, omdat
het zit in opgerolde blaadjes. De eieren zijn
heel, heel klein. 1/41/3 m.M. lang en 0.07
m.M. dik. Het is dus een heele toer ze te
vinden. De larfjes blyven een dag zitten,
komen dan in het oksel van het blad of
kruipen naar binnen. Ze laten zich ook in
den grond vallen. De oudere larven kunnen
2 c.M. ver springen. Het eigenlijke fok-
stadium is 6 a dagen. De duur van de ge-
heele generatie bedraagt 2536 dagen.
Gewoonlijk verkleuren zy tot geel-wit. Later
worden ze meer donker-geel. De voeding-
wyze is een veelomstreden zaak. Daarover
bestaan 3 theorieën.
In ieder geval zijn het echte galvormers
en zy bergen zich zoo goed op, dat ze prac-
tisch by sluitkool met bespuiting niet be
reikbaar zyn. De larven zijn licht-schuw en
het is moeilijk ze waar te nemen, maar toch
gelooft spr. met Olanbel, dat zij de planten
Prikkelen tot vochtafscheiding en dat zy
zich daarmee voeden.
Zeker is, dat er een prikkel op de plant
wordt uitgeoefend, waardoor de galvorming
ontstaat zonder dat het blaadje beschadigd
wordt. Relatief is nog niet opgehelderd, wat
de stoffen zyn, die de galvorming veroor
zaken.
Men stuit nog op onoplosbare dingen, maar
vermoedelijk kan iets bereikt worden door
keering van den grond in het najaar of
voorjaar. De muggen krijgt spr. heel vroeg
in het voorjaar uit kassen. Het is gebleken,
dat de ontpopping al plaats vindt by tem
peraturen onder de 20° C. B.j lage tempera
turen zijn de wyfjes traag en leggen geen
eieren. De muggen komen verschillende uren
van den dag uit en de activiteit is bij warme
temperaturen zeer groot. Uit een bak van
een 1/2 M3. verkreeg spr. 3 muggen, het
geen 18600 per are beteekent. De versprei
ding in den grond is zeer onregelmatig. In
gevangenschap bedraagt de levensduur van
de muggen 15 dagen, doch spr. gelooft niet,
dat ze buiten zoo lang leven en vooral niet
als de temperatuur hoog is. Buiten schat
spr. den levensduur op 10 dagen.
De muggen nemen wel degelijk voedsel
op, het is dus mogelijk, ze te vergiftigen. In
kleine ruimten leggen ze de eieren moeilijk.
Bij sluitkool is het niet mogelijk met inseeïde
te werken.
Met zeepspiritus schaadt men de plant en
bovendien leveren larven, die 24 uur in
zeepspiritus hadden gelegen, nog muggen.
Met nicotine-preparaten is dat niet het
geval, maar daarmee krijgt men het eene
jaar resultaten en het andere jaar geen, er
moet dus nog iets anders in het spel zijn, wat
nog moet worden onderzocht. Spr. heeft
vele proeven genomen en zal daarmee het
volgend jaar nog doorgaan. Hy meent, dat
men by sluitkool met preparaten moet wer
ken in het eerste stadium, wanneer het hart
van de plant zich nog niet door een gal ge
sloten heeft. De muggen zijn gevoelig voor
pireterium. Maar naar een kleverige stof,
die lang kleefstof blijft om de muggen op te
vangen, moet nog worden gezocht. Ook ge
lukte het niet de muggen te vangen met
mosterdolie. De eerste periode, waarin de
muggen uitvliegen, valt tusschen 15 Juni
1 Juli. De tweede vlucht van 12 Juli
2 Augustus en de derde kleine vlucht van
19 Augustus27 Augustus. Het is echter
mogelijk, dat er een vaste tyd is, waarin de
muggen uitkomen, maar verband tusschen
de temperatuur en de plaag is er wel. omdat
bij lage temperatuur de muggen wèl uit
komen, maar de wijfjes geen eieren leg
gen. Een geheimzinnig verschijnsel noemde
spr. draaihartigheid bij planten in bepaalde
kassen, terwijl de draaihartigheid in bakken
weinig voorkomt.
Een lichtpunt.
Uit deze waarnemingen valt voor de
bloemkool een lichtpunt te constateeren. De
planttijd van de bloemkool is 1 Juli. Meestal
zijn de planten al geïnfecteerd, maar wy
kunnen zorgen, dat ze niet geïnfecteerd
worden uitgeplant. Wanneer wij in het na
jaar koolsoorten planten, die geen spruiten
hebben, dan is er weinig kans, dat er larven
aanzitten en men vergete niet, dat het bij
bloemkool zeer funest is, planten uit te
zetten, die reeds draaien Spr.'s plan is, by
de bloemkool de planten 10 dagen later uit
te zetten om de vlucht van de muggen te
ontgaan.
In de practijk is dit mogelijk gebleken.
Wenschelijk is, het plantenmateriaal te be
trekken uit een daarvoor geschikt gemaakt
warenhuis. Handelt men aldus, dan bereikt
men zeker, dat de planten voor 75 vrij
blyven van draaihartigheid. Ook bij de
teelt van sluitkool kan men met 't uitplan-
ten rekening houden met de vlucht van de
muggen en het uitplanten van niet-geïnfec-
teerd materiaal.
De onderzoekingen moeten echter nog
worden voortgezet, een afdoend middel
tegen draaihartigheid, waarnaar reeds 30
jaar is gezocht, is nog niet gevonden, doch
spr. hoopt het vraagstuk verder tot oplos
sing te brengen.
Het vraagstuk buitengewoon
moeilijk.
Ir. Rietsema constateerde, dat het vraag
stuk van de draaihartigheid buitengewoon
moeilijk is.
In de practijk te Warmenhuizen heeft men
de oplossing gezocht door het koolzaad in
Februari onder glas te zaaien en in Mei uit
te planten. Men heeft ook daar desondanks
besmet land, maar de ervaringen zijn toch
van dien aard, dat vele tuinders deze
methode toepassen. Een bezwaar is, dat zulke
kool te vroeg rijpt, doch dit moet men niet
te hoog aanslaan. By kool kan men n.1. door
selectie veel bereiken en het is dus mogelijk
een kool te kweeken, die een langere groei
periode vordert. Spr. gelooft dan ook, dat
men in de practijk in deze richting wel een
en ander kan bereiken. Het verlaten van de
bloemkool is niet in alle opzichten prettig
voor de tuinders, maar ook dat acht spr. van
buitengewoon veel waarde. Langs organisa-
torischen weg zou spr. iets willen bereiken.
Ook wilde hy wijzen op de mogelijkheid van
wisselbouw. In 1935 is hem gebleken, dat
men in de polders minder last had van
draaihartigheid dan in de koolstreken. Men
kan de zaak haar gang niet laten gaan. Ook
in de Wieringermeer krijgt men koolbouw
en het verheugde spr., dat de directie van de
Wieringermeer alle moeite wil doen, om het
probleem buiten de Wieringermeer te
houden. Voorts wees spr. op de stelling van
den rijkslandbouwconsulent Cleveringa, die,
om mirtder last van draaihartigheid te krij
gen, de groeiomstandigheden van de planten
wil verbeteren. Afgezien van dit vraagstuk
achtte spr. het probleem van de grondbqmes-
ting een kwestie van de eerste orde. De
bouwers in Westfriesland hebben zich de
laatste 30 jaar vrijwel ingesteld op het ge
bruik van kunstmeststoffen en het gebruik
van organische meststoffen in den steek
gelaten.
De aanwezigheid van plantenvoedsel in
den bodem is echter voor het resultaat mede
beslissend. De grond moet in een kruime-
ligen toestand verkeeren, opdat de wortels
zich naar alle kanten kunnen bewegen en
daar lucht kunnen aantreffen. In de tweede
plaats is het noodig, dat in den grond een
flinke hoeveelheid organische stoffen aan
wezig is. Ook de grondbewerking speelt een
rol Aan den Langendük heeft men de ge
woonte het land gedurende den winter te
laten liggen en pas in het voorjaar te ploe
gen. Daardoor wordt de grond door den veel
voorkomenden regenval geschaad. Spr. ge
voelde veel voor een najaarsbewerking van
den grond en beval ook desnoods om de
3 jaar een ondergrondsche ploeging aan.
Door het ploegen van den ondergrond ver
betert men de grondstructuur. Bagger is
goed, maar niet voldoende aanwezig. Over
stalmest kar. men moeilijk beschikken en
daarom beval spr. met ir. Cleveringa aan,
te werken met groenmest. Een groot deel
van het succes in den Wieringermeerpolder
is daaraan te danken.
Nadat de inleiders verschillende vragen
hadden beantwoord, sloot de voorzitter met
een woord van dank en de mededeeling, dat
het rapport later zal verschijnen.
INVENTARISATIE VAN STAPEL
PRODUCTEN.
De voorraad sinds 28 Nov. verminderd
met 2953 wagons.
De inventarisatie van stapelproducten
per 1 Febr. 1937 is voor de verschillende
hierna genoemde veilingen als volgt (de
cijfers betreffen resp. Roode kool, Gele kool,
Deensche witte kool, Uien en Peen): Aven-
horn „Avenhorn en Omstreken": 210.000,
260.000, 110.000. 490.000 en 520.000 K.G.;
Broek op Langendijk „L. G. C.": 2.798.000,
5.679.700, 4.035.800, 1.758.000 en 289.300 K.G.;
Grootebroek „De Tuinbouw": 231.000, 21.500,
20.200, 739.700 en 9.500 K.G.; Hem „De Zui
derkogge": 56.000, 62.400, 68.500, 307.400 en
48.200 K.G.; Hoogkarspel „De Eendracht":
9.000, 6.100, 18.500, 308.600 en 11.300 K.G.,
Medemblik „St. Joseph": 235.500, 55.500,
122.000, 140.700 en 4.500 K.G.; Noordschar-
woude „De Noorder Marktbond": 6.930.000,
3.750.000, 9.070.000. 1.450.000 en 410.000 K.G.:
Opperdoes „Ons Belang": 60.000, 291.000,
321.500, 100.700 en 34.700 K.G.; Obdam „De
Tuinbouw": 148.100, 191.600, 289.400, 234.400
en 330.800 K.G.; Warmenhuizen „Warmen
huizen en Omstreken": 3.824.000, 1.520.000,
2.389.500, 425.500 en 106.700 K.G.; Wognum
„De Volharding": 11.600, 10.000, 36.800,
77.500 en 17.000 K.G.; Medemblik „De Een
dracht": 60.000, 30.000, 40.000, 150.000 en
100.000. Totaal resp.: 14.573.800, 11.877.800,
16.502.200, 6.182.500 en 1.882.000 K G.
Totaal in wagons van 10.000 K.G., resp
1457, 1188, 1650, 618 en 188, totaal 5101 wa
gons. Op 28 November 1936 was voorradig,
resp.: 2306, 2046, 2426, 962 en 314, totaal 8054
wagons.
De voorraad is dus verminderd met: 849
wagons Roode kool: 858 wagons Gele kool;
776 wagons D. witte kool, 344 wagons Uien
en 126 wagons Peen, totaal 2953 wagons.
Op 1 Februari 1936 was voorradig: 543
wagons Roode kool; 176 wagons Gele kool;
525 wagons D. witte kool; 326 wagons Uien
en 128 wagons Peen. Totaal 1698 w.
CONSl'MPTIEMELK.
De Nederlandsche zuivelcentrale deelt
mede, 14 Februari t.m. 20 Februari 1937
consumptiemelk regeeringscontract, taxege-
deelte 6.25 cent, eventueel verhoogd met
premie of verminderd met afdracht voor de
kwaliteit; overmelk regeeringsminimumprijs
5.10 cent.
Afdracht bij levering in consumptie van
andere dan taxemelk 2.50 cent.
Voetbal.
HET KAMPIOENSCHAP VAN
NEDERLAND.
De Sportkroniek vermeld, dat de wed
strijden om het nationale kampioenschap
zullen aanvangen op Zondag 14 Maart en
worden voortgezet op 21 Maart en 29 Maart.
DE WERELDKAMPIOENSCHAPPEN 1938.
26 landen schreven reeds in.
Thans heeft ook Japan ingeschreven voor
de wereldkampioenschappen voetbal, welke
in 1938 in Frankrijk worden georganiseerd.
Op het oogenblik hebben de volgende lan
den in beginsel het besluit tot deelneming
genomen:
Tsjechoslowakye, Luxemburg, Zwitser
land, Finland, Noorwegen, Frankrijk, Por
tugal, Joegoslavië, België, Vereenigde
Staten, Polen, Lithauen, Zweden, Roemenië,
Iersche Vrijstaat, Nederla.nd.sch. Indië. Ne
derland, Duitschland, Palestina, Esthland,
Nederlandsch Guinea, Griekenland, Egypte,
Hongarije, Italië en Japan, in totaal dus 26
landen.
Naar men weet sluit dezer dagen de in
schrijving voor deze wereldkampioenschap
pen.
Zwemmen.
2 K.M.-WEDSTRIJD IN ALKMAAR.
D. A. W. zal de mogelijkheid
hiertoe onderzoeken.
Naar wij vernemen, bestaan er bij het
bestuur van D. A. W plannen om in den a.s.
zomer een 2 K.M.-zwemwedstrijd te organi-
seeren, welke dan een nationaal karakter
zal dragen.
Het zou in de bedoeling liggen een wed
strijd uit te schrijven voor senioren, jurio-
nes en buitenstaanders.
Indien daartoe de medewerking van het
college van B. en W., van de Prov. Staten
van Noordholland, van den rijkswaterstaat
en de politie zal kunnen worden verkregen,
zou de route zijn vanaf de groentenveiling
tot de vlotbrug en terug.
Daar evenwel de plannen nog in het
eerste stadium verkeeren, komen wij op een
en ander nader uitvoeriger terug.
Turnen.
DE HALTER S JEUGDUITVOERING.
De proefneming van de Halter, om een
aparten avond voor de jeugd te organisee-
ren, is volkomen gelukt, want de goed be
zette zaal der Harmonie heeft met veel ple
zier de jongens en meisjes aan het werk ge
zien.
Het programma was weer zeer varieerend
en de verschillende cursussen hebben meer
malen heel goed werk laten zien. De vrije
oefeningen en het rhythmische gedeelte van
het programma viel zeer in den smaak en
terecht, want over 't algemeen werden deze
oefeningen goed uitgevoerd. Wij denken hier
bijvoorbeeld aan de vrije oefeningen der
meisjes-adspiranten na de pauze.
Wat de toestellen betreft, het publiek
kreeg, doordat verschillende klassen werk
ten, een mooie gelegenheid om te zien, hce
de jonge leden langzamerhand de stcf
meester worden. Ook hier bleek weer. dat
de Halter goed in de jeugd zit en dat er zeer
velen on de jongeren schuilen, die in de
naaste toekomst van boven het middel
matige zullen uitsteken. Paard bij de meisjes
en springtafel bij de jongens waren wel de
meest op den voorgrond tredende onderdee-
len.
Natuurlijk waren weer twee dansen in het
programma gevoegd en was het succes daar
van weer daverend, terwijl verder de dames
en heeren het programma aanvulden, resp.
met ringen zwaaien en hoogrek. De dames
dedén dat als de vorige week; de heeren
waren nu frisch en het werk stond thans
veel en veel hooger. Slechts een enkele oefe
ning werd ontijdig afgebroken, maar overi
gens nam men schitterend revanche.
De directeur kreeg bloemen en een cadeau
van de jongeren, er was een „kinderbal" sn
de grooteren kregen tenslotte ook nog ge
legenheid om even te walsen.
De Halter kan op twee goede avonden
terugzien!
Wielrennen.
PijnenburgSlaats winnen.
Ook de morgen van den laatsten dag van
de Zesdaagsche te Antwerpen maakte geen
uitzondering op den regel. Het was er al
even rustig als op de andere ochtenden en
alleen tegen den middag was het eenige ver
meldenswaardige feit, dat de Amerikaan
Walthour moest opgeven. Crossley bleef
toen alleen in de baan en lang behoefde hy
niet te wachten. Immers, tegen twee uur
gaf de Duitsche koppelgenoot van Pelle-
naars, Schön, den strijd wegens zijn voort
durende maagpijn op. Onze landgenoot
vormde toen onmiddellijk met den Ameri
kaan een nieuw koppel, dat met twee ron
den achterstand begon. Van de sprints van
drie uur waren de eerste en tweede verre
den, toen het Nederlandsch-Amerikaansche
koppel er plotseling met een enorme snel
heid tusschenuit trok om een ronde terug
te nemen en inderdaad gelukte dit. Toen
waren de Belgen Meerschaert en Verrey-
cken de eenigen, die op twee ronden achter
stand van de leiders lagen. Zij namen hier
mee natuurlijk geen genoegen en deden uit
looppoging op uitlooppoging om een ronde
terug te winnen. Aanvankelijk gelukte dit
niet, de overige koppels wezen hen met be
slistheid terug. Maar de Belgen wisten van
geen ophouden, steeds maar weerprobeer
den zij het en hun taaiheid werd tenslotte
tegen vyf uur beloond, toen zij er werkelijk
in slaagden een ronde te nemen, waardoor
zy zich meteen op de zesde plaats nestel
den door hun puntenaantal. Het veld be
stond toen uit twee peletons, het leidende,
bestaande uit de koppels Buysse-Billiet, Py-
nenburg-Slaats en Ronsse-Depauw en een
peleton op een ronde, waarin de overige
acht koppels waren ondergebracht.
Toen Verreycken-Meerschaert hun zin
hadden gekregen, kwamen de koppels weer
tot rust.
Om zeven uur kon de volgende stand
worden opgemaakt:
Aan den kop: 1. BuysseBilliet 159 pun
ten; 2. PijnenburgSlaats 136 punten; 3.
RonsseDepauw 43 punten;
op één ronde: 4. LonckeDeneef 173 pun
ten; 5. DeryckHuys 135 punten; 6. Meer
schaertVerreycken 118 punten; 7. Guerra
Dipaco 94 punten; 8. Piet van Kempen
Guimbretiere 90 punten; 9. IgnatDiot 77
punten; 10. van Schijndelvan den Broek
59 punten; 11. PellenaarsCrossley 37 pun
ten.
Het werd toen langzamerhand stampvol.
Ondanks de hooge prijzen stroomde het pu
bliek de poorten van het sportpaleis binnen
en op de meest onmogelijke plaatsen klitten
zy tezamen, om toch maar vooral niets van
den strijd te missen.
Langen tijd bleef het rustig. Slechts de
talrijke premies brachten momenten van
strijd. Toen werd een premie van 3000
francs uitgeloofd voor het koppel, dat het
eerst een ronde uitliep.
Tegen half negen gingen de Hollandsche
favorieten Pijnenburg-Slaats er plotseling
van door. Buysse-Billiet er onmiddellijk
achter, maar het derde koppel, dat de kop
groep uitmaakte, n.1. Ronsse-Depauw, kon
het niet bijhouden en in een minimum van
tyd stond het een ronde achter. Maar Pij
nenburg-Slaats achtten nu hun kans geko
men. Zij lieten het niet bij deze eene ronde,
maar met een alles overdonderende snelheid
schoten zij weg, BuysseBilliet konden het
wieltje van het Nederlandsche koppel niet
meer houden en toen was het pleit beslecht.
Meteen was het weer rustig. Vanaf dien tijd
tot half tien, het moment, waarop de sprints
van het laatste uur begonnen, was er niet
de minste stryd. Een aantal premies wer
den uitgeloofd. De Italianen GuerraDipaco
trachtten nog verschillende malen te ont
snappen, maar de leiders lieten hen daartoe
niet de minste gelegenheid.
Verschillende pogingen van RonsseDe-
pauw, BillietBuysse en GuerraDipaco
om zich by de leiders te voegen of misschien
een ronde voorsprong op het Nederlandsche
koppel te nemen, mislukten, daar Pijnen
burgSlaats iedere verdachte beweging van
hun rivalen in de kiem smoorden. In de
achterhoede veranderde de stand nog al
eens, met het gevolg, dat van Schijndel—
van den Broek, die zich overigens in deze
Zesdaagsche uitstekende hebben geweerd,
op de laatste plaats met vier ronden achter
stand eindigden. Pellenaars, die met Crossley
reed, moest tenslotte met de vijfde plaats
op twee ronden achterstand genoegen ne
men, terwijl de Nederlandsche „Koning der
Zesdaagschen", Piet van Kempen met Guim-
bretière de achtste plaats met drie ronden
achterstand bezetten.
PijnenburgSlaats hebben het juiste mo
ment aangegrepen om zich van de overwin
ning te verzekeren. Zij kordon .-ia-hu -'s
eersten eindigen door een ronde op de ove
rige koppels uit te loopen en zij zijn daarin
op de hun eigen manier, d.w.z. schitterend,
geslaagd.
De eindstand luidde:
1. PijnenburgSlaats 154 punten;
op één ronde: 2. BillietBuysse 197 pun
ten; 3. RonsseDepauw 53 punten;
op twee ronden: 4. LonckeDeneef 181
punten; 5. PellenaarsCrossley 57 punten;
op drie ronden: 6. DeryckHuys 141 pun
ten; 7. GuerraDipaco 122 punten; 8. Piet
van KempenGuimbretière 106 punten; 9.
IgnatDiot 92 punten;
op vier ronden: 10. MeerschaertVerreyc
ken 127 punten; 11. van Schijndelvan den
Broek.
PijnenburgSlaats legden in deze Zes
daagsche 3250.385 K.M. af.
Biljarten.
WEDSTRIJD TE URSEM.
In café Halfweg van den heer C. de Graaf
had dezer dagen de jaarlijksche biljartwed
strijd plaats tusschen een vijftal uit Oter
leek en Ursem. In Oterleek was de stand
voor Ursem 1474 en Oterleek 1158. Thans
behaalde Ursem wederom 1474 en Oterleek
1310, zoodat de totale winst voor Ursem
bedroeg 480.
Jaarvergadering B. V. L.
Woensdagavond kwam de afdeeling der
bijz. vrjjw. landstorm bijeen in het lokaal
van den keer J. de Boer.
De leiding berustte bij den heer Schelhaas.
Medegedeeld werd dat een strenger con
trole zal worden uitgeoefend op de middelen
waarna een overzicht werd gegeven van de
financieele toestand der kas.
De heer Ottenbras, propagandist van het
verbond zette in een principieel betoog de
noodzakelijkheid der B. V. L. uiteen en te
vens op wijzende dat men in geweten ver
plicht is lid te worden dezer instelling, om
te steunen het wettig gezag en voor het
nageslacht te bewaren de vrijheden die onze
vaderen verkregen hebben.
Hierna had de prijsuitreiking plaats van
deze gehouden schietwedstrijden, bestaande
uit kunstvoorwerpen.
De winnaars waren: Klasse a: A. G. Ven;
klasse b: J. Wagenaar Jbz„ J. Wagenaar Sz.,
P. de Hartigh, C. Kruk; klasse c: C. Slot,
J. C. Madderom.
De heer Giltjes, pl. commandant, wekte een
ieder op vooral de Langendijker-wedstrijd
te bezoeken, waarna de voorzitter dankte
voor de aanwezigheid.
Dinsdagavond hield de zangvereeniging
„Ons Genoegen" haar jaarvergadering in het
lokaal van den heer Rus onder voorzitter
schap van den heer P. Blauw.
In het jaarverslag werd allereerst den
directeur lof toegezwaaid, vooral voor de
groote verscheidenheid in de liederen, d>e
werden ingestudeerd. Uit het verslag bleek,
dat de vereeniging in het afgeloopen jaar op
het concours te Wieringen een tweeden prijs
heeft weten te behalen met 277)4 PnL
Het jaarverslag werd goedgekeurd, waar
bij de voorziter den yver loofde van den
directeur. Hy wees er hierbij op, dat deze
een dames- en een mannenkoor begonnen
is, wat voor hem neerkomt op een uur lan
ger repeteeren zonder salarisverhooging.
Na een uitgebreid verslag van den pen
ningmeester bracht de voorzitter verslag
uit van de door hem bijgewoonde bondsver
gadering.
By de bestuursverkiezing werden de af
tredende ledfn, mevr. Hittemade Vet en
de heer Schenk, met groote meerderheid
van stemmen herkozen.
Tijdens de rondvraag wees de heer N.
Blauw er op, dat het niet goed is, dat, wan
neer de repetitie niet doorgaat, toch de vol e
contributie wordt betaald. Spr. zou willen
voorstellen de contributie dan met 50
te verminderen en dan ook niet aan den
directeur het volle salaris uit te keeren, doch
dit met 25 te verminderen.
De vergadering wilde hier echter niet mee
accoord gaan.
De heer Saai (directeur) sprak nog even
over het geven van theorie. Spr. wilde dat
als er gelegenheid voor was, wel doen, doch
meende, dat door den tijd te besteden aan
de beide nieuwe koortjes nuttiger werk werd
gedaan. Verder wees spr. op de noodzake
lijkheid meer propaganda te maken voor
het kinderkoortje. Dit koortje zingt wel
aardig, maar het is te klein
Op initiatief van mevr. Hittemade Vet
werd geld bijeen gezameld om een bouquet
te kunnen sturen aan één van de leden, die
tengevolge van een motorongeval in het
ziekenhuis moest worden opgenomen.
Een welkome verrassing.
De katholieke loterijclub had het geluk
dat op hun nummer de 50.000 viel. Zij nad
een 1/10 lot, zoadat elk der deelnemers
300 tert deel kpn vallen. Aangezien het
meerendeel behoeftige menschen waren, is
dit voor hen in dezen wintertijd een
welkome verrassing.
Een droevig beeld.
Bij den burgemeester vervoegden zich
dezer dagen een achttal kleine middenstan
ders, die verklaarden het zonder steun niet
meer te kunnen redden. De burgemeester
verwees hun naar het Burg. Armbest. Daar
namen zij tegen één der leden een dreigende
houding aan. Dit bestuur achtte geen ter
men aanwezig hier de behulpzame hand te
bieden, daar ook deze kas ontoereikend was
om aan die aanvragen, waaraan zeer zeker
een groot gevolg zou worden gegeven, te
voldoen.
De burgemeester p"f nog den raad die
kle'ne bedriiven op te heffen en dan in
v/rri;VPt"»v.-**ing te gaan. Voorwaar een
droevig beeld.