r
heerlijk
HENNIEZ
'Ui/.
AMSTERDAMSCHE
BEURS
VAN^
HOUTENS
CACAO
lacht HOUTEN'S
CACAO
beide even
van smaak
-'/»
cultuur MAATSCH.
tabakken.
wisselkoersen amsterdam.
officieel.
Voor de Huisvrouw.
Voor de „Honderd dagen".
=T»- -
BRUINETIKET: VAN
aangetast en daarom blijft spr. voor een
tegemoetkoming.
De voorzitter: Men kan het besluit
handhaven doch dit geeft weinig.
Met de stemmen van de heeren Keijsper
Venneker, Woldendorp, Appel en de Raat
tegen, werd conform het voorstel van B.
en W. besloten.
Onteigening.
Voorgesteld werd om ten behoeve van
den aanleg van den verbindingsweg van
den Kanaaldijk naar den Kraspolder, van
een onwilligen grondeigenaar, de N. V.
Vereenigd Bezit van Waarden te 's-Gra-
venhage, de benoodigde grond in rechten
te vorderen.
Aangehouden.
Namen van Straten
Voorgesteld werd de Kruislaan vooi.san
Prinses Julianalaan en de Zuiderhoutlaan
Prins Bernhardlaan te noemen.
Mede werd voorgesteld de verbindings
weg Jan van ScorelkadeHelderscheweg
Kruseman van Eldenweg te noemen en de
brug in dit weggedeelte Jan van Scorelbrug.
Mr. de Groot bracht hulde voor de uit
werking van de door hem naar voren ge
brachte gedachte.
De heer Woldendorp wilde met Julia
nalaan volstaan.
De voorzitter verzette zich er tegen.
De heer Venneker zou niet tegen
stemmen, maar was niet erg enthousiast,
cmdat Prins Bernhard een laan krijgt met
het kerkhof en de cellulaire gevangenis.
(Gelach.)
Conform het voorstel werd besloten.
van Donderdag 18 Februari 1937.
OPGAVE VAN NOORDUOLLANDSCH
LANDBOUWCREDIET N.V.
Vorigs laatst* k
koers 2.30-2.45
STAATSLEENINGEN.
4 NederI 1934 100% 100«/«
4 Ned-tndië 1934 Iu0*/l6 100o/„
5)4 Uurtschl 30 m verkl. 26',, 27%
BANKINSTELLINGEN.
Amsterd Bank 163%
Handel Mij Cert 250 2c8'
Koloniale Bank7/Vt
Ned Ind Handelsbank 169,2
1NDUSTR. OND. BlNNENL.
Alg Kunstzijde Unie 68%
Calve De 111 Cert96%
Neder 1 lord292%
Philips Gloeil. Gem Bezit 34l'/j
Uaiiaver 172%
1NDUSTR. OND. BUITENL.
Am Smelting67%
Anaconda
42">„
Bathleh Steel65%
Cities Service
Kenuccott Copper
46'/is
Repubhc Steel 26</u
501
229
169%
39
33.90
183%
200%
416V.
435J-6J
114
41%
244-»/is
15%-6
303
201
219-20
86 Vl
179%
4%
Standard Brands
Steel 70 ',6
U. S. Leatber 6%
H. V. 496
Java Cultuur 228
Ned Ind Suiker Unie. ló^'/j
Vorstenlanden 38%
Dito actions 24X0
MIJNBOUW.
Alg Ezplor. Mij180%
RedjaDg Lebong 200%
PETROLEUM.
Dordtsche Petr. 421%
Kon Petr. 438%
Ptrlak i i i 'N
Phillips Oil "/is
Sbell Union 24"/it>
Tide Water 16'%»
rubbers.
Amsterd Rubber 306%
Deli Bat. Rubber 20i
Hessa Rubber 21 V%
Oostkust ..••••*88
Serbadjadi 181%
Interc Rubber4%
SCHEEPVAARTEN.
Kon. Ned Stoomboot. 132
Scheepvaart Unie l''1 w
Deli Batavia
Oude Deli 344^/g
Senembah356
AMER. SPOORWEGEN.
Atchison lopeka 63 (s
Soutbern Paciiic
Southern Railw. Cert J*4'w
Union Paciiic
Canadian Pac. '2 /te
§Noteenng per 50 ex-coupon
ttxclaim 'Exdividend.
Prolongatie vorige koers 1, heden 1 pc
Vorige koers: Heden
New-York l®3 Hf'*
Londen 8.95
3.sa' JJ-*
Zürich qq nc
Kopenhagen JO.
Stockholm 4465 02>< 44.97 X
Italië y-67*
Praag 6.38%
207
'5%
169%
67|-8'/!
*5%
292-4%
J34J-:»!
170-|
67
43{-%s
65i-l/lS
3»As
46%-%
26f»/«
12
V9%-%
3%
130-%
118,-91
297
344
353
54%
36,-%«
25%
100
12'Vis
Geneeskundig schooltoezicht.
Voorgesteld werd om in de vacature dr.
Pameyer een schoolarts te benoemen.
Mr. Leesberg bracht het college hul
de en zeide. dat het advies van dr. Doyer
hem had overtuigd.
De heer Appel vroeg op welke voor
waarden gesolliciteerd kan worden.
Weth. B 0 n s e m a: Ieder, die de be
voegdheid bezit, kan tegen het vastgestelde
salaris solliciteeren.
Conform het voorstel werd hierop be
sloten.
Herziening uitbreidingsplan „Overdie
en Achtermeer".
Om een uitspraak van den raad te ver
krijgen (men zie ons nummer van gister)
stelden B. en W. een herziening van het uit
breidingsplan aan de orde. Aan de orde
kwam tevens het adres van de N.V. „Nooit-
Gedacht". Het wordt nu toch eindelijk wel
eens tijd, dat de wet niet langer misbruikt
wordt en een beslissing genomen wordt, die
de in exploitatie brenging van de gronden
mogelyk maakt.
De heer G 0 v e r s vroeg hoe B. en W.
dachten over de mogelijkheid om de gracht
anders te leggen.
Mr. Leesberg herinnerde aan een brief
van de vaste commissie, welke een onbe
langrijke informatie genoemd wordt. Nu spr.
de brief kent, vindt hij zijn vraag belang
rijk en concludeert hij, dat de vaste com
missie verrichting weer moeilijker maakt.
Krachtens de wet is de vaste commissie
ontvankelijk voor het bekijken van voor
stellen.
Nu wordt een vrije beslissing moeilijk.
Spr. heeft geen bewondering voor de wijze
van behandeling, gezien het feit, dat de
raad in comité de wensch heeft uitgespro
ken „Nooit Gedacht" tegemoet te komen en
de beide krachten aan de groene tafel te
zetten, zonder het algemeen belang te
schaden.
Dit is niet gebeurd. B. en W. hebben de
zaak naar de commissie van P. W. ver
wezen, die in een zeer slecht bezette com
missie de zaak behandelde.
Spr. bemiddeling werd niet gewaardeerd
en heeft toen eigen informatie ingewonnen.
Spr.'s grootste grief is dat men de be
langhebbende geen gelegenheid heeft ge
geven de door den raad gewilde variant
te bezien. Hij betreurde dit zeer. Meer
soepelheid tegenover een dergelijk belang
rijk plan, waarbij de stad belang heeft,
is wel gewenscht. Waarom zoo stug ge
werkt.
Gezien de woningwet kunnen wij niet
anders dan op de 2de gedachte ingaan
doch dan wil sp r. overleg.
Wil het college dit niet dan wil spr. een
commissie en desnoods de directeur van
gemeentewerken uitschakelen.
Bij samenspreking moeten beide archi
tecten toch tot overeenstemming van cij
fers kunnen komen.
Spr. besprak het bestek van Gem. Werken
voor de walmuren aan de Mient en daar
staat voor 1 M3. zand 0,90 als eenheids
prijs.
De heer K e ij s p e r: Dat is een schan
daal.
Mr. L e e s b e rg: De heer vk d. List nam
ook 0,90 aan en dan zegt de heer Margar
dant het is 0.55.
Spr. nam geen kwade trouw aan, maar
wil overleg.
Mr. de Groot; Volkomen juist.
De heer v. d. V a 11: Hoe langer de zaak
duurt, des te onduidelijker wordt de argu
mentatie van „Nooit Gedacht" Er is wel
overleg betracht. Spr. heeft het geduld van
het college bewonderd. Spr. heeft de zaak
critisch beluisterd. Voor spr. staat het zoo:
wij hebben deskundige ambtenaren of wij
kunnen hen op grond van feiten niet op
vermoedens, dit vertouwen niet geven
De N.V. heeft geen andere bedoeling dan
de zilveren strook op te hoogen en het daar
bü te laten. Wanneer de directeur van gem.-
werken cijfers uit de lucht grijpt gooit hij
zijn prestige en dat van den opzichter weg.
Beide baseerden de cijfers op de realiteit en
spr. wil dus de ambtenaren vertrouwen en
hen zoo noodig corrigeeren.
De heer S i e t s m a: Dan is het te laat.
De heer v. d. Vall: Als er één terrein
is dat in aanmerking komt voor ophooging
met een zandzuiger dan is het dit terrein en
dan komt men goedkooper uit. Men wil een
proef aan het particulier initiatief. Spr. be
treurde, dat de schuine verbindingsgracht
terug wordt genomen.
(De zitting duurt voort).
(Ongecorrigeerd).
RADIO ACTIEF 2WITSERSCH BRONWATER
Ik heb al een6 eerder sokjes voor de
baby beschreven, maar nu ontving ik een
brief van een dame, dat zij dat patroon
nergens meer kon vinden, of ik mijn hand
over mijn hart wou strijken en het nóg
eens opschrijven.
Ik stréék inderdaad over dat ouwe hart,
maar ik ga den vroeger geschreven brief
niet herhalen, dat zou voor de andeie
lezeressen zoo vervelend zijn!
Liever geef ik hier dus een nieuw stel
sokjes met een open gewerkt randje, wat
de kleintjes erg aardig staat. Ukunt ze
breien met 3 breinaalden no. 2/2. Begin
bovenaan met den opengewerkten rand
en zet daarvoor 43 steken op; brei 3 toeren
recht; dan begint het patroon; 1ste toer:
2 recht, omslaan, 3 recht; A 1 afhalen, 2
tezamen breien, de afgehaalde steek over
de mindering heenhalen, dan wordt het
dus 3 tezamen, 3 r., omsl., 1 r., omsl., 3 r.;
herhaal van A af tot op 8 steken na het
einde van den toer; vervolgens 3 tezamen,
3 r., omslaan, 2 recht. De 2de toer en ver
der alle even toeren breit u averecht; de
3de A: 3 recht, omslaan, 2 recht, 3 teza
men, 2 recht, omslaan; van A af herhalen
tot er nog 3 st. over zijn; deze 3 recht.
De 5de toer: 1 r., 2 tez., omsl., 1 recht,
omslaan, 1 r.;A3 tez., 1 recht, omsl., 1 r.,
omsl., 3 tez., omsl., 1 r., omsl., 1 r.; vanaf
A herhalen tot op 8 st. na; deze: 3 teza
men, 1 r., omsl., 1 r., omsl., 2 tez., 1 recht.
7de toer: 1 r. omsl., 1 r., omsl., 3 tez.,
omsl.; A. 3 tez., omsl., 1 r., omsl., 1 r., 3
tez., 1 r., omsl., 1 r., omsl.; van A af her
halen tot op 8 st. na; dan: 3 tez., omsl.,
3 tez., omsl., 1 r., omsl., 1 r.
Nu is er één „patroon" af. Brei er nóg
een boven, ga daarna verder met om de
beurt 1 toer recht, 1 toer averecht over
een lengte van 16 toeren. Brei in den
laatsten toer de 2 laatste steken samen;
dus dan is het totaal aantal steken 42 ge
worden.
Nu de volgende toer: A 4 recht, omsl.,
2 tez.van A af herhalen tot het einde van
den toer. Daarna nog 9 toeren recht heen,
aver. terug breien. Vervolgens verdeelt u
de steken voor het voetje. Brei, met den
rechten kant van het werk naar u toe, 12
st. recht; werk op de volgende 18 steken
24 toeren heen én terug en haal den eer
sten steek steeds af. Breek dan den draad
af en hecht hem weer aan het punt, waar
u de 12 st. had laten staan. Neem met de
zelfde naald 12 lussen langs de wreef op
en brei 9 teensteken op deze zelfde naald.
Brei met de andere naald de andere 9 ste
ken van den teen en neem 12 lussen op
aan de andere zijde van de wreef, bene
vens de 12 andere steken. Brei nu op al
deze steken 8 toeren zonder te minderen;
daarna nog 5 toeren, waarbij u 1 steek
n.indert aan beide einden van beide naal
den. Daarna kant u af. Ik ben toch duide
lijk genoeg geweest: dat u begrepen heeft,
dat de sokjes steeds recht heen en averecht
terug gebreid moesten worden?
Voor het afwerken hoeft u niet anders
te doen dan de naadjes onder den voet en
achter het beentje netjes dicht te naaien
en door de gaatjes op enkelhoogte een 45
c..M. lang, smal waschbaar lintje te rijgen.
U kunt bij de sokjes in hetzelfde pa
troon ook een aardig stel wantjes breien
van dezelfde wol en met dezelfde naalden.
Het begin is precies gelijk aan dat van de
sokjes: ook 43 st. opzetten en 2 maal het
patroon van het open gewerkte randje
breien.
Daarna breit u 22 toeren recht heen,
averecht terug; vervolgens beginnen de
minderingen. 8
lste toer: met den rechten kant van het
werk naar u toe: 4 'r., 2 tez., A 6 r:, 2 tez.;
van A af herhalen "tót het einde van den
toer, eindigend met 5 recht.
De 2de en verder alle even toeren recht.
De 3de: 4 r., 2 tez. breien ;A 5 r., 2 tez.;
van A af herhalen tot het einde van den
toer, eindigend met 4 st. recht.
De 5de: A 4 r., 2 tez.; herhalen van A af
tot het einde van den toer, eindigend met
3 recht- U V.
7de t.: A: 3 r., 2 tez.; van A af herh. tot
het einde, eindigend met 3 recht, 9de t..
3 r., 2 tez.; A 2 recht, 2 tez.; van A af
herhalen tot het einde van den toer; ein
digend met 2 recht. Daarna volgt de 10de
toer, die u averecht moet breien; breek den
draad af; laat er een stuk bijhangen om
door de steken te rijgen; trek dien draad
aan en hecht hem stevig af.
Naai vervolgens den zijkant van het
wantje dicht en rijg ook hier net zoo'n
lintje, als u om de enkels reeg door de
gaatjes om de polsjes. Het lintje der wan
tjes mag 10 c.M. per wantje korter zijn
dan dat der sokjes.
U zult eens zien hoe aardig het bij
elkaar staat, als uw baby zoo'n stel har-
monieerende sokjes en wantjes draagt.
11.
„Levenskrachtig, wel door het lot ge
slagen, doch niet gebroken" met deze
woorden eindigde de vorige schets en werd
aangeduid, hoe Napoleon het kleine Elba,
zijn nieuwe koninkrijkje, betrad. Het is de
4e Mei van het jaar 1814. De morgenzon
schittert op de gouden keien en het veld
van witte zijde van het nieuwe vaandel. Het
geschut van het fort barst los. Een sloep
verlaat het Engelsche fregat en terwijl ook
de kanonnen van de „Undaunted" bulderen,
nadert de nieuwe souverein de kust van het
kleine eiland, dat hem met honderd en één
vreugdeschoten begroet, honderd en één,
omdat hij den keizerlijken titel draagt.
De bevolking is uitgeloopen om den
nieuwen souverein te zien. Magistraal en
geestelijkheid staan aan de landingsplaats.
Napoleon zet vlug en krachtig voet aan
land. Hij is gekleed in blauwe jas; een orde
lint draagt hij, waarvan de verslaggever dier
dagen den oorsprong niet kan nagaan: „een
bijzonder ordelint" noemt de man van de
pers het. De souverein draagt een ronden
hoed met witte kokarde; aan zijn laarzen
rinkelen gouden sporen. „Hij scheen zeer
welvarend te zijn", zegt de kroniekschrijver.
Een gelukkig begin. Het „caractère sou
mis", waarover reeds eerder gesproken is,
legt den beeerscher van de halve wereld,
die nu heerschappij zal voeren over een
bied van 223 1/2 vierkante kilometer, een
glimlach om de lippen. Hij laat zich de
sleutels van de stad aanbieden, luistert aan
dachtig naar de toespraak van den burge
meester en schrijdt daarna met zijn gevolg
naar de hoofdkerk, waar een Te Deum ge
zongen zal worden. Het is waarschijnlijk
dat hij eenige vergelijking heeft gemaakt
met andere ceremoniën in zijn keizerlijk
leven en de tegenwoordige vrij eenvoudig
heeft gevonden, maar daarover rept hij niet.
Het „caractère soumis" past zich aan het
tegenwoordige, aan de werkelijkheid aan.
Er is een atmosfeer van blijheid, van
luchtige vroolijkheid om den keizer. Stra
lende gezichten begroeten hem bij het ver
laten van de kerk; zijn „volk" in zielen
aantal zoo groot als de bevolking van een
kleine provinciestad juicht hem toe. In
dichte drommen volgt het hem naar „het
paleis" van de stedelijke regeering, zijn
voorloopige woning; daar wordt groote
receptie gehouden en biedt men hem geluk-
wenschen aan. Hij spreekt met allen, vraagt
naar alles; zelfs vermijdt hij niet over het
jongste verleden te spreken. Want nu is hij
gelukkig; hij kan dus zonder pijn over zijn
tegenspoed spreken.
„Toen ik zeker was zoo deelt hij mede
dat de oorlog niet meer tegen Frankrijk
maar tegen mij gericht werd, was ik te zeer
aan den Staat gehecht om niet alles te doen,
wat voor hem het nuttigst was. De afstand
van den troon was voor mij een lichte op
offering. Nu deze aan Frankrijk ten goede
zou komen, heb ik verheugd afstand ge
daan."
Wanneer de plechtige ontvangst voorbij
is, rust de souverein een weinig, stijgt dan
te paard, bezoekt met zijn gevolg Mariana,
Campo, Capo-Liveri en Rio en geeft, te
Porto Ferrajo teruggekeerd, een feestmaal
tijd aan alle autoriteiten. Het is alles als
weleer, dosh in zeer verkleinde afmetingen.
De keizer niettegenstaande Engeland's
verzet hebben de mogendheden hem dien
titel gelaten is er tevreden meê. En als
ook allen in zijn omgeving en de mogend
heden in de verte tevreden zijn, kan hij
zelfdenken aan de toekomst. Nu, voor-
loopig is hij souverein van Elba. De eerste
mise-en-scène is uitnemend geweest; de
man van het Zuiden heeft den menschen
van het Zuiden de voldoening geschonken,
die zij wenschten; hij heeft getoond zijn taak
ernstig op te nemen. Zie, de dag gaat zelfs
niet voorbij, zonder dat een Proclamatie
wordt afgekondigd. Dat behoort immers bij
de aanvaarding eener regeering. In eene
kleine provinciestad zou zij wellicht een
glimlach verwekken, maar de 223 1/2 vier
kante kilometer en de 9 a 10,000 bewoners
van Elba vormen thans een vorstendom,
waarover een man regeert, die den keizer
lijken titel draagt. Die man is gewend te
spreken tot een grooten kring: in de scha
duw der pyramiden, voor het front der
troepen op de slagvelden, van de hoogte der
paleizen en der tronen. Getrouw aan die ge
woonten laat hij het volgende door den
brigade-generaal Dalesma proclameeren:
„Inwoners van het eiland Elba, de wissel
valligheden van het menschelijk- leven heb
ben den keizer Napoleon in uw midden ge
bracht en zijn eigen tveus geeft hem u tot
Souverein. Voordat hij binnen uwe' grenzen
kwam, zeide uw doorluchtige en nieuwe
Monarch de volgende woorden tot mij, die
ik mij haast te uwer kennis te brengen,
omdat zij de waarborg van uw aanstaand
geluk zijp:
„Genefaal, ik heb mijne rechten aart de
belangen van het Vaderland opgeofferd; ik
heb mij de Soüvereiniteit en het eigendom
van het Eiland Elba voorbehouden; alle de
mogendheden hebben in deze schikking toe
gestemd. Maak dezen nieuwen staat van
zaken den inwoners bekend, alsmede de keus
van hun eiland tot mijn verblijf, uit aan
merking van de zachtheid hunner zeden en
van het klimaat van hun eiland. Zeg hun,
dat zij het onderwerp van mijne levendig
ste zorgen uitmaken".
„Inwoners van het eiland Elba, deze
woorden hebben geen uitlegging noodig; zij
zullen uw toekomstig lot bepalen. De Keizer
heeft u wé] beoordeeld. Ik ben u deze er
kenning schuldig en geef u die."
De dag is om. Het eerste begin van het
spel, dat een voorspel tot een ander zou
zijn, is tot in alle onderdeelen uitnemend
uitgevoerd. Niets heeft er aan ontbroken.
Een wereldrijk zou zijn nieuwen heerscher
niet anders wenschen te zien handelen noch
de nieuwe heerscher zijn volk hem anders
te zien begroeten. Europa heeft eene mo
narchie meer met een keizer tot Souverein.
En in Frankrijk is een streep gehaald door
het Napoleontische tijdvak en zal eenige
dagen later Lodewijk XVIII doen, alsof dat
tijdvak er niet geweest was, en in belache
lijke verwatenheid za) deze, koning sedert
eenige etmalen, het charter met de voor
gestelde nieuwe staatsregeling onderteeke^
nen met toevoeging der wooFden:
„Gegeven in het negentiende jaar onzer
Regeering."
In het negentiende jaar onzer Regeering!
Zoo verklaart en teekent de Fransche ko
ning van eene :egeering van eenige dagen!
Een fictie, die Napoleon! Een fictie de
Pyramiden en de Sint-Bernard, Marengo en
Austerlitz, Jena en Wagram. Frankrijk was
en bleef het Frankrijk der Bourbons, Lode
wijk XVI stierf in 1793, Lodewijk XVII in
1795 en sedert dien regeert Lodewijk XVIII
Geen Revolutie, geen Consulaat, geen
Keizerschap.
„Gegeven in het negentiende jaar onzer
Regeering."
Aldus het charter, waarin Frankrijk's
nieuwe staat van zaken werd geregeld.
Toch waren er van die kleinigheden, die
verrieden, dat er toch heusch wel zoo iets
geweest is als eene Nopoleontische episode.
Wanneer b v. de konmg van Pruisen een be
zoek brengt aan het gebouw van het Wet'
gevend Lichaam te Parijs, moet daar eerst
nog met kracht van mokerslagen het op
schrift verwijderd worden: Aan Napoleon
den Groote en het marmeren beeld van den
keizer uit de groote zaal weggebracht. Eerst
daarna kan in alle rust vól belangstelling
gekeken worden naar een exemplaar van
Cicero's werk Over de plichten, waarin tal
van aanteekeningen voorkomen, „geschre
ven met de eigen hand van mijnheer den
dauphin, vader van Z. M. Lodewijk XVIII.
De starre blik van Bonaparte zal uit het
marmer niet meer over de gebogen hoofden
turen; de zaal is nu veilig.
En niettegenstaande hij niet geregeerd
heeft, of blijkbaar althans volgens Lode
wijk XVIII „in het negentiende jaar
(Onzer) Regeering" niet bestaan heeft,
waart zijn beeld rond en doet in de hoofden
van staatslieden en regeerders gedachten
ontstakn van dankbaarheid over het feit, dat
zij van hem verlost zijn. De inwoners van
Nancy b.v. zien by tromgeroffel eene procla
matie aanplakken, waarin het volgende
voorkomt:
Franschen!
Het zedelijk bestaan van uwen tiran is
geëindigd, niet zoo als men dat kon ver
wachten van een by voortduring trotsch
en veeltijds wreed karakter, maar met de
zwakheid van een door wroeging ver
scheurd geweten.
De proclamatie is geteekend door den gou
verneur-generaal d'Alopeus, voor de hooge
geallieerde mogendheden, en graaf Roger
de Damas, voor den Koning. Haast een der
gelijke toon als die van het aangehaalde
klinkt uit eene Nederlandsche proclamatie
van den 12en Mei 1814. De Staatsraad, gou
verneur van Holland voor het noordelijk ge
deelte, van Tets van Goudriaan, heeft dien
dag zyn intrek genomen te Naarden. 's
Morgens is de vesting aan de Nederlandsche
troepen overgegeven. De Franschen zijn
door de Utrechtsche poort vertrokken; de
Nederlandsche Vlag wappert van den toren.
De nieuwe gouverneur spreekt de ingezete
nen toe. Begrijpelijk is de vaderlandsche
vreugde, die uit de proclamatie blijkt be
grijpelijk ook de aansporing tot huldebe
tuiging aan „Willem den Eerste, Souverein
Vorst van Nederland". Doch de aanvangt
van de proclamatie is niet gelukkig. Hij
luidt:
Landgenooten!
Alles verandert, als in een oogenblik.
voor u lieder gedaante; de overweldiger is
niet meer of liever overleeft zyn schande,
en wordt het tegenbeeld der edelmoedige
Vorsten, die hem bestreden en aan Europa
den vrede teruggegeven hebben.
Wy gevoelen, dat het in die dagen van be
vrijding na harden druk moeilijk was om de
Napoleon-figuur objectief te beoordeelen.
Maar de nederlaag van Napoleon tegenover
het verbonden Europa door een regeerings-
ambtenaar te hooren noemen eene overle
ving van zyn schande, is toch wel min of
meer bevreemdend. In die dagen werd bij
herhaling op Napoleon kleinzielig gesmaald.
Uitingen van haat en bitterheid begrij
pelijk zijn echter minder weerzinwek
kend dan de zoogenaamde „durf", dien men
nu tegenover hem durft uiten, nu hij is ge
vallen. In de Parysche bladen doen kleine
mededeelingen of korte grappen de ronde,
zooals b.v. de volgende:
Een aanzienlijk persoon van dezen tijd
was van gevoelen, dat men aan Bonaparte
de helft van het eiland Corsica behoorde af
te staan.
„Waarom juist de helft?" vraagt iemand.
„Om hem", zoo luidt het antwoord, „het
genoegen te geven, de andere helft te kun
nen veroveren"
En men vermaakt zich met een antwoord
van Lucien Bonaparte gegeven op de vraag,
waarom hy toch zoo zuinig was:
„Omdat ik binnenkort drie of vier ko
ningen tot mijn last zal krijgen".
Lodewijks XVIII verklaarde Napoleon's
leven voor een fantasieheid; de onderwor
penen van vroeger vermaakten zich nu met
zijn kleinheid. Er was reden geweest, reden
te over, om hem te vreezen, te haten te ver
afschuwen, want zwaar had zijn hand ge
drukt op de volkeren en groote offers had
zijn eerzucht gekost; voor ééne gemoeds
uiting scheen echter hem belachelijk te ma
ken of voor de verzekerdheid, dat de veel
besproken en bestreden persoon niet be
staan, niet geregeerd had. Toch werd hij
zoowel geridiculiseerd als „nicht da gewe-
sen" verklaard: „gegeven in het negentien
de jaar onzer regeering".
Maar hij was onschadelijk geworden. Men
zag hem niet meer. Anders
Anders ware het misschien met vele spot
ters en negeerders gegaan, zooals het den
bewoners van Elba ging. Ernstig stellen de
Fransche bladen in het begin van Mei 1814
de vraag, hoe hij op Elba ontvangen zou
worden:
„Reeds zegt men aldus de pers van die
dagen dat onder de bewoners van dat
eiland over het hun wachtend bezoek een
groote gisting heerscht; zij zijn mee de eer
ste slachtoffers zijner heerschzucht geweest
en hebben zich niet aan hem onderworpen
dan na den hardnekkigsten en een langdu-
rigen tegenstand".
Zoo schreef men te Parijs in de eerste da
gen van Mei 1814. Gistte het op Elba? 't Is
best mogelijk. Maar den 4en Mei van dat
jaar wordt hij met gejuich en gelukwen-
schen op het eiland binnengehaald. De be
volking legt zich aan zijn voeten, is trotsch
op hem, zijn keizerlijke titel heft het land,
door hem geregeerd, uit zyn kleinheid op.
Het was een kleine aanwijzing voor wie wil
den zien, dat er „gistingen" zijn, die ver
dwijnen bij de nadering van een man var.
energie. Europa zal dat bespeuren, wanneer,
ruim tien maanden later, Napoleon zijn
eiland verlaat, aan de Fransche kust landt,
Parijs binnentrekt, waaruit Lodewijk XVIII
met haast wegvlucht en eensklaps weer de
groote, door zyn vijanden gcv.eesde en door
rijn vereerders bewonderde veldheer wordt.
Maar nu is hij nog op Elba Hij aanvaardt
zijn .regeering". Hij is werkzaam voor zijn
nieuwe „rijk". En hy heeft den tijd om in
-zijne gedachte zich voor te bereiden op iets
anders, op een plan, dat grootsch was, doch
waarvan de uitwerking hem niet zou wor
den toegestaan De geschiedenis noemt het
„De Honderd Dagen", de laatste worsteling
om de overmacht van Napoleon I.
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
Deze aardigheid zou, gesteld dat Lu
cien Bonaparte raar werkelijk gezegd heeft,
toch slechts plagiaat zijn van een der mooie
woorden van Napoleon's moeder, de voor
treffelijke Laetitie Ramolino. Toen men de
ze in de dagen der hoogste glorie van haar
gezin, toen haar kinderen keizer en ko
ningen waren, een zacht verwijt deed, dat
zij zich zoo weinig weelde veroorloofde,
antwoordde zy:
Wie weet of ik niet eenmaal verplicht
zal zijn aan al die koningen het dagelijksch
brood te verschaffen",