Geldschieterswet in behandeling. ^Binnenland PARLEMENT Vallen betaal-zegelkassen wèl of niet onder de wet. Onderwijswetten gewijzigd. Welke reclame toeristen trekt DE NEDERLANDSCHE VLAG. Thans officieel: rood, wit, blauw. De Staatscourant van gisteravond bevat het volgende koninklijke besluit: Wü Wilhelmina, bij de gratie Gods, koningin der Nederlanden, prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van onzen minister van Staat, minister van koloniën, voor zitter van den raad van ministers van 5 Februari 1937, hebben goedgevonden en verataam te bepalen: de kleuren van de vlag van het ko ninkrijk der Nederlanden zijn: rood, wit en blauw. Onze ministers, hoofden van departe menten van algemeen bestuur, zijn be last met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in de Staatscourant zal wor den geplaatst. Zeil am See, den 19 Febr. 1917. WILHELMINA. (Van onzen parlementairen medewerker). De Tweede Kamer heeft vier weken van ingespannen arbeid achter den rug: Grondwetsherziening, Indische begrooting en andere Indische ontwerpen, drie inter pellaties en een aantal meer of minder belangrijke wetsontwerpen. Gisteren was zij met haar agenda zoover opgeschoten, dat zij er met een eindspurtje wel in kon slagen deze nog af te werken. Zij heeft dat geprobeerd, slaagde er niet ten volle in, maar meende toch maar even een adem pauze te moeten houden en met het oog daarop een wetje, waarover een vrij lang durige discussie waarschijnlijk was, van de agenda af te voeren, n.1. een wijziging van art. 29 Wetb. van Strafvordering be treffende het verhooren van verdachten. Dit komt op de agenda, welke voor 9 Maart en volgende dagen zal worden sa mengesteld. Tot dien datum zijn de leden naar huis gestuurd; een voldoende aantal wetsontwerpen, om een behoorlijke agen da op te maken, is nog niet gereed. Deze korte vacantie wil niet zeggen, dat de heeren en dames hun tijd in lediggang zullen hebben door te brengen, want het commissiewerk en afdeelingsonderzoek gaan door. Maareen beetje rust heb ben ze wel verdiend! In de vergadering van gistermiddag is eerst de wijziging en aanvulling van de Middelbaar-Onderwijswet en van de Hoo- ger-Onderwijsv.-et afgehandeld. Zooals we in ons vorige overzicht me dedeelden, had minister Slotemaker een wijziging toegezegd op het stuk der aan een handelsavondschool te volgen leer vakken. Deze wijziging verscheen inder daad gistermiddag en bepaalde, dat aan een leerling kan worden vergund het on derwijs in niet alle onderwezen vakken te volgen, mits hij het onderwijs in ten minste één der verplichte vakken volgt. De heeren Moller (r.k.) en Thijssen (s.d.) konden nu hun daarop betrekking hebbende amendementen intrekken, om dat voldoende met hun verlangens reke ning was gehouden. De Kamer keurde de wijziging z. h. s. goed. Er was een heel rijtje amendementen, dat moest worden afgewerkt. In de eerste plaats moest nog worden gestemd over een van den vorigen dag overgebleven amen- dement-Moller, om aan de handelsdag scholen met vierjarigen cursus ook het onderwijs in de letterkunde van de Ne- derlandsche taal en der drie moderne talen verplicht te stellen. Bij zitten en op staan werd het aangenomen. Z. h. s. ver- eenigde de Kamer zich met een ander amendement-Moller, er toe strekkende, om aan een handelsavondschool een cur sus van 4 jaar mogelijk te maken, en eveneens nam zij, bij zitten en opstaan, aan een amendement van denzelfden afge vaardigde om voor onderwijs in de mo derne talen aan de 4-jarige handelsdag scholen volledig bevoegde leeraren te be noemen. De heer Drees (s.d.) wees er op, dat het hoog tijd werd, dat de bevoegdheid der leeraren in de stenografie eens werd ge regeld, omdat er nu door allerlei vereeni- gingen diploma's worden uitgereikt, een kwestie, welke de minister toezegde te zullen onderzoeken. Dr. Vos (v.b.) boekte eveneens een suc cesje. Hij had een amendement voorge steld, waarvan de bedoeling was, de bij dragen van buitengemeenten voor leer lingen op een handelsdagschool met 4-ja- rigen cursus gelijk te stellen aan die voor leerlingen op een hoogere burgerschool. De minister wilde er wel niet erg aan, omdat die scholen niet in alle opzichten gelijk te stellen zijn, doch de Kamer be sliste met 38-28 stemmen in voor den heer Vos gunstigen zin. De heer Drees (s.d.) kreeg met een amendement gedaan, dat voortaan voor niet gesubsidieerde gemeente-handels scholen afgeweken mag worden van de schoolgeldregeling voor leerlingen van buitengemeenten, ten aanzien van wie de geldelijke draagkracht niet als grondslag De badplaatsen van Noord-Wales maken collectief reclame en trokken daar een bedrag van 17.000 voor uit; 65 hiervan belegden zij in courantenreclame. In de Algemeene Vergadering der Vereeniging dier badplaatsen ver klaarde de voorzitter onlangs, dat het behaalde groote succes de waarde van courantenreclame overtuigend heeft bewezen. 70 der bezoekers hadden verklaard, dat zij door advertenties op de door hen bezochte badplaatsen opmerkzaam waren geworden. Een ander geval: 37 gemeenten in de Staat Wisconsin brachten vorig jaar 50.000 bijeen voor het propageeren van hun plaats en adverteerden daar toe in 27 couranten. Bij een enquête onder de deelnemers bleek, dat 78 hiervan rond 33 meer inkomsten hadden ontvangen; en 46 rappor teerde zelfs dat 1936 voor hen het bes te jaar uit hun historie was geweest. zal gelden. Het werd z. h. s. aangenomen. De minister nam, onder instemming der Kamer, een amendement-Moller over, volgens hetwelk ook op de handelsavond scholen godsdienstonderwijs mogelijk wordt. Over enkele minder belangrijke amen dementen, welke werden ingetrokken, meenen we te mogen zwijgen. De eind stemming werd nog even aangehouden, teneinde den minister met de commmissie van voorbereiding de gelegenheid te geven, den gewijzigden tekst van het ont werp te controleeren. Aan het einde der vergadering werd het ontwerp z. h. s. goedgekeurd. Het hiermede verband houdende wets ontwerp tot wijziging van de Hooger- Onderwijswet, waarover de algemeene beschouwingen tegelijk met het andere waren gehouden, kostte weinig tijd meer. De heer Terpstra (a.r.) kreeg er nog een amendement door, dat betrekking had op de studies, waarvoor een diploma H. B. S. A. toegang geeft, maar dat geen principi- eele wijziging inhield van de wettelijke basis voor het economisch onderwijs. Toen den minister dat duidelijk was geworden, gaf hij zijn aanvankelijk verzet daartegen op. Daarna werden amendement en wets ontwerp z. h. s. aangenomen. De betaalzegelkassen onder de Geldschieterswet. De wijziging van de Geldschieterswet beoogde aanvulling en verbetering ten aanzien van een aantal ondergeschikte punten, welke in de twee jaren van het werken der wet noodig waren gebleken, met name wat betreft de spaarzegel- en betaalzegelkassen; voorts werd voorge steld den bewijslast om te keeren ten gunste van degenen, die in handen van woekeraars zijn gevallen, althans niet van als geldschieters volgens de wet bekend staanden. Over het algemeen kon men zich met de technische verbeteringen vereenigen, doch op één punt was er verzet en twijfel, namelijk met betrekking tot de vraag of de betaalzegelkassen onder de Geldschie terswet behocren of niet. De Regeering wilde dit punt van twijfel weg nemen en had daarom uitdrukkelijk willen laten uit komen, dat deze instellingen wel degelijk op gelijken voet moeten worden behandeld als de geldschietbanken. Immers ze beoe fenen een vorm van credietverleening uit door middel van zegels, welke op afbe taling worden verstrekt en den kleinen man in staat stellen allerlei goederen in winkels te koopen. De agenten van be taalzegelkassen gaan de menschen, die zij in aanmerking achten te komen, af, stel len hun de gemakkelijke wijze van koopen zonder veel geld te hebben voor oogen en kweeken zoodoende klanten voor de be- taalzegelkas en voor de winkels. Zoolang men nu maar met verstandige menschen te maken heeft, die slechts koopen wat zij noodig hebben en niet op andere wijze kunnen bekomen, zullen deze betaalzegel kassen nuttig werk doen, indien zij rede lijke voorwaarden stellen. Doen zij dit niet en brengen de agenten menschen tot óver-koopen of tot aanschaffing van luxe voorwerpen, dan dreigen er gevaren. Het standpunt der Regeering werd ge deeld door mevr. BakkerNort (v.d.), en de heeren Donker (s.d.), Schouten en Teu- lings (r.k.), maar bestreden door de hee ren Drop (s.d.) en Boon (v.b terwijl de heer IJsselmuiden (r.k.) eenerzijds voor een wettelijke regeling van de betaal zegelkassen voelde, doch anderszijds de controle door een vanwege die kassen ge kozen instantie wilde toestaan, wat pre cies het standpunt van den heer Drop was. De minister van Binnenlandsche Zaken, mr. de Wilde, die het ontwerp verdedigde, wenschte niet verder te gaan dan de toe zegging, eens te willen overwegen of in de toekomst een zelfstandig lichaam voor controle op de betaalzegelskassen mogelijk zou zijn. En de heer Drop, die een amendement had in de richting van een soort stichting, welke de controle zou moeten uitoefenen, kreeg zijn zin niet, wat hij voor een groot deel aan de krachtige bestrijding van zijn partijgenoot Donker kon wijten, die uiteenzette, dat in de prac- tijd de belanghebbende zelf die controle zouden uitoefenen, hetgeen hij zeer onge- wenscht achtte. De Kamerleden konden niet nalaten te glimlachen over dezen „broedertwist", welke echter van onschuldigen aard was. Ook minister de Wilde stak er een beetje den draak mee, door zich vrijwel geheel te refereeren aan het „voortreffelijke" be toog van den heer Donker", waaraan ik niets heb toe te voegen". De heer Drop s.(d.) koos dan ook maar de wijste partij en trok zijn amendement in. De verdere behandeling van de artike len heeft een aanzienlijken stoet van amendementen te zien gegeven. Even aanzienlijk waren ze allemaal niet. We zullen de voornaamste ervan de revue laten passeeren. De minister nam er een van den heer Donker over, waarvan de strekking was een gedifferentieerde toepassing van de overdracht der controlebevoegdheid mo gelijk te maken. Door aanneming van dit amendement zal delegatie van controle aan B. en W. van gemeenten met meer dan 50.000 zielen mogelijk zijn. Dr. Vos had een amendement teneinde te voorkomen, dat onderteekening van een akte voor een geldschietbank alleen in de provincie kan geschieden, waar die bank is gevestigd. Hij wilde een belemme ring voor het bedrijf aldus wegnemen en slaagde daarin. De minister liet de beslis sing over deze wijziging aan de Kamer over, die haar accepteerde bij zitten en opstaan. Tegen de verwachting in is er over de omkeecing van den bewijslast niet veel te doen geweest. De heer Donker opperde eenige juridische bezwaren, kwam ook met een amendement, dat evenwel het effect van de bepaling meer dan de minister noodig vond versterkte, en, volgens hem ook in strijd met de considerans van de Geldschieterswet was. De bewindsman wees er nog eens op, dat de overtreder van deze wet bewijzen moet dat hij geen geldschieter is. Deze omgekeerde bewijslast is noodig, omdat het zoo moeilijk uit te maken, wie geld schieter is. Volgens het amendement Don ker, zou vrijwel ieder die ééns tegen een hooge rente, van bijv. 21 pt. een bedrag nog geen 750 uitleent, geldschieter vol gens de wet zijn. En dat is een constructie die niet opgaat. De heer Donker was dus zoo wijs om zyn amendement in te trekken. Het wetsontwerp ging er daarna zonder hoofdelijke stemming door. Eenige naturalisaties, een grenswijziging tusschen de gemeente Hengelo (O.) en Enschedé, eenige conclusies van verslagen van Kamercommissies werden eveneens nog goedgekeurd in deze vergadering. Tot 9 Maart vergadert de Tweede Ka mer dus niet in het openbaar. De Eerste Kamer houdt zich een paar dagen met afdeelingsonderzoek, o.a. van de Grond wetswijziging, bezig. Vrijdag a.s. vervolgt zij de behandeling van de begrootings- hoofdstukken, waarvan zij er één, dat van Koloniën nog Dinsdag, na de Algemeene Beschouwingen, in de gauwigheid afdeed. AFSCHUWELIJKE ZELFKASTIJDING. Predicatie al te letterlijk opgevat. Zekere B. te Heerle bij Bergen op Zoom was gisteren naar de predicatie geweest, die gehouden werd ter gele genheid van de heilige missie. Een der pater redemptoristen had in zijn preek als volgt gesproken: „Wanneer een hand of een oog u ergert, kap een hand af of ruk een oog uit". B., onder den indruk van deze woorden, had ze jammer ge noeg maar al te letterlijk opgevat. Thuis gekomen vertelde hij zijn vrouw wat de pater gepreekt had en voegde er aan toe, dat hij ook zijn handen zou afkap pen. De vrouw lachte er om, en dacht er al niet meer over na, toen zij eenigen tijd later haar man inderdaad hoorde kappen. Verschrikt snelde zij naar buiten en zag dat haar man in twee slagen met een bijl zijn hand totaal had afgekapt. t Onmiddellijk werd geneeskundige hulp ontboden. De hevig bloedende B. werd naar het algemeen Burgergast huis te Bergen op Zoom vervoerd. DE KONINGIN OP HET „HUIS TEN BOSCH". Gistermiddag ongeveer kwart voor vier is H.M. de Koningin, vergezeld van freule Schimmelpenninck van der Oye en haar ad judant, luitenant-ter-zee le klasse jhr van Holthe op het „Huis ten Bosch" te Den Haag aangekomen. Ongeveer een kwartier tevoren was de koninklijke standaard op het paleis ge- heschen, hetgeen natuurlijk de aandacht trok van de vele wandelaars in de om geving, die zich in afwachting van de komst van H.M. voor het paleis opstelden. H.M. werd bij haar aankomst op hartelijke en eerbiedige wijze door het talrijke pu bliek begroet. ONDER INSTORTEND DAK BEDOLVEN. Landbouwer levensgevaarlijk gewond. Toen de gebroeders B. te Overloon giste ren van hun boerderij met de dorschmachine aan het veld wilden gaan, moesten zij een smallen doorgang passeeren tusschen het huis en de schuur van den landbouwer G. Janssen, Bij deze manoeuvre raakte let bovenstuk der dorschmachine het dak der schuur, met het gevolg, dat dit instortte en gedeeltelijk werd meegesleurd. De landbou wer Jansen werd onder de brokstukken be dolven. In bewusteloozen toestand en met een ernstige bekkenfractuur werd Jansen onder een zwaren balk vandaan gehaald en zijn woning binnengebracht. Men vreest voor zijn leven. DE JOODSCHE INVALIDE. In de dezer dagen gehouden bestuursver gadering van de vereeniging „De Joodsche Invalide" is tot secretaris benoemd dr. A. Foyer, arts te Amsterdam. TOEPASSING DER ZUIDERZEE- STEUNWET. In haar verslag over het adres van D. Vlas Wzn., te Texel, en 3 anderen, betref fende toepassing der Zuiderzeesteunwet ten aanzien van ingezetenen van Texel stelt de commissie uit de Kamer, in wier handen dit adres is gesteld, aan de Kamer voor de regeering uit te noodigen de Zuiderzeesteun wet ook toepasselijk te verklaren ten aan zien van beroepsvisschers en wiervlsschers, benevens ten aanzien van personen, die op 25 Juli 1918 hoofdmiddel van bestaan vonden in een der in art. 1 der Zuiderzeesteunwet genoemde bedrijven, voor zoover deze op of in verband met de visscherij op de Zuider zee benoorden den Afsluitdijk is uitgeoefend. BARON ROELL ONWEt GEWORDEN. Tijdens noenmaal op Huize Doorn. Luitenant-generaal W. C. baron Röell van Hazerswoude uit Utrecht, die gistermiddag op Huize Doorn met den ex-keizer en diens gemalin het noenmaal gebruikt?, kreeg kort na het begin van den maaltijd een aanval van hartzwakte. Nadat hem direct geneeskundige hulp was verleend, werd de generaal onder geleide van een geneesheer overgebracht naar de Emma-kliniek te Utrecht, Naar wij ver nemen, is een spoedige verbetering in den gezondheidstoestand van generaal Röell te verwachten. CONGRES P.T.T.-PERSONEEL. De slotzitting. In de slotzitting van het te Utrecht gehou den vakgroepencongres van den Centralen bond van Nederlandsch post-, telegraaf- en telefoonpersoneel (C.B.P.T.T.) kwam o.m. in behandeling het aanstellingsvraagstuk van de vele arbeidscontractanten, wier aan tal bij PT.T. op rond zeven duizend perso nen met geheele of gedeeltelijke dagtaken wordt geschat. Door den tweeden bondsvoorzitter, den heer H. Freen, werden mededeelingen ge daan over hetgeen was en nog zal worden ondernomen om de z.g. personeelszoom (ar beidscontractanten) binnen redelijken tijd tot meer normale afmetingen terug te brén gen. Het volledig ambtenaarschap moet naar de meening van het congres, mede in het belang van den staatsdienst, bereikbaar blijven voor adspirant-beStellers, hulpbestel lers en voor wat den kantoordienst betreft, voor de locale krachten. De algemeen-secretaris van den C.B.P.T. T., de heer H. van Giessel te 's-Gravenhage, hield daarna een inleiding over de promo tie-kansen van het vaste personeel. In 1928 is bij ministerieele beschikking een rangbevorderingsregeling tot stand ge komen, die een redelijke promotiekans in uitzicht stelde voor jongelieden, met Mulo- of H.B.S.-diploma, welke bij het staatsbe drijf der P.T.T. in dienst traden. Van 1931 af is deze wijze van recrutee- ring successievelijk ter zijde gesteld. Een ambtenarenbestaan verschaft dit bloeiende staatsbedrijf aan het in dienst komende kan toorpersoneel niet meer. Het congres droeg het bondsbestuur op te ijveren voor een herziening van die rege ling, opdat voor elke groep een redelijke promotiekans worde verkregen. Het congres was voorts van meening, dat bij P.T.T. in volstrekten zin te weinig waar deering aan den dag wordt gelegd voor vak bekwame ambtenaren met 25 en meer dienstjaren. Onder deze ambtenaren leeft niet de overtuiging, dat hun arbeidspresta ties worden gewaardeerd overeenkomstig hun positie in het bedrijf. Door uitvoering te geven aan de voorstel len, vervat in het door de commissie van overleg aan de bedrijsleiding terzake uitge bracht rapport, zal aan redelijke verlangens tegemoet kunnen worden gekomen. Voor het technisch personeel zal tenslotte verzocht worden, verschillende vraagstuk ken, die in het georganiseerd overleg reeds voldoende zijn voorbereid, tot een oplossing te brengen. INVAL BIJ BOOKMAKER. Op heeterdaad betrapt. De officier van justitie, mr. dr. J. A. van Thiel, de rechter-commissaris, mr. Hutsch- ler, subst.-officier, mr. L. van Dullemen, de inspecteur,van politie van Boxtel en ir. Em- mering van P.T.T. hebben gistermiddag te ongeveer half vier een inval gedaan in het kantoor van een bookmaker, gevestigd cp de stille zijde van het Rokin te Amsterdam. P.T.T. had aangifte gedaan, dat waar schijnlijk in dit perceel art. 63 van het radio reglement werd overtreden, dat daar n.1. courses en uitslagen van wedrennen op korte golf werden opgevangen. Toen de justitie en de politie zich aan het perceel vervoegden, zaten eenige personen in de wachtkamer van het rommelige kan toortje, waar de heer van B., de bookmaker, resideerde, te wachten op de uitslagen van de rennen. Het was niet gemakkelijk in het oude ge bouw den juisten weg te vinden. De justitie evenwel had zich van een smid voorzien. Nadat vrijwel het geheele gebouw door zocht was, stond men voor een gesloten deur, die volgens den bookmaker toegang gaf tot een kantoor van iemand anders. De smid brak de deur op last van den officier open en het bleek, dat hier een ontvang* installatie stond opgesteld. De marconist was juist bezig de uitslagen van de rennen te noteeren. Het toestel werd in beslag genomen en de beheerder van het kantoor en de marconist gearresteerd en naar het hoofdbureau van politie gebracht, waar tegen het tweetal proces-verbaal is opgemaakt. De marconist is een oud-ambtenaar van P.T.T. PERS EN PUBLIEKE OPINIE. Lesing van dr. J. G. Loohnis. In de maandelijksche vergadering van de Club van Veertig gisteravond gehouden in het gebouw Prins Hendrikplein 11 te 's-Gra venhage, sprak dr. J. G. Loohuis, hoofd redacteur van het Utrechtsch Dagblad over: „Pers en publiek opinie". Spr. zeide, dat zijn onderwerp hem sedert jaar en dag bezig houdt Terecht sprak de Duitsche socioloog Max Weber op den in 1910 gehouden eersten Duitschen sociologen- dag van „Ein Ungeheures Thema". Op velerlei wijze kan' men dit vraagstuk bezien. Men moet evenwel uitgaan van het onomstootelijke feit, dat de samenleving van heden zonder pers onbestaanbaar zou wezen. De pers, beter het dagbladwezen, is een essentieel onderdeel van de moderna maatschappij. Zonder dagbladen sou er in feite geen openbaarheid bestaan De pets tribunes vormen alom ter wereld de ooren der menschheid. Zij en de dagbladen maken het ideaal der openbaarheid tot een practi- sche realiteit. Na aan de hand van eenige voorbeelden te hebben aangegeven, welken invloed de pers ten goede zoowel als ten kwade kan uitoefe nen besprak de heer Loohuis de beide voor naamste functies, welke het dagblad rich in de huidige maatschappij ziet toegewezen, n.L die van nieuwsbrenger en van bericht gever. Deze acht spr. de primaire en meest belangrijke, zooals hij uitvoerig uiteen zette. Hij wees daarbij op de groote verant woordelijkheid, welke rust op de schouders van vrijwel iederen journalist en gaf daarbij eenige anecdotische voorbeelden. De heer Loohuis bracht ook de bericht geving over het buitenland ter sprake, waar bij een streng onderscheid tusschen bericht en commentaar niet altijd mogelijk is, om dat men daarbij veelal is aangewezen op de reactie van anderen, ofwel op de weergave van gebeurtenissen, die men den journalist van particuliere of van officieele zijde voor zet. Dit brengt, gezien den strijd der ideolo gieën in den huidigen tijd, gevaren met zich. Vele groote buitenlandsche pers- en nieuws- bureaux zijn door nauwe banden aan de autoriteiten gebonden, hetgeen de objectivi teit en de volledigheid der berichtgeving niet steeds bevordert. Ook ging spr. in op de mate van vrijheid en gebondenheid van het moderne dagblad- wezen, waarbij hij o.m. wees op het feit, dat de kapitalistische ondernemingsvorm, welke winstmaking als oogmerk heeft, reeds jaren geleden zijn intrede in het dagbladbedrijf heeft gedaan. Vooral tegenwoordig heeft de journalist te kampen met de publieke opinie. De nood der tijden maakt den lezer overprikkeld. Spr. gaf hiervan typeerende staaltjes. De voorzitter dankte den heer Loohuis voor diens interessante lezing. KERKELIJK HOOGLEERAAR TE GRONINGEN. Dr. Fokkema benoemd. De synode der Nederlandsch Her vormde kerk, welke hedenochtend bijeen is gekomen ter benoeming van een kerkelijk hoogleeraar aan de Groningsche Universiteit (vacature prof. dr. A. van Veldhuizen) heeft als zoodanig benoemd dr. F. J. Fok kema, zendingsdirector te Oegstgeeet. Dr. Fokkema werd in 1878 te Wester geest (Friesland) geboren. Hij studeerde aan de Universiteit te Groningen in de theologie en promoveerde tot doctor in 1907 cum laude. Daarna was hij predikant bij de Ned. i o5T' ,gemeente van Westerembden tot 14, m welk jaar hij als directeur van de samenwerkende zendingscorporaties te Rotterdam werd benoemd. In 1921 volgde zijn benoeming tot rector van de Nederlandsche zendingsschool te Oegstgeest.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6