DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het controlestelsel op 21 Maart in werking ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 54 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 5 Maart 1937 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 139e Jaargong De algemeene toestand. Alkmaar, 5 Maart. In de rubriek „De Spaansche revolutie" wordt vandaag melding gemaakt van een nota van generaal Franco aan de ondertee kenaars van het verdrag van Algeciras. De Parijsche bladen hebben hedenmorgen al commentaar geleverd op den inhoud van deze nota, en de bekende Pertinax wijst er in de Echo de Paris op, dat Franco probeert, het Marokkaansch probleem op internatio naal terrein te brengen. Frankrijk behoudt zijn vrijheid van besluiten en plaatst zich zoodoende op het uitsluitende standpunt van de hoogste belangen van Frankrijk, betref fende de vrijheid van zijn verbindingen over de Middellandsche Zee, die onontbeerlijk zijn voor de mobilisatie van zijn leger, de veiligheid van zijn Marokkaansch protec toraat en geheel Noord-Afrika. Wanneer men slechts het tweede punt bekijkt, is het duidelijk, dat hetgeen sedert acht maanden van Spaansch Marokko gemaakt is, Frank rijk aan groote gevaren bloot stelt. De „Ex celsior" schrijft, dat men zich in Fransche diplomatieke kringen te verbaasder toont over de beweringen van Franco, daar Frank rijk bewijs gegeven heeft van uiterste lank moedigheid ten aanzien van de herhaalde inbreuken op de internationale verplichtin gen in de Spaansche invloedszone sedert den militairen opstand. Het blad wijt de ontevre denheid der inboorlingenbevolking in de Spaansche zone aan de intensieve recrutee- ring, waardoor het land geen arbeiders meer heeft.'Mevr. Tabouis schrijft in de „Oeuvre", dat de nota van Franco algeméén uitgelegd wordt in verantwoordelijke Fransche krin gen als een bewijs, dat Italië en Duitschland op grond van de in de laatste da<*en door de Spaansche regeeringstroepen behaalde suc cessen tijd willen winnen om nieuwe troepen aan land te zetten, waarschijnlijk ditmaal in Marokko. Voorts wijst de schrijfster in dit verband op de aankomst in Napels van den Duitschen luchtvaartgeneraal Milch; Het ge matigd radicaal socialistische blad „Ere Nouvelle" vraagt, of de tijd niet gekomen is, tot Duitschland te zeggen, op den krachti- gen toon, die bepaald de eenige is, dien dit land kan begrijpen: „wat komt u doen in de wateren van de Middellandsche Zee, waar gij geen enkel belang te verdedigen of te bekennen hebt?" Ook tegenover Italië is de tijd gekomen een duidelijke taal te spreken: „Gij hebt u bij Duitschland aangesloten op Europeesche politiek terrein, dat is uw zaak. Maar wanneer gij uw spel tot in de Middel landsche Zee toe wilt spelen, gaat gij te vér". De-spil RomeBerlijn zal niet naar willekeur van Rome en Berlijn dwars door Europa verplaatst kunnen worden. Ook de Engelsche bladen wijden aandacht aan de nota en de Manchester Guardian schrijft o.a.: „Te Londen hecht men er geenerlei be- teekenis aan. De opstandige Junta is door het meerendeel der belanghebbende regee ringen niet erkend en in ieder geval is de onderhavige nota vol dwaasheden. De stijl van den laatsten pairagraph stelt in staat er een vertaling uit het Duitsch in te zien. Wanneer er eenige reden bestond voor klach ten over Marokko, zou het aan de Franschen en niet aan de opstandelingen zijn, die uit te spreken. De opstandelingen, die gebrek hebben aan troepen, hebben Marokkanen in de Fransche zone gerecruteerd en de Franschen hebben moeite gehad hun grens gesloten te houden". De Junta beschuldigt Frankrijk er van een voorwendsel te zoeken om de Spaansche zone binnen te vallen. On der het bewind der opstandelingen is deze zone een gebied van wanorde geworden en een terrein van actie voor Duitschen invloed en Duitsche intriges. Wanneer de Franschen den wensch hadden Marokko binnen te vallen, zouden zij voldoende voorwendsels hebben dit te doen, zonder het noodig te hebben er te zoeken. OPSTANDIGE DORPELINGEN TERECHTGESTELD. Volgens de „Ultimas Noticias" zijn vijf personen in het dorp Jacatlaco, in den staat Mexico, gefusilleerd. Honderd an dere inwoners van dit dorp zouden zijn gevangen genomen. Deze executies en arrestaties zijn verricht in verband met de incidenten van Zondag jl., toen achthon derd dorpelingen in opstand kwamen te gen een afdeeling federale politie, ten einde de kanalisatiewerkzaamheden te verhinderen, die naar zij geloofden, hen van water zouden versteken. VECHTPARTIJ IN DORP BIJ SMYRNA. Verscheiden dooden en gewonden. In het Friesche dop Tekoli bij Smyrna is een bloedig conflict ontstaan tusschen de bewoners, die in twee vijandige kam pen zijn verdeeld wegens de verkiezing van een monthar (soort van burgemees ter). Er zijn verscheiden dooden en gewon den te betreuren. De Spaansche revolutie Rust aan de gevechtsfronten PROTEST VAN FRANCO. Vermoedelijk zal eerst op 21 Maart het controlestelsel in werking kunnen treden, vermits het onmogelijk is, dat reeds a.s. Za terdag de waarnemers hun posten bezet ten. Intusschen hebben de deskundigen der afzijdigheidscommissie besloten aan te be velen, dat het stelsel van toezicht ook wordt toegepast op de schepen van de mo gendheden, die de overeenkomst hebben geteekend, welke naar Spanje vertrekken uit Amerikaansche of andere niet-Europee- sche havens. Voor het eerst sedert het vrijwilligers ver bod van kracht is geworden, hoort men weer geruchten over buitenlandsche hulp aan de partijen in Spanje. Volgens den dï- plomatieken correspondent van de Manches ter Guardian toch heeft eind Februari een zending van t-vintig tanks voor Franco's troepen Duitschland verlaten evenals de manschappen, die deze tanks moeten bedie nen. De tanks, die men aan de Spanjaarden toevertrouwt, schijnen meer te lijden te hebben van de inzittenden dan van dege nen, die daarbuiten tot taak hebben de tanks onbruikbaar te maken. Protest van Franco over schending van het verdrag van Algeciras. Volgens radio Salamanca heeft de regee ring van generaal Franco een nota gericht tot de mogendheden, welke het verdrag van Algeciras hebben onderteekgnd, waarin wordt geweren op zekere agitatie in de Fransche protectoraten, grenzende aan Spaansch-Marokko, met het doel ordever storingen te verwekken in Spaansch-Ma- rokka, opdat de Fransche autoriteiten, on der voorwendsel de orde te herstellen en het overslaan van het gevaar naar Fransch- Marokko te voorkomen, de Spaansche zone binnen zouden kunnen raken. De regeering van Franco heeft de mo gendheden gevraagd een internationale commissie in te stellen, welke de gegrond heid van deze nota zal bestudeeren. Verder vraagt de regeering-Franco aan de niet-in- mengingscommissie een einde te maken aan deze intriges. In officieele Fransche kringen, zegt Reu ter, bewaart men een absoluut stilzwijgen over deze nota. In politieke kringen is zij sceptisch ont vangen. Men is van oordeel dat de houding van Frankrijk herhaalde malen duidelijk uiteen is gezet en men herinnert aan de verklaringen van 11 Januari gewisseld tus schen rijkskanselier Hitier en den Franschen ambassadeur te Berlijn, Francois Poncet. In welingelichte Britsche kringen ver klaart men niets te weten van een nota van de Junta van Burgos aan de onderteeke naars van het verdrag van Algeciras. Ove rigens kan alleen de regeering van Valen- cia dergelijke protesten indienen. Samenwerking tusschen Catalaansche en republikeinsche regeering. Companys heeft een verklaring afgelegd tegenover de vertegenwoordigers der pers, waarbij hij uiting gaf aan zijn voldoening over de reis van het eerste raadslid Tara- delas naar Valencia. „Wederom is de over eenstemming van opvattingen der regeering te Valencia en der Catalaansche regeering gebleken, aldus Companys. De besprekingen van den vertegenwoordiger van Catalonië met de ministers der regeering te Valencia zijn in volstrekte harmonie verloopen. Be halve eenige besluiten, die niet bestemd zijn te worden gepubliceerd, is besloten, dat de regeering der republiek een vertegen woordiger zal aanstellen bij den Catalaan- schen generalen staf en dat de Catalaan sche regeering een vertegenwoordiger be noemen zal bij den hoogsten krijgsraad der republiek en bij den centrale generalen stal. In de eerstgenoemde functie zal waarschijnlijk het raadslid van defensie van Catalonië benoemd worden" In zijn verdere verklaringen wees Com panys er nog op, dat op economisch finan cieel terrein de overeenstemming tusschen de beide regeeringen volledig is. Kalmte aan de fronten. Aan alle fronten was het gisteren een kal me dag, doch van vele zijden komen aan wijzingen van een spoedige hervatting der operaties op groote schaal. Men denkt daar bij vooral aan de regimenten, die deelgeno men hebben aan den opmarsch naar Malaga en waarvan sommige thans naar het cen trale front worden overgebracht. Wat de gevechten bij de Jarama en den weg naar Valencia betreft, staat het vrijwel vast, dat de rechtschen tot ten Westen van den weg van Arganda naar Morata de Tajuna zijn teruggedrongen. Ook de toestand bij Oviedo vertoont geen nieuwe ontwikkeling. Een bijzonder corres pondent van .Havas meldt daaromtrent uit Burgos: De regeeringstroepen hebben er, althans voor het oogenblik, van afgezien te trachten zich van de stad meester te ma ken. Zij ondernemen geen massale aan vallen meer en stellen zich tevreden met overvallen, ten einde de kleine operaties, die de rechtschen aan dit front onderne men ter verbetering van hun stellingen, te belemmeren. Het bombardement van Ovie do wordt nog slechts met tusschenpOozen voortgezet. De stad heeft verschrikkelijk geleden onder hét geschutvuur. De toren der kathedraal is weggeschoten tot aan het schip der kerk. Het ziekenhuis is zwaar ge havend. Radio-Bilbao meldt: Radio Bilbao heeft vannacht om één uur een officieel communiqué van den genera len staf der noordelijk legers verspreid. Het luidt:: „Baskenland: geschutvuur uitgewis seld in bijna alle sectoren. Als gewoonlijk behielden onze" batterijen het initiatief en verkregen zij doeltreffende resultaten bij het bestoken van de gestelde doelen en vij andelijke borstweringen. Asturie: tengevolge van den neerstroo- menden regen konden de operaties vandaag niet worden voortgezet. De troepen hebben de veroverde stellingen versterkt. Een tankschip op een mijn geloopen en vergaan. Een Grieksch. tankschip, de Loukia, groot 2143 ton en geheel geladen met petroleum is v09r.de Catalaansche kust in de buurt van de Golf van Rosas op een mijn geloopen. Volgens een bericht van Lloyds geraakte het schip in brand, waarna het zonk. De geheele beman ning moet zijn omgekomen. De laatste avondeditie van de Journal meldde, dat er 24 man aan boord waren. Gewonden van „Loukia" aan land gebracht. Het Grieksch tankschip „Loukia" en ge laden met Roemeensche petroleum bestemd voor Barcelona. De kapitein was den vori- gen avond te Port Vendres aan land ge gaan, teneinde bij de havenautoriteiten inlichtingen in te winnen aangaande het mijnenveld langs de Spaansche kust. Naar vernomen wordt zouden bewoners van de Spaansche kust twee lijken en ver scheidene gewonden aan land hebben ge bracht. Verondersteld wordt, dat de overige leden der bemanning verdronken zijn. DE FRANSCHE REGEERING BIJEEN. Geruchten inzake wettige stabili satie van den franc. Het bijeenroepen van den Franschen ministerraad tegen hedenmorgen heeft gister in Fransche politieke kringen tot de meest uiteenloopende geruchten aanleiding ge geven. In de wandelgangen der Kamer verzeker den verscheidene afgevaardigden, dat de regeering voornemens zou zijn, in deze bij eenkomst te besluiten tot wettige stabili satie van den franc. De muntwet van 1 October 1936 machtigt de regeering bij decreet over te gaan tot vastlegging van de wettelijke waarde van den franc tusschen minstens 43 miligram en ten hoogst 49 mili- gram goud. Op het oogenblik is de franc ge stabiliseerd op ongeveer 46 miligram goud. Enkele parlementsleden verzekerden zelfs, dat de wettige stabilisatie van den franc met ingang van vandaag zou kunnen wor den vastgesteld op een gehalte, dat het mid den houdt tusschen het huidige en het mini mum-gehalte, dus b.v. op een basis van 44 1/2 miligram goud. Het agentschap Havas kon daaren tegen in den loop van gisteravond nader preciseeren, dat de wettige stabilisatie, zoo deze heden, naar men vry alge meen in financieele kringen schijnt te gelooven, tot stand zou moeten komen, niet beneden d§ tegenwoordige pariteit van den franc zou geschieden. Hetzelfde agentschap was verder gemachtigd mede te deelen, dat de regeering geen vervanging van Labeyrie als gouverneur van de Fransche Bank beoogde. Verder schijnt het niet, dat de beoogde maatregelen een speciaal bijeenroepen van het parlement tegen a.s. Zaterdag met zich behoeven te sleepen. Deze bijeenroeping zou volgens een hardnekkig gerucht in de wan delgangen der beide huizen noodig zijn met het oog op een wettelijke bekrachtiging dezer maatregelen. Daarentegen is het niet onmogelijk te achten, dat de ministerraad besluit tot het instellen van een jommissie van technische raadgevers, die in nauw contact met den minister van financiën de ontwikkeling van den financieeler. toestand zou volgen. ERNSTIGE STAKINGRELLETJES. Dertien dooden. Gistermiddag hebben zich ernstige inci denten voorgedaan in een mijn te Matlawi, in het zuiden van Tunis, waar gendarmes en troepen, wier hulp was ingeroepen, om de orde te herstellen in een door stakers bezette opslagplaats, met revolverschoten werden ontvangen. Een kapitein dér gendarmerie en drie gendarmes werden gewond. Er ontstond daarop een verwoed gevecht, dat tien minuten duurde, en na afloop waar van 13 stakers gedood en een twaalftal ge wond bleken. De stakers trokken zich ten slotte in hun woningen terug, waarna de rust wederkeerde. DUITSCH PROTEST TE WASHINGTON. New-York's burgemeester beleedigt Hitier. La Guardia, burgemeester van New-York, heeft onlangs een redevoering gehouden voor de vrouwenafdeeling van het Ameri- kaansch-Joodsche congres, waarin hij zich in onvriendelijke bewoordingen over Hitier heeft uitgelaten. La Guardia heeft het hier in gehad over: „de fanatiekeling met het bruine hemd, die thans den wereldvrede bedreigt". Volgens La Guardia zou de beste oplossing deze zijn, om in een gebouw van de wereldtentoonstelling van 1939 een gruwelkamer in te richten, in deze kamer den bruinhemdigen fanatiekeling tentoon te stellen. De Duitsche regeering heeft deze uitlatingen van dien aard geacht, dat zij door middel van het Duitsche gezantschap te Washington heeft laten protesteeren. Ook de Duitsche pers heeft, zooals was te ver wachten, heftig gereageerd. „Wanneer La Guardia", aldus de Deutsche Allgemeine Zeitung, „zich vermeet, den leider van een volk van 60 millioen zielen te beleedigen, dan moet hij op zijn minst een klap om de ooren hebben". Staatssecretaris Huil heeft in antwoord op vragen van journalisten gezegd, niet op de hoogte te zijn van de redevoering in kwestie. Hij betreurde het echter, dat deze door een and are regeling als beleedigend zijn be schouwd. Nog eens La Guardia. Toen La Guardia er van in kennis werd gesteld, dat de Duitsche regeering te Was hington tegen zijn uitlatingen had geprotes teerd, zeide hij: „Zij hebben volkomen gelijk. Zij konden niet anders dan protesteeren. Ik ken geen artist, zij het schilder of beeld houwer, die in staat zou zijn eenig lid van de huidige Duitsche reegering uit te beelden (voor de tentoonstelling), Hitier incluis". DE JAPANSCHE HANDELSBETREKKINGEN. Verklaring van onderminister Horinoetsji. In antwoord op een interpellatie in het huis van afgevaardigden heeft de Japan- sche onder-minister voor buitenlandsche zaken, Horinoetsji, een overzicht gegeven van de diplomatieke onderhandelingen met andere landen en daarbij gezegd dat de binnenkort tusschen Japan en Austra lië aan te vangen besprekingen tot sluiting van een handels- en scheepvaartverdrag mogelijk zijn geworden na de succesrijke totstandkoming van ehn overeenkomst voor het wederzijdsche handelsverkeer. Horinoetsji zeide voorts dat de handels overeenkomst tusschen Japan en Birma, waarbij Japansche katoenen stukgoederen worden uitgewisseld tegen Birmeesche ruwe katoen, reeds van kracht is gewor den, terwijl de onderhandelingen met Britsch-Indië inzake herziening en her nieuwing van de handelsovereenkomst eveneens goede vooruitgang hebben. De betrekkingen met Nederlandsch- Indië. Vervolgens kwam Horinoetsji te spreken over de handelsbetrekkingen met Nederlandsch-Indië, waarbij hij verklaarde dat door de totstandko ming der scheepvaartovereenkomsten tusschen Japan en Nederlandsch- Oost-Indië een gunstige atmospheer is geschapen voor de sluiting van een handelsovereenkomst. Spreker zeide verder nog, dat de Ja pansche regeering er naar streeft, over eenkomsten inzake het ruilverkeer te slui ten met andere landen, met inachtneming van de geldende tendenz in de internatio nale handelsbetrekkingen. Ten aanzien van Noord-China zeide Horinoetsji, dat de beide besturen in Noord-China n.1. de autonome regeering van Oost-Hopei en de politieke raad van Hopei en Tsjahar tot stand zijn gekomen als gevolg van de bijzondere omstandig heden in Noord-China. Het bestaan dezer besturen in Noord- China die bereid is en in staat zijn samen te werken met Japan, Mandsjoekwo en China is wenschélijk. Horinoetsji zeide tenslotte dat de economische samenwer king met de Chineesche belangegroepen in Noord-China in goede banen is. De Japansche regeering bevordert de ontwik keling der betrekkingen door de noodige middelen ter beschikking te stellen. DE ONTSNAPPING UIT DE SOURICIERE. Een ontrouwe cipier, een trouwe gade en een slimme oplichter. Sedert Januari 1935 bevond Charles Pé- lissier zich reeds in de Santé-gevangenis te Parijs. Hij moest zich ter zake van een aan tal oplichterijen verantwoorden. Oplichte rijen van nogal ingewikkelden aard, zoodat het onderzoek veel tijd vorderde. Op 3 October van hetzelfde jaar wist Pé- lissier uit de Souricière te ontsnappen. De Souricière is een zaal van het Paleis van Justitie met een aantal cellen, waarin gede tineerden worden ondergebracht, wanneer zij besprekingen hebben met hun advocaten of met ambtenaren, die met de instructie zijn belast. De bewaking der gevangenen was toever trouwd aan een zekeren Vallet, die er van zijn salaris blijkbaar niet komen kon en dus naar bijverdiensten zocht. Zoo is hij er toe gekomen aan zijn zorg toevertrouwde gevan genen in cel 10 gelegenheid te geven fami lie en kennissen te ontmoeten. Sedert heet cel 10 in de Parijsche pers „la celluie d' amour". De echtgenoote van Pélissier had hiervan vernomen en het kostte haar weinig moeite den cipier bereid te vinden ook haar den toegang tot cel 10 te ontsluiten; in een kroegje in de nabijheid van het Paleis van Justitié kwam de transactie tot stand. „Als men u vraagt wat u er te maken heeft, moet u maar zeggen dat u advocate bent", aldus de voorzichtige Vallet. Ook op 3 October had Vallet mevrouw Pélissier weer in het afgesproken kroegje ontmoet. Samen gingen zij mevrouw met een sierlijk pakje (met valsche sleutels) on der den arm naar de Souricière, waar de cipier zich bescheidenlij k terugtrok. Eenigen tijd later zag Vallet zijn gevan gene het gebouw verlaten. Zijn verzet wist mevr. Pélissier te sussen en van twaalf tot vijf uur wist zij den cipier in de overtuiging te doen blijven, dat haar echtgenoot (die onmiddellijk den trein naar Brussel had ge nomen) maar eventjes naar zijn bank was gegaan en zeer spoedig terug zou zijn. Dat was het laatste van de 10 bezoeken die mevr. Pelissier aan de Souricière had ge bracht. 's Avonds werd zij gearresteerd. Men vond op haar een bedrag van 20.000 francs, dat zij bij het afscheid blijkbaar verzuimd had aan haar man te overhandigen. Men liet haar weer vrij, doch de cipier, die van haar in totaal een bedrag van 2000 fr. had getou cheerd heeft sedert dien gelegenheid gehad het gevangenisleven van den anderen kant te bèschouwen. Gisteren heeft hij te Parijs terechtgestaan. De groote belangstelling van publiek en journalisten ging echter uit naar de trouwe echtgenoote, een mooie jonge vrouw van 28 jaar, met uitstekend verzorgde coiffure (blond haar, zooals de kappers dat tegen woordig zoo fraai weten te maken, vertelt "de Intransigeant). Volgens L'Oeuvre verdient mevr. Pélissier een plaats in de reeks van dappere vrouwen, die de wereldgeschiedenis kent. Het Parij sche blad vertelt, dat iets dergelijks in de geschiedenis van de Fransche justitie nog slechts één keer is voorgekomen, n.1. op 20 December 1815 toen de gravin de la Vallette, dé moeder van Josephine Beauharnais, haar ter dood veroordeelden echtgenoot den dag voor de uitvoering van het vonnis ging be zoeken met haar dochtertje. In de kleeding van zijn vrouw verliet toen de graaf met zijn dochtertje de gevangenis. De gravin bleef achter. En wat deed Lodewyk XVTII? Hij schonk haar niet slechts vergiffenis, doch sprak een historisch woord: Mevrouw de la Valette heeft haar plicht gedaan! De cipier, die zich gisteren hardnekkig verdedigde, had dit niet. Doch, zoo verze kerde hij, men heeft altijd zoo lang bij mij aangedrongen, dat ik wel moest toegeven. Wel twintig maal was mevr. Pélissier hem lastig komen vallen. „Toen kreeg ik er ge noeg van en gaf toe". Doch de houding van den cipier werd weer minder vergeeflijk, toen de president van de rechtbank hem er aan herinnerde, dat hij zich meer aan dergelijke praktijken had schuldig gemaakt. Zoo heeft hij een an der gedetineerde toegestaan een kennisje te ontvangen en de bezoekster bij het weg gaan toegevoegd: Gedenk mij in uw gebe den, want ik loop eenige risico. De verdediger heeft nog gepoogd de recht bank er toe te bewegen een bezoek te gaan brengen aan cel 10. Verslaggevers meen den op te merken, dat het verzoek bij de jury in goede aarde viel. De rechtbank heeft zich de beslissing voorbehouden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 1