DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het controlestelsel op 21 Maart in werking
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 54
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK.
Vrijdag 5 Maart 1937
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
139e Jaargong
De algemeene toestand.
Alkmaar, 5 Maart.
In de rubriek „De Spaansche revolutie"
wordt vandaag melding gemaakt van een
nota van generaal Franco aan de ondertee
kenaars van het verdrag van Algeciras.
De Parijsche bladen hebben hedenmorgen
al commentaar geleverd op den inhoud van
deze nota, en de bekende Pertinax wijst er
in de Echo de Paris op, dat Franco probeert,
het Marokkaansch probleem op internatio
naal terrein te brengen. Frankrijk behoudt
zijn vrijheid van besluiten en plaatst zich
zoodoende op het uitsluitende standpunt van
de hoogste belangen van Frankrijk, betref
fende de vrijheid van zijn verbindingen over
de Middellandsche Zee, die onontbeerlijk
zijn voor de mobilisatie van zijn leger, de
veiligheid van zijn Marokkaansch protec
toraat en geheel Noord-Afrika. Wanneer
men slechts het tweede punt bekijkt, is het
duidelijk, dat hetgeen sedert acht maanden
van Spaansch Marokko gemaakt is, Frank
rijk aan groote gevaren bloot stelt. De „Ex
celsior" schrijft, dat men zich in Fransche
diplomatieke kringen te verbaasder toont
over de beweringen van Franco, daar Frank
rijk bewijs gegeven heeft van uiterste lank
moedigheid ten aanzien van de herhaalde
inbreuken op de internationale verplichtin
gen in de Spaansche invloedszone sedert den
militairen opstand. Het blad wijt de ontevre
denheid der inboorlingenbevolking in de
Spaansche zone aan de intensieve recrutee-
ring, waardoor het land geen arbeiders meer
heeft.'Mevr. Tabouis schrijft in de „Oeuvre",
dat de nota van Franco algeméén uitgelegd
wordt in verantwoordelijke Fransche krin
gen als een bewijs, dat Italië en Duitschland
op grond van de in de laatste da<*en door de
Spaansche regeeringstroepen behaalde suc
cessen tijd willen winnen om nieuwe troepen
aan land te zetten, waarschijnlijk ditmaal in
Marokko. Voorts wijst de schrijfster in dit
verband op de aankomst in Napels van den
Duitschen luchtvaartgeneraal Milch; Het ge
matigd radicaal socialistische blad „Ere
Nouvelle" vraagt, of de tijd niet gekomen is,
tot Duitschland te zeggen, op den krachti-
gen toon, die bepaald de eenige is, dien dit
land kan begrijpen: „wat komt u doen in de
wateren van de Middellandsche Zee, waar
gij geen enkel belang te verdedigen of te
bekennen hebt?" Ook tegenover Italië is de
tijd gekomen een duidelijke taal te spreken:
„Gij hebt u bij Duitschland aangesloten op
Europeesche politiek terrein, dat is uw zaak.
Maar wanneer gij uw spel tot in de Middel
landsche Zee toe wilt spelen, gaat gij te
vér". De-spil RomeBerlijn zal niet naar
willekeur van Rome en Berlijn dwars door
Europa verplaatst kunnen worden.
Ook de Engelsche bladen wijden aandacht
aan de nota en de Manchester Guardian
schrijft o.a.:
„Te Londen hecht men er geenerlei be-
teekenis aan. De opstandige Junta is door
het meerendeel der belanghebbende regee
ringen niet erkend en in ieder geval is de
onderhavige nota vol dwaasheden. De stijl
van den laatsten pairagraph stelt in staat er
een vertaling uit het Duitsch in te zien.
Wanneer er eenige reden bestond voor klach
ten over Marokko, zou het aan de Franschen
en niet aan de opstandelingen zijn, die uit
te spreken. De opstandelingen, die gebrek
hebben aan troepen, hebben Marokkanen
in de Fransche zone gerecruteerd en de
Franschen hebben moeite gehad hun grens
gesloten te houden". De Junta beschuldigt
Frankrijk er van een voorwendsel te zoeken
om de Spaansche zone binnen te vallen. On
der het bewind der opstandelingen is deze
zone een gebied van wanorde geworden en
een terrein van actie voor Duitschen invloed
en Duitsche intriges. Wanneer de Franschen
den wensch hadden Marokko binnen te
vallen, zouden zij voldoende voorwendsels
hebben dit te doen, zonder het noodig te
hebben er te zoeken.
OPSTANDIGE DORPELINGEN
TERECHTGESTELD.
Volgens de „Ultimas Noticias" zijn vijf
personen in het dorp Jacatlaco, in den
staat Mexico, gefusilleerd. Honderd an
dere inwoners van dit dorp zouden zijn
gevangen genomen. Deze executies en
arrestaties zijn verricht in verband met de
incidenten van Zondag jl., toen achthon
derd dorpelingen in opstand kwamen te
gen een afdeeling federale politie, ten
einde de kanalisatiewerkzaamheden te
verhinderen, die naar zij geloofden, hen
van water zouden versteken.
VECHTPARTIJ IN DORP BIJ SMYRNA.
Verscheiden dooden en gewonden.
In het Friesche dop Tekoli bij Smyrna
is een bloedig conflict ontstaan tusschen
de bewoners, die in twee vijandige kam
pen zijn verdeeld wegens de verkiezing
van een monthar (soort van burgemees
ter).
Er zijn verscheiden dooden en gewon
den te betreuren.
De Spaansche revolutie
Rust aan de gevechtsfronten
PROTEST VAN FRANCO.
Vermoedelijk zal eerst op 21 Maart het
controlestelsel in werking kunnen treden,
vermits het onmogelijk is, dat reeds a.s. Za
terdag de waarnemers hun posten bezet
ten. Intusschen hebben de deskundigen der
afzijdigheidscommissie besloten aan te be
velen, dat het stelsel van toezicht ook
wordt toegepast op de schepen van de mo
gendheden, die de overeenkomst hebben
geteekend, welke naar Spanje vertrekken
uit Amerikaansche of andere niet-Europee-
sche havens.
Voor het eerst sedert het vrijwilligers ver
bod van kracht is geworden, hoort men
weer geruchten over buitenlandsche hulp
aan de partijen in Spanje. Volgens den dï-
plomatieken correspondent van de Manches
ter Guardian toch heeft eind Februari een
zending van t-vintig tanks voor Franco's
troepen Duitschland verlaten evenals de
manschappen, die deze tanks moeten bedie
nen. De tanks, die men aan de Spanjaarden
toevertrouwt, schijnen meer te lijden te
hebben van de inzittenden dan van dege
nen, die daarbuiten tot taak hebben de tanks
onbruikbaar te maken.
Protest van Franco over schending
van het verdrag van Algeciras.
Volgens radio Salamanca heeft de regee
ring van generaal Franco een nota gericht
tot de mogendheden, welke het verdrag van
Algeciras hebben onderteekgnd, waarin
wordt geweren op zekere agitatie in de
Fransche protectoraten, grenzende aan
Spaansch-Marokko, met het doel ordever
storingen te verwekken in Spaansch-Ma-
rokka, opdat de Fransche autoriteiten, on
der voorwendsel de orde te herstellen en
het overslaan van het gevaar naar Fransch-
Marokko te voorkomen, de Spaansche zone
binnen zouden kunnen raken.
De regeering van Franco heeft de mo
gendheden gevraagd een internationale
commissie in te stellen, welke de gegrond
heid van deze nota zal bestudeeren. Verder
vraagt de regeering-Franco aan de niet-in-
mengingscommissie een einde te maken aan
deze intriges.
In officieele Fransche kringen, zegt Reu
ter, bewaart men een absoluut stilzwijgen
over deze nota.
In politieke kringen is zij sceptisch ont
vangen. Men is van oordeel dat de houding
van Frankrijk herhaalde malen duidelijk
uiteen is gezet en men herinnert aan de
verklaringen van 11 Januari gewisseld tus
schen rijkskanselier Hitier en den Franschen
ambassadeur te Berlijn, Francois Poncet.
In welingelichte Britsche kringen ver
klaart men niets te weten van een nota van
de Junta van Burgos aan de onderteeke
naars van het verdrag van Algeciras. Ove
rigens kan alleen de regeering van Valen-
cia dergelijke protesten indienen.
Samenwerking tusschen Catalaansche
en republikeinsche regeering.
Companys heeft een verklaring afgelegd
tegenover de vertegenwoordigers der pers,
waarbij hij uiting gaf aan zijn voldoening
over de reis van het eerste raadslid Tara-
delas naar Valencia. „Wederom is de over
eenstemming van opvattingen der regeering
te Valencia en der Catalaansche regeering
gebleken, aldus Companys. De besprekingen
van den vertegenwoordiger van Catalonië
met de ministers der regeering te Valencia
zijn in volstrekte harmonie verloopen. Be
halve eenige besluiten, die niet bestemd
zijn te worden gepubliceerd, is besloten, dat
de regeering der republiek een vertegen
woordiger zal aanstellen bij den Catalaan-
schen generalen staf en dat de Catalaan
sche regeering een vertegenwoordiger be
noemen zal bij den hoogsten krijgsraad der
republiek en bij den centrale generalen
stal. In de eerstgenoemde functie zal
waarschijnlijk het raadslid van defensie van
Catalonië benoemd worden"
In zijn verdere verklaringen wees Com
panys er nog op, dat op economisch finan
cieel terrein de overeenstemming tusschen
de beide regeeringen volledig is.
Kalmte aan de fronten.
Aan alle fronten was het gisteren een kal
me dag, doch van vele zijden komen aan
wijzingen van een spoedige hervatting der
operaties op groote schaal. Men denkt daar
bij vooral aan de regimenten, die deelgeno
men hebben aan den opmarsch naar Malaga
en waarvan sommige thans naar het cen
trale front worden overgebracht. Wat de
gevechten bij de Jarama en den weg naar
Valencia betreft, staat het vrijwel vast, dat
de rechtschen tot ten Westen van den weg
van Arganda naar Morata de Tajuna zijn
teruggedrongen.
Ook de toestand bij Oviedo vertoont geen
nieuwe ontwikkeling. Een bijzonder corres
pondent van .Havas meldt daaromtrent uit
Burgos: De regeeringstroepen hebben er,
althans voor het oogenblik, van afgezien te
trachten zich van de stad meester te ma
ken. Zij ondernemen geen massale aan
vallen meer en stellen zich tevreden met
overvallen, ten einde de kleine operaties,
die de rechtschen aan dit front onderne
men ter verbetering van hun stellingen, te
belemmeren. Het bombardement van Ovie
do wordt nog slechts met tusschenpOozen
voortgezet. De stad heeft verschrikkelijk
geleden onder hét geschutvuur. De toren
der kathedraal is weggeschoten tot aan het
schip der kerk. Het ziekenhuis is zwaar ge
havend.
Radio-Bilbao meldt:
Radio Bilbao heeft vannacht om één uur
een officieel communiqué van den genera
len staf der noordelijk legers verspreid. Het
luidt:: „Baskenland: geschutvuur uitgewis
seld in bijna alle sectoren. Als gewoonlijk
behielden onze" batterijen het initiatief en
verkregen zij doeltreffende resultaten bij
het bestoken van de gestelde doelen en vij
andelijke borstweringen.
Asturie: tengevolge van den neerstroo-
menden regen konden de operaties vandaag
niet worden voortgezet. De troepen hebben
de veroverde stellingen versterkt.
Een tankschip op een mijn geloopen
en vergaan.
Een Grieksch. tankschip, de Loukia,
groot 2143 ton en geheel geladen met
petroleum is v09r.de Catalaansche kust
in de buurt van de Golf van Rosas op
een mijn geloopen. Volgens een bericht
van Lloyds geraakte het schip in brand,
waarna het zonk. De geheele beman
ning moet zijn omgekomen. De laatste
avondeditie van de Journal meldde, dat
er 24 man aan boord waren.
Gewonden van „Loukia" aan land
gebracht.
Het Grieksch tankschip „Loukia" en ge
laden met Roemeensche petroleum bestemd
voor Barcelona. De kapitein was den vori-
gen avond te Port Vendres aan land ge
gaan, teneinde bij de havenautoriteiten
inlichtingen in te winnen aangaande het
mijnenveld langs de Spaansche kust.
Naar vernomen wordt zouden bewoners
van de Spaansche kust twee lijken en ver
scheidene gewonden aan land hebben ge
bracht.
Verondersteld wordt, dat de overige leden
der bemanning verdronken zijn.
DE FRANSCHE REGEERING BIJEEN.
Geruchten inzake wettige stabili
satie van den franc.
Het bijeenroepen van den Franschen
ministerraad tegen hedenmorgen heeft gister
in Fransche politieke kringen tot de meest
uiteenloopende geruchten aanleiding ge
geven.
In de wandelgangen der Kamer verzeker
den verscheidene afgevaardigden, dat de
regeering voornemens zou zijn, in deze bij
eenkomst te besluiten tot wettige stabili
satie van den franc. De muntwet van 1
October 1936 machtigt de regeering bij
decreet over te gaan tot vastlegging van de
wettelijke waarde van den franc tusschen
minstens 43 miligram en ten hoogst 49 mili-
gram goud. Op het oogenblik is de franc ge
stabiliseerd op ongeveer 46 miligram goud.
Enkele parlementsleden verzekerden zelfs,
dat de wettige stabilisatie van den franc
met ingang van vandaag zou kunnen wor
den vastgesteld op een gehalte, dat het mid
den houdt tusschen het huidige en het mini
mum-gehalte, dus b.v. op een basis van
44 1/2 miligram goud.
Het agentschap Havas kon daaren
tegen in den loop van gisteravond nader
preciseeren, dat de wettige stabilisatie,
zoo deze heden, naar men vry alge
meen in financieele kringen schijnt te
gelooven, tot stand zou moeten komen,
niet beneden d§ tegenwoordige pariteit
van den franc zou geschieden. Hetzelfde
agentschap was verder gemachtigd
mede te deelen, dat de regeering geen
vervanging van Labeyrie als gouverneur
van de Fransche Bank beoogde.
Verder schijnt het niet, dat de beoogde
maatregelen een speciaal bijeenroepen van
het parlement tegen a.s. Zaterdag met zich
behoeven te sleepen. Deze bijeenroeping zou
volgens een hardnekkig gerucht in de wan
delgangen der beide huizen noodig zijn met
het oog op een wettelijke bekrachtiging
dezer maatregelen.
Daarentegen is het niet onmogelijk te
achten, dat de ministerraad besluit tot het
instellen van een jommissie van technische
raadgevers, die in nauw contact met den
minister van financiën de ontwikkeling van
den financieeler. toestand zou volgen.
ERNSTIGE STAKINGRELLETJES.
Dertien dooden.
Gistermiddag hebben zich ernstige inci
denten voorgedaan in een mijn te Matlawi,
in het zuiden van Tunis, waar gendarmes
en troepen, wier hulp was ingeroepen, om
de orde te herstellen in een door stakers
bezette opslagplaats, met revolverschoten
werden ontvangen.
Een kapitein dér gendarmerie en drie
gendarmes werden gewond.
Er ontstond daarop een verwoed gevecht,
dat tien minuten duurde, en na afloop waar
van 13 stakers gedood en een twaalftal ge
wond bleken. De stakers trokken zich ten
slotte in hun woningen terug, waarna de rust
wederkeerde.
DUITSCH PROTEST TE WASHINGTON.
New-York's burgemeester beleedigt
Hitier.
La Guardia, burgemeester van New-York,
heeft onlangs een redevoering gehouden
voor de vrouwenafdeeling van het Ameri-
kaansch-Joodsche congres, waarin hij zich in
onvriendelijke bewoordingen over Hitier
heeft uitgelaten. La Guardia heeft het hier
in gehad over: „de fanatiekeling met het
bruine hemd, die thans den wereldvrede
bedreigt". Volgens La Guardia zou de beste
oplossing deze zijn, om in een gebouw van
de wereldtentoonstelling van 1939 een
gruwelkamer in te richten, in deze kamer
den bruinhemdigen fanatiekeling tentoon te
stellen. De Duitsche regeering heeft deze
uitlatingen van dien aard geacht, dat zij
door middel van het Duitsche gezantschap
te Washington heeft laten protesteeren. Ook
de Duitsche pers heeft, zooals was te ver
wachten, heftig gereageerd. „Wanneer La
Guardia", aldus de Deutsche Allgemeine
Zeitung, „zich vermeet, den leider van een
volk van 60 millioen zielen te beleedigen,
dan moet hij op zijn minst een klap om de
ooren hebben".
Staatssecretaris Huil heeft in antwoord op
vragen van journalisten gezegd, niet op de
hoogte te zijn van de redevoering in kwestie.
Hij betreurde het echter, dat deze door een
and are regeling als beleedigend zijn be
schouwd.
Nog eens La Guardia.
Toen La Guardia er van in kennis werd
gesteld, dat de Duitsche regeering te Was
hington tegen zijn uitlatingen had geprotes
teerd, zeide hij: „Zij hebben volkomen gelijk.
Zij konden niet anders dan protesteeren. Ik
ken geen artist, zij het schilder of beeld
houwer, die in staat zou zijn eenig lid van
de huidige Duitsche reegering uit te beelden
(voor de tentoonstelling), Hitier incluis".
DE JAPANSCHE
HANDELSBETREKKINGEN.
Verklaring van onderminister
Horinoetsji.
In antwoord op een interpellatie in het
huis van afgevaardigden heeft de Japan-
sche onder-minister voor buitenlandsche
zaken, Horinoetsji, een overzicht gegeven
van de diplomatieke onderhandelingen
met andere landen en daarbij gezegd dat
de binnenkort tusschen Japan en Austra
lië aan te vangen besprekingen tot sluiting
van een handels- en scheepvaartverdrag
mogelijk zijn geworden na de succesrijke
totstandkoming van ehn overeenkomst
voor het wederzijdsche handelsverkeer.
Horinoetsji zeide voorts dat de handels
overeenkomst tusschen Japan en Birma,
waarbij Japansche katoenen stukgoederen
worden uitgewisseld tegen Birmeesche
ruwe katoen, reeds van kracht is gewor
den, terwijl de onderhandelingen met
Britsch-Indië inzake herziening en her
nieuwing van de handelsovereenkomst
eveneens goede vooruitgang hebben.
De betrekkingen met Nederlandsch-
Indië.
Vervolgens kwam Horinoetsji te
spreken over de handelsbetrekkingen
met Nederlandsch-Indië, waarbij hij
verklaarde dat door de totstandko
ming der scheepvaartovereenkomsten
tusschen Japan en Nederlandsch-
Oost-Indië een gunstige atmospheer
is geschapen voor de sluiting van een
handelsovereenkomst.
Spreker zeide verder nog, dat de Ja
pansche regeering er naar streeft, over
eenkomsten inzake het ruilverkeer te slui
ten met andere landen, met inachtneming
van de geldende tendenz in de internatio
nale handelsbetrekkingen.
Ten aanzien van Noord-China zeide
Horinoetsji, dat de beide besturen in
Noord-China n.1. de autonome regeering
van Oost-Hopei en de politieke raad van
Hopei en Tsjahar tot stand zijn gekomen
als gevolg van de bijzondere omstandig
heden in Noord-China.
Het bestaan dezer besturen in Noord-
China die bereid is en in staat zijn samen
te werken met Japan, Mandsjoekwo en
China is wenschélijk. Horinoetsji zeide
tenslotte dat de economische samenwer
king met de Chineesche belangegroepen
in Noord-China in goede banen is. De
Japansche regeering bevordert de ontwik
keling der betrekkingen door de noodige
middelen ter beschikking te stellen.
DE ONTSNAPPING UIT DE SOURICIERE.
Een ontrouwe cipier, een trouwe
gade en een slimme oplichter.
Sedert Januari 1935 bevond Charles Pé-
lissier zich reeds in de Santé-gevangenis te
Parijs. Hij moest zich ter zake van een aan
tal oplichterijen verantwoorden. Oplichte
rijen van nogal ingewikkelden aard, zoodat
het onderzoek veel tijd vorderde.
Op 3 October van hetzelfde jaar wist Pé-
lissier uit de Souricière te ontsnappen. De
Souricière is een zaal van het Paleis van
Justitie met een aantal cellen, waarin gede
tineerden worden ondergebracht, wanneer
zij besprekingen hebben met hun advocaten
of met ambtenaren, die met de instructie zijn
belast.
De bewaking der gevangenen was toever
trouwd aan een zekeren Vallet, die er van
zijn salaris blijkbaar niet komen kon en dus
naar bijverdiensten zocht. Zoo is hij er toe
gekomen aan zijn zorg toevertrouwde gevan
genen in cel 10 gelegenheid te geven fami
lie en kennissen te ontmoeten. Sedert heet
cel 10 in de Parijsche pers „la celluie d'
amour".
De echtgenoote van Pélissier had hiervan
vernomen en het kostte haar weinig moeite
den cipier bereid te vinden ook haar den
toegang tot cel 10 te ontsluiten; in een
kroegje in de nabijheid van het Paleis van
Justitié kwam de transactie tot stand. „Als
men u vraagt wat u er te maken heeft, moet
u maar zeggen dat u advocate bent", aldus
de voorzichtige Vallet.
Ook op 3 October had Vallet mevrouw
Pélissier weer in het afgesproken kroegje
ontmoet. Samen gingen zij mevrouw met
een sierlijk pakje (met valsche sleutels) on
der den arm naar de Souricière, waar de
cipier zich bescheidenlij k terugtrok.
Eenigen tijd later zag Vallet zijn gevan
gene het gebouw verlaten. Zijn verzet wist
mevr. Pélissier te sussen en van twaalf tot
vijf uur wist zij den cipier in de overtuiging
te doen blijven, dat haar echtgenoot (die
onmiddellijk den trein naar Brussel had ge
nomen) maar eventjes naar zijn bank was
gegaan en zeer spoedig terug zou zijn.
Dat was het laatste van de 10 bezoeken
die mevr. Pelissier aan de Souricière had ge
bracht. 's Avonds werd zij gearresteerd. Men
vond op haar een bedrag van 20.000 francs,
dat zij bij het afscheid blijkbaar verzuimd
had aan haar man te overhandigen. Men liet
haar weer vrij, doch de cipier, die van haar
in totaal een bedrag van 2000 fr. had getou
cheerd heeft sedert dien gelegenheid gehad
het gevangenisleven van den anderen kant
te bèschouwen.
Gisteren heeft hij te Parijs terechtgestaan.
De groote belangstelling van publiek en
journalisten ging echter uit naar de trouwe
echtgenoote, een mooie jonge vrouw van 28
jaar, met uitstekend verzorgde coiffure
(blond haar, zooals de kappers dat tegen
woordig zoo fraai weten te maken, vertelt
"de Intransigeant).
Volgens L'Oeuvre verdient mevr. Pélissier
een plaats in de reeks van dappere vrouwen,
die de wereldgeschiedenis kent. Het Parij
sche blad vertelt, dat iets dergelijks in de
geschiedenis van de Fransche justitie nog
slechts één keer is voorgekomen, n.1. op 20
December 1815 toen de gravin de la Vallette,
dé moeder van Josephine Beauharnais, haar
ter dood veroordeelden echtgenoot den dag
voor de uitvoering van het vonnis ging be
zoeken met haar dochtertje. In de kleeding
van zijn vrouw verliet toen de graaf met zijn
dochtertje de gevangenis. De gravin bleef
achter. En wat deed Lodewyk XVTII? Hij
schonk haar niet slechts vergiffenis, doch
sprak een historisch woord: Mevrouw de la
Valette heeft haar plicht gedaan!
De cipier, die zich gisteren hardnekkig
verdedigde, had dit niet. Doch, zoo verze
kerde hij, men heeft altijd zoo lang bij mij
aangedrongen, dat ik wel moest toegeven.
Wel twintig maal was mevr. Pélissier hem
lastig komen vallen. „Toen kreeg ik er ge
noeg van en gaf toe".
Doch de houding van den cipier werd
weer minder vergeeflijk, toen de president
van de rechtbank hem er aan herinnerde,
dat hij zich meer aan dergelijke praktijken
had schuldig gemaakt. Zoo heeft hij een an
der gedetineerde toegestaan een kennisje te
ontvangen en de bezoekster bij het weg
gaan toegevoegd: Gedenk mij in uw gebe
den, want ik loop eenige risico.
De verdediger heeft nog gepoogd de recht
bank er toe te bewegen een bezoek te gaan
brengen aan cel 10. Verslaggevers meen
den op te merken, dat het verzoek bij de
jury in goede aarde viel. De rechtbank heeft
zich de beslissing voorbehouden.