FLITSEN VAN ÏIET WITTE DOEK.. DE HUIDIGE POSITIE VAN DE DUITSCHE FILM BESCHOUWING over de journaustenfilm jogger". Fred Astaire eri Ginger Rogers hebben ruzie. ONZE BIOSCOPEN. D „De muis uit de valmaar over muizenval en muis een kaasstolp". (Wan onsen Berüjnschen correspondent.) 26 HAART 1937. Dezer dagen hebben we in Berlijn de première beleefd van een „Tobis"- film, die zich uitvoerig met het beroep van den dagbladschrijver bezig houdt. De film heef „Togger", een eenigszins geheimzinnig klinkende en daarom voor de reclame zeer bruikbare (niets belovende en elk vermoeden vrijla tende) titel. Pas als we het program ma lezen, merken we, dat de hoofd redacteur van het dagblad, dat in het middelpunt van het gebeuren staat, Togger heet - natuurlijk dr. Togger, waar het publiek in Duitschland nu eenmaal den doctorstitel als onaf scheidelijk van het beroep der jour nalisten beschouwt en dat de film dus evengoed „Jansen" of „Schulze" had kunnen heeten. Maar „Togger" is een. vreemd' klinkende naam, ook in Duitschland, en daar ging fyet hier blijkbaar om. Of liever: het ging ar heelemaal niet om, hoe die man heette, voordat zijn filmleven begon. Het gaat er óm, dat hij, nadat we hem als filmfiguur Rebben leeren kennen, nog altijd Togger heet, gelijk jaren geleden, in Freytag's ^paneelstuk „Die Journalisten", een zeker ■""-e van dagbladschrijver „Schmock" btte en onder dien naam type geble- i is. Wij kunnen ons niets anders den- dan dat de beide bekroonde schrijvers a's?), die een ander type ons als voorstellen, daarmee het initiatief wenschen te nemen tot de creatie van den Togger-journalist met het uitdrukkelijk verlangen, dat de Schmock-journalist niet J^eer uitsluitend in de phantasie van den h»er zal blijven voortleven. Wij aanvaarden des te gretiger de juist heid van deze veronderstelling, omdat deze „bekroonde film" het resultaat is van «en prijsvraag, uitgeschreven door de ,:Tobis"-filmondeimeming, zeker in over eenstemming met den Rijksbond der Duit- ache Pers, en indertijd warm gesteund door aUe Duitsdie redacties. Een prijsvraag, waarop heel wat inzendingen zijn binnen gekomen, wat niet te verwonderen valt als men bedenkt, dat de beloon ingen in de duizenden marken liepen en de Duitsche journalist van heden bijna zoo slecht be taald wordt als zijn gemiddelde Neder- landsche collega. Maar we mogen niet verzwijgen, dat ook een goede portie ijver voor de beroepseer een rol gespeeld heeft. En in dit verband ite het tot stand) komen en het resultaat deze filmgeschiedenis belangwekkend cfck over de Duitsche grenzen heen. Men weet, dat het vraagstuk van de „vrijheid der pers" vooral ook in de voor bereiding en de doorvoering van de na tionaal-socialistische revolutie van pri maire beteekenis geweest en gebleven is. De Duitsche nationaal-socialisten waren ejrg ontevreden over de Duitsche pers vóór 1933. Zij stonden en staan op het stand punt, dat die pers niet vrij was, maar af hankelijk van het kapitaal, van de politie ke partij, van de kerk, van concerns, dus van zekere industrieën eniz. Zij stonden en staan verder op het standpunt, dat het lezend publiek lang niet in alle gevallen deze afhankelijkheid overzien kon. en dus misleid werd, een eerlijke meenihg, een onafhankelijke berichtgeving onder de oogen dacht te krijgen, terwijl in werke lijkheid een scheeve voorstelling van zaken gegeven werd in het belang van de machten, die de werkelijke machten ach ter de schermen waren. (Waarbij' in het bijzondere geval-Duitschland nog werd uitgegaan van de veronderstelling, dat het vooral joodsche, internationaal denkende, destructieve machten waren, die bij voor keur de pers tot uitvoerend orgaan van haar politiek trachten te maken). De ster ke neiging tot generaliseeren ook wel het vasthouden van groote, voor ieder be grijpelijke, lijnen genaamd bracht de nationaal-socialistische Hitlerbeweging er toe, ook hieralles in één pot te werpen en, tot staatsalmaeht geworden, het kind met het badwater uit te werpen. In de plaats van de, inderdaad zelden „vrije", ook niet altijd onafhankelijke of zelfs maar naar moreele hoogte strevende Duitsche pers van voorheen, kwam de „onafhankelijke" pers van het Derde Rijk, kwam de staats- bescherming van de „onafhankelijkheid" der redacteuren en verslaggevers ten op zichte van directies, adverteerders, lezers en geldgevers daarin bestaande, dat staat en éénige toegelaten partij nu de plaats van de vroegere machten kwamen innemen en het beetje onafhankelijkheid van vroeger radicaal over boord gooiden. (Men vond er op, dat alle ware Duitschers nationaal-socialist zijn of behooren te zijn, dus ook alle redacteuren; dus ook alles wat zij schrijven uit behoort te gaan van de nationaal-socialistische ideologieën, dus steeds in' volle overeenstemming moet zijn rnet de wenschen der regeering, om hieruit de niet meer verrassende conclusie te trekken, dat alle redacties over 100 vrijheid en onafhankelijkheid beschikken. Wat neerkomt op het vrijlaten van een muis uit zijn mujzenval, om daarna over muisen-val een kaasstolp te zetten Geen wonder dan ook, dat de film „Togger" eindigt met de revolutie van 30 Januari 1933, die o.a. den door concern- boeven ontslagen dr. Togger, den „bur gerlijken" maar eerlijken en karaktervol len hoofdredacteur, op zijn oude plaats terug brenge, als belooning voor zijn eer lijkheid en zucht naar onafhankelijkheid, maar als bewijs vooral, dat in het Derde Rijk zulke mannen de plaats mogen inne men, die hun toekomt. Dr. Togger mag nu schrijven „wat hij wil" (mits hij mede •helpt, den nationaal-socialistischén een heidsstaat op te bouwen, elke geste der overheid geestdriftig te verdedigen en toe te juichen en alles weg te laten, wat als critiek op daden der overheid uitgelegd zou kunnen worden). Triomfantelijk keert de muis in de onschadelijk gemaakte muizenval terug, en even triomphanitelijk zet de staat de kaasstolp over het liefelijk- tafereel van elkaar in de armen vallende redacteuren en medewerkers. Deze propaganda voor het Derde Rijk, meer in het bijzonder voor de nationaal- socialistische wereldbeschouwing, is één der bedoelingen bij de scheppers van deze film-van-het-krahten-leven. geweest. Deze tendenz was ook onvermijdelijk. Men is in nazi-perskringen toch al eenigszins ontstemd geweest oyer het feit, dat de film niet in een Derde-Rijksmilieu speelt en den journalist in het Duitschland van heden ahn het werk toont, maar een re- dactiewereldj'e van vóór 1933 weergeeft en wel blijkbaar een Duitsch-nationaal blad, dat „desondanks" den strijd tegen cor ruptie en internationale beïnvloeding aan vaardt. Als doekje voor 't bloeden moest dan wel de oplossing gevonden worden, dat de „Republiek van Weimar" den dap peren hoofdredacteur niet beschermen wilde en kon, zoodat de internationale corruptie zegevierde totdat dan de Een opname uit de journalistieke Tobis-film Het fenomenale Amerï- kaansche danspaar Fred Astaire en Ginger Rogers, dat nu al eenige jaren achtereen wereldsuccessen boekte in tal van onover troffen jazz-films, heeft typisch Amerikaansch ruzie gekregen over een kleinigheid, n.1. omdat Fred Astaire tijdens de repetities niet geheel alcoholvrij was. Hierdoor voelde Ginger Ro gers zich figuurlijk mis schien ook letterlijk op haar teentjes getrapt. Naar verluidt is het dans- duo van elkaar gegaan, ieder zijns weegs. Zou dit alles geraffineerde reclame zijn? Het wereldberoemde danspaar» Hitlerstaat kwam en het onrecht onmid- dellijk weer goed maakt. Maar het hoofdidee van deze „Tog ger"-film is toch nog een andere geweest. En wij vragen ons af, of ze niet van in ternationaal belang is. Men heeft zich in Duitschland (en ik neem aan: ook elders) steeds weer geërgerd over de wijze, waar op op de planken, in romans en vooral ook in de films journalisten beschreven en weergegeven worden. Zulke ergernis kan ook overdreven worden. Men moet cari- caturen kunnen verdragen en kunnen meelachen zeker, als men tot een gilde 'behoort, dat zelf critiseert en caricaturen teekenit. Maar al te groote onverschillig heid kan harakiri-vormen gaan aanne men. Het respect van de massa voor den arbeid van den journalist is nooit over weldigend geweest en neemt stellig met de jaren niet toe. En toch zijn zeker mijn vakcollega's met mij van meendng, dat dit vaak geweld ig-zware werk op z'n tijd vertrouwen en ondersteuning rnoodig heeft. Stelt men den journalist die nu een maal uit traditie zelden over zichzelf en zijn werk spreekt of schrijft nu echter steeds zoo voor als dit in de literatuur, op de planken en in de film pleegt te ge schieden, als het toppunt van onbeschei denheid, tactloosheid, onbeschaamde nieuwsgierigheid, vaak ook nog slecht ge kleed, zonder manieren en er (zie Ameri- kaansche films) ten allen tijde op voorbe reid, een blijkbaar verdiend >k. o. in ont vangst te nemen waarbij we omden drom mel niet willen beweren, dat zulke type's niet voorkomen, alleen, dat ze meestal tot de kleine en kleinste klasse in het gilde behooren), dan sterkt men deni toeschou wer-krantenlezer in de overtuiging, dat die persmenschen toch eigenlijk een jam merlijk stel mislukte existenties zijn, heel enkele serieuse werkers dan wellicht uit gezonderd. De film „Togger", die serieuse journa listen midden in hum strijd tegen corruptie en beïnvloedspogingen toont, is een op zettelijk scherp protest tegen deze einde- looze, botte en verderfelijke gewoonte, den dagbladschrijver belachelijk te maken. En het is wel interessant, dat de grootste schuldige, de film, het is, die de eerste (en wel geslaagde) stap doet om veel goed te maken. Deze tendeniz kunnen we toejuichen; de andere, dat de situatie van heden in het Derde Rijk de zoozeer gewenschte onaf hankelijkheid zou gebracht hebben, is met geen honderd films verdedigbaar. Miniatuur-filmpjes. Goldwyn en Korda engageeren Merle Oberon. Twee groote producenten: Samuel Gold wyn in Amerika en Alexander Korda in Engeland, hebben een overeenkomst ge sloten, die nieuw is in de wereld der film industrie. Zij hebben samen één ster ge- engageerd, n.1. Merle Oberon. Dit Austra lische meisje, dat zoowel in Engeland als Amerika reeds opvallend goed werk deed (De roode Pimpernel, De engel der duister nis en Onschuldige Meisjes tegenwoordig Drie menschen geheeten is voor vijf jaren door Goldwyn en Korda gecontracteerd. De litteraire Carole. Carole Lombard, de Paramountcter, die op het oogenblik bezig is aan „Swing high, swing low" met Fred MacMurray, heeft een litteraire knobbel. Zij verandert dik wijls iets aan haar rol, teneinde deze beter voor haar stijl geschikt te maken. Ook aan de dialoog van haar nieuwe film, die onder regie van Mitchell Leisen gemaakt wordt, heeft zij verschillende veranderin gen aangebracht. Carole Lombard „THE GREAT ZIEGFELD". Victoria-theater. „The great Ziegfeld" is een van die bui tengewone Amerikaansche films, welke met 'n wereldbekroning over 't jaar 1936 is gaan strijken. En dat is vanuit Ameri kaansch standpunt gezien volkomen verklaarbaar. Immers, moeite noch kosten zijn gespaard gebleven om aan een film, gewijd aan den grooten Amerikaan Ziegfeld, een glans te geven als nooit te voren. Florence Ziegfeld, dat is de toovernaam voor millioenen en millioenen en naar zijn levensloop, welke werkelijk verschilt met de carrière van elk ander wezen op aarde, heeft men dan zij het eerst na zijn te vroegen dood een rolprent vervaardigd. En het is onmiskenbaar, dat hier de grootsche shows, de verbluffende montage, de ongelooflijk groote tooneeltafreelen, kortom dat alles wat maar groot en duur was, het zware accent in deze film moest vormen. Men kent het leven van Ziegfeld, we we zen er reeds verscheidene malen in onze wekelijksche film-pagina op. Zoo als hij leefde, duizenden dollars per dag uitgevend, vaak een bedrag van ontelbare cijfers verslingerend en dan, als tegenhanger, arm als een kerkrat, zie, dat is iets, dat altijd moet trekken en waarmee met een goed scenario een uitstekende rolprent gemaakt kan worden. Nu, het scenario van „The great Zieg feld" is uitstekend, méér dan dat, het is geweldig, in één woord. Zoo verbluffend zijn de shows, zoo boeiend, rhythmisch de muziek, zoo treffend de speelscènes, zoo uitstekend de rolbezetting, dat het geen verwondering wekt, dat deze film in New York maanden achtereen geprolongeerd moest worden. William Powell speelt de Ziegfeld-figuur, ingetogen, doch iets té precieus o.i. Meer kunnen we voelen voor de nieuwe filmster Luise Rainer die gevoelvol de rol van Anna Held op het witte doek bracht. Myrna Loy als Ziegfeld's tweede vrouw Billie Burke leverde wederom een prachtig staaltje filmtalent, een rol, ten voeten uit- geteekend. De verdere rolbezetting is wij zeiden het reeds prima en geen detail is ook maar even verwaarloosd, alles is welver zorgd en weloverdacht. Zoo is „The great Ziegfeld" een film ge worden van grootschen vorm, een rolprent, die voor de ware liefhebbers een lust voor het oog, een genot voor het oor is. Uit het uitgebreide voorprogramma noe men we goed Polygoon-nieuws en buiten- landsch actueel nieuws in beweegbaar- geïllustreerden vorm. SILHOUETTEN. Theater Harmonie. De auteur van Maskerade en auteur-regisseur van Episode, Walter Reisch, brengt thans een Weensch film werk, waarvan een bijzondere bekoring uitgaat. Hij brengt een film, die het mid den houdt tusschen een speelfilm en een amusementsfilm, die ontroerende momen ten van menschelijk geluk en van men- schelijk verdriet geeft en daarnaast de allerfraaiste tafreelen in een groote schouwburgzaal, de balletten van de Weensche Staatsopera met een keur van uitstekend geschoolde vrouwelijke krach ten. Wij zullen de geschiedenis waarom zich dit alles afspeelt maar niet in den breede vertellen. Van den auteur van Maskerade weet men, dat men iets goeds kan verwachten. Juist omdat de leidster van een groote ballet-groep de hoofdpersoon in een liefdesgeschiedenis is, wordt het duidelijk, dat romantiek en danskunst hier door elkaar zijn gevloch ten. Voeg daarbij de sfeer van het oude Weenen, van de stad der Donauwalzer en men krijgt een geheel, dat de toeschouwers van het begin tot het einde moet boeien. Luli von Hohenberg heeft in deze film de rol van de bekoorlijke balletleidster. Zij is een vrouw van zeldzame schoonheid en niet van schoonheid alleen, want als directrice van een groote groep vrouwen is zij de kalme heerscheresse, de kunst zinnigste, de flinkste -en doortastendste van allen. Naast haar treedt Fred. Hennings als partner op. Hij is irr deze film de jonge, rijke Amerikaan, die een vrouw zoekt en daarbij karaktertrekken demonstreet, welke er niet op wijzen, dat hij zijn echt- genoote in lief en leed trouw zal blijven. Het geheel is een film van buitengewone bekoring geworden. Vooraf gaan eenige cabaret-films, waarin muziek, zang en dans op den voorgrond treden. Een bijzonder interes sant overzicht wordt van de Spaansche hoofdstad gegeven en men vraagt zich onwillekeurig af hoeveel van dit stads- schoon wellicht reeds verloren gegaan is. Een screensong en veel nieuws in be weegbaar geïllustreerden vorm vullen het uitgebreide programma op gelukkige wijze aan. TARZAN'S GEVAARLIJKSTE AVONTUREN. Roxy-theater. Tarzan, de held van het oerwoud, is in Alkmaar teruggekeerd eri wel in het Roxy- theater, waar hij de toeschouwers een reeks spannende en sensationeele avonturen doet beleven van inderdaad boeiend gehalte. Ditmaal gaat het om een groote schat aan edelsteenen en het redden van een vriend. Daarom wordt Tarzan in de wildernis op gezocht en met majoor Martling vertrekt hij per schip naar Gualamola, want daar in Midden-Amerika moeten edelsteenen en vriend gevonden worden. Maar natuurlijk is er een avonturier Raglan geheeten, die wil trachten de schat bijtijds in bezit te krij gen. De strijd tegen dezen Raglan en het overwinnen van de vele moeilijkheden die een reis door het oerwoud biedt geven aan leiding tot een aantal tafreelen van onge kende spanning. Maar Tarzan toont zich een geweldig athleet en de Olympische sport- kampioen, die ditmaal de rol van Tarzan vervult is schitterend voor zijn taak bere kend. Hij zwemt en vecht als de beste en als gymnqgt is hij een eersterangs-kracht. Dat het hem en den majoor gelukt de plannen van Raglan te verijdelen, dat de edelstee nen worden gevonden, en dat de doodge waande vriend bij een onbekende volksstam, die onder leiding staat van een wreede jon ge koningin, wordt teruggevonden spreekt van zelf. Maar voor men zoover isen fin, men ga het zelf eens zien. De natuuropnamen mogen zeker afzonder lijk genoemd, terwijl de dieren, die in deze film optreden, een attractie zijn. Men zal zich in de Paaschweek bij Tarzan zeker uit stekend amuseeren. Het voorprogramma bracht een mooi Pro- filti-Nieuws met o.a. opnamen van het be zoek van H.M. de koningin aan de Jaar beurs en van den internationalen voetbalwed strijd HollandZwitserland. Verder een ko misch nummer, waarin alle rollen worden gespeeld door Chimpansee's, een aardige tee kenfilm en een komische twee-acter van een dwazen loodgieter. Zooals men zal zien biedt dit programma veel afwisseling en mede daardoor zal het vele voldoening schenken. AMSTERDAM BIJ NACHT. City-Theater. Het programma van het City-theater is wel zeer geschikt voor de komende feest dagen, want niet alleen dat het amusante gedeelte den boventoon voert, daarnaast is het grootste gedeelte van het voorpro gramma van Hollandsche samenstelling. Men komt echter om de hoofdfilm, „Amsterdam bij nacht". Een film met een aardig, geestig scenario: een boekhouder (Louis de Bree) die door zijn vrouw re- geerd wordt, die dus Amsterdam bij avond niet en dus Amsterdam bij nacht heele maal niet kent. En die daar toch kennis mee maakt in de „overuren" op zijn kan toor doorgebracht, dank zij zijn handigen vriend, den kaashandelaar (Piet Kohier)! 't Bevalt hem zóó goed, dat hij een tweede avondje moet hebben en als uitvlucht zijn vrouw vertelt, dat hij bezig is aan een scenario van een film „Amsterdam bij nacht". Hij magmits hij binnen 3 we ken het scenario klaar heeft. De boekhouder léért Amsterdam bij nacht kennen op een prachtige manier, maar hij raakt daardoor in groote moei lijkheden en komt tenslotte op het politie bureau terecht, verdacht van diefstal! Terzelfder tijd is zijn typiste (Annie van Duyn) ook in moeilijkheden geraakt. Ze wil ook een scenario schrijven, zoekt ook stof in den laten avond aan bar-kruks, enz. en raakt ook in groote moeilijkheden, mede, doordat zij verliefd wordt op den zoon van haar hoogsten chef. En ook zij wordt verdacht van diefstal! De moeilijkheden stapelen zich op, de gekste situaties doen zich voor, natuurlijk dreigt alles fout te loopen, maar even natuurlijk komt alles netjes terecht. Hoe dat allemaal gaat, moet men gaan zien. Men zal zich niet vervelen bij deze Hollandsche film, waarin Louis de Bree en Piet Kohier allerkostelijkst spelen en waarin de andere rollen zeer goed ver tolkt worden. Het gebodene is zeer aan trekkelijk en bevat tal van origineele ge vallen, waarom hartelijk gelachen wordt. En tenslotte: men amuseert zich uit stekend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 12