Positie van 't bioscoopbedrijf in Nederland. 8 8 MET HUIS MYSTERIES Binnenland Stijging bioscoopbezoek - daling recettes. De Nederlandsche film-industrie en de critiek. In de gisteren te Amsterdam gehouden vergadering van den Nederlandschen Bios coopbond werd door den heer A. de Hoop uitgebracht het verslag over de werkzaam heden van dien bond over het jaar 1936. Meer dan ooit was dit jaar voor het film en bioscoopbedrijf zoowel als voor zijn bond een weerspiegeling van het algemeen eco nomisch aspect in den lande. Neemt men het jaar 1930 als basisjaar, dan vertoont het bioscoopbedrijf in Amster dam in 1936 een vermindering van recettes van ruim 18 pCt., een vermindering van den gemiddelden entreeprijs met ruim 31 pCt., een toename van het bioscoopbezoek met bijna 19 pCt. en een verhooging van de theatercapaciteit met ruim 40 pCt. Vergele ken bij 1935 zijn de ontvangsten over 1936 met bijna 5 pCt. toegenomen en het aantal bezoekers met 9.3 pCt., terwijl de gemiddel de entreeprijs daarentegen met circa 4 pCt. omlaag liep. In Rotterdam zijn de ontvangsten over 1936 sedert 1930 met 18.5 pCt. achteruit ge gaan en valt ten opzichte van 1935 een stij ging te constateeren van ruim 1 pCt. Het bezoekersaantal steeg sedert 1930 met 29 pCt. en van 1935 op 1936 met ruim 8.5 pCt. De gemiddelde toegangsprijs liep over de periode 1930/'36 met bijna 37 pCt. achteruit, terwijl het bezoek per inwoner over hetzelf de tijdvak met bijna 29 pCt. vooruit ging. Ten aanzien van het vorig jaar bedroegen laatstgenoemde percentages resp. 7 minus en ruim 3 plus. In Den Haag, waar de theatercapaciteit met circa 50 pCt. sedert 1930 is opgevoerd, zien wij een kleine stijging der recettes ten opzichte van het basisjaar en wel van 2 3/4 pCt. Als we het bezoek aan de intüsschen in de residentie gevestigde journaaltheaters 4.9), Rusland 1.7 (1935 0.8), Tsjechoslowakije 1.3 (1935 3.8), overige landen 2.7 (1935 2.8) Het aantal Nederl. groote geluidsfilms, in liet afgeloopen jaar in roulatie gebracht, be droeg percentsgewijs 3.4 (1935 2.2). De Nederlandsche filmindustrie. Aan het einde van het vorig jaar moest worden geconstateerd, dat in de Nederland sche filmindustrie min of meer een inzin king was ingetreden. Hoewel zij deze inzin king in het afgeloopen jaar niet geheel te boven is gekomen, vielen niettemin teeke nen van een kleine opleving te onderken nen. Zoo blijkt het aantal groote Nederland sche geluidsfilms van 10 (vorig jaar) tot 18 (dit jaar) te zijn gestegen. De moeilijkheden, welke de Nederland sche filmindustrie dit jaar werden berok kend, kwamen, aldus de heer De Hoop in zijn verslag, van een zeker gedeelte van de Ne derlandsche pers. De smalfilm. Uitvoerig staat de overzichtschrijver stil bij de smalfilm, welke volgens hem in het afgeloopen jaar een steeds grooter worden de bedreiging voor het bonafide film- en bioscoopbedrijf vormde. De kwestie was deze, dat buiten het bonafide bedrijf om een ongebonden, vliegend kleinbedrijf uit den grond zou schieten, dat zich met betrekkelijk geringe kosten op dikwijls niet te controlee ren wijze het geheele land door op het ter rein zou begeven van het georganiseerde film- en bioscoopbedrijf en dit bedrijf in ieder geval een niet te begrooten schade zou gaan berokkenen. Besproken wordt de strijd daartegen, de wenschelijkheid eener internationale rege ling, de omnicum-debacle en de stappen on dernomen om ook de smalfilm onder de Bioscoopwet te brengen. Vervolgens wordt aandacht gewijd aan het televisievraagstuk, de muziekauteursrech- niet in aanmerking nemen, is het bioscoop- j ten, de bioscoopwet, de K.F.C. en verder een IftOrt „4 Ol O A _r«* t- bezoek sedert 1930 met 37 3/4 pCt. toegeno men. De gemiddelde entreeprijs is sedert 1933 verminderd met 331/3 pCt. De gemiddelde entreeprijs bedroeg afge rond in Amsterdam, 's-Gravenhage en Rot terdam in 1930 resp. 56, 66 en 65 cent, in 1936 resp. 39, 44 en 41 cent. Nieuwe zaken. Vervolgens wijdt het verslag aandacht aan de bedrijfsreglementeering en bespreekt het nieuwe Leden- en Zakenbesluit van 10 Fe bruari 1936 en de werkzaamheden der com missie N.Z. In totaal heeft de commissie 39 aanvragen om vergunning tot vestiging van een nieuwe zaak in behandeling gekregen. Een. dezer aanvragen is ingetrokken/voordat een beslissing werd genomen. De commissie heeft aanvankelijk in 19 gevallen vergun ning verleend en deze eveneens in 19 geval len geweigerd. De film-import. De voordeelen, welke het nieuwe Leden en Zakenbesluit in het afgeloopen jaar ge boden heeft, zijn in zekeren zin overscha duwd door het nadeel, ontstaan door een te ruim aanbod van films. Zoo bedroeg in 1936 het aantal geïmpor teerde groote speelfilms 573 tegen 514 in 1935, derhalve een toename met 11.4 pCt. Wanneer men nu bedenkt, dat het aantal z.g. „eerste-week"-theaters in de groote ste den, ten hoogste ca. 300 filmpremières ver werkt, dan springt wel aanstonds in het oog, hoezeer de markt ten onzent wordt overvoerd. Zooals de toestand thans is, kan een groot aantal films nimmer een behoorlijke premiè re beleven, daargelaten dat een belangrijk percentage van den import van dien aard is, dat het geen vertooning waard is zelfs. Voor wat de groote geluidsfilms betreft, welke dit jaar zijn geïmporteerd, is de ver deeling in procenten uitgedrukt voor de ver schillende landen als volgt: Amerika 54.9 (1935 51.2), Duitschland 15.9 (1935 17.9), En geland 6 (1935 5.3), Frankrijk 9.3 (1935 10.2), Hongarije 0.8 (1935 0.9), Oostenrijk 4 (1935 aantal vraagstukken van aard. administratieven Sit-down-staking in Amsterdam Slagersgezellen hebben een bedrijf „bezet". Een uiterst moderne staking is gisteren in Amsterdam uitgebroken. Tien slagersge zellen hebben het vleeschpaleis van hun pa troon „bezet", vastbesloten zich niet over te geven, voordat hun wenschen zijn ingewil ligd. Naar men ons mededeelde geldt het hier een protestmaatregel tegen de hooge crisisheffingen welke op het slagersbedrijf drukken. Toen gistermorgen het „vleeschpaleis" van de firma D. van der Stam in de Kinkerstraat geopend zou worden, werd dit stevig gegren deld door de slagersgezellen, die zich in den winkel teruggetrokken hadden met een voorraad dekens, gezelschapsspelletjes, enz. Al spoedig verschenen voor de ruiten „pam fletten met opschriften", die de reden van de „sit-down-staking" mededeelden. De gezellen zijn uiterst ontevreden over de hooge heffingen en de zware lasten, die op de slagersbedrijven rusten. Deze waren oorzaak, dat de heer van der Stam moest be sluiten al zijn personeel uit het vaste ver band te ontslaan en hen slechts als „los werkman" in dienst te houden. De gister morgen ingegane staking wil zoowel tegen de hooge lasten als tegen de door den pa troon getroffen maatregelen als protest die nen. De patroon zelf schijnt de zaak echter nog al gemoedelijk op te vatten. Eerst tegen den middag verscheen hij voor den winkel, die door zijn personeel „bezet" was. Hij nam de situatie eens op, en begaf zich vervolgens naar het politiebureau Overtoom, om daar mededeeling van de staking te doen, zonder nochtans hulp in te roepen. In den winkel ging het inmiddels zeer ge zellig toe. Men installeerde zich zeer ge makkelijk en hield' 2rch~ onledig met allerlei spelletjes ten aanschouwe van het publiek, dat zich voor de ruiten verdrong. Enkele po- litie-agenten zorgden, dat geen verkeers stremming ontstond. Overigens bleef 'het zeer rustig, ook toen enkele gezellen uit de „vesting" werden gelaten, om pamfletten te verpreiden. Toen zij met dezen arbeid klaar waren, werden zij weer binnen gehaald, om verder te staken. Gisteravond hadden we nog even telefo nisch contact met de in den winkel bivak- keerende gezellen, die vertelden, dat zij htm staking onverdroten voort zouden zetten, den geheelen langen nacht door en zoo noo- dig nog langer. De heer Van der Stam heeft ondertusschen via een bemiddelaar onder handelingen gevoerd met de „opstandelin gen", waarbij hij van zijn personeel eischte, dat het vóóf hedenmiddag twaalf uur de sla gerij zou verlaten, daar anders ontruiming zou volgen. Dit „ultimatum" is gevolgd door een eisch van de gezellen, dat eerst het vaste verband hersteld moet worden, voordat tot verdere onderhandelingen zal worden over gegaan. („De Maasbode".) Het bezoek van hetprinselijk paar aan Monte Carlo. H.K.H. prinses Juliana en Z.K.H. prins Bernhard, die zich thans onder den naam graaf en gravin Sternberg te Monte Carlo bevinden^ hebben zich gis termorgen naar de „Monte Carlo Coun try Club" begeven, waar op het oogen- blik Paaschtornooien gehouden worden. De koninklijke gasten speelden zelf eenige partijen en keerden vervolgens naar hun hotel terug, dat zij slechts weer verlieten voor éen autotocht. INBRAKEN TE APELDOORN OPGEHELDERD. Een verdachte gearresteerd. In den nacht van Eersten op Tweeden Paaschdag heeft de politie te Apeldoorn den ongehuwden 23-jarigen J. B. aldaar ge arresteerd als verdacht van een onlangs gepleegden diefstal met braak in het hee- renkleedingmagazijn der firma Kreymborg te Apeldoorn, waarbij voor 140 aan goe deren was ontvreemd. De meeste gestolen góéderen warén nog in zijn bezit. Hij had die opgeborgen in een afgelegen hooiberg, waarin hij 's nachts vermoedelijk ook bivakkeerde. Het verhoor wees uit, dat J. zich gedurende de laatste maanden aan tal van kleine inbraken in de gemeente Apeldoorn had schuldig gemaakt. Hij heeft volledig bekend. DEENSCHE JEUGDHERBERG- ORGANISATIE. Studiereis van bestuursleden door ons land. Na het bezoek, dat j.1. Zaterdag aan Am sterdam werd gebracht en waar "den hoofd en districtsbestuursleden van de Deensche jeugdhefbergorganisatïe "een officieelè uit- vangst werd bereid, begaf het gezelschap zich na bezichtiging van der stad naar de jeugdherberg „Slot Assümburg" te Heems kerk. Dit bezoek werd door de gasten met spanning tegemoetgezien, omdat de Assum- burg omstreeks 900 een belangrijke ról heeft gespeeld als sterkte tegen de invallen der Deensche Noormannen-Vikingers. Gezegd dient te worden, dat ditmaal de gasten uit het Noorden een heel wat sympathieker in druk maakten en met mooie Deenschen volkszang het hart wonnen van de bijna 200 jeugdige trekkers, die den nacht in de jeugdherberg doorbrachten. Er ontstond on der leiding van den bekenden minstreel en jeugdherbergvader „Geert Dils" een ware „Sangerstreiter". De nacht van Zaterdag op Zondag werd doorgebracht in de jeugdherberg te Haar lem, vanwaar het gezelschap in de vroegte alweer verder ging naar de jeugdherberg „Koningsbosch" bij Bakkum. Hier kwam het gezelschap juist bijtijds aan om. de jeudherberg-bevolking een morgengroet bij het ontbijt te kunnen brengen, hetgeen alweer gebeurde met een mooi Deensch morgenlied. De tocht voerde de bezoekers verder door Kennemerland langs den fraaien Duinweg, naar Petten en Wieringen, waar onze Zuider zeewerken diepen indruk maakten op de HadUxpCQQCOMMQ H Donderdag 1 April. RADIO PARIS, 1468 M. 7.20 en 8.20 Q Donderdag 1 April. HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.) 8.Gr.pl. 9/30 Orgelspel. 10. Morgenwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Omroeporkest en soliste. 12.30 Gr. pl. 1.30 Kovacs Lajos' orkest. 2.15 Lyra-Trio. 3.Naailes. 3.45 Gr.pl. 4.Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Orgelconcert. 4.50 Voor de kinderen. 7.05 Vocale duetten. 7.30 Engelsche les. 8.ANP-ber., mededeelingen. 8.15 Concertge bouworkest, R.K. Oratoriumvereen. en solist. (Ca. 9.10 lezing: De reis van een Oranje-prins naar Ned. Oost-Indië in het jaar 1837). 10.30 Gr.pl. 11.ANP-ber. Hierna tot 12.Ayro-dansorkest. HILVERSUM, 1875 M. (8.—10.— en 11.—2.— KRO, de NCRV van 10.—11.—en 2.—11.30 uur). 8.— Gr.pl. 8.30 Hoogmis. 10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst. iO.45 Gr.pl. 12.Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2.Handworkcursus. 3.— Gr.pl. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Han denarbeid v. d. jeugd. 5.155.45 en 6.Het Collegium Musicum. 6.45 CNV-kwartiertje. 7.Ber. 7.15 Naar het stamland van prins Bern hard, causerie. 7.35 Reportage uit Kootwijk. (8.ANP-ber. en herh. SOS-ber.) 8.30 Gr.pl. 9.Deug ik voor de Koloniën, causerie. 9.30 Or gelconcert. (10.— ANP-ber.) 10.30 11.30 Gr.pl. Hierna Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.05 At home today, causerie. 11.25 Dans muziek (gr.pl.) 12.05 BBC-Welsch orkest mmv. solist. 1.05 Sopraan en bariton. 1.35 Het Wynford Rey nolds Octet. 2.20 Het Whiteway Ensemble. 2.5Ó Gr.pl. 3.103.30 Men talking, causerie. 3.35 St.èd. orkest Bournemouth mmv. soliste» 5.05 Gr.pl. 5.35 BBC-dansorkèst. 6.20 Ber. 6.40 Boekbespr. 7.De Harmony Imps mmv. solist. 7.10 Komische dialoog. 7.20 Orgelcon cert. 8.05 Der tapfere Soldat, ope rette. 9.20 Ber. 9:40 BBC-Harmonie- orkest. 10.20 Kerkdienst. .10.40 Het New Georgian Trio. 11.2012.20 BBC-Dansorkest. RADIO PARIS, 1468 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 9.50 Orgelconcert. 12.35 Om roeporkest en duoconcert. 2.50 Zang. 3.05 Gr.pl. 4.20 Gr.pl. 4.50 Zang. 8.20 Zang. 9.05 Benedetti- kwartet en zang. 10.05 Omroep orkest. KEULEN, 456 M. 5.50 Omroep orkest. 7.50 Omroepkleinorkest. 8.50 Gr.pl. 11.20 S A-orkest. 1.35 Gr.pl. 3.20 Omroepkleinorkest. 4.35 Gr.pl. 5.20 Blaasconcert. 6.20 Gr. pl. 7.30 Omroeporkest, dansorkest en solisten. 9.5011.20 Boerenka- pel, balalaika-orkest, harmonica orkest en solisten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Kleinorkest. 1.30 Salonorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Kleinorkest en gr.pl. 6.50 en 7.20 Gr.pl, 8.20. Bonte avond. 10.30— 11.20 Omroepdansorkest, 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.30 Kleinorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Omroeporkest. 6.50 Fluitrecital. 7.10 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Zangvoordracht. 8.50 Intern. Eugène Ysaye-Con- cours. Hierna tot 11.20 gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Gevar. progr. 9.20 Ber. 9.50 Pianorecital. 10.05 Scheepsweerber. 10.2011.20 Dansmuziek (gr.pl.) GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parijs R. 9.20—10.20, Diversen 10.20—11.05, Droitwich 11.05—12.05, Parijs R. 12.05—13.05^Brussel VI. 13.05—14.20 Radio Danmark 14.2015.35, Lond. Reg. 15.35—16.20, Parijs R. 16.20— 17.20, Keulen 17.20—20.50, Weenen 20.50—22.50, Boedapest 22.50—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.—9.20, Ham burg 9.20—10.35, Lond. Reg. 10.35 15.35, Droitwich 15.3518.20, Brus sel Fr. 18.2019.20, Droitwich 19.20—24.—. Lijn 5: Diversen. ch gj J gasten. Via den dijk werd de jeugdherberg te Sneek bereikt, waar het gezelschap een feestelijke Paaschlunch wachtte. Het Frie- sche landschap, dat zich met een zonnigen hemel met dikke wolken op z'n mooist toon de, bekoorde de gasten in hooge mate, niet het minst de fraaie, forsche boerenhofsteden. Dwars door Friesland werd via de Frie- sche wouden Hemrik bereikt, waar tot groo te vreugde het bestuur de bezoekers niet alleen in 't Deensch, maar óok in het Friesch en É'ngelsch verwelkomde. Te Emmën eindigde dë tocht in de jeugd herberg „de Hunehoek", vanwaar de terug reis via Bremen en Hamburg werd aan vaard. De gasten hebben niet alleen hun oprecht gemeenden dank uitgesproken voor alles, wat door alle betrokkenen zoo gastvrij werd geboden. Vooral uitten zij hun bewon dering voor wat, dank zij algemeene mede werking, in ons land op jeugdherberggebied in een luttel aantal jaren tot stand is geko men. Men neemt vele waardevolle ideeën mee terug naar Denemarken en deze studie reis zal ongetwijfeld bevruchtend werken op het Deensche jeugdherbergwerk. Deze internationale erkenning is voor ons nationale werk van groote waarde. UIT HET LAND VAN MAAS EN WAAL. Het regent, het zegent Men schrijft aan de N.R.Crt.: „Heilige Pluvius, geeft ons alstjeblieft eens zeven dagen droogte". Maar de heilige Pluvius heeft lak aan de wenschen der kleine stervelingen. Als hij zin heeft om te regenen dan regent hij. En hij regent nu al week in, week uit. „Houd toch eens op, heilige Pluvius". Jawel, hij zal eens ophouden. Eén dag droogte, hoerah! Twee dagen droogte. Drie dagen mis, het regent weer. En het sneeuwt. En het hagelt. „Er is niets aan te doen", zeggen de boe ren. „Ge moet maar geduld hebben. Als 't zeven dagen achter elkaar droog geweest is, kunt ge in den tuin aan 't werk gaan. Eerder niet, want dan wordt iedere schop klei die ge verplaatst een steenharde klomp". Zeven dagen droogte zullen we nog ooit die weelde beleven? Ik begin te wan hopen. Op het pakje stokrozenzaad staat: zaaien-in Februari. De slaplanten moesten er begin" Maart in. Het zaad Rgt nog steeds in de kast en de planten laten we rustig in de kas van den kweeker. De groenteboer^ heeft radijsjes op zijn kar. Hij heeft kassen, de gelukkige. Mijn radijszaad sluimert nog in een doos op zolder. Tegen den tuinman ga ik knibbelen. „Mag het niet met 6 dagen droogte, Krelis?" Een verwonderde blik. „Als ge 't niet laten kimt, dan ga je maar zaaien, maar 't wordt niks. De grond is veuls te nat. Kijk maar naar de boeren, die doen ook nog niks op 't land. Zelfs niet mesten, 'k Zal oe eens wat zeggen". Krelis kijkt diepzinnig. „Als ge na twee of drie dagen droogte een man in zijn tuin of op zijn akker ziet werken, dan is 't er eene die van den zandgrond is geko men en die van de klein van Maas en Waal geen sikkepit verstand heeft". Dat slaat op mij en ik vind geen verkeer. Bij mijn buurman, die werkloos is, vind ik meer meeleven, ,,'t Is een beproeving", zegt hij. ,jVerleden jaar had ik al spinazie op den akker staan om dezen tijd, en sla en raap stelen. En nou kan ik nog niet eens mesten, ge kunt finaal niks doen met dit weer". En de boeren mopperen. Wanneer moppe ren boeren niet? Maar ditmaal sluit jk me bij hun klachten aan. „Zeven dagen droogte alstjeblieft, heilige Pluvius. Dan kunnen we weer verder in 't land van Maas en Waal". S.mlleton DER Uit het Engelsch door H A.C.S, 45) „Spreek je vrij tegenover zuster Keate uit, Janice. Ik weet, dat niemand van mijn fa milie iets te maken heeft met met Bayard's dood. Ik weet het zóó goed, dat ik bezig bent het te bewijzen. Ik wil, dat zus ter Keate alles hoort. Ik ben overtuigd, dat zij alles kan hooren". „Ik weet niet, waar Dave was", zei Ja nice, langzaam. „En den laatsten tijd voelt hij zich niet goed ik had geen lust het hem te vragen. Toen ik Allen daarboven bij de boerderij tegenkwam, zei hij, dat Dave het te warm vond om te visschen, en ge zegd had, dat hij ging wandelen. Dat dit zijn hoofd goed zou doen. Daarom nam Al len den ouden wagen, en reed ermee naar de boerderij, en kwam mij juist tegen, toen hij wegging. Wy praatten een tijdje, en toen reed hij naar het meer terug, en kwam Dave tegen. Dave zei, dat zijn hoofdpijn over was, en zij vischten samen tot nou, tot zij weer thuis kwamen. En toen vonden zij ons allemaal hier in de bibliotheek". „Deed Dave een wandeling?" vroeg Ade- la. Waar ging hij heen?" De oogen der twee vrouwen ontmoetten elkaar. „Dat weet ik niet", zei Janice. „Maar natuurlijk, ging hij niet naar huis. Emme- line zou hem gezien hebben. Of Higby. Of zuster Keate". „Dat is waar", zei Adela, opeens. „Dat is volkomen juist. Hij zou niet hier naar toe hebben kunnen wandelen. Toch zal ik hem er naar vragen. Ik moest dit al lang ge weten hebben; maar jij en Allen hadden gelijk er niet over te spreken. Het was heelemaal onnoodig er over te praten. Ja nice, beste, heb je er iets op tegen, op een paar vragen te antwoorden?" „Heelemaal niet, Adela. Je bedoelt vra gen over „Over Bayard, lieve". „O, over Bayard". Het leek of Janice's witte vingers de armen van den stoel gre pen. Er was nu geen schoonheid in haar gezicht. Maar er was een zeker begrijpen, alsof zij Adela's bedoeling vermoedde. En er was ook een blik van op haar hoede te zijn, wat ik niet prettig vond om te zien. „Heel goed, Adela". Maar, hoe onverschrokken zij ook was, met haar fletse oogen en het harde in haar gezicht, Adela vond het moeilijk te ondervragen. Zij zat daar maar, en liet de losse blauwe kralen door haar stompe vin gers glijden. Opeens zei ze: „Janice, toen wij, op den middag dat Bayard gedood werd, toen wij jij en ik laat in den middag naar huis kwamen, liep ik het pad af tusschen de bloemen, en jij nam de mandjes en ging regelrecht naar huis. Wat deed je?" Nu was Janice erg bleek, haar slanke vin gers waren strak. „Ik nam de mandjes mee naar de keu ken en ging de achtertrap op". „Waar liet je de mandjes?" „Ik zette het eiermandje in de ijskast. Het mandje met de boter en de karnemelk liet ik op tafel staan, om het Emmeline te laten leegmaken". „Toen je langs de deur van de bibliotheek liep deze deur heb je o Janice. lieve, ik kan je niet op deze manier "uit vragen. Wil je mij de waarheid niet ver tellen? Was toen Bayard dood hier op het kleed toen al?" Janice stond op, liep naar de deur van Dave's studeerkamer, luisterde een oogen- blik, liep toen langzaam terug, met haar hoofd voorover gebogen. Zij keek ernstig en toch kalm. „Is Dave in zyn kamer?" vroeg zy Adela. „Ja, ik geloof van wel. Ik heb den armen jongen sinds het ontbijt niet gezien. Ik ben bang, dat hij weer een van zijn hoofd pijn-aanvallen heeft, maar ik houd er niet van hem te hinderen. Hij slaapt misschien. Hij slaapt zoo ellendig. Ik zou hem niet willen wakker maken, als hij eindelijk wat rust krijgt". Iets te veel betoog, dacht ik vaag, maar ik zou niet hebben kunnen zeggen, waar om. Janice was bij een stoel blijven staan, en haar handen gleden heen en weer over den hoogen, gebeeldhouwden rug. „Hij is heelemaal niet goed", zei ze, pein zend. „Ik ben bang, dat hy zich Bayard's dóód erg aantrekt. Niemand van ons neemt hem dat kwalijk. Ja, Adela, Bayard was dood, toen ik door de hall liep". Enkelen van de harde trekken verdwenen van Adela's gezicht, alsof zij" een strijd ge treden had, en gewonnen. „En ging jij naar binnen, en boog je over 'hem heen?" „Ja". „En had je vergeef me, lieve, dat ik het doe, maar ik moet het je vragen had je je witte vilten hoedje op? En boog jij over hem, en en raakte je hem aan, om zekerheid te hebben, of hij dood was? En je vingers daar komt het van, dat er een vlek op je hoed was?" Janice stond somber uit het raam te kijken; haar oogen stonden groot en don ker in haar bleeke gezicht, en het leek mij, dat ik een flikkering van. angst opving. „Ja, zoo is het gebeurd". „En je was ontsteld. Zóó ontsteld, dat je niet wist, wat je deed. En geschrokken zóó erg als een gevoelig meisje schrikken zou. Je rende naar boven. Nam je hoed af. Hoorde Emmeline schreeuwen, en kwam weer naar beneden. En tóen was er voor jou, in de opwinding en herrie en het tu mult, geen gelegenheid om te vertellen, dat jouw ontdekking een paar minuten vooraf gegaan was aan die van Emmeline". „Geen gelegenheid", zei Janice, eenigs- zins alsof ze stikte, terwijl ze maar steeds uit bleef kijken op het groene, zomersche grasveld. „Hoort u het, zuster Keate? En daarna. Janice, heb je niet opzettelijk je hoed ver stopt. Ik bedoel, dat je hem niet verborg, om de vlekken erop. Is het niet?" „Niet heelemaal verborgen, Adela. Maar ik vond die vlekken er op niet prettig. Ik had 't plan hem schoon te maken. In koud water, weet je. Maar ik had geen tijd. En natuurlijk wilde ik niet dat iemand het zag. Maar Florrie vond hem". Er was geen verdediging, geen drang tot uitleggen in Janice's stem. Zij was min of meer onbe vangen en zwak, alsof ze geheel-onper soonlijke feiten vaststelde over iets, dat voor haar van zeer gering belang was. „Die hoed, weet je, was het minste". „Dan is er, Janice, lieve, die kwestie van de revolver. Je weet, dat Emmeline haar vond. Haar aan mij bracht. Zuster Keate was toen bij me. Wij jy jij deed niet Plotseling verloor Janice haar onbevan genheid. Haar gezicht ging leven, en zij keerde zich snel naar Adela om. „Vraag mij niet over de revolver, Adela", zei ze, byna fier. „Vraag my dat niet. Je weet, dat ik niet erg gemakkelijk liegen kan". Adela stond overeind, statig, een beetje streng, in haar lila zij, terwijl haar lorgnet glazen het licht opvingen. „Ik vraag je niet te liegen, Janice. Ik wensch alleen van je, dat je de waarheid vertelt. De waarheid is het eenige, dat ons redden kan". De beide vrouwen keken elkaar een lang oogenblik aan. Elk zóó beslist, elk zóó. fier en ongebogen. Janice's korte heftigheid wedijverde met Adela's forsche, als een rots zoo sterke, beslistheid. Ten slotte zei Janice: „Je weet niet je kunt niet weten, wat je vraagt". Ik geloof, dat zy op dit oogenblik mij vergeten waren. (Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6