Het groene oog van Baa-AI.
§8
1
i
i
4
I
n
i
a
X
i
i
i
i
si
1
i
Voor 100 jaar.
ïfchaakcuBciek
ft
m
i
w
ft
m
l
tDama&tiek
JUizziecuêciek
Uit de Alkmaarsche Courant
van 3 April 1837.
Burgemeester en Wethouders der
Stad Alkmaar bij eene dispositie
van den heer Staatsraad, Gouver
neur van Noord-Holland van den
30sten der vorige maand geïnfor
meerd geworden zijnde dat er zich
in eenige Gemeenten dezer provin
cie sporen van kwade droes onder
de paarden hebben opgedaan.
Brengen ter kennisse van alle
houders van Paarden binnen hunne
Gemeente, dat H. E. A. tevens den
last van den Heer Staatsraad Gou
verneur hebben bekomen om zich
nauwkeurig te erkundigen of ook
alhier Paarden door de gemelde
ziekte zijn aangetast geworden,
teneinde alsdan het noodige in het
werk te stellen om de uitroeijing
van dezelve te kunnen verzekeren.
Wordende de belanghebbenden
door H. E. A. ten ernstigste aange
maand, nadat zij de meer gemelde
ziekte onder hune Paarden mogten
hebben ontdekt, daarvan alsdan
onverwijld aan H. E. A. kennis te
geven, teneinde Burgemeester en
Wethouders niet zich genoodzaakt
zoude zién, de straffen, welke de
artikelen 459, 460 en 461 tegen het
verzwijgen van het bezit van/'ver
dacht Vee of het in gemeenschap
laten van dezelve met ander gezond
Vee, op diergelijke eigenaren te
doen toepassen en H. E. A. dezelve
daarentegen vroegtijdig genoeg
met de voorschriften van het Gou
vernement zoude bekend kunnen
maken, ter verkrijging der schade
loosstelling, voor hun Vee, hetwelk
op last der bevoegde authoriteit ge
dood en met huid en haar is begra
ven geworden.
Alkmaar den len April
1837.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
FONTEIN VERSCHUER.
Ter ordonnantie van dezelven
DE DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
verblijft te Londen, in verband met de
internationale suikerconferentie aldaar, ge
bruik zal maken, om met de Britsche regee
ring de mogelijkheid van een Britsch-
Fransch-Amerikaansche samenwerking te
bespreken, welke ten "doel zou hebben de
onderline handelsbelemmeringen te vermin
deren, eenigszins in de geest dus als de
onlangs in het werk gestelde pogingen der
Oslo-Staten.
Gunstig, om maar bij de locale markt te
blijven, kon toch zeker ook beschouwd
worden het bericht dat de Koninklijke Ne-
derlnadsche Stoomboot-Maatschappij reeds
thans met een emissie van 5.556.500 ter
markt komt. Met het woordje „thans" be
oogen wij den nadruk te leggen op het feit
dat genoemde maatschappij nog in 1936 met
een drastisch reorganisatieplan voor den
dag moest komen, waarbij, gelijk bekend
mag worden verondersteld, het geheele aan
deelenkapitaal ad in totaal 25.000.000 werd
afgeschreven, terwijl aandeelhouders ge
noegen moesten nemen met twee amortisa
tiebewijzen, welke in de toekomst met 50
zullen worden afgelost door uitloting, en wel
in dier voege, dat na uitkeering van 5
dividend op de nieuwe gewone aandeelen
en na reserveering van een zeker bedrag,
30 van de dan resteerende winst voor
deze uitloting wordt bestemd. Aan houders
van amortisatiebewijzen werd voorts het
recht van voorkeur bij nieuwe emissie's
toegekend. Wel .weinigen zullen destijds
hebben vermoed, dat dit recht reeds zoo
spoedig waarde zou blijken te krijgen. Voor
het verkrijgen van één nieuw aandeel tegen
den koers van 106 heef men immers 5 1/4
claims noodig of 10 stuks voor een aandeel
van 1.000. Bij een aandeelenkoers van
143 ten tijde dat het prospectus der nieu
we leening verscheen, vertegenwoordigden
de claims derhalve een theoretische waarde
van 30. Dit bedrag nu konden de houders
van amortisatiebewijzen als extra-meeval
ler incsseeren. Van het recht om hün claims
te verkoopen is in de afgeloopen week een
zeer sterk gebruik gemaakt. Zelfs zoo dat
het aantal claims dat aangeboden werd, op
9 tot 10.000 wordt geschat hetgeen natuurlijk
ten gevolge had dat de claims een gevoelige
daling ondergingen. Overigens hebben we
hier natuurlijk met een zuivere technische
markt-factor te maken: velen gaven er den
voorkeur aan, contanten te ontvangen in-
plaats van aandeelen bij te koopen.
Wij noemden de aankondiging van deze
nieuwe emissie een verblijdend teeken,
vooral echter omdat hieruit blijkt, dat een
bedrijfstak, welke juist zoo bijzonder sterk
onder de druk van de crisis heeft geleden
zich thans in verbluffend snel tempo aan
het oprichten is. Te verwonderen hoeft dit
niet; de stijging van de vrachtenmarkten is
immers van een omvang geweest, welke
iedere beschrijving tart. En nu moge men
hiertegen aanvoeren dat in deze verbetering
een kunstmatig element ligt, voorname
lijk gelegen in de enorme bewapening een
feit blijft toch, dat onze Nederlandsche
koopvaardijvloot sedert 1929 een verminde
ring in tonnenmaat van ruim 20 pCt. te zien
heeft gegeven, zoodat het begrijpelijk is, dat,
waar alom vraag naar ruimte is, de Neder
landsche koopvaardijvloot in versneld tem
po haar achterstand wil inhalen, wil zij niet
te veel bij het buitenland ten achter gera
ken. Het zou ons dan ook niets verwonde
ren wanneer in de naaste toekomst ook an
dere Nederlandsche scheepvaartmaatschap
pijen met aandeelen emissies ter markt
zouden komen. De positie van de K.N.S.M.
zelve is intusschen vrij gunstig te noemen;
de financieele resultaten zijn van dien aard
dat een deel van de financiering kan plaats
vinden uit bedrijfsoverschotten' terwijl de
schuld aan de Benas geheel kon worden te
rugbetaald. Daar naast staat de Maatschap
pij echter nog gedurende 20 jaren het Be-
nas-crediet ter beschikking, waarop zij dus
kan terugvallen indien de omstandigheden
haar daartoe zouden noopen; gezien de zeer
gunstige voorwaarden waaronder dit cre-
diet wordt verleend t.w. 2 pCt. be
hoeft men voor de naaste toekomst weinig
vrees te koesteren, terwijl- het er alleszins
naar uitziet, dat waar reeds over 1936 een
dividend van 3 pCt. kon worden uitgekeerd,
voor 1937 de resutlaten aanmerkelijk gunsti
ger zullen zijn. Ten nauwste met de scheep
vaart verwant is de scheepsbouwnij verheid.
Voor een van de grootsten op dit gebied is
thans het moment aangebroken om met een
reorganisatie plan, gecombineerd met een
uitgifte van nieuw kapitaal te komen. Het
betreft hier de Dok- en Werf-Mij. Wilton-
Feijenoord. Deze maatschappij stelt thans
voor om 70 pCt. op haar aandeelenkapitaal
af te schrijven, waardoor dit van 15.500.000
wordt teruggebracht tot 4.650.000, terwijl
een uitgifte van 1.350.000 tegen 106 pCt.
wordt aangekondigd ten einde een vergroo-
te liquiditeit te verkrijgen, waardoor de
verplichte aflossing op de obligatieleeningen
onder alleomstandigheden is verzekerd.
Op dit gebied heeft de Maatschappij n.1.
onaangename ervaringen opgedaan toen in
1936 de grootste obligatiehoudster der Mij.-
t.w. de Holland-Amerika-lijn niet mede
wenschte te werken aan een door de Maat
schappij door te voeren reorganisatie. Dat
bet daar ten slotte toch van moest komen
was insiders reeds geruimen tijd bekend en
men kan dan ook zeggen, dat de markt het
bericht niet slecht heeft ontvangen en dat
in den koers der aandeelen feitelijk reeds de
„dreigende" afstempeling was verdiscon
teerd. In ieder geval kan deze zeer goed
uitgeruste maatschappij thans worden de
voorstellen aangenomen een goede toe
komst tegemoetgaan. Haar bijzonder geoutil
leerdheid op het gebied van de fabricage van
oorlogstuig komt haar in dezen zeer te stade.
Weinig geanimeerd was deze week ook de
„rubberhoek", waartoe het feit, dat minister
Colijn in de Kamer verklaard heeft des
noods dwingend recht te zullen uitlokken
indien de Indische ondernemingen geen cor
rectie op de loonsverlagingen zouden toepas
sen, niet weinig heeft bijgedragen. Men rea
liseert zich immers steeds meer, dat de kost
prijs van dit product in de toekomst een niet
onbelangrijke stijging zal vertoonen, o.m.
als gevolg van het betrekkelijk hooge uit
voerrecht en de vennootschapsbelasting,
welke op 20 pCt. kan worden gesteld. Uit
gaande van een kostprijs van zegge 20 ct.
per 1/2 K.G., bedraagt het uitvoerrecht voor
1937 circa 2.8 cent, terwijl op die basis de
vennootschapsbelasting een bedrag van 3
ct. per 1/2 K.G. opeischt, te zamen dus 5.8
cent, hetgeen bij een winst van 18 cent per
1/2 K-G. dus een belasting beteekent van
ruim 30 pCt. van die winst. Wanneer men
zich zulks voor oogen houdt dan is het te
begrijpen, dat men thans iets voorzichtiger
wordt. Dat men in dezen toch werkelijk wel
eenigszins heeft overdreven toont b.v. het
geval met de Hessa-Rubber Cultuur-maat
schappij. De aandeelen dezer maatschappij
noteeren immers tegen'de 300 pCt., hoewel
over het afgeloopen jaar geen dividend
wordt gedeclareerd. Wel is den aandeelhou
ders voor 1937 een interim-dividend in uit
zicht gesteld, maar men dient toch te erken
nen, dat hier wel ruimschoots op is vooruit-
geloopen.
De beleggingsmarkt bleef hetzelfde aan
zien houden als de vorige week. De Oude
Schuld ligt tamelijk ongeanimeerd in de
markt, terwijl daarentegen de 4 pCt. Staats-
leening 1013/8 noteert, wel een bewijs dus
dat aan de mogelijkheid van èen conversie
in de naaste toekomst niet wordt gedacht.
Ten slotte laten we enkele koersen volgen.
U.S. Steel Corp. 86^, 90 7/8;
Kennecott Copper 47 11/16, 49 j4",
Philips 340, 351;
Unilever 170, 160;
Aku 71^;
Amsterdam Rubber 320;
H.V.A. 518, 526;
Koninklijke 421, 423.
Redacteur: J. BL GOUD,
Van Brakelstraat 25, Utrecht.
PROBLEEM No. 15.
Dr. M. NIEMEYER.
Ie prijs H. Problema 1932.
Zwart (8)
217. Hoe belangwekkend deze verkla
ringen ook waren, op het oogenblik kon
den ze dokter Bergman niet boeien. Hij
had geen rust voor hij Tonny gevonden
had. Bovendien was het verkeerd Jet nog
langer bloot te stellen aan de gevaren die
ya~ alle zijden dreigden.
218. Na een week stonden ze plotseling
voor een dorp. De eenvoudige houten hui
zen droegen een sterk Russisch karakter.
Hier waren ze vermoedelijk in het Siberi
sch- grensgebied. Overdag was het heet en
's nachts erg koud.
•ftftft
m
k
-ft;
a b c d e t g h
Wit (lO)
DRIEZET.
Oplossing van probleem, no. 12 (M.
Segers) 1. Rb2cl. (Rb2c3 faalt op
Til—el).
Onderstaande partij uit het tournooi te
Nottingham verscheen voor zoover wij
weten nog niét in de Nederlandsche
schaaklitteratuur;
Hollandsche Verdediging.
Wit: Capablanca. Zwart: Aljechin*
1. d2—d4 e7—e6
2. Pgl—f3 f7—f5
3. g2g3 Pg8—f6
4. Rflg2 Rf8e7
5. 0—0 0—0
6. c2c4 Pf6—e4
7. Ddlb3 -
Vermoedelijk w^, Ddl—c2 hier beter,
zooals uit het vervolg der partij blijkt.
7. Re7—f6
8. Tfl—dl Dd8—e8
Merkwaardig, dat beide spelers eerst
thans beginnen met - de mobilisatie van
de officieren van den Damevleugel.
9. Pbl—c3 Pb8c6
10. Pc3—b5 Rf6—d8
Nu is Wit zijn tegenstander in de ont
wikkeling zijner figuren vooruit,
li;Db3c2
Zie opmerking bij den 7en zet. In plaats
van dezen zet hadden wij hier 11. d4—d5
verwacht. Deze voortzetting zou naar 't
ons lijkt, Zwart voor een lastig probleem
hebben geplaatst.
1 1d7—d6
12. d4d5
Thans heeft deze zet veel van zijn kracht
verloren, omdat het zwarte paard naar
b4 kan gaan.
1 2Pc6b4
13. Dc2—b3 Pb4a6
14. d5Xe6 Pa6c5
15. Db3c2 Pc5Xe6
16. Pf3d4 Pe6Xd4
17. Pb5Xd4 Rd8—f6
Het voordeel dat Wit in de opening had,
is nu grootendeels verdwenen.
18. Pd4b5?
Was hier Rele3 niet veel beter?
18De8e7
19. Rele3 a7a6
Deze pion zou anders genomen zijn. -
20. Pb5d4 Rc8d7
21. Tal—cl Ta8e8
22. b2—b4 b7b6
23. Pd4—f3 Pe4c3?!
Een gewaagde onderneming.
24. Tdld3 f5—f4
25. g3Xf4 Rd7—f5
26. Dc2—d2! Rf5Xd3
27. e2Xd3 c7—c5?
Waarom Aljechin hier niet met 27
Pc3a4 voortzet, is ons niet duidelijk. Dit
pard staat dan wel is waar niet gunstig,
Stand 23. Pe4c3.
ft-
■ft
ft'
ab ede ïgh
doch met b6b5 kon het altijd gedekt
worden. Of was Zwart bevreesd voor 28.
Pf3g5!? met de dreiging 29. Rg2c6,
alsmede 29. Rg2—-d5f
28. TclXc3 Rf6Xc3
29. Dd2Xc3 De7—f6
30. Dc3Xf6 g7Xf6
Nu heeft Zwart twee torens tegen drie
lichte officieren plus een pion, doch de
torens kunnen het witte spel niet binnen
dringen.
31. Pf3d2 f6—f5
32. b4b5! a6—a5
Beter was wellicht nog afruil der pion
nen op b5 en daarna Tc8ela7, hoewel
Zwart dan vermoedelijk ook wel zou
verliezen.
33. Pd 2fl Kg8—f7
34. Pfl—g3 Kf7g6
35. Rf2—f3 Te8—e7
36. Kgl—fl Kg6—f6
37. Re3d2 Kf6—g6
38. a2—a4
Hier werd de partij afgebroken. Alje
chin gaf zonder verder te spelen de partij
eenige dagen later op.
Wij verzoeken onze lezers eens te pro-
beeren, de winstgang van Wit te vinden
en ons op te zenden.
Fransche partij, gespeeld in den V. V.
G. A.-achtkamp.
Wit: Zwart:
C. Struyaart. J. H. Pannekoek.
1. e2e4 e7—e6
2. d2d4 d7—d5
3. Pbl—c3 Rf8b4
4. a2a3 Rb4Xc3f
5. b2Xc3 d5Xe4
6. Ddl—g4 Pg8—f6
7. Dg4Xg7 Th8g8
8. Dg7h6
Tot hiertoe is de partij gelijk, aan de
derde partij van den wedstrijd om het
wereldkampioenschap tusschen Dr. Euwe
en Dr. Aljechin.
8Tg8g6
Deze zet lijkt ons beter dan de voort
zetting van Dr. Euwe, nL 8. c7—c5
9. Dh6e3 Pb8—c6
Een nieuwtje,, dat een nader onderzoek
verdient. Zwart heeft nu drie officieren
ontwikkeld en Wit alleen zijn Koningin.
10. Rel—b2
Wij hebben hier geen beteren zet voor
Wit kunnen vinden. Rfl mag niet ver
plaatst worden wegens Tg6Xg2; Pglh3?
dan e6e5 met de dreiging Rc8Xh3 etc.
10. Pc6e7
11. Pgl—e2 Pe7—f5
12. De3d2?
Beter lijkt ons 12. De3f4. Op 12.
Tg6g4 zou dan 13. Df4e5 kunnen
volgen.
12. cl c3
13. f2Xe3
Is vrijwel gedwongen.
Wit staat reeds hopeloos.
13. Pf6e4
Stelling na 13Pf6e4.
a bcdeigh
14. Dd2d3 Dd8h4f!
15. g2g3
Ook al weer gedwongen.
.15.Pf5Xg3
16. Pe2Xg3 Pe4Xg3
17. h2Xg3 Dh4Xhl
18. 0—0—0 Tg6Xg3
Wit had nu wel kunnen capituleeren.
19. Dd3Xb5| c7—c6
20. Db5e5 Dhl—gl
21. De5—-h8f Tg3—g8
22. Dh8Xh7 DglXe3t
23. Kcl—bl De3—g5
24. Rb2—cl Dg5g7
25. Dh7—e4 Rc8—d7
26. d4—d5? c6Xd5
27. TdlXdS Rd7—c6!
28. Rfl—b5 Dg7—g2!
Nu kan Wit dameruil niet meer ver
mijden.
29. Rb5Xc6f b7Xc6
30. De4Xg2 Tg8Xg2
31. Td5d6? Tg2— -gl!
Thans dreigt Ta8b8f met winst van
Rel. Wit gaf 't daarom 'op.
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1482.
Stcnd.
Zw. 12 sch". op: 3, 6/11, 14, 20, 23, 26, 36.
W. 10 sch. op: 17, 22, 30, 35, 38, 39,
41/44.
Oplossing.
1. 39—34 1. 36 47
2. 42—37 2. 47 49
3. 30—24 3. 49:30
4. 35 2 4. 11 22
5. 2 10
Uit de partij.
In den volgenden stand:
Zw. 10 sch. op: 8, 9, 16, 17, 19, 20, 21,
23 24 26.
W. 10 sch. op: 32/38, 42, 45, 48.
speelde wit 3329 en 38 18, waarop
zwart zich haastte door 813 zijn schijf
te gaan terug winnen. Maar wit vervolgde
met 42—38 (zw. 13—22), 37—31, 38—33
en 35 4!
Raadselhoekje
De oplossingen van de raadsels uit het
nummer van 27 Maart zijn als volgt:
le. Een vingerhoed.
2e. Doos Koos Roos.
3e. Soldaten-ten-ten-tentoonstelling.
4e. Een gat in mijn kous.
Onze Vierde Maart-Opgave.
Welk Vierkant?
Negen van de 10 ondeelbare getallen uit
de reeks 1—25, (de 2 uitgezonderd) moes
ten in het vierkant voorkomen op de
vakken 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10 en 14. Verder
moesten de vijf getallen op elke horizon
tale, verticale en diagonale rij steeds samen
65 zijn. Een moeilijke opgave, die heel wat
geduld eischte.
De oplossing was:
11— 1—17—13—23
7—18—19—16— 5
24—22—14— 3— 2
15— 4— 9—12—25
8—20— 6—21—10.
Toekenning Maart-prijs.
Bij 't controleeren der lijst bleek dat de
Maart-prijs a 2.50 is gewonnen door.
Mevr. EecenBoyenga. Metiusgracht al
hier met 116 p. na loting met den heer
J. Joustra, die eveneens 116 p. had.
Deze prijs is vanaf Maandag bij onze
Administratie af te halen. Stand der
hoogstgeplaatsten per 1 April volgende
rubriek.
Onze Nieuwe Opgave. (No. 1 der Aprfi-
serie).
Een lettergreep-puzzle.
Uit de hieronder, gegeven 65. lettergre
pen kunnen. 20 woorden gevormd worden,
die voldoen aan de omschrijvingen. Heeft
men de juiste woorden gevonden, dan kani
men op de eerste en vijfde verticale rij
een spreekwoord lezen, dat gerekend moet
worden tot de minder bekende.
Wij merken nog op dat de woorden 1, 8
en 19 de moeilijkste zijn.
Lettergrepen:
ans beeld bli ce ci efe
de de di —dis dis doek duo
e e el fe fi_ga ge
ge ging ha hal i i i itt
is klin lala le lijk ne
ne ni o o op or pen
ra ra re reel ro ru sa
ta te ter tie tie tie tie
tie tro veen ven ver -wal
wij zeil zi.
Omschrijvingen.
1. vizier
2. inleiding
3. hoofdbestanddeel van oHe
4. grof en sterk weefsel
5. naam uit den bijbel
6. groot redenaar
7. dier dat in de duinen leeft
8. ontheffing
9. soort effect
10. plaats in Frankrijk
11. direct
12. verandering "ftT*
13. sprekende gelijkenis
14. bouwval
15. plaats in Zeeuwsch Vlaanderen
16. een of ander gedeelte uit een revue
17. paradijs der Germanen
18. plaats in Noordholland
19. herhaling
20. begripsomschrijving.
Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig
mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 9 April
12 uur aan den Puzzle Redacteur van de
Alkmaarsche Courant.
Ziet gij, waarom zwart in onderstaande
positie aan zet, niet mag spelen 1924?
Zw. 12 sch. op: 6, 11, 13, 14, 16, 17, 10,
21, 23, 25, 30, 35.
W. 13 sch. op: 26, 27, 31/34, 36/39, 44,
50.
Op dezen zet zou wit laten volgen
1. 27—22 1. 17 :28
2. 26 17 2. 11 22
3. 31—27 3. 2242
4. 33 22 4. 42 33
5. 39 10 5. 30 39
6. 44:33!
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1483 van M. Charly (Fr.)
Zw. 12 sch. op: 8, 10, 11, 12, 14/18, 24,
30, 35.
W. 11 sch. op: 23, 26, 27, 31, 32, 33, 37,
38, 40, 44, 50.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.