PALTHE! Persen! Piekfijn! DELFTSCHE SLAOLIE De S.D.A.P. en de verkiezingen I N GEHEIMEN DIENST Ir, Albarda roept op tot strijd voor de democratie. PINKSTEREN? êeosssse RildiapcogtXUMMQ ©©©©eo©® Stad en Omgeving Tweeduizend man in de Korenbeurs, 't Was goed, dat de afd, Alkmaar der S.D. A.P. voor hare gisteravond gehouden groote verkiezingsvergadering de beschikking had gekregen over de Korenbeurs, want geen enkele andere zaal hier ter stede zou de groote schare belangstellenden hebben kun nen omvatten. Het waren tweeduizend man, die waren opgekomen om te luisteren naar hetgeen de heer ir. J. W, Albarda, voorzitter van de Kamerfractie der S.D.A.P., zou zeg gen in verband met de a.s. verkiezingen. De arbeiders-muziekvereeniging Excelsior luisterde de bijeenkomst op. De voorzitter der afdeeling, de heer C. Couwenhoven, sprak een woord van welkom, zijn vreugde uitende over de groote opkomst. Hij wraakte de uitdrukking, dat de heer Albarda een lafaard zou zijn, gelijk dat in Edam was beweerd. Integendeel, spr. constateerde, dat de par tij ongebroken staat, en dat zij ook straks na de verkiezingen de volle verantwoordelijk heid voor haar daden zal durven aanvaar- dën. De heer Albarda betrad hierna den katheder, als zijn meening uitsprekende, dat niet de grondwetsvoorstel len de groote opkomst zullen hebben veroor zaakt, maar wél het feit, dat het Nederland- sche volk op 26 Mei zal worden opgeroepen tot het uitspreken van zijn oordeel over hét bewind van het kabinet-Colijn. Dat oordeel zal ongunstig moeten luidenj meende spr., en het kabinet zal moeten plaats maken voor een ander, dat heel an ders, werkt. Wel wilde spr. vaststellen, dat het ministerie hard gewerkt heeft in de af- geloopen vier jaren en dat dit moeilijke cri sisjaren zijn geweest, zooals ieder zal moe ten erkennen. En ook wilde spr. volstrekt niet beweren, dat het kabinet of de heer Co- lijn de crisis heeft gemaakt neen zij is een gevolg van internationale omstandighe den maar de koers dien hij in de crisis heeft gevolgd is niet de juiste geweest; het kabinet-Colijn is er verantwoordelijk voor, dat ons volk zoovéél heeft geleden van de crisis. De regeering heeft het zoogenaamde „aan passingsbeleid" gevolgd, waaraan verbonden was een verlaging van het levenspeil van het vólk; de'crisis zou er dooi' worden-be zworen.- Maar, zei spr., deze opvatting'is er één van 100 jaar geleden en totaal ver ouderd voor onze dagen. Loonsverlaging had in dien tijd door het geringe aantal der ar beiders weinig invloed op den economischen toestand. Dat is thans heel anders, nu de arbeidersklasse het grootste deel omvat van het heele volk, met een daaraan evenredige koopkracht. En als men die verlaagt, is dat een ramp voor de heele maatschappij met als gevolgen: slapte, ondergang en faillisse menten van den middenstand, minder werk voor de fabrieken, minder vervoer, enz. De aanpassingspolitiek volgde dien weg en zij heeft daarmee de crisis voortdurend er- ger gemaakt. Spr. wees erop, dat de soc.- dem. reeds het vorige jaar hebben gewaar schuwd voor dezen gang van zaken. Vergelijkingen met andere landen de statistieken worden geregeld gepubliceerd door den Volkenbond geven aan, dat Ne derland reeds eenige jaren behoort tot die groep, waar de economische toestand het slechtst is. De landen, waar een andere po litiek is gevoerd, een politiek van aanpak ken, behooren tot de andere groep, waar de welvaart reeds weer terug kwam. De regeering-Colijn faalde in haar crisispolitiek. Spr. ontwikkelde hierop een viertal pun ten uit het program van de regeering-Colijn. Allereerst: de opheffing van het economi sche leven en strijd tegen de werkloosheid. Totaal mislukt, zei spr., al gaf hij toe, dat er thans een zekere opleving is te bespeu ren en eenige duizenden menschen aan het werkloozenleger zijn onttrokken. Maar dit is later dan in andere landen, waar een andere, een welvaax'tspolitiek, is gevoerd," met het gevolg, dat daar de zaken eerder herstelden en de invloed daarvan bewerkte de ver betering hier te lande. Een tweede oorzaak voor die ople#ving is de depreciatie van onze munt, door de re geering langen tijd tegengehouden en waar toe zij in "Sept. '36 moest overgaan, gedwon gen doof Frankrijk en Zwitserland. De derde oorzaak voor de verbetering hier te lande is de bewapeningswedstrijd, waar aan alle landen meedoen, met als gevolg toename van vervoer, enz., waarvan ook ons land profiteert. Van geen dezer drie oorzaken komt aan Colijn de verdienste toe: de opleving is ge komen niet door maar ondanks de aan passingspolitiek. Ter vergelijking met Nederland wees spr. op de Noordelijke rijken en op België, waar de werkloosheid sterk verminderde, terwijl zij in ons land in sterke mate toenam en in die landen volgde men geen aanpassings politiek. Spr. concludeerde dat die politiek schromelijk gefaald heeft. De politiek van den Amerikaanschen pre sident, door velen genoemd de weg naar den ondergang, heeft precies andersom gewerkt en het was geen aanpassingspolitiek, maar een politiek van opbouw en aanpak ken. Het Amerikaansche volk heeft door de herkiezing van Roosevelt getoond, diens werk te waardeeren. Spr. citeèrde een vérslag van hét r,k. werkliedenverbond, waarin een vurig ver langen werd uitgesproken naar een ander regèerbeleid in ons land. De r.k. leiders hebben daar geen nota van genomen, im mers zij hadden het in 1935 in de macht de regeering-Colijn te doen vallen. Groote ver antwoordelijkheid rust op hen, die haar hebben gesteund: r.k., liberalen, vrijz.-dem., a.r. en c.h. Door het mislukken van de aanpassings politiek moest ook de financieele politiek der regeering mislukken. De belastingopbreng sten daalden geregeld en daartegenover moesten er steeds grootere bedragen aan steun voor werkloozen, land- en tuinbouw enz. worden betaald. Er ontstonden dus elk jaar weer opnieuw groote tekorten en spr. erkende, dat die niet werden verdonkere maand, zooals dat wel in andere landen ge beurt. (In ons land kende hij een man, die gezegd heeft, dat zoolang hij leider is, geen verantwoording aan het volk .zal worden ge daan omtrent de financiën van de N.S.B.) Het gevolg van al die tekorten was weer nieuwe bezuiniging op alle terrein waar toe ook ten aanzien van het onderwijs een af braalcpolitiek werd gevolgd. Het programpunt der regeering „krachtige bestrijding der werkloosheid", door spr. des tijds toegejuicht' en waarvoor hij zijn steun had toegezegd, heeft' evenmin, gebracht wat ervan werd verwacht. De 60 millioen' gulden, door de regeering gevraagd voor uitvoering van groote werken, werden toen lang niet genoeg genoemd en tot Dec. '36 is er toch blijkens de beschikbare gegevens nog geen 20 millioen van gebruikt. In dit verband hekelde spr. den titel van het boek „Het werkende land" beter had men het „Het werklooze land" kunnen noe men. Ook den inhoud Van het boek onder wierp spr. aan critiek. Er wordt o.a. in ge zegd, dat in de laatste 13 jaren in Nederland is aanbesteed voor een bedrag van 2000 millioen gulden. Spr. citeerde cijfers uit de statistieken van vóór de regeering-Colijn en uit de jaren van dat bewind, en wees erop, dat de aanbeste- dingscijfers met de helft daalden, ondanks de belofte om de werkloosheid krachtig te be strijden! Het gevolg was natuurlijk funest voor allerlei bedrijven, die steeds weer men schen moesten ontslaan, waardoor evenzoo- vele menschen aan nood en ellende wer den prijsgegeven, in totaal 4Ó0.000! Dit cijfer is nog aan den lagen kant, zei spr., maar, gerekend dat elke werklooze (zichzelf inbegrepen) Vier menschen verte genwoordigt, beteekent dit 1.600.000 men schen, zijnde het vijfde deel van het heele volk. Ook hief dus totale mislukking. Eenzelfde vonnis velde spr. over het pro grampunt van de regeering, dat beoogde te strijden vóór krachtige gezagshandhaving en tegen ondermijnende invloeden. Spr. wees hierbij op het verstoren van tooneel- en bioscoopvoorstellingen en van tal van vergaderingen, op mishandelingen en overvallen (zooals te Abcoude, zei spr.) Dit alles gebeurde onder de regeering-Colijn en het is te rekenen onder de gevolgen van de crisis, welke niet op juiste wijze is be streden door de regeering. Het Plan van den Arbeid kan uitkomst brengen. Spr. gaf hierop aan in welke richting 'vol gens de inzichten der S.D.A.P. de regeering had moeten worden geleid. In de laatste vier jaren heeft de critiek ook zijn partij niet gespaard, integendeel, maar desondanks staat zij krachtiger .dan bij de vorige ver kiezingen. Het Plan van den Arbeid, in deze crisis jaren geboren, geeft aan welke wegen had den moeten worden ingeslagen tot bestrij ding van de crisis en ondanks veler afkeu ring ook ten aanzien van de wijze waarop het Plan aan het volk werd gebracht, stond spr. nog ongeschokt in :zijn vertrouwen op het goede resultaat, dat. het volgen van de daarin aangegeven richting zal moeten heb ben. - De hoofdgedachte van liet Plan is, dat in Nederland de voorwaarden voor de volks welvaart aanwezig zijn: 1 wij. hebben goed ingerichte fabrieken, prachtige verkeerswe gen en een goeden vruchtbaren bodem en in een land, waar men dat alles heeft, behoeft men geen 400.000 werkloozen te hebben. Er kan en er moet gewerkt worden, men moet het loon laten verdienen in plaats van het als steun te geven. Dat verhoogt de koopkracht en de toestand, waarin het volk thans verkeert, geeft de zekerheid, dat alle verdiensten der arbeiders althans de eerste paar jaren zullen moeten worden uitgege ven om den achtestand in te halen. Het ge volg zal zijn grootere ontvangsten door den middenstand, grooter werkzaamheid voor de fabrieken, grootere opbrengsten aan belas tingen en betere uitkomsten voor de staats financiën. Andere landen (de Noordelijke rijken en België) toonen aan, dat het dien weg zal opgaan. Zaterdag 1 Mei. HILVERSUM, 301 M. (VARA-uitz.) 8.Opening van het 1 Mei-progr. mmv. sprekers, koor en orkest. 10.VPRO-morgen wij ding. 10.20 Deel. 10.40 Orgelspel. 11.Vervolg declamatie. 11.20 Voor de vrouw. 12.— Gr.pl. 12.45 VARA-koor „Can- tecleer" mmv. solist. 1.— De Mei in het Plan, causerie. 1.20 Cello en orgeL 1.452.Verv. koorconcert. 2.15 De Krekeltjes en De Rood borstjes. 2.30 Hobo en piano. 2.40 Voor de kinderen. 3.Vervolg concert. 3.10 Vervolg kinderkoor concert. 3.30 Gr.pl. 4.Voor de jonge mensch. 5.— VARA-Groot- orkest. 6.Deel. 6.15 VARA-koor Cantecleer. 6.30 Onveranderlijke leuze, toespraak. 6.50 Verv. concert. 7.05 De Ramblers. 7.30 Vocaal en semble. 8.Herh. SOS-ber. 8.03 ANP-ber. 8.10 VARA-orkest. 8.30 Radiotooneel. 9.30 Verv. orkestcon cert. 9.55 ANP-ber. 10.Mei-weiae toespraak. 10.20 Musica, mmv. so liste. 11.Sluiting 1 Mei-progr. 11.1012.Solistenconcert. HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.) 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.— Ber. 12.15 De KRO- melodisten mmv. solist. 1.Gr.pl. en postduivenberichten. 1.15 KRO- orkest. 2.Voor de rijpere jeugd. 2.30 Verv. KRO-orkest. 3.Kin deruur. (4.HIRO: Het 20-jarig bestaan van de Centr. Bond van Werkmeesters en ander opzicht houdend personeel). 5.De KRO- melodisten en solist. 5.30 Gr.pl. 5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gr.pl. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gr.pl. 7.Ber. 7.15 „Maria en de Meimaand", causerie. 7.35 Act. aetherflitsen. 8.ANP-ber., mede- deelingen. 8.15 Overpeinzing met; muzikale omlijsting. 8.35 Deel. 8.55 Het KRO-orkest. 9.25 Inleiding vol gende uitz. 9.45 Opera-uitz. 11. Sportrep. 11.3012.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 10.05 Voor de vrouw. 10.20 Orgelspei. 10.50 BBC-Northern orkest m.m.v. so liste. 11.50 BBC-dansorkest. 12.20 Commodore Grand-orkest. 12.35 Sportnieuws. 12.50 Verv. concert. I.20 Het Dulay-kwintet. 2.05 Sport rep. 4.05 Sportnieuws. 4.20 Sport rep. 4.35 Tennisrep. 5.20 Ber. 5.35 Sportnieuws. 5.50 Welsch inter mezzo. 6.05 BBC-orkest mmv. solist. 6.50 Cabaret. 7.20 Revue-progr. 8.20 Ber. 8.40 Gr.pl. 9.05 Orgelspel. 9.35 Viool en cembalo. 10.Deel. 10.20 Jack Jackson's Band. 10.50 Ber. 11.—11.20 Verv. dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 6.10 en 7.20 Gr.pl. 11.20 Parijsch Kamerorkest en zang. 2.20 Gr.pl. 4.50 Pascal- dansorkest. 7.35 Zang. 7.50 Nat. orkest. 9.50 Gr.pl. 10.20—12.20 J. Bouillon-dansorkest. KEULEN, 456 M. Zie Deutschland- sender. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: II.20 Gr.pl. 11.50 Kleinorkest. 12.30 Salonorkest. 12.50 Gr.pl. 1.20 Zang. 1.35 Gr.pl. 1.50 en 2.20 Zang. 2.35 A. Felleman's orkest. 3.20 Zang. 3.35 Gr.pl. 4.20 Kleinorkest. 5.50 en 6.20 Gr.pl. 7.20 Omroeporkest en so liste. 8.05 Radiotooneel. 8.35 Om- roepsymph.-orkest. 9.30 Cabaret. 10.20 Gr.pl. 10.3511.20 Omroep- dansorkest. 484 M.: 11.20 Gr.pl. 11.50 Salonorkest. 12.30 Klein orkest. 12.50 Gr.pl. 1.40 A. Felle man's orkest. 2.20 en 3.35 Gr.pl. 4.20 Salonorkest. 5.20 Kleinorkest. 6.35 Gr.pl. 7.20 Symph.-concert. 8.05 Zang. 8.35 Radiotooneel. 9.30 Om- roepdansorkest. 10.20—11.20 Gr.p). DEUTSCHLANDSENDER. 1571 M. 7.20 Het Münchener Omroeporkest. (Van 8.10—8.20 Reportage). 9.10 Ber. 9.20 Rep. 10.20 Het Berlijnsche Om- roepkleinorkest. 11.20—1.20 Het Om roep-Amusementsorkest en Man doline-orkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.05, London Reg. 10.05—11.35, Parijs R. 11.35— 12.20 Brussel VI. 12.20—13.40, Brus sel Fr. 13.40—15.20, Keulen 15.20— 17.20, Lond. Reg. 17.20—18.20, Brus sel VI. 18.2018.50, London Reg. 18.50—19.20, D.sender 19.20—19.50, Weenen 19.5021.20, Brussel (VI.) 21.20—21.30, Brussel Fr. 21.30— 21.50, Weenen 21.50—22.50, Parijs Radio 22.50—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.—9.20, Ham burg 9.20—9.35, Droitwich 9.35— 12.20, London Reg. 12.20—16.20, Droitwich 16.20—17.20, Parijs R. 17.20—17.50, Parijs R. 17.50—18.05. Droitwich 18.0522.05, Lond. Reg. 22.05—22.20, Droitwich 22.20—24.—. Lijn 5: Diversen. Zondag 2 Mei. HILVERSUM, 301 M. (8.55—12.— en 5.—6.30 VARA, de VPRO van 6.308.en de AVRO van 12.— 5.en 8.12.uur). 8.55 Gr.pl. 9.Postduivenberichten. 9.05 Tuin- bouwpraatje. 9.30 Orgelspel. 10.15 Natuur-historische lezing. 10.30 Residentie-orkest en solist. 11.15 Van Staat en Maatschappij, lezing. 11.30 Verv. concert. 12.Orgelcon cert. 12.10 Kovacs Lajos' orkest en orgelspel. 1.30 De opleving in Indië, causerie. 1.50 Boekenhalfuur. 2.15 Verslag voetbalwedstrijd Ne derlandBelgië. 4.15 Gr.pl. 4.30 Avro-dansorkest. 5.Gr.pl. 5.30 Kinderuurtje. 6.— Sportuitz. 6.15 ANP-sportnieuws. 6.20 Gr.pl. 6.30 Gesprekken met luisteraars. 7.— Ned. Herv. Kerkdienst. 8.— ANP- ber., mededeelingen. 8.15 Omroep orkest en solist. 9.Radiojournaal. 9.15 Gr.pl. 9.25 Radiotooneel. 10.— Omroeporkest en solist, 11.ANP- ber. Hierna Avro-dansorkest. HILVERSUM, 1875 M. (8.30—9.30 en 5.05—7.45 NCRV, de KRO v. 9.30 —5.05 en 7.45—11.30 uur). 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gr;pl.10.30. Hoogmis. 1-1.45 Gr.pl,- 12,15De KRO-melodisten en solist. 1.— Boekbespr. 1.20 R.K. Mannenzang- ver. „Streker Mannenkoor" en gr.pL 2.Vragenhalfuur. 2.30 KRO- orkest. (Van 3.153.30 Gr.pl.) 4. Ziekenlof. 4.55 Sportnieuws. 5.05 Gewijde muziek (gr.pl.) 5.30 Or gelspel. 6.Ned. Herv. Kerkdienst, hierna orgelspel. 7.45 Voetbalnieuws. 7.50 ANP-ber., mededeelingen. 8. Mariahulde. 9.15 Gr<pl. - 9.30 KRO- Kamerorkest' en solist. 10.10 Cause rie: Het Huwelijk (4). 10.30 ANP- ber. 10.40 Epiloog. 11.—11.30 Espe- rantolezing. ®@@m»@&s&@@odoeeeee@oee@eeooo# CALVÉ-KWALITEIT Om tot dit resultaat te komen, zullen groo te werken moeten worden uitgevoerd, en het Plan vraagt daarvoor 200 millioen per jaar over drie achtereenvolgende jaren- Het geld is er wel, gelijk spr. aangaf mët: aan haling van een uitlating van mr. Trip, den directeur van de Nederlandsche Bank, na de depreciatie van den gulden. Geen bankroetierspolitiek noemde spr. de eischen van 't Plan. Aan welke zijde is die bankroetierspolitiek: bij hen, die 150 mil lioen gulden per jaar vruchteloos wegwer pen voor steun, of bij hen die 200 millioen willen uitgeven met de zekerheid van terug keer van welvaart, levensblijheid enz.? De Plan-politiek is voor de soc.-dem. voor waarde voor hervorming van het economi sche leven in ons land. De nood moet worden gelenigd, in vele zaken moet worden voorzien, het onderwijs b.v. moet weer worden hersteld, de sociale voorzieningen uitgebreid. En dit alles kan slechts geschieden bij een beteren economi schen toestand van ons volk. In dit verband sprak spr. de hoop uit, dat onjuist zal zijn de bewering als zou de re geering nu reeds verschillende gemeentebe sturen hebben aangeschreven dat na de ver- SeuilCeton HISTORISCHE AVONTURENROMAN. Door G. P. BAKKER. 1) Het feuilleton, waarvan men hieronder het eerste stuk vindt, vertelt van Gustaaf Adolf's veldtocht in 1631 tijdens den der tigjarigen oorlog. De Zweedsche koning verdedigde de zaak der hervorming tegen de generaals van den keizer Ferdinand II, die voor het katholieke geloof streden, Tilly en Wal- lenstein met zijn ruiteraanvoerder Pap- penheim. Na den val van Maagdenburg ruk te Gustaaf Adolf Saksen binnen om den keurvorst te hulp te komen, die de zijde der hervorming had gekozen. Bij Breiten- feld werd Tilly verslagen en later bij de Lech doodelijk gewond. Daarop trad Wal- lenstein opnieuw op den voorgrond. Het eerste hoofdstuk beschrijft de po sitie van de legers. Daarna begint de spannende reeks van avonturen van gene raal Saxon en zijn ruiters, die voor den Zweedschen koning bij den geheimen dienst werken. Door bovenmenschelijken moed en fan tastische vermommingen redden ze zich uit de meest hachelijke situaties, dringen tot diep in het vijandelijke kamp door, weten zich meester te maken van allerlei geheime stukken en verijdelen daardoor de plannen van den vijand. De dertigjarigen oorlog in Duitschlarid valt samen met de laatste dertig jaren van onzen tachtigjarigen oorlog (1618 1648). Zoo is het te verklaren, dat er Ne derlanders in de Duitsche gelederen voor kwamen als strijders aan de zijde dei Zweden, ofschoon de republiek toen niet met den keizer in oorlog was. (Red.) HOOFDSTUK I. Op den heuvel in de weide bij Werben wapperde op een groote witte tent de Zweedsche vlag, het gele kruis op het blauwe veld, luchtig in den zachten mor genwind. Het was in de eerste helft van Augustus van het jaar 1631. Op elk der hoeken stond, eenige vademen van de tent verwijderd, strak en bewegingloos als een standbeeld van staal en brons, een forsche ruiter, de morion op het hoofd, in borstharnas en stalen beenbekleeding, de lans met het Zweedsche vaantje in den stijgbeugel. Het staal schitterde als zilver in de morgen zon. In de tent voor een groote tafel, waar op een kaart uitgespreid lag, zat een groo te bloi.de man, gladgeschoren, met helde re blauwe oogen, in generaalsuniform der kurassiers. Achter hem stonden een drie- lal heeren, die vol belangstelling de uit eenzetting van den krijgsoverste volgden. Deze nam een groot stuk perkament, stak de welversneden ganzeveder in den inkthoorn, teekende een klein vierkantje aan de bovenzijde, iets naar links, op het perkament en zei: „Dit is Hamburg, de oude machtige Hanzestad". Daarna trok hij een rechte lijn schuin rechts naar bene den van ongeveer drie duim, de Elbe, zet te een groote punt, Wittenberge, nog een duim in dezelfde richting, weer een stip, Havelberg, aan den rechteroever. „Daar wij nu met het gezicht naar Ham burg, naar den mond van de Elbe, staan, is het de rechterhoek. Jij, Edzke", ver volgde hij tot een forschen jongen met een blozend gezicht in vaandrigsuniform, „jij weet natuurlijk, dat bij rivieren altijd de oevers rechts en links genoemd wor den, stroomafwaarts gerekend. Als men stroomopwaarts gaat blijft de linkerkant de rechteroever en omgekeerd. Ja, een- Groninger schipper als jij zegt: Dat is nog al eenvoudig, maar voor een landrot is het dat werkelijk niet altijd. Ik heb een spion gekend, die de opdracht had zich te begeven naar een boerderij aan den rech teroever van de rivier. ;Hij roeide tegen den stroom op". „En Excellentie?" vroeg een langbeenige heer in burger met donker uiterlijk en een haakneus. „En Van Werben. Het verhaal is uit. Hij kwam nooit terug, viel in 's vijands han den. De inlichtingendienst is gevaarlijk en nooit kan een generaal of zelfs de koning voor je in de bres springen. Elke veld heer heeft een zoo goed mogelijk ingerich- ten dienst, spionnagedienst, zooals men dikwijls ietwat minachtend zegt, .naar men zal dat nooit toestemmen. Officieren van den intelligentiedienst, zooals we met een mooier woord zeggen, werken voor eigen risico, worden ze gevat, dan wacht hen de kogel. Het eenige wat hun overblijft is als een man te sterven, zwijgend, zonder iets los te laten. Zelfs als men hen op de pijn bank legt". Zwijgend luisterden de mannen naar hun generaal. Ze wisten wat hij zelf had on dervonden. Een lachje verscheen dan op het gelaat van Zijne Excellentie. „Een enkele maal", vervolgde hij, „loopt het ook nog wel eens goed af. Daarom nooit den moed verliezen, zoolang men nog ademt". Zijne Excellentie teekende verder. „Hier", zei hij en wees dicht bij Havelberg, „ligt Werben. Hier valt de Havel in de Elbe", en naar rechts teekende hij de Ha- vel. „Nu trek ik zoo naar onderen naar het Zuiden de Elbe door. Hier ligt Tanger- münde. Dan maakt de rivier een bocht naar -links, naar het Westen". Hij teeken de weer een groote stip. „Maagdenburg of liever wat er nog van over is; links, maai aan den rechter Elbeoever. en eenige uren rijden Westelijker, de oude vesting Hal- berstadt. Hier nog meer Westelijk ,op dezelfde hoogte Brunswijk en daar rneer Noorde lijk Hannover. Beide zijn vrijwel geheel bezet door de Hollanders. De Liga, de bond der katholieke keurvorsten, wenschï geen oorlog met de steeds machtiger wor dende republiek. Graaf Tilly, de bevelheb ber der keizerlijke troepen, heeft reeds meermalen keizer Ferdinand II te Weenen er op gewezen, dat het maar beter was in Holland te vallen en Von Pappenheim haat de Hollanders zoo mogelijk nog meer. Hij schreef aan de katholieke Liga. waarvar. zooals bekend, hij de bevelhebber is, woordelijk in zijn geschrift „De neutrali teit der katholieke Liga met Holland"; „dat een inval in Holland een noodzakelijk heid is -en dat het beter was den brand in 's buurmans huis te blusschen dan in zijn eigen". In elk geval, wanneer de terugkeer naar eigen leger voor een van jullie onmogelijk is, zie dan uit te wijken naar de Hol landers. Zij zullen je helpen wat ze kun nen en noem mijn naam. Het zijn onze bondgenooten. Edzke en ik zijn, zooals je weet, Hollanders. „Ik heb jullie drieën gekozen, omdat je bewezen hebt moed en verstand te bezit ten. En een onkreukbare trouw. Ik heb dat zelf ondervonden. Voor jou, Edzke, zal de belooning de bevordering van vaandrig tot luitenant zijn. Ritmeester Van Finkeberg zal het ook in zijn carrière van nut we zen, maar voor u, man van Werben? Wat kan ik voor u doen?" „Excellentie", antwoordde de man van Werben. „Ik vraag geen belooning. Ik doe het voor het welzijn van mijn vaderland, voor de vrijheid van geloof en voor... nog iets anders". „Maar waarom dan niet in dienst te tre den? De koning zal u gaarne den kapiteins rang geven". „Misschien later, Excellentie", zei hij, „maar ik geef er de voorkeur aan vrij te blijven èn te strijden op mijn eigen ma nier". De generaal lachte. „Het krijgsleven nog niet avotuurlijk genoeg?" vroeg hij. „Maar, heeren, laten we verder gaan". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6