DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Koning George en koningin Elisabeth gekroond.
Machtige kroningsplechtigheid in de
Westminster Abbey.
Triomftocht door Londen.
No. 110
Woensdag 12 Mei 1937
139e Jaargang
Millioenenmassa in Londen.
De kroningsplechtigheid.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door bet geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Koningin Elisabeth
Koning George VI
(Van een specialen verslaggever.)
De groote dag van heden, de dag van
de kroning van koning George VI tot
koning en keizer van het Britsche
wereldrad, heeft eigenlijk geen begin
gehad. Want de periode van rust, die
zelfs in een Metropolis als Londen
gedurende een gedeelte van den nacht
intreedt en den eenen dag van den
anderen scheidt, heeft ditmaal vol
maakt ontbroken, en de vele tiendui
zenden, die zich gisteravond op straat
hebben begeven, werden zich vanmor
gen bij het aanbreken van den dag pas
bewust, dat de Dinsdag ongemerkt wa3
overgegaan in Coronation Day, den dag,
waarop de feeststemming en de ge
spannen verwachting van de millioenen
in Groot-Brittannië en in alle deelen
van het Britsche rijk daarbuiten een
climax hebben bereikt, die van histo
rische beteekenis zal blijken te zijn
voor het Britsche wereldrijk.
Wie de laatste dagen de verkeersdrukte
heeft gadegeslagen, heeft zich met verwon
dering afgevraagd of hier nog climax in
kon zitten. En toch was het gisteravond
wederom voller dan tevoren, was de me
nigte nog dichter, die door de straten van
het West End en Westminster schuifelde,
langs de versierde en verlichte gebouwen
van Whitehall en Oxford street, voorby
Buckingham Palace, langs strand en Re
gent Street.
Geen verkeersregeling, hoe voortreffe
lijk ook, kon voorkomen, dat op tal van
punten onontknoopbare verkeersstagnaties
ontstonden, zoodat de politie reeds vroeg
in den avond besloot, het geheele gebied
rondom de route van den kroningsstoet,
dat tot Coronation Area is verklaard, voor
elk verder ryverkeer te sluiten.
Café's, restaurants, lunchrooms, de klei
ne uitheemsche eethuizen in Soho, alles
was den geheelen nacht geopend en nog
was men niet in staat, den reusachtigen
stroom van publiek te verwerken.
Trams en Underground brachten het pu
bliek uit de buitenwijken tot bepaalde eind
punten, die aan de grens van de Corona
tion Area lagen en waarmee men de route
zoo dicht mogelijk kon naderen. Reeds zeer
vroeg in den avond begon dit en namen de
velen, die geen gereserveerde plaats op een
tribune of achter een venster hadden, een
plaats langs den kroningsweg in. Lang
voor middernacht stonden en zaten de
menschen dan ook reeds in dichte rijen
langs de route geschaard, voor zoover de
trottoirs en de staanplaatsen terzijde van
den weg niet gereserveerd waren voor
schoolkinderen, invaliden en ouden van
dagen.
Men zag weer de gebruikelijk tafereelen.
De verkoopers van allerlei levensmidde
len, versnaperingen, kranten en program
ma's maakten goede zaken. Er heerschte
in de straten een feestelijke stemming, die
echter slechts zelden tot uitbundigheid
oversloeg.
Voller en voller werden met het ver
strijken van de nachtelijke uren de straten
en wegen door de perken.
Reeds tegen 4 uur hadden vele houders
van kaarten plaats genomen op hun gere
serveerde tribuneplaatsen!
En om vijf uur vanmorgen waren vrijwel
alle tribuneplaatsen bezet.
Het is een ontzaglijke menigte, die ge
schaard zit en staat langs de bijna 7 K.M.
lange route, een menigte, die niet te tel
len is maar by benadering op meer dan
twee millioen menschen kan worden ge
schat!
Langs den weg.
Een zeer groot deel van het publiek is
getooid met de nationale kleuren, rood, wit
en blauw, welke kleuren ook bij de ver
siering van straten en gebouwen een hoofd
motief vormen, wat op ons, Nederlanders,
even een verrassenden indruk maakt.
Dicht onder den wal liggen verscheidene
versierde schepen, op welker dek hooge
tribunes zijn opgericht, die eveneens dicht
met kijkers zijn bezet.
De tribunes langs de Mali en langs Whi
tehall zijn geheel ter beschikking van de
regeering. Hier zitten alle gasten en ge-
noodigden, die geen plaats in de Abdy
hebben gekregen, en de vele ambtenaren
van ministeries en openbare diensten.
Zij, die lang Mali en Whitehall een plaat3
hebben gekregen, boffen in verschillende
opzichten, want zij zien eerder dan het
publiek de overige deelen van de route de
verschillende stoeten, die zich van
Buckingham Palace naar Westminster be
geven, en zullen derhalve ook eerder den
koninklijken stoet zien passeeren.
De eere-gasten naar de Abbey.
Van kwart voor negen af rijden na el
kaar de hoftauto's van Buckingham Palace
naar de Westminster Abby, om de gasten
der koninklijke familie, de vorstelijke be
zoekers uit het buitenland en de officeele
vertegenwoordigers der buitenlandsche mo
gendheden naar de Abdy te brengen.
Een luid gejuich stijgt uit de menigte
op, als de inzittenden herkend worden.
Dit is o.a. het geval als tegen negen
uur de auto passeert, waarin prinses
Juliana en prins Bernhard gezeten
zijn. Onze prinses schijnt zich, zooals
ook reeds Zondagavond by de aan
komst van het prinselijk paar is geble
ken, in Engeland in een groote popu-
la? riteit en by het Londensche publiek
in groote sympathie te mogen verheu
gen en, waar vele hier de prinses
reeds by verschillende gelegenheden
hebben gezien, trachten vele nieuws
gierigen een glimp van prins Bernhard
op te vangen.
By de vorstelijke personen, die zich om
streeks dezen tijd naar de Abby begeven,
bevinden zich voorts de kroonprins en
kroonprinses van Denemarken en het
kroonprinselijk paar van Noorwegen en
van Zweden, prins Karei van België, prins
en prinses Tsjitsjibu van Japan, kroonprins
Michael van Roemenië, prins Paul en echt-
genoote van Joego-Slavië, de prins gemaal
van Luxumburg, prins Abdoel Moneim
van Egypte, de meesten gekleed in schit
terende unifprmen, evenals prins Sjoeia
Sjarkrabongs van Siam, de schilderachtige
uitgedoschte Emir Saoed Wali Khan van
Afghanistan, de Arabische vorsten Emir
Saoed van Saoedie, Emir Illah van Irak en
prins Seif Al Islam Hoessain, zoon van ko
ning Hoessein van Yemen.
De heerscher over het Britsche rijk.
Nauwelijks zijn de auto's van deze hoog
waardigheidsbekleders gepasseerd of uit
Buc 'ngham Palace vertrekt een stoet, die
niet alleen het publiek een meer opzienba
rend schouwspel biedt, maar die tevens In
zijn betrekkelyken eenvoud, vergeleken bij
de praal, die nog komen zou, een symboli
sche weerspiegeling is van de wereldom
vattende macht van het Britsche rijk, het
is de stoet van eerste ministers der Domi
nions, vertegenwoordigers van Indië en
Burma en koloniale bestuurders, die te
ruim kwart over 9 Buckingham Palace ver
laat.
Zij worden allen luide toegejuicht door
het publiek, dat voor de escorteerende
troepen vaak een applaus overheeft en dat
na de vele uren van niets doen en stilzit
ten wil juichen en ongeduldig wacht op de
koniklijke familie.
De koninklijke familie.
Het geduld van degenen, die zich langs de
Mali en Whitehall bevinden, wordt niet te
lang op de proef gesteld, want kort voor
tien uur verlaten de naaste familieleden
van het koningspaar Buckingham Palace.
Voorafgegaan door een escorte van officie
ren, wordt deze stoet geopend door een
glazen statiekaros, waarin de beide doch
ters van den koniOg gezeten zijn, de jeug
dige prinses Elizabeth en haar jonger zus
je Margaret, met haar tante, de prinses
Royal Mary en het zoontje van deze, Lord
Lascelles.
In de volgende glazen karos hebben de
hertoginnen van Gloucester en van Kent
plaats genomen met haar neefje Gerald
Lascelles.
Het derde rijtuig is een statie landauer,
waarin gezeten zijn de prins en prinses
van Connaught en de gravin van Athlone.
Uitbundige huldebetuigingen vallen ook
ten deel aan koningin Mary, toen deze,
voorafgegaan en gevolgd door een escorte
van bereden kapiteins, te kwart over IC
•van Marlborough House in gezelschap van
haar schoonzuster, koningin Maud van
Noorwegen, met een glazen statiekaros
naar de Westminster Abby rijdt.
De koninklijke stoet
Het publiek is langzamerhand in öc
stemming gekomen en wacht met spanning
op het groote moment, dat de koning en de
koningin zullen naderen, en dat thans nies
ver meer af kan zijn, want te ruim hall
elf heeft de kop van den koninklijken stoet
het plein voor Buckingham Palace verla
ten. Militaire muziek kondigt reeds uit de
verte de nadering van de troepen, die den
stoet openen, aan.
Dan volgen in een bonte mengeilng van
kleuren en in een schittering van de prach
tigste uniformen, fonkelend van scharla-
ke, goud en zilver, de ordonnansofficieren
en adjudanten des konings. officieren van
het territoriale, koloniale, dominiale en In
dische leger, de opperbevelhebbers van de
ze legers, de veldmaarschalken Sir Philip
Chetwode en Sir Claude Jacob, de opperof-
ficieren van den generalen staf, van Army
en Air Council, en de hoogste vlag-officie-
ren der marine, de leden van de admirali
teit en de chefs van den marinestaf.
En eindelijk, omringd door hooge of
ficieren in blinkende uniformen, de
gouden koets met koning George en
konig Elizabeth. Het is een schouw
spel van byna onwezenlijke, middel-
eeuwsche praal. Acht prachtige, twee
aan twee aangespannen schimmels,
trekken de groote zware gouden koets.
Koningin Mary
Prinses Margaret Rose Prinses Elisabeth
De beide dochters van het koningspaar, rechts de troonopvolgster».
Hofdignitarissen en herauten, die de
Door de groote glasruiten ziet men den
koning en de koningin, die onder daveren
de vreugdekreten en toejuichingen huw
tocht naar de Abby maken.
Een officier te paard draagt den ko
ninklijken standaard achter den gouden
koets aan. Te paard volgen ook de beide
broers des konings, de hertog van Kent in
den uniform van kapitein, de hertog van
Gloucester in den uniform van generaal
majoor, en hun zwager, de Earls of Hare-
wood.
Het is een schouwspel, dat men niet licht
vergeet. De glanzende pracht der unifor
men wordt omlijst door het rood en goud
van vlaggen en draperièën, waarmee de
tribunes getooid zijn langs de fraaie, bree-
de Avenue van de Mali, met op den acn-
tergrond de eveneens prachtig versierde,
monumentale Admirality Arch, waar ae
stoet onderdoor rijdt, rechtsaf buigend over
Trafalgar Square, dat zwart van de men
schen ziet en waar de gelukkigsten een
plaatsje hebben veroverd aan den voet
van het Nelson-monument, naar Whitehall,
dat met zijn imposante regeeringsgebouwen
en fraaie versieringen eveneens een pas
sende omlijsting biedt aan de bonte Weu-
renmengeling van den schitterenden stoet.
Is de Engelschman koud en flegmatiek?
men zou het niet zeggen als men hoort, hoe
overal waar de gouden koets langs rijdt de
daverende toejuichingen zich voortplanten,
hoe men zich de kelen heesch schreeuwt en
hoe uitbundig de menigte zwaait met de
tallooze vlaggetjes, waarvan men zich
heeft voorzien.
In Westminster Abbey.
In de Westminster Abbey bevinden zich
reeds sedert uren de hooggeplaatste perso
nages, wier rang of positie hun aanspraak
konden doen maken op het voorrecht, aan
wezig te mogen zijn by de plechtigheid, die
zich hier aanstonds zal voltrekken.
Te ongeveer 11 uur zijn de koning
en de koningin, blijkens het gejuich,
dat men in de statige kathedraal, waar
men een keur van prachtige toiletten
en de schitterendste, meeste fantasti
sche uniformen ziet, vaag heeft kunnen
hooren, aangekomen by den westelijken
ingang, waar zij zijn ontvangen door
den Earl-marshal, den hertog van Nor
folk.
De deken van Westminster en de dom-
heeren hebben zich van het altaar naar de
westelijke deur begeven en er hangt merk
bare spanning in de groote ruimte, waar
iedereen de komst van het koningspaar ver
wacht.
In het midden van het schip, tegenover
het altaar, bevindt zich een verhooging,
waarop twee gouden troonzetels staan, en
daarvoor de eeuwenoude, zware eiken
houten stoel van King Edward, waarin
overeenkomstig de traditie reeds 600 jaar
lang alle Engelsche koningen worden ge
kroond. Tusschen deze verhooging en het
altaar staan links tegen den wand twee
andere troonzetels, waarop het koninklijk
paar voor de kroning plaats zal nemen.
Dicht bij de verhooging .vooraan in den
zuidelijken zijbeuk, staan drie troonzetels.
In de middelste heeft koninging Mary plaats
genomen, en ter weerszijde van haar zitten
de prinsesjes Elizabeth en Margaret.
Zacht preludeert het orgel, als plotseling
bazuingeschal weerklinkt, dat luide door de
hooge ruimte schalt. Allen verheffen zich
van hun plaatsen en door de westelijke zij
deur, die wijd wordt opengeworpen, komt de
koninklijke stoet binnen. Vooraan schrijden
koorknapen in witte gewaden. Eén hunner
draagt een gouden kruis, en daarachter
volgt de geestelijkheid, eerst de lagere, dan
de hoogere geestelijken, in witte- of licht
paarse gewaden, waarover de bisschoppen
goud-geborduurde mantels dragen. Een
groot gouden kruis wordt uitgedragen voor
den aartsbisschop van Canterbury. Op e
geestelijkheid volgen de peers, die over hun
prachtige uniformen scharlakenfoode, meest
met hermelijn afgezette fluweelen mantels
dragen.
regalia van de koningin dragen, een
ivoren staf met de symbolische duif,
een scepter 'en de koninginnekroon,
gaan de koningin vooraf, die zichtbaar
onder den indruk, maar desondanks
statig binnenschrijdt. Zij is gekleed in
een crèmekleurige zijden japon, die
echter bijna geheel schuilgaat onder
den zwaren, goud-geborduurden purpe
ren mantel, die met hermelijn is af
gezet en een sleep heeft, welke meer
dan vier el lang is, zoodat zy gedragen
moet worden door acht dames, die zelf
eveneens in roode mantels van schar
laken kleur zijn gehuld. Achter haar
schrijdt de lady-in-waiting, wier mantel
eveneens een lange sleep heeft, welke
echter door niemand wordt opgehouden.
Twee bisschoppen in wit en goud ge
waad begeleiden de koningin. Vooraf
gegaan door den deken van Westminster
schrijden de peers en herauten, die de
regalia van den koning dragen, de
zwaarden, de scepters, den rijksappel
en St. Edwards kroon. Op goudover-
dekte kussens draagt men daarachter
den avondmaalsbeker, den hostieschotel
en den bijbel.
Dan volgt de koning, eveneens ge
huld in een zwaren, purperen mantel.
Terwijl machtig en schoon de door het
koor gezongen woorden van psalm 122
door de ruimte klinken: „I was glad
when they said unto me: we will go in
to the house of the lord", schrijdt de
stoet naar het midden der kerk, die een
schitterende mengeling is van kleuren,
wit en goud, zilver en purper, schar
laken en blauw.
Evenals alle anderen maken de koning
en de koningin als zij de aan de zuidzijde
van het altaar opgestelde kroonzetels nade
ren, een eerbiedige buiging in de richting
van het altaar en knielen dan op de bid
bankjes voor hen neer en zijn. gedurende
eenige oogenblikken in gebed verzonken.
Koor en orgel zwijgen, en het is doodstil
geworden in de Westminster Abbey, als de
aartsbisschop van Canterbury, gevolgd door
de vier voornaamste hoogwaardigheids-
bekleeders, n.1. den lord kanselier, den lord
Great Chamberlain, den lord High Con-
stable en den earl Marshal, zich naar den
oostkant van de verhooging in het midden
van de kerk begeeft. Met gedragen stem
roept hy in statig archaistisch Engelsch uit:
„Sirs, I here present unto you king George,
your undoubted king: wherefore all you
who are come this day to do your homage
and service, are you willing to do the
same?"
Op deze vraag, of allen, die gekozen zijn,
om den koning hulde te brengen, hem er
kennen als hun rechtmatigen koning,
schalt uit honderden kelen als bevestigend
antwoord een daverend: „God save the
king". Opnieuw schallen bazuinen, en de
aartsbisschop begeeft zich achtereenvolgens
naar de drie andere zijden van de verhoo
ging, om naar de vier hoeken der Abbey
dezelfde vraag te herhalen, waarop hij
hetzelfde antwoord krijgt. De „recognition"
is hiermee afgeloopen. De aanwezigen heb
ben George VI als hun rechtmatigen koning
erkend en thans kan de eigenlijke kronings
plechtigheid een aanvang nemen.
De aartsbisschop begeeft zich opnieuw
naar den zetel des konings, die thans, met
den bijbel in de hand, den eed aflegt.
Plechtig klinken de vragen van den
aartsbisschop, of de koning bereid is, naar
recht en rechtvaardigheid en met genade
te regeeren over Groot-Britannië en Ierland,