Buitenbijts
8
DIENST
VROUWEN-VREDESGANG.
feuilleton
ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 19 MEI 1937
Binnenland
Indrukwekkende plechtigheid
te Utrecht
Bruikbaar tot het laatst
Ceta-Bever
Bondsvergadering
Kon. Ned. Middenstand.
liet prinselijk paar te
Londen terug.
13)
-
Een groote schare van vrouwen is giste
ren naar Utrecht gekomen om getuigenis
af te leggen van haar ernstige gezindheid
voor den vrede en om anderen op te wek
ken zich over het vraagstuk van oorlog en
vrede te bezinnen. In twee stoeten, tezamen
ruim 10.000 vrouwen tellend, trokken zij in
diepe stilte door de stad, met zich voerend
een groot aantal spandoeken met het
woord „Vrede" en allen getooid met witte
bloemen of witte strikjes. Tal van extra-
treinen kwamen met deelneemsters aan het
Maliebaanstation aan.
Om half drie werd in de Maliebaan een
„Vredesduif* los gelaten, waarna twee
minuten stilte in acht genomen werd.
In den stoet liepen deputaties van ver
schillende vereenigingen mee, evenals de
putaties uit het buitenland. Onderweg werd
de optocht door drie deputaties verlaten.
Eén begaf zich naar het stadhuis om het
gemeentebestuur dank te zeggen voor de
ontvangst. De andere gingen resp. naar de
Nederlandsche regeering en naar het
Vredespaleis. De beide laatsten boden aan
de betrokken instanties een adres aan, waar
in de Nederlandsche vrouwen uitspreken te
blijven vertrouwen op de overwinning van
recht en menschelykheid en waarin zij ver
zoeken nog krachtiger te willen streven
naar een oplossing der geschillen tusschen
de volkeren door internationale samen
werking op grondslag van een krachtiger
werkenden Volkenbond.
Omstreeks vier uur werd in het jaar
beursgebouw een slotbijeenkomst gehouden,
waar mevr. E. J. MioleeRiem Vis uit Haar
lem dank bracht aan de vele Nederland
sche vrouwen, alsmede ook aan de buiten-
landsche vertegenwoordigers voor hun aan
wezigheid, terwijl zij verklaarde, dat de
wensch der vrouwen uitgaat naar: eerbied
voor het leven.
Mevr. Dogi BouwmeesterRugani uit
Amsterdam verklaarde, dat de vrouwen de
nederige voorbcreidsters van den algeheelen
wereldvrede willen zijn. Voorts werd nog
het woord gevoerd door mevr. Marianne
Philips uit Bussum en mevr. RosVrijman
uit Den Haag.
Mevr. C. van 't LamTeepe uit Overveen
sprak een slotwoord, waarin zij de vrouwen
opriep vredes-propagandiste te blijven in
woord en daad, opdat bet volgend jaar bij
den 5den vrouwen-vredesgang het aantal
betoogsters verdubbeld zij.
Buitenlandsche vertegenwoordigsters uit
België, Frankrijk, Zwitserland en Engeland
hebben de deelneemsters ook nog toege
sproken.
Deputatie bij den minister.
Men meldt ons uit Den Haag:
Een deputatie namens het centraal-comité
voor den Vrouwen-vredesgang, welke gis
teren te Utrecht is gehouden, heeft gister
namiddag te half vijf ten departemente van
Buitenlandsche Zaken een adres aan minis
ter de Graeff aangeboden.
De leidster van deze uit zes vrouwen be
staande deputatie, mej. E. H. Piepers uit
Bilthoven, heeft daarbij een kort woord
tot den minister gesproken.
Het is zoe zeide zij heden voor de
vierde maal, dat de vrouwen van Nederland
zich in grooten getale vereenigd hebben in
haar vredesgang om stille getuigenis af te
leggen van haar ernstigen wil tot vrede.
Wij weten maar al te goed, dat onze
vredesgang zelf den vrede niet nader
brengt, maar door deze demonstratie, welke
in verschillende landen navolging heeft
gevonden, hopen wij ook bij anderen den
ernstigen wil op te wekken om den vrede
te bevorderen en den oorlog uit te bannen.
Eerst als allen zonder onderscu-:J van ge
loof of politieke overtuiging -• taak
voor oogen stellen, zal lv zijn
strijd, welke door wapen wor
den beslist, op vreedzame op te
lossen.
De ontwapeningsconferentie te Genève is
uitgesteld tot eind dezer maand. We richten
aldus spreekster tot onze regeering het
eerbiedig, doch dringend verzoek, de Neder
landsche afgevaardigden de opdracht mede
te geven, met klem aan te dringen op ver
mindering en beperking van bewapening
door internationale overeenstemming, en op
het tegengaan van het maken van winst
door de wapenindustrie. Nog altijd hopen
en vertrouwen we, dat de Volkenbond eens
het machtige lichaam zal worden, waartoe
alle volken zich wenden bij voorkomende
geschillen en by welks uitspraak men ge
dwongen is zich neer te leggen. Ook hopen
we dat onze regeering met volle kracht zal
willen medewerken aan een reorganisatie
van den bond, waarbij deze sterker wordt
door een meer doeltreffende organisatie
voor collectieve veiligheid en wederkeerigen
bijstand.
Spreekster eindigde met de hoop, dat de
minister deze wenschen van de vrouwen en
moeders van Nederland zal willen over
brengen aan onze regeering.
Minister de Graeff heeft daarop met eeni-
ge vriendelijke woorden het adres in ont
vangst genomen.
Een andere deputatie.
Op hetzelfde tijdstip arriveerde een depu
tatie, onder leiding van mej. Selma Meijer
en eveneens bestaande uit zes vrouwen, bij
het Vredespaleis, waar aan den voet van het
beeld „De Christus van den Andes" bloe
men werden neergelegd.
De deputatie zou hierna ontvangen wor
den door den president van het Permanente
Hof van Justitie, den heer Guerrero.
De zitting van het hof ter behandeling
van de Nederlandsch-Belgische procedure
was echter reeds begonnen. De deputatie
heeft deze zitting vervolgens bijgewoond
om na afloop door den president te worden
ontvangen.
Mej. Selma Meyer hield in het Engelsch
een korte toespraak, waarin zy o.m. op
merkte, dat juist in het licht van dezen tijd
een afvaardiging als deze van zoo groote
beteekenis is, omdat het wereldgerechtshof
als rechtsprekend lichaam van den Volken
bond toch één der organen is, welke zijn ge
sticht om de geschillen tusschen de volkeren
te beslechten. Niet door ruw en oneindig
veel leed brengend wapengeweld, maar door
rechtspraak, gegrondvest op recht en ge
rechtigheid.
Wy leggen er den nadruk op aldus
sprak zy dat millioenen vrouwen haar
ideaal zien in een waarachtigen bond der
volkeren.
Uit naam van de Nederlandsche moeders
en vrouwen, deed mej. Selma Meyer een
beroep op hen, die den Volkenbond bestu-
Ceta-Bever „Buitenbijts" is voordeelig in het
gebruik. Smeert geweldig uit! Ze dekt met
één maal! Prachtig groen, geel, oranje, rood,
wit, blauw of bruin. Vernietigt schimmels
en 'bacteriën. Frissche, pittige geur! Vraag
„Buitenbijts" van Ceta-Bever!
K.G. BUS 55 CT. -1 K.G. BUS 90 CT.
Voor landhuism, prüulen, schuren, schuttingen,
hokken en hekken.
ren, om, tezamen met het hof, door wijs
beleid oorlog te voorkomen, den mensch
weer eerbied voor het leven te geven en de
jeugd een betere toekomst te schenken in
een wereld van vrede.
De president beantwoordde de rede van
mej. Selma Meyer met enkele sympathieke
woorden, waarmede ook deze plechtigheid
was afgeloopen.
Jaarlijksche algem. vergadering.
Hedenmiddag is in „Krasnapolsky" te
A'dam de jaarlijksche algem. bondsverg.
van den Koninklijken Nederlandschen
Middenstandsbond begonnen. De verschil
lende afdeelingen en vakorganisaties van
den bond waren door een 200-tal afgevaar
digden vertegenwoordigd. De vergadering
stond onder leiding van den bondsvoorzit
ter, den heer Ed. G. Schürmann, die de
vergadering opende met een rede, waarin
hy er in de eerste plaats op wees, dat de
woorden door den minister-president op
het vorige congres te Delft gesproken, ten
deele bewaarheid zijn geworden.
Want na de opleving in de eerste dagen na
het verlaten van den gouden standaard, is
in de middenstandszaken weder een perio
de van inzinking gevolgd, welke slechts
langzaam zal verdwijnen, aangezien zij af
hankelijk is van den algemeenen economi-
schen toestand van ons land.
Is er in de wereld werkelijk zooveel
verbeterd, behalve in de oorlogsin
dustrie en in de scheepvaart, welke de
grondstoffen voor die industrie moet
vervoeren?
Is de algemeene politieke toestand in de
wereld zoo zeer veranderd, dat wij in ons
land de toekomst minder zorgelijk kunnen
tegemoetzien?
Wij hopen het en die hoop geeft ons de
kracht om verder te gaan op den weg,
waarop reeds zoovelen zijn gestruikeld en
bezweken.
De middenstand is in de zeven crisisja
ren zwaar getroffen, vele eenmaal goed
rendeerende zaken zyn verdwenen en van
de overgeblevenen leiden vele een kwij
nend bestaan.
Toch is er geen reden tot wanhopen, om
dat de middenstand een nuttige economi
sche taak heeft te vervullen en in een goed
geordende maatschappij onmisbaar is.
Maar om zich door holle leuzen en theo
rieën niet met geweld van zyn plaats te
doen dringen, moet de middenstand zich
met volle kracht doen gelden tegenover
hen, die zijn plaats willen innemen, zelfs
al weten zij dat dit tegen het algemeen be
lang zou zijn. In de naaste toekomst zal
veel moeten verdwijnen wat op wetgevend
en fiscaal gebied als noodmaatregel werd
in het leven geroepen en dat op den duur
het bedrijfsleven zou verstikken.
De middenstander moet zich weder vrij
kunnen bewegen en in zijn bedrijf niet aan
alle kanten gebonden zyn door dwangwet-
ten, tengevolge waarvan hij uiteindelijk met
verlies of zonder winst moet werken, aan
gezien de bedrijven de zware lasten op den
duur niet kunnen opbrengen.
Maar individueel staat de middenstander
machteloos. Wil de middenstand iets berei
ken, dan is dit slechts mogelijk op één ma
nier, door organisatie.
Zonder de krachtige actie, welke onze
bond door middel van het uitstekend ge
outilleerde bureau heeft gevoerd, zou er
van den middenstand misschien nog min
der zijn overgebleven en zou veel van hel
moeizaam gewonnen terrein zijn verloren
gegaan.
Onze bond geeft voorlichting op bijna
elk gebied, waarop dit voor den midden
stander nuttig kan zijn en staat steeds
paraat om voor ieders belangen op te ko
men.
De aangesloten organisaties hebben daar
op recht.
Na deze rede werden de notulen van de
vorige vergadering goedgekeurd, waarna
de bondssecretaris, de heer L. de Groot, een
overzicht gaf van de werkzaamheden van
den bond gedurende de eerste vier maan
den van dit jaar.
Donderdag 20 Mei.
HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr.
AVRO). 8.— Gr.pl. 10.— Morgen
wijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Het Om
roeporkest en solist. In de pauze
gr.pl. 12.30 Kovacs Lajos' orkest
en gr.pl. 2.De Groninger Or
kestver. 4.Orgelspel. 4.30 Muzi
kale causerie (met gr.pl.) 5.30 Het
Avro-Aeolian-orkest, 6.30 Sportpr.
7.Het Avro-dansorkest. 7.30
Causerie over de a.s. verkiezingen.
8.— ANP-ber., mededeelingen.
8.10 Gr.pl. 8.30 Concertgebouw
orkest. 9.30 Radiotooneel. 10.15
Kovacs Lajos' orkest en orgelspel.
11.ANP-ber., Hierna het Avro-
dansorkest. 11.3012.Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en
11<2.KRO, de NCRV van 10.—
11.en 2.12.uur). 8.9.15 en
10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst.
10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur.
12.Ber. 12.15 KRO-orkest en
gr.pl. 2.Handwerkcursus. 2.55
Gr.pl. 3.Vrouwenhalfuur. 3.30
Gr.pl. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Han
denarbeid v. d. jeugd. 5 15 Viool en
piano. 6.15 Gr.pl. 6.45 Lezing:
Bij bei-Kiosk-Arbeid te Amsterdam.
7.Ber. 7.15 Journalistiek week
overzicht. 7.45 Rep. 8.ANP-ber.,
herh. SOS-ber. 8.15 Zangavond v.
d. Bond van Christ. Zang- en Ora-
toriumvereenigingen in Nederland.
9.De verhouding tusschen pre
dikant en geneesheer, causerie. 9.30
Verv. concert. 10.10 Ber. 10.15 Cau
serie over het a.s. Londensche Ste
nografie-Congres. 10.3012.Gr.
pl. Hierna Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 10.05 At
home to-day, causerie. 11.25 Dans
muziek (gr.pl.) 11.05 BBC-Welsch
orkest mmv. solist. 12.05 Solisten
concert. 12.35 Het Tom Jones Oc
tet. 1.20 Het Philh. Strijkkwartet
mmv. soliste. 2.10 Rep. 2.45 Orkest
van de Royal Air Force. 3.35
Variété. 4.10 Vervolg van 2.10. 4.20
BBC-Dansorkest. 4.55 Verv. van
2.10. 5.05 BBC-dansorkest. 5.20
Ber. 5.40 Act. causerie. 6.Het
BBC-Northern orkest. 6.40 Con-
versation in the train, causerie.
7.Variété-progr. 8.Taalkun
dige causerie. 8.20 Ber. 8.40 BBC-
Midland-orkest mmv. solist. 9.20
Korte kerkdienst. 9.40 BBC-orkest,
BBC-koor en solisten. 10.4511.20
Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 6.10 en 7.20
Gr.pl. 1135 Omroeporkest en zang.
I.20 Gr.pl. 3.50 Zang. 4.05 Gr.pl.
7.05 Chansons. 7.35 Zang. 7.50
Moyse-Trio en zang. 9.05 Omroep
orkest, kerkkoor en solisten. 9.50
Gr.pl.
KEULEN, 456 M. 5.50 Plietzsch-
Marko's orkest. 7.50 Oberlandler-
orkest. 9.20 Volksliederenconcert,
II.20 Fabrieksorkest. 12.35 Omroep-
schrammel-ensemble. 1.35 Gev.
concert. 3.20 Omroep-Amusements-
orkest 5.20 Orkestconcert. 6.20
Omroepkleinorkest. 8.05 Annelise,
opera. 9.5011.20 Landesorkest
Gouw Baden.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
11.20 Gr.pl. 11.50 Kleinorkest. 12.30
Salonorkest. 12.50—1.20 Gr.pl. 4.20
Omroeporkest en grpl. 5.50, 6.20 en
7.20 Gr.pl. 8.20 Nat. orkest. 9.30
10.20 Gr.pl. 484 M.: 11.20 Gr.pL
11.50 Salonorkest. 12.30 Klein
orkest. 12.501.20 Gr.pl. 4.20 Sa
lonorkest. 5.35 Omroeporkest. 6.35
Gr.pl. 7.20 Pinson d'amour, ope
rette. Ca. 9.45—10.20 Gr.pL
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Het Omroeporkest, Kamerkoor
en solisten. 9.20 Ber. 9.50 Piano
voordracht. 10.05 Weerber. 10.20—
11.20 Dansmuziek (gr.pl.)
GEMEENTELIJKE RADIO- j
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.50, Diver
sen 9.5010.25, Droitwich 10.25
11.05, Parijs R. 11.05—12.20, Brus
sel VL 12.20—13.20, Lon. Reg. 13.20
15.50, Keulen 15.5016.20, D.Ben-
der 16.20—17.20, Lond. Reg. 17.20—
16.20, Keulen 18.20—19.05 Droit
wich 19.0520.Berlijn 20.20.40
Beromünster 20.40—21.05, Parijs R.
21.05—21.50, Berlijn 21.50—22.50,
Boedapest 22.5024.
Lijn 4: Brussel VL 6.8.20, Ham
burg 8.209.35, Lond. Reg. 9.35
12.35, Droitwich 12.35—17.20, Keu
len 17.20—17.35, Brussel Fr. 17.35
—18.20, Brussel VL 18.20—18.50,
Lond. Reg. 18.5020.20, Droitwich
20.20-21.45, Lond. Reg. 21.45—
22.55, Droitwich 22.5023.20, Radio
Danmark 23.2024.—
Lijn 5: Diversen.
Hartelijke bewijzen van mede
leven met het Oranjehuis.
Gisteren zijn H. K. H. prinses Juliana en
Z. K. H. prins Bernhard te Londen, terug
gekeerd om daar wederom aan diverse
feestelijkheden ter gelegenheid van de
kroning van het Britsche koningspaar
deel te nemen. Zij hadden de Pinkster
dagen te Norfolk doorgebracht ten huize
van sir John Maffey en waren daar tij
dens hun verblijf in gezelschap van lord
Banbury, Squadron Leader R. Atcherley,
flight-lieutenant Murray Payn, William
Aitkin Esq. neef van lord Beaverbrook
miss Constanzia Maserovitch, dochter
van den Hongaarschen gezant, freule M.
J. baronesse van Heemstra, hofdame van
de prinses, en de gastvrouwe Penelope
Jane Maffey.
Zondag woonden zooals gemeld de
prinses en de prins den kerkdienst bij in
het schilderachtige Sandringham, van
oudsher een der landgoederen der Engel-
sche koningsfamilie. Na den dienst werd
in gezelschap van koningin Maud van
Noorwegen een zuster van wijlen
koning George V den tuin van haar
buitenverblijf te Sandringham bezichtigd.
Prinses Juliana en prins Bernhard zijn
thans de gasten van jhr. mr. R. de Marees
van Swinderen, Nederlandsch gezant te
Londen. Te hunner eere werd gistermid
dag in het Nederlandsch gezantschap een
receptie gehoudens waar honderden leden
van de Nederlandsche kolonie te Londen
voorbij het prinselijk paar defileerden. De
prinses, gekleed in een charmant namid
dag-toilet van diep rose zijde, nam met
innemende vriendelijkheid de bewijzen
van eerbied in ontvangst
Gisteravond hebben de prinses en de
prins het diner ten huize van lord London-
derry bijgewoond om daarna den dag te
besluiten met een bal, dat door lady
Sutherland wordt gegeven.
Vandaag zal het prinselijk paar mede
aanzitten aan een diner ten huize van den
Nederlandschen gezant, welk diner door
een receptie zal worden gevolgd, waarop
verscheidene leden der Engelsche Society
aan het prinselijk paar zullen worden
voorgesteld.
Het prinselijk paar zal Donderdag de
vlootrevue te Spithead bijwonen. Zaterdag
zal per Hr. Ms. ,Java", via Harwich, de
terugreis naar het vaderland worden on
dernomen, waarmede een week van druk
ke bezigheden wordt afgesloten, een week,
welke de prinses en den prins vele bewij
zen heeft gebracht van erkentelijkheid en
genegenheid, die men in Nederlandsche en
Engelsche kringen te Londen koestert.
PISIORISCHE AVONTURENROMAN.
Door G. P. BAKKER
HOOFDSTUK X.
Edzke droomde en in zijn vreemden, ver
warden, onsamenhangenden droom, vol
van de meest dwaze voorstellingen, waar
van de symbolen hem niets zeiden, maar
waarvan hy het geheel later zou begrijpen
voelde hij twee donkere oogen, die hem
aanstaarden met een valschenmoorddadi-
gen blik. Zoo sterk was de indruk, dat hij
zich omwierp en half ontwaakte.
Toen hoorde hij een luiden gil, opende
de oogen en zag een dolk vlak boven zijn
borst. De pols werd stevig vast gehouden
door slanke vrouwenvingers.
Hij stiet den arm weg en sprong op.
„Stephan, boef", hoorde hy. „Wil jij den
man vermoorden, die mijn leven heeft ge
red? Dat is iets voor jou, lafaard, gemeen»
lafaard. Jij, die zegt, dat je van me houd»
dat je zonder mij niet kunt leven. Je speelt
op je viool zachte, sme.tende melodieën.
Je zingt zwoele versjes op mijn mooie
oogen, myn rooden mond, mijn slanke ge
stalte, ja op wat niet al. Bah, ik walg van
je zoet gekir. Weet je, wat je bent, een
oud wijf. Je volgde my toen ik naar de
stad ging, overal sloop je me na, maar
toen de drie schooiers me aanvielen, was
je verdwenen. De minnaar koos het hazen
pad", vervolgde ze met smadelijken lach.
„En nu wil jy laaghartig den map ver
moorden, die mij gered heeft, den man, dte
mij er voor bewaard heeft, dat mijn leven
nog slechts een brok verdriet en* ellende
zou zijn, lafhartige moordenaar".
De luitenant was met één sprong uit de
kar en luisterde vol belangstelling naar de
woorden. Hy was nu volkomen wakker en
wachtte de gebeurtenissen kalm af.
„Als je een kerel bent, pak hem dan nu
aan, maar dat durf je niet, haas".
Edzke trad nu naar voren. Zyn pistool
in de hand.
„Vriend!" sprak hij rustig tegen den
zigeuner. „Je hebt blijkbaar iets tegen mij",
en zijn stem klonk tergend langzaam. „II:
kan het mij eenigszins begrijpen. Ik ben
je maat, met of zonder wapens". Hij stak
zijn pistool weer in den zak. „Weg met dien
dolk", maar de zigeuner viel onverwachts,
den dolk in de vuist, op hem aan.
„Niet, ook goed", en met de linkerhand
den arm van den zigeuner afwerend, gaf
hij hem met den buitenkant van de rech
ter bliksemsnel zoo'n harden slag tegen de
kaak, dat de man achterover sloeg en
de tanden hem uit den mond vlogen. Hij
gilde als een bezetene.
Een honderdtal zigeuners, mannen, vrou
wen en kinderen, kwamen aansnellen. Het
meisje duwe Edzke achteruit. Ze stond
voor hem bij den gevallen zigeuner en zei:
„Mooi, je verdiende loon".
De toeschouwers schreeuwden luid in een
taal, waar Edzke geen woord van verstond
en het meisje sprak heftig tegen de menig
te.
Een oude zigeuner, fraai uitgedost in
zwart fluweelen kniebroek, loshangend rood
wambuis met gouden borduursel, trad naar
voren.
„Mariska, mijn dochter", sprak hij op
kalmen toon. „Wat is hier gebeurd? Ste
phan, je neef, ligt op den grond te schreeu
wen als een mager varken. Drie tanden
liggen naast hem. Ik weet, dat je het hef
tige bloed van je moeder geërfd hebt. Mij
heeft ze ook wel eens een flinken kaakslag
gegeven, maar zoo erg heeft ze het toch
nooit gemaakt en je bent nog niet eens
met hem getrouwd".
„En wie is die vreemdeling daar?" ver
volgde hij, terwijl hy naar Edzke wees, die
onverschillig, de handen in de oroekzak-
ken, het schilderachtig tooneel aanschouw
de, 'terwy'1 de steeds groeiende menigte met
de grootste belangstelling luisterde.
„Wie is die vreemdeling, die je in het
kamp hebt gelokt? Hij ziet er niet uit, als
of je honderd gouden dukaten bij hem zou
aantreffen. Integendeel, hij schijnt geko
men met leege mars".
Een paar malen had de dochter getracht
haar vader in de rede te vallen, maar de
zigeuner liet zich niet storen. Eindelijk
schreeuwde ze: „Stil toch. Laat mij eerst
alles uitleggen. Ik kan begrijpen, dat moe
der je soms onderhanden nam. Je doet niets
liever dan lange redevoeringen houden,
terwijl je onderdanen vol bewondering
naar de woorden van hun raja luisteren".
„Mariska", antwoordde de zigeuner waar
dig. „Denk er aan, dat je tegen je vader
spreekt en tegen" hier sloeg hij zich
fier op de borst „Jen koning".
De omstanders knikten en gaven op an
dere wijze blijken van hun instemming.
„Ja, goed vader", zei ze. „Jij bent de
koning en ik de prinses, maar hoor nu
eerst eens even naar wat er eigenlijk ge
beurd is.
Ik was gisteravond in de stad om naar
de muziek te luisteren. Er was een zanger,
die aardige liedjes zong. Er werd gedanst
en ofschoon ik telkens gevraagd werd voor
een dans, deed ik het niet, ofschoon
Stephan, die achter me aansloop, me niet
eens vroeg met hem te dansen. Blijkbaar
durfde hij zich niet te vertoonen om de
een of andere reden. Toen ik naar het kamp
terugging, werd ik aangevallen door drie
kerels. Ze sleepten me mee naar een onbe
woond huis. Ze bonden me, stopten me eeu
prop in den mond, roofden mijn geld, ruk
ten mij de ringen uit de ooren en wilden
beginnen mij te martelen om te weten te
komen waar jy, vader, het geld verborgen
had, dat je voor de paarden gekregen hebt
Toen kwam deze jonge man, doodde twe'e
der boeven en joeg den derde op de vlucht
Hij redde myn leven en uw geld. Mis
schien had ik door de vreeselijke marte
lingen toch alles gezegd wat ik wist, en
het waren broeders van Mérode".
Groote beweging ontstond er onder de
zigeuners. Ze kenden de broeders en wis
ten dat ze soms in groote benden optraden.
Dikwijls zelfs voerden ze strijd met solde
niers om ze van alles te berooven, nadat
ze gedood waren.
Mariska vervolgde: „Ik nam dezen dap
peren nam mee naar het kamp, het was
nacht en liet hem slapen in mijn wagen.
Toen we wakker werden, wilde Stephan.
de lafaard, die wegliep toen de kerels my
aanpakten, mijn vriend, want dat is ny
van my en ook van u, doodsteken. Do
vreemdeling gaf hem een slag als dank
voor den dolkstoot en daar ligt hij nu te
janken. Zoo is de zaak, vader". Zy trok
Edzke naar voren. „Bedank hem en bied
hem zigeunergaitvryheid aan".
De koning stapte op Edzke toe, bedankte
hem in mooie woorden en heette hem na
mens den geheelen stam hartelijk welkom
Hy sprak zoo goed, dat de menigte geroerd
luisterde onder de diepste stilte.
Tenslotte omarmde de koning den jongen
luitenant, terwijl handgeklap, hoerageroep,
tromgeroffel, stooten en streken op ver
schillende instrumenten daverden in de
morgenlucht. Stephan was inmiddels weg
geslopen.
Eindelijk hief de koning den arm op om
stilte te gebieden.
Hij was blijkbaar van plan opnieuw te
beginnen, maar zyn dochter zei oneer
biedig: „Vader, ik heb een honger als een
mager wolf. Laten we eerst gaan eten".
Maar de koning antwoordde: „Dadelijk
Eerst heb ik nog een kleine plechtigheid te
vervullen". Hy haalde uit zijn zak een
beurs, gevuld met goudstukken, te voor
schijn en sprak: „Vreemdeling, men zal
niet zeggen, dat koning Kovas de zestien
de, de rechtstreeksche afstammeling van
dien koning Kovas, die in den jare Onzes
Heeren 1417 tot hertog verheven is door
keizer Sigismund, een ondankbaar man is.
Neen, men zal zeggen: Kovas de zestiende
was een goed man.
Hier, mijn zoon, ontvang deze beurs als
bewijs mijner oneindige dankbaarheid en
groote erkentelijkheid".
De luitenant aarzelde of hij dit groote
geschenk zou aanvaarden. Toen zag hij
eensklaps tot zijn groote verbazing, dat het
zyn eigen beurs was. (Wordt vervolgd.)