Het Portret WIE HAD DE BESTE KEUS GEDAAN? Door Carly Vos. De twee broers, Jaap en Wouter liepen op de landweg, Jaap, de oudste, voorop. Wou ter, die achter hem liep droeg een bundel kleren over zijn schouder, alles wat de belde jongens bezaten, het was wel niet veel, maar op de duur werd de bundel toch wel zwaar. Zij hadden die dag een grote afstand afge legd en Wouter was zo vermoeid, dat hij grote moeite had zijn broer bij te houden. Jaap bekommerde zich niet veel om hem, hij dacht er zelfs niet aan om ook maar voor een kwartiertje de kleren eens van Wouter over te nemen, zo was hij gewend zijn jon gere broer als zijn knechtje te beschouwen. Deze durfde niet te klagen, omdat hij bang was voor de harde vuisten van Jaap. Het werd avond. Hier en daar verscheen er In de boerenwoningen, die zij passeerden, een lichtje. De weg lag vol plassen, want het had de geheele dag geregend en behalve dat de Jongens honger hadden, waren ook hun kleren doorweekt. Eindelijk sloeg Jaap een zijweg in en klopte aan de deur. Een oude boer deed open en vroeg wat de jongens vilden. Jaap nam het woord en vertelde, dat zij werk zochten, dat zij wezen waren en in het dorp, waar zij gewoond hadden, geen werk konden vinden. Daarna vroeg hij, of zij op de boerderij mochten slapen. De boer, die zelf geen kinderen had, liet de jongens binnen, sneed een hele stapel boterhammen, schonk voor ieder een kop dampende koffie in en keek met genoegen er naar, hoe de jongens zich alles lieten smaken. Daarna wees hij de jongens op de hooizolder een warm plekje aan, terwijl zij hun kleren bij het fornuis te drogen mochten hangen. Di» avond lag de boer lang wakker, hij dacht er over na, hoe prettig het zou zijn, als die twee sterke jongens bij hem zouden kunnen blijven, want hij was al wat oud voor het zware boerenwerk. Eindelijk viel hij in slaap, vast besloten de jongens te vragen, of zij bij hem wilden blijven. Toen de jongens nu de volgende morgen hun tocht dachten te vervolgen, riep de boer hen bij zich en vroeg, of zij geen zin hadden oij hem op de boeolerij in dienst te komen. Zonder zich te bedenken namen zij dit aan bod aan. Er brak nu een gelukkige tijd aan, /ooral voor de boer. Overdag werd hij door twee sterke jongens geholpen en 's avonds besprak hij met hen het werk voor de vol gende dag. Met Wouter kon hij het best overweg, hoewel hij voor beide jongens als een vader zorgde. Jaap, die zich gedroeg, alsof hij een zoon van de boer was, dacht nooit meer aan de tijd, dat hij door het land zwierf om werk te zoeken, hij deed, alsof hij hier altijd ge woond had en alsof later, als de boer er niet meer zou zijn, al het land hem zou toe behoren. Tegen Wouter was Jaap nog altijd even onvriendelijk, hij behandelde hem als zijn mindere en liet hem het zwaarste werk doen, terwijl hij aan de boer vertelde, dat Wouter lui was en eigenlijk helemaal niet deugde voor het werk op de boerderij. En Wouter? Die verdroeg alles. Maar de boer liet zich door de woorden van Jaap niet ver blinden, hij mocht Wouter graag en vond, Jat hij juist in hem een ware zoon gevonden ïad. Wouter had het al lang zien aankomen, ie boer werd zwak en tegen de winter werd lij bedlegerig. Wouter deed alles wat hij <on om het de boer naar de zin te maken m hield hem gezelschap, zo vaak het werk iet toeliet. De boer voelde, dat het gauw ifgelopen zou zijn en op een avond riep hij Je beide jongens bij zich. Hij bedankte hen 'oor de vriendschap en de hulp die zij hem lewezen hadden. Hij had een wens, om zijn bezittingen aan zijn jonge vrienden na te iaten. Maar de jongens waren verwonderd, ioen zij hoorden, op welk een zonderlinge wijze deze nalatenschap verdeeld was. De ■:en kreeg al het land en de boerderij en al- es wat daarbij behoorde, de ander het irachtige geschilderde portret van de boer. Wie zou de boerderij kiezen?, Wie het por tret] Maar Peter, dat mag toch niet De poedel van mijnheer Verkoren, Was pas gewassen en geschoren, Peter vond de hond heel mooi, In zijn nieuwe krullentooi. Daarom liep hij ook terstond, Naar de kennel van zijn hond, „Kom eens Hector", riep hij, „klaart Ik knip jou ook zoo mooi je haar." Het lange haar viel op den grond, Van die goede, beste hond, En binnen een heel korte tijd, Was Hector zijn haren kwijt. Alleen aan kop en hals en staart, Had Petertje nog iets bewaard. Ach, ach, wat zag die hond er uit, Hij moest geschoren, tot besluit, Er heerste een pijnlijke stilte in de kamer. Alleen het zware ademhalen van de ster vende was hoorbaar. De beide broers den ken ernstig na over dit vreemde voorstel. Jaap vindt de keuze niet moeilijk. Natuurlijk komt hem, als oudste de boerderij toe, zijn broer is nog veel te jong om zo'n bezitting te besturen. Toch durft hij zijn keuze nog niet kenbaar te maken voor de zieke. Hij is bang, dat Wouter ook het land en de boer derij zal kiezen. Er is nog geen woord ge sproken, de ademhaling wordt zwakker en zwakker. Wouter kijkt naar het vriendelijke gelaat van de zieke pleegvader, en kan wel huilen bij de gedachte, dat hij dit gezicht spoedig niet meer zal terugzien. En opeens wordt het hem duidelijk hoe het beeld van zijn weldoener hem boven alles lief is. Vol eerbied nadert hij de boer en ontroerd zegt hij, dat zijn keuze op het portret is gevallen. Hij wil er de boerderij graag voor afstaan. Dankbaar drukt de boer hem de hand, dankbaar voor zoveel liefde. Maanden zijn verlopen sinds Jaap eige naar van de grond werd. Wouter is bij hem in dienst en heeft een moeilijk leven. Van de vroege morgen tot de late avond moet hij zwoegen, nooit krijgt hij eens een hartelijk woord. .Eindelijk kan hij het leven bij Jaap niet meer verdragen en besluit te vertrek ken. Zo begint hij weer te zwerven, maar het portret draagt hij steeds bij zich. Hij is al tevreden als hij ergens een paar dagen kan helpen en daarvoor in ruil eten en een slaapplaats krijgt. Zo nadert de winter. Verkleumd van de koude vervolgt Wouter zijn weg; de wind snijdt in zijn gezicht. De arm, waaronder hij het portret draagt, doet pijn van moe heid. De geheele dag heeft hij overal tever geefs om werk gevraagd en eindelijk komt hij uitgeput in een dorp aan en zakt voor de deur van een groot huis in elkaar. Daar wordt hij gevonden en binnengedragen. Nadat hij bij de warmte weer wat op zijn verhaal is gekomen, vraagt men hem, waar hij vandaan komt en nu vertelt hij zijn hele levensgeschiedenis. De mensen kijken hem aan, alsof zij niet kunnen geloven, dat iemand voor een oud schilderij meer voelt dan voor een flinke boerderij. Hij ontwijkt echter de spottende blikken en wil weer ver trekken.. Maar als hij bij de deur is, krijgt de h*eer des huizes medelijden met Wouter en hij wil hem helpen. Maar hoe? Wacht, nauwkeurig bekijkt hij het schilderij. Er zit een prachtige lijst omheen, die zou hij wel kunnen gebruiken en hij stelt Wouter voor hem die te verkopen. Een ogenblik denkt Wouter na. Het aanbod lijkt hem wel. Want wat heeft hij aan de lijst, het gaat hem om het portret. Viug worden de spijkers uit het hout gehaald en het portret wordt te voor schijn gebracht. Maar wat is dat? Er vallen papieren op den grond. Wouter raapt ze op, en wat vreemd, het zijn bankbiljetten. Er is ook nog een briefje van de boer bij, waarin deze schrijft, dat hij met dit briefje naar de bank te A. kan gaan, waar de boer geld voor Wouter heeft gedeponeerd. Het lierbij gesloten geld was voor kleren en reis geld. Wouter gelooft zijn ogen niet. Op eens is hij rijk, hij kan nu zelf een boerderij copen en hoeft niet meer te zwerven. Zo beloonde de boer de liefde, waarmee Wouter hem gelukkig had gemaakt gedu rende de laatste jaren van zijn leven, EEN TREKZWALUW, Een zwaluwsoort, die in Brazilië thuis hoort, vliegt gedurende den zomertijd naar Groenland en Alaska, om daar muggen en andere insecten te vangen. HIJ VOND DE TERUGWEG. In Iowa (Amerika) heeft een hond de weg naar huis teruggevonden over een af stand van 750 K.M. Zijn baas had hem 10 dagen tevoren verkocht. De hond heeft dus om zijn oude baas terug te vinden, 75 K.M. per dag afgelegd. Kijk eens, de olifant van de maharadja. Wij gaan deze week eens schaduwen. Neen, geen vliegende vogeltjes en zo! Een schaduwbeeld gaan we maken, dat jullie zeker nog niet gezien hebt. Wat zeg je wel van een olifant met een huisje op zijn rug? Je kunt hem „maken" met behulp van een servet en een lucifersdoosje. Op het plaatje zie je verder hoe alles gebeurt. Tot groot plezier van de toeschouwers zwaait het dier met zijn slurf in de lucht en trompettert hongerigl Geef hem daarom maar een paar broodkruimeltjes, daar zal die kolos wel genoeg aan hebben. Snelschilderen Er zijn schilders die hun brood verdienen door bijvoorbeeld op tentoonstellingen te la ten zien, hoe snel zij kunnen tekenen en schilderen. In een ommezien hebben zij een tekening gemaakt of een schilderij vervaar digd. Nu willen wij eens proberen of wij ook niet in een paar minuten tijd een schilderij kunnen maken en dit kunstje dan eens ver tonen, als bijvoorbeeld een van de huisge noten jarig is. Jullie begrijpt, dat het een trucje is, daar om is het aardig ,als je bijvoorbeeld alleen moeder in het geheim betrekt, ik wed, dat zelfs vader zal denken: jonge, jonge, wat heb ik een knappe zoon... of dochter. Om de grap te doen gelukken moeten wij enkele voorbereidingen maken. Hoe beter wij dat doen, hoe geslaagder de grap wordt. Je hebt noodig een oud olieverfschilderij, groot of klein, dat doet er niet toe. Mis schien komt er met het schoonmaken van de zolder nog wel zo'n oud schilderij te voorschijn, dat een beetje beschadigd is, of niet mooi genoeg meer om op te hangen. Dat schilderij wordt uit de lijst genomen, maar je moet het doek wel op het houten raam laten zitten. Nu plak je heel voorzichtig en alleen aan de uiterste rand een stuk papier over het schilderij heen, zodat men niet kan zien, dat dit onder het papier zit. Het beste kun je van dat dunne vloeipapier nemen, (ik bedoel vloeipapier, waarmede pakjes worden ingepakt, niet dat, wat wij gebruiken om inkt mee af te vloeien).. Het komt vooral op het zorgvuldig vastplakken aan, want doe je dat slordig, dan ziet men door het papier de vorm van het schilderij heen. Van een paar latjes timmer je een schil dersezel als je die thuis niet bezit, terwijl je van karton een palet maakt, waarop je uit een paar tubes waterverf een paar kleurtjes drukt. Het enige wat je nu nog nodig hebt is een penseel en een klein beetje slaolie, ge wone slaolie. Zo, alle voorbereidingen zijn getroffen, Een knipprent. •ujooqenojsj uog ')U3jddjU)| uag 6uisso|dQ het feestje is er, de gasten zitten bij elkaar en nu kondig je aan: „Dames en heren, mag ik me even voorstellen, ik ben Snelschilder Jopie Slim en ben in staat u binnen enkele ogenblikken een mooi landschap te schilde ren, of wat er op het schilderij staat. Je zet je ezel waar het schilderij al op staat neer, je gaat er zelf voor staan, zo, dat de men sen niet kunnen zien, dat je je penseel alleen in de slaolie doopt en nu begin je met je penseel met olie eenvoudig over het papier heen te strijken, natuurlijk niet van boven naar beneden of andersom, maar eerst eens even hier, dan daar, zodat het net is, alsof je een groepje bomen .ergens anders een stukje lucht enz. schildert Tenslotte, als je het papier overal met olie hebt ingesmeerd, dan zul je zien, dat het net is, alsof het schilderij dat er achter zit, zichtbaar is ge worden en dat is ook zo, want het vloei papier is nu geprepareerd en doorzichtig. Daar de gasten niet weten, hoe je het kunstje hebt uitgevoerd, zullen zij verbaasd zijn over het resultaat. Je kunt een andere keer, als je dat kunstje nog eens doet, het schilderij op zijn kop zetten, dan met olie insmeren en als het klaar is, het schilderij omdraaien. Dan lijkt het dus alsof je het landschap onderst» bo ven hebt geschilderd. Dit verhoogt nog he effect. Zo, nu hebben jullie er weer een aar dig grapje bijgeleerd. Veel succes er mee! PT- NAAR SCHOOL. rr ALS DE VRUCHTBOMEN IN BLOEI STAAN, VOOR KINDEREN Nevenstaande tekening moet op een dun stukje karton of een oude brief kaart worden geplakt. Als de lijm droog is, pro beer dan al de stukken precies langs de rand uit te knippen en deze zo samen leggen, dat er een dier ontstaat. Welk dier is het?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 11