DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Göbbels over de kerkelijke processen.
Ho. 124
Zaterdag 29 Mei 1937
139e Jaargang
De algemeene toestand.
Deze sexueele pest zal met wortel en tak
moeten worden uitgeroeid."
Repliek op de hetze van
kardinaal MUndelein.
Het aftreden van Baldwin.
De VRIJZINNIG DEMOCRATISCHE BOND
doet op hen, die Woensdag op de Vrijzinnig
Democratische lijst hebben gestemd, een drin
gend beroep, zich niet hiertoe te beperken.
Een krachtige organisatie van vrijzin
nig en democratisch Nederland is in
deze tijd meer dan ooit noodzakelijk.
Stelt ons daarom in staat onze arbeid ook
buiten de verkiezingstijd voort te zetten!
Sluit V aan bij de
Vrijzinnig
Democratische
Bond!
Rede van Schacht te Parijs.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telel. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Alkmaar, 29 MeL
Zooals men weet, is de Volkenbondsraad
gedurende deze dagen in vergadering bijeen
en na tal van min of meer belangrijke pun
ten van de agenda te hebben afgehandeld,
is gisteren het groote agendapunt, de Spaan-
6che kwestie, ter tafel gekomen.
Del Vayo, de Spaansche gedelegeerde,
heeft daarbij een lange rede gehouden,
waarvan het hoofdmotief was, dat men de
zaak van den vrede slechts dan doeltreffend
zal kunnen dienen, wanneer men zich vast
beraden stelt tegenover hen, die den vrede
willen verstoren.
Del Vayo verklaarde daarna, dat sedert
den laatsten keer, dat de Volkenbondsraad
het Spaansche vraagstuk heeft behandeld,
de Duitsch-Italiaansche inmenging in Spanje
nog is toegenomen. Deze inmenging leidde
tot openlijke Italiaansche invallen in Spanje,
tot den veldslag van Guadalajara en de ver
nieling van Guernica.
Del Vayo verklaarde aan het adres van
hen, die hun oogen voor de feiten willen
sluiten, dat 70 tot 80.000 Italianen Spanje
zjjn binnengetrokken om Madrid te verove
ren. Een dergelijk aantal kan niet onopge
merkt blijven. Het Spaansche witboek be
vat honderden bewijzen van rechtstreeksche
Italiaansche inmenging. De Spaansche re
geering beschikt echter nog wel over dui
zend andere Italiaansche documenten van
denzelfden aard, die op hoog Italiaansch be
vel met schijnbaar groote onverschilligheid
op het slagveld zijn achtergelaten. Met af
schuw wees Del Vayo op de barbaarsche
oorlogstactiek van de legers der totalitaire
staten, die beweren in Spanje de beschaving
te komen brengen. Hij wilde na een be
schrijving van de gebeurtenissen van Guer-
nicai niet verlangen, dat de Volkenbonds
raad in een uitvoerig debat over de vernie
tiging van de plaats door de Duitsche vlieg
tuigen zou ingaan. Del Vayo heeft zich des
tijds tot de Britsche en andere regeeringen
gewend met het verzoek bij de Londensche
niet-inmengingscommissie aan te dringen op
een internationaal onderzoek naar de oor
zaak der vernieling.
Dit verzoek handhaaft de regeering van
Valencia nog steeds.
Te Malaga zijn soortgelijke barbaarsche
methoden op de burgerbevolking toegepast
als te Guernica. Guernica heeft evenwel de
openbare wereld wakker geschud en Del
Vayo meent, dat die een waarschuwing voor
den Volkenbond moet zijn, niet langer het
stilzwijgen te bewaren. Bovendien doet het
feit, dat in den laatsten veldslag gevangen
genomen Italianen gasmaskers droegen,
vreezen dat de rebellen, teneinde de verove
ring van Bilbao te kunnen doorzetten, zij
het ook slechts voor een dag, met behulp
van Duitsche vliegtuigen hun toevlucht tot
gifgassen zullen nemen, in cynische verach
ting van alle internationale overeenkomsten.
Del Vayo heeft vervolgens de niet-inmen-
gingspolitiek besproken en noemde het re
sultaat daarvan onbevredigend. Hij herin
nerde aan de Engelsche pogingen, om tot een
wapenstilstand te komen en noemde die po
ging onverstandig, omdat de Spaansche
kwestie moet worden opgelost tot een zui
vere situatie en men met een vage bemid
delingsformule feitelijk niets bereikt.
En zeide Del Vayo de oorlog zal ein
digen, zoodra men de Spaansche kwestie ge
heel overlaat aan de partijen in het land
zelf en geen enkel ander land zich er mee
bemoeit. En daar moet de Volkenbond voor
zorgen.
Maar uit de discussies, die op Del Vayo's
rede volgden, bleek al gauw, dat Spanje van
den Volkenbond niet al te veel verwachten
moet. Litwinof wilde zijn Spaanschen colle
ga wel steunen, maar Delbos, Eden en Sand-
ler spraken heel anders en verklaarden
ronduit, dat zij van eenige Volkenbondsactie
naast die van de Londensche non-interven
tie-commissie hoegenaamd geen nut ver
wachtten en dat de Volkenbondsraad zich
zal moeten bepalen tot een aanmoediging
van het streven van de non-interventie-com
missie, om te komen tot den terugtocht van
de buitenlandsche „vrijwilligers" uit Spanje.
Opmerkelijk was bij de discussies verder
de buitengewone zorg die Delbos, Eden en
Sandler zich hadden opgelegd om niets te
zeggen wat Duitschland of Italië eenigszins
zou kunnen prikkelen. Alle drie betoogden
zij, dat sinds de raadsbesprekingen van De
cember de niet-inmengingscommissie toch
werkelijk eenig succes heeft gehad; eerst
de afspraak om niet toe te laten dat nog
meer vrijwilligers naar Spanje zouden ver
trekken, en daarna de schepping van het
controlestelsel op het naleven van de niet-
inmengingsafspraken.
In tegenstelling met Delbos kon Eden op
grond van uit Londen ontvangen berichten
mededeelen dat dit controlestelsel tot dus
ver bevredigend heeft gewerkt. Tenslotte
herhaalde hij nog dat de Britsche regeering
vast besloten is ervoor te waken dat wat
ook de afloop van den oorlog moge worden,
geen wijziging in het grondgebied van Span
je zal worden gebracht.
Rijksminister Göbbels heeft gister
avond in een groote rede in de Deutsch-
landhalle o.a. gesproken over de pro
cessen wegens zedenmisdrijven, die op
het oogenblik gevoerd worden tegen
een aantal leden van den katholieken
klerus.
Wanneer men, aldus de minister, be
weert, dat dit alles slechts schijnpro
cessen zijn, die moeten dienen om de
heilige katholieke kerk te compromit-
teeren, dan moet ik daarop antwoor
den, dat hetgeen daarover in de kran
ten staat, nog maar onbeduidend
schijnt tegenover de ergelijke zeden
verwildering, die hier aan het licht
treedt. Wanneer dan ook van kerke
lijke zijde betoogd wordt, dat de gepu
bliceerde berichten over de processen
de zedelijkheid der jeugd in gevaar
brengen, dan moet ik daar tegenover
stellen, dat niet de kranten, die deze
berichten publiceeren, doch de misda
dige sexueele uitspattingen van den
katholieken klerus het lichamelijke en
zedelijke welzijn der Duitsche jeugd
ernstig in gevaar dreigen te brengen.
En ik verklaar met nadruk, dat deze
sexuëele pest met wortel en tak moet en
zal worden uitgeroeid. En wanneer de kerk
daarvoor te zwak is gebleken, dan zal de
Staat er voor zorgen.
Antwoord aan kardinaal Mündelein.
Een katholieke kardinaal in Amerika,
Mündelein, heeft in een openbare rede mij
den oneerlijken propaganda-minister van
Duitschland genoemd, die deze processen
slechts laat voeren om de vervolgde katho
lieke kerk schade te berokkenen. Ik zie
mij derhalve genoodzaakt, uit de sfeer van
het zwijgen te treden en antwoord te ge
ven. De aanval van kardinaal Mündelein
op den nationaal-socialistischen staat komt
weliswaar uit het buitenland, doch de aan
stichters er van zitten, naar kan worden
aangetoond, in Duitschland zelf. Zij behoo-
ren tot de kringen, die door' de processen
rechtstreeks worden getroffen.
Göbbels betoogde vervolgens, dat geen
land ter wereld deze misdrijven over het
hoofd had kunnen of mogen zien. Dat de
processen niet met gesloten deuren behan
deld zijn, motiveerde hij met erop te wij
zen, dat in en vooral buiten Duitschland
vele en hooge vertegenwoordigers van den
klerus beweerd hebben, dat tallooze Duit
sche priesters op religieuze gronden in
hechtenis worden gehouden, waardoor het
noodzakelijk is geworden, de redenen te
laten zien, waarom deze priesters zijn gear
resteerd.
Niet religie en politiek zijn hier in het
spel.
Het was volgens den minister niet moge
lijk, de kloosters aan zichzelf over te
laten, daar hier gesproken kan worden
van de stelselmatige zedelijke vernietiging
van duizenden kinderen en zieken.
Hun die vragen, waarom anders in soort
gelijke gevallen de behandeling niet open
baar is, antwoordde spr., dat het tot nu toe
nog bij geen anderen stand is opgekomen,
dergelijke vergrijpen te dekken en dat zich
bovendien in geen anderen stand een der
gelijke ontucht op groote schaal verbreid
heeft, als in de onderhavige. In 1934 wer
den echter, aldus Göbbels, meer dan zestig
personen der N.S.D.A.P., die in de partij
evenals dit thans in de kloosters en onder
de geestelijkheid geschiedt de laster
trachtten te kweeken, op staanden voet
doodgeschoten. Daarenboven heeft echter
de partij het volk in alle openbaarheid over
deze gebeurtenissen ingelicht.
Spr. stelde de vraag, wat daarentegen de
kerk gedaan heeft.
Jarenlang heeft zij, zeide hij, van politieke
vervolgingen gesproken, opgesloten geeste
lijken als martelaren verheerlijkt, ofschoon
zij wist, dat het daarbij voor 95 procent om
overtreders tegen de zeden ging. Zij heeft de
schuldigen in bescherming genomen, en
velen konden derhalve op andere plaatsen
opnieuw op de onschuldige jeugd worden
losgelaten. Göbbels verklaarde, dat er thans
helaas niet meer aan getwijfeld behoeft te
worden, dat zelfs de duizenden gevallen,
die ter kennis van de justitie gekomen zijn,
slechts een fractie van den waren omvang
dezer zedelijke verwildering vormen, en
Göbbels
slechts een symptoom beteekenen van het
algeheele vervaL
Göbbels dreigt met scherpere
maatregelen.
Voortgaande zeide Göbbels: wij zouden,
indien men doorgaat met twijfel te wekken
omtrent de berichtgeving over de processen
of de onaantastbaarheid der Duitsche jus
titie verdacht te maken, gedwongen kunnen
worden tot het nemen van scherpere maat
regelen, om ook de wereld in kennis te
brengen van gebeurtenissen, die hun weer
ga niet vinden. Wij zouden zoo noodig tot
een aantal bijzonder vooraanstaande kerk
vorsten een aantal vragen richten, waarover
zij dan in de rechtszaal onder eede nadere
inlichtingen zouden kunnen verstrekken.
Onder geen enkele omstandigheid, ver
klaarde spr. daarop, zullen wij ons echter
laten intimideeren en een zuivering, die in
het belang der openbare moraal en der be
scherming onzer jeugd noodzakelijk is, niet
ten uitvoer brengen. Hij betoogde, dat de
kerk hiertoe zelf de gelegenheid heeft gehad,
doch in dit opzicht nalatig is geweest, en
haalde hiervan verschillende voorbeelden
aan.
De minister besloot met een ernstige
waarschuwing aan het adres der kringen,
die het aangaat. Wordt de waarheid der
zedelijkheidsprocessen tegen katholieken
geestelijken, zoo zeide hij, nog eenmaal door
iemand in of buiten Duitschland in twijfel
getrokken, dan zullen wij met de meest
doeltreffende en drastische maatregelen
dezen twijfel te niet weten te doen. Zoo
iemand het nog waagt, wantrouwen te
wekken ten aanzien van de onaantastbaar
heid en zuiverheid der Duitsche justitie, dan
zullen wij eenige zeer hooge personen van
den klerus voor de noodzakelijkheid stellen,
voor het gerecht onder eede rekening en
verantwoording af te leggen.
Tenslotte richtte Göbbels zich tot de
„duizenden fatsoenlijke geestelijken, die
met een bedroefd hart den diepen van in
het verval van de kerk zien" en hij sprak
de hoop uit, dat zich van deze kringen uit
een zuivering zal voltrekken, die zoo tijdig
geschiedt, dat het niet te laat is.
CHAMBERLAIN TREFT
VOORBEREIDINGEN.
Tijdens het week-einde zal Neville
Chamberlain een begin laten maken
met de „verhuizing" van Downingstreet
11 naar nummer 10. Hij zal toezicht hou
den op de overbrenging van zijn per
soonlijke archieven en op die van zijn
mobilair, terwijl chequers zich naar de
chequers zal begeven om er een welver
diende rust te genieten.
Baldwin zal zich vervolgens als ambteloos
burger naar Ais Les Bains begeven. Ver
nomen wordt, dat de Engelsche koning
Baldwin ot ridder in de orde van den kou
senband heeft benoemd.
De samenstelling der nieuwe
regeering.
De nieuwe Britsche regeering is als volgt
samengesteld:
Minister-president Neville Chamberlain.
Minister van financiën Sir John Simon.
Minister van binnenlandsche zaken Sir
Samuel Hoare.
Minister van buitenlandsche zaken Eden.
Minister van dominions Malcolm Macdonald.
Minister van koloniën Ormsby Gore.
Minister van Indië Lord Zetland.
Minister van handel Oliver Stanley.
Minister van marine Duff Cooper,
'^>1
Ar„
•n,
'*ia
a°A
'"ot
*tfr
Minister van oorlog HoareBelisha.
Minister van luchtvaart Swinton.
Minister van coördinatie Inskip.
Lord president lord Halifax.
Lord kanselier lord Hailsham.
Geheim zegelbewaarder lord de la War.
Minister van Schotland Elliot.
Minister van volksgezondheid Kingsley
Wood.
Minister van onderwijs lord Stanhope.
TURKIJE GAAT GEZONKEN SCHEPEN
LICHTEN.
Behoefte aan ijzer.
Sedert het van kracht worden van het
uitvoerverbod van schroot uit Turkije en
met het oog op het tegenwoordige tekort
aan ijzer en andere metaalsoorten in Tur
kije, is de regeering van plan, de schepen,
welke in de Turksche zeeën gezonken zijn
te lichten teneinde zooveel mogelijk me
taal te verzamelen In den Gouden Hoorn is
men reeds bezig met voorbereidende werk
zaamheden voor het lichten van drie Turk
sche torpedobooten, welke voor den we
reldoorlog zijn gezonken. De Britsche
kruiser „Triumph", het Turksche slagschip
„Balbaros" en de Duitsche torpedojagers
„Breslau", die tijdens den wereldoorlog bij
Tchanak en Gallipoli zonken, zullen even
eens worden gelicht.
Aan een lunch, welke gisteren werd aan
geboden door het comité Frankrijk-Duitsch
land, heeft dr. Schacht een rede gehouden.
Hij zeide o.a., dat ontwikkeling in in
ternationale politjek alleen mogelijk is door
met elkaar te spreken en te trachten door
te dringen in eikaars gedachtengang. Het
voornaamste doel van zijn reis naar Parijs
is dan ook de oude vrienden weer te zien
en nieuwe vrienden te maken. Dat is belang
rijker dan het openen van het paviljoen op
de tentoonstelling, want dit zou ijdel zijn,
als het geen gevolgen zou hebben. Er moet
een beter verstandhouding ontstaan tus-
schen Duitschland en Frankrijk.
Dr. Schacht
De Fransche pers beweert steeds, dat
Duitschland steeds iets vraagt. Schacht ant
woordt hierop, dat alleen armen iets vragen.
Toch biedt Duitschland ook iets aan en wel
den vrede, d.w.z. de garantie voor den vrede
in Europa. Het biedt zijn terugkeer tot den
Volkenbond aan, welke geen strafrechtbank
is, doch een raadgevende vergadering, waar
alle landen hun zaken kunnen bespreken;
vervolgens heeft Duitschland aangeboden te
spreken over de bewapening, want de lasten
hiervan drukken op allen. Wat kan Duitsch
land verder nog aanbieden?
Hiertegenover vraagt Duitschland de be
spreking van de koloniale kwestie. Deze
denkbeelden heerschen in de gedachtenwe-
reld van de leiders van Duitschland.
Men heeft spreker beschuldigd den vrede
te willen afpersen, hij is evenwel van oor*
deel, dat de vrede afgeperst moet worden,
men moet tot eiken prijs een herhaling van
de ramp van twintig jaar geleden voorko
men.
Schacht verklaarde verder te spreken uit
naam van het Duitsche volk dat den vrede
wil en dat in goede verstandhouding wil
leven met alle Europeesche volken. Tenslotte
zeide spreker verheugd te zijn zoo open te
hebben kunnen spreken.
Ook het blinde Kamerlid Scapini heeft
tijdens deze lunch het woord gevoerd om dr.
Schacht te begroeten. Hij wees er op, dat het
comité FrankrijkDuitschland ten doel
heeft de betrekkingen tusschen beide landen
op te helderen. Spreker heeft persoonlijk
het gevoel, dat vooral de economische para
dox in Europa de grondslag is van de span
ning tusschen de verschillende landen. Dit
drukt zwaar op de volken en vooral op de
betrekkingen tusschen Duitschland en
Frankrijk. De afgeloopen jaren toonden de
broosheid van de diplomatieke bouwwerken
zoodra deze niet rusten op gezonde econo
mische grondslagen. Daarom is ook de voor
naamste taak van het comité de economi
sche betrekkingen tusschen beide landen te
bestudeeren, binnen enkele weken zal ter
gelegenheid van de tentoonstelling een con
gres worden gehouden, waarop deze kwes
ties door Franschen en Duitschers zullen
worden besproken.
Tenslote bracht Scapini een dronk uit op
dr. Schacht, op het deelnemen van Duitsch
land aan de tentoonstelling en op het wel
slagen van de tentoonstelling.
DE RAMP IN MEXICO.
Het aantal lijken, dat na de ramp te
Thalppjahua geborgen is, bedraagt reeds
veertig. Men neemt echter aan, dat zich nog
eenige honderden lijken onder de modder
en het puin bevinden. Op het gevaar, dat
het mijnwerkersplaatsje tengevolge van den
zwaren regenval der laatste dagen bedreig
de, was reeds den dag tevoren gewezen.
Desondanks wilde niemand zijn huis ver
laten. Algemeen wordt gevreesd, dat ten
gevolge van de aardverschuiving en den
moddervloed de plaatselijke mijn niet ver
der geëxploiteerd zal kunnen worden, zoo
dat ongeveer 5,000 arbeiders met werkloos
heid bedreigd worden.
De ramp in het mijnwerkersdorp.
De onderneming, die eigenares is van de
mijnschachten te Tlalpujahua, waar zich
de ernstige instorting heeft voorgedaan,
koestert de hoop, dat het aantal slacht
offers van de ramp de honderd niet zal
overschrijden. Het gewicht van de mod
derstroom, die zich over het dorpje uit
stortte, wordt op drie millioen ton geschat.
Tot dusverre zijn 53 dooden en 28 gewon
den gevonden. Tien der gekwetsten zijn er
ernstig aan toe.
JAPAN PROTESTEERT OPNIEUW
AANGAANDE SWATAU.
Uit Nanking wordt gemeld, dat de Ja-
pansche zaakgelastigde den minister van
buitenlandsche zaken Wang Tsjoeng Wei
een tweede protestnota heeft overhandigd
naar aanleiding van het incident bij Swatau.