DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De kerkstrijd in het Derde Rijk De hertog van Windsor in 't huwelijk getreden. Ho. 217 Donderdag 3 Juni 1937 139e Jaargang De algemeene toestand!. Een herderlijke brief, met een tiental ernstige vragen. De moeilijkheden met het Vaticaan. Kerkelijke inzegening door den reverend Jardine verwekte eenige opschudding. De huwelijksreis naar Karinthië. ALKMAARSCHE Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur; C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Alkmaar, 3 Juni. De „DeutschlancT'-affaire houdt de ver schillende regeeringen natuurlijk nog steeds bezig, maar erg interessant zijn de politieke en diplomatieke schermutselingen niet. De Londensche commissie probeert nog steeds om een oplossing te vinden voor de puzzle: hoe Duitschland en Italië terug te krijgen in een non-interventie-commissie. Op het oogenblik is daar nog geen kans op en het schijnt, dat die kans pas dan bestaat, als de Spaansche regeering een plechtige verklaring zal afleggen, dat alle controleschepen binnen precies afgebakende veiligheidszönes ook in derdaad veilig zijn. Eden, de Engelsche minister van buiten- landsche zaken, heeft in het Lagerhuis een aantal vragen moeten beantwoorden be treffende de gebeurtenissen van Zaterdag en Zondag. Uit die antwoorden bleek, hoezeer Eden de handhaving der non-interventie-controle toejuicht en hoe nuttig die reeds geweest is, zoowel te land als ter zee. Alleen de con trole in de lucht was niet te handhaven. Dat laatste is begrijpelijk: zou men con trole op de luchtvaart afdoende willen uit oefenen, dan zou men al moeten beginnen met op elk vliegveld waarnemers neer te .zetten, zoowel in als buiten Spanje. Maar beide partijen in Spanje hebben die waar nemers zeer positief geweigerd. Vandaag trouwt de hertog van Windsor! En zijn aanstaande vrouw zal het dus voor den derden keer probeeren, nadat de twee andereh uwelijken van haar door echtschei ding ontbonden waren. Met dit „huwelijk van den dag" komt dus een einde aan de romantische en sensatio- neele commentaren op een huwelijkverbin- tenis, die daartoe alle aanleiding gaf. Edward van Windsor heeft zijn kroon ge ruild voor een vrouw; hij heeft dat op een eerlijke, loyale manier gedaan en dat mag nooit vergeten worden als men hem be oordeelt. Thans zal hij zich plaatsen in de rij der ex-koningen, maar hij zal er een uni cum zijn: terwijl al de andere als 't ware verjaagd zijn van hun troon, heeft Edward «•vrijwillig afstand van gedaan, terwille van een vrouw. Hij zal nu, als al zijn col lega's, die nog geld hebben, reizen en trek ken; hij zal zoo nu en dan van zich doen hooren en verder een rustig leven kunnen leiden; ongedwongen en onopgemerkt. En zijn broer zal steeds in het middelpunt der belangstelling staan en elke voetstap van dezen zal als 't ware nauwkeurig geno teerd worden! In Japan heeft een belangrijke gebeurte nis plaats gehad, die door de gebeurtenis op het Iberische schiereiland wel wat al te veel op den achtergrond is gekomen: het af treden van het kabinet-Hajasji. Deze kabinetscrisis kwam echter niet on verwacht. Hajasji had al lang niet meer den steun der partijen achter zich en heeft al het mogelijke gedaan, om zijn positie te handhaven. Hij heeft een paar maanden ge leden het parlement ontbonden, in de hoop, dat de macht der groote partijen geknot zou worden. Hij vergiste zich, want de uitslag der verkiezingen was duidelijk: de partijen bleven machtig en Hajasji's positie werd onmogelijk. Nog trad hij niet af, probeerde zijn premierschap te redden, zelfs door middel van een dictatuur en hij vergiste zich opnieuw en stond tenslotte geheel alleen. Tenslotte werd hij gedwongen om af te treden, wat dus beteekent, dat de groote politieke partijen de overwinning behaal den. Waarmee de moeilijkheden nog niet zijn opgelost. Men moet begrijpen, dat Hajasji den steun van het leger had en uitbreiding van leger en vloot wenschte, wat met belasting en economische krachtmaatregelen gepaard moest gaan. Het volk wenschte zulks niet, d.w.z. de groote politieke partijen hebben zich daar tegen verzet. De moeilijkste taak van den nieuwen ka binetsformateur is dus: overeenstemming te brengen tusschen de legerleiding (die uit breiding en versterking wenscht) en de par tijen, die er niets van moeten hebben. Die formateur is prins Konoje, voorzitter van het Japansche Hoogerhuis, zooals we reeds gemeld hebben. Of hij zal slagen? De taak van den nieuwen kabinetsforma teur is uiterst moeilijk, omdat de kloof, die hij moet overbruggen, zoo enorm groot is. Toch is het te hopen, dat hij slaagt, want anders zouden de militairen van hun positie wel eens gebruik kunnen maken, om een dictatuur in te stellen. Het motto moge dan zijn, dat de politieke partijen niet in staat zijn een regeering te vormen, een dictatuur door militairen uitge oefend, is altijd een gevaarlijk experiment. Volgens de heden ingekomen berichten zou prins Konoje in zijn opdracht geslaagd zijn. Mgr. Orsenigo, nuntius te Berlijn, die ook doyen is van het diplomatieke corps, is uit Berlijn naar Rome ver trokken. Men zegt, dat dit geschied is als reactie op de verklaringen van mi nister Frick, die, zooals men Maandag avond in ons blad heeft kunnen lezen, o.a. gezegd heeft: „Wij willen geen encyclieken meer zien". Volgens een bericht van Havas uit Vaticaanstad, wordt de terugkeer van mgr. Orsenigo met een verwijzing naar zijn gezondheidstoestand gemotiveerd. Men kan er echter een antwoord in zien op het besluit van de Duitsche regee ring, krachtens hetwelk de ambassa deur bij het Vaticaan, von Bergen, niet meer naar Rome zal teruggaan. Von Bergen is op het oogenblik met verlof in Duitschland. Zooals men weet, zal hij den diplomatieken dienst wegens het bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd verlaten. Gisteren hebben wij gemeld, dat men de Duitsche nota aan het Vaticaan als een ul timatum moet beschouwen. De diplomatieke betrekkingen zijn uiteraard iflet verbroken, want aan beide zijden zijn zaakgelastigden in functie. Te Rome neemt men aan, dat de Paus zoolang mogelijk een afwachtende houding zal aannemen, daar het Vaticaan nooit de verantwoordelijkheid voor een breuk op zich pleegt te nemen. Men acht het voorts te Rome zonder nut kardinaal Mundelein te berispen. Volgens Havas denkt men niet, dat de Paus bij de Duitsche regeering verontschuldigingen zal aanbieden. De correspondent van Havas te Berlijn wijst er nog op, dat het „ultimatum" geen tijdsduur bepaalt en dat de Duitsche nota ook geenszins de consekwenties van' den nieuwen staat van zaken preciseert, wat be treft het Concordaat en wat betreft de be trekkingen in het algemeen. De Vöikischei Beobachter schrijft: Het Vaticaan billijkt dus de ongehoorde beleedi- ging van Hitier en van het Duitsche volk door zijn kardinaal, doch zoodoende heeft het een oordeel over de roomsche moraal gegeven. Als men de critiek op een tegen stander en een andere wereldbeschouwing niet anders kan leveren dan met behulp van schimp en beleedigingen, dan moest men zich liever niet de grootste moreele macht ter wereld noemen, want dan wekt men de voorstelling, dat leugens," laster en beleedi gingen moreele deugden zijn. Een herderlijke brief. Mgr. Gröber, aartsbisschop van Freiburg, heeft dezer dagen een herderlijken brief doen verschijnen, die in verband met het verbod van kerkelijke weekbladen in het Derde Rijk niet in het officieele orgaan van de diocees kon verschijnen, doch die, per cyclostyle vermenigvuldigd, aan de geeste lijkheid van het aartsdiocees is toegezon den. Aan dezen brief, dien de Maasbode gisteravond heeft afgedrukt, ontleenen wij het volgende: De katholieken betreuren overtredingen en misdaden nog in veel erger mate dan anderen, omdat zij God beleedigen en de kerk oneer, schande en schade berokkenen. Dat wij, aldus mgr. Gröber, de werkelijke schuldigen als martelaren bestempelen, is absoluut in strijd met de waarheid. De ker kelijke autoriteiten zullen in de toekomst nog scherper en met meer omzicht de op leiding der geestelijkheid en den levens wandel van de geestelijken controleeren. Wij moeten echter bedenken, dat de kerk niet over dezelfde mogelijkheid van het in te stellen onderzoek beschikt als de wereld lijke macht. De betrekking tusschen kerke lijke autoriteiten en priesters en ordegeeste lijken is een andere dan de positie van den staat ten opzichte van hen, die op grond van strafwetten vervolgd en veroordeeld moeten worden. Uit een groot aantal der processen een bewijs putten tegen zeden leer oi goddelijk karakter van de kerk is onrechtvaardig. Het is evenzeer onrecht vaardig de opmerkzaamheid van een heel volk slechts te vestigen op de duistere pun ten in het leven van de kerk en duizenden heiligen en voorbeeldige priesters en orde geestelijken over het hoofd te zien, die even zeer Duitsche volksgenooten zijn en die zich gedurende den wereldoorlog vaak heldhaf tig hebben onderscheiden. De katholieken betreuren overtredingen van de zedenwet uit geheel hun hart. Er zijn echter vragen: 1. Waarom worden alle processen tegen kloosterlingen enpriesters, die nog aan hangig zijn, juist op hetzelfde tijdstip be handeld, hoewel vele dezer processen, wan neer ze een normaal verloop hadden gehad, reeds lang afgewikkeld zouden zijn ge weest. Hier kan van toeval geen sprake zijn. 2. Waarom is de openlijke brandmerking der beklaagden vaak reeds geschied voor het voorloopige onderzoek door de recht bank beëindigd was en voordat het vonnis was geveld? En waarom worden onjuiste beschuldigingen niet gerectificeerd? 3. Waarom brengt de geheele Duitsche pers bijna uitsluitend slechts de verklarin gen van de getuigen a charge en het requisi toir, doch worden de belangrijke verklarin gen van getuigen décharge of van ver dediger absoluut niet of zeker niet in even redige mate gepubliceerd? 4. Gelooft men de Duitsche zedelijkheid op hooger peil te brengen, door alle bladen met dergelijke berichten over zedelijkheids processen te vullen, en deze, zooals uit ver scheidene betrouwbare gevallen bekend is, te verspreiden onder de onwetende en on rijpe schooljeugd? 5. Zijn er ook niet zedelijkheidsprocessen aanhangig gemaakt tegen zeer verantwoor delijke leiders van het volk en jeugdgroe pen, die met de katholieke kerk niets hebben uit te staan? En dus niet slechts processen tegen kloosterlingen en priesters? 6. Wanneer dergelijke gevallen, zooals te constateeren is uit het feit, dat de gevange nissen overvol zijn en gelijk wij weten uit andere bewijsstukken, in steeds grooter aan tal zijn komen vast te staan, waarom ves tigt men dan in de pers den indruk, dat ver grijpen tegen de zedelijkheid slechts bij kloosterlingen en priesters voorkomen? Waarom wordt slechts in deze laatste ge vallen naam en heel het voorafgaand leven der beklaagden uitvoerig vermeld en in andere gevallen niet of slechts zeer sum mier? Waarom kan men de misslagen, die in andere standen of groepen zijn voorge komen, op bedekte wijze in de dagbladen vermelden, in enkele regels samenvatten, zonder namen te noemen, doch waarom worden met vergrijpen van de geestelijkheid bladzijden en kolommen gevuld met de rood onderlijnde koppen, vet gedrukt en gespatieerd? Waarom komen de talrijke vonnissen van de leden der niet kerkelijke kringen, die met zeer zware vrijheidsstraf fen getroffen worden, in het geheel niet in de pers. Men zal hier, aldus mgr. Gröber, wellicht ten antwoord geven, dat het belang van den staat een dergelijke publicatie ver biedt. Wil dat zeggen, dat hetzelfde belang van den staat publicaties over de processen tegen geestelijken en kloosterlingen nood zakelijk maakt? 7. Waarom wekt men den indruk, alsof een zuiveringsactie alleen noodig zou zijn voor de katholieke kerk? Waarom komen niet alle elementen, die voor het behoud van volk en staat kunnen samenwerken (en dus ook de kerken) bijeen, teneinde zich te be raden op maatregelen tegen het vreeselijke kwaad? 8. Waarom tracht men katholieken voor te praten, dat men slechts zuivering van de kerk wil, hoewel blijkt, dat men door de processen het omgekeerde beweerd, het uit- levensmerk wil treffen? 9. Waarom vergeet men, dat ook buiten de grenzen van het Duitsche rijk menschen wonen met de gave des onderscheids, wier sympathie voor Duitschland door deze wijze van opeenhooping der processen, zeker niet zal stijgen? 10. Gelooft men zoo de kerk te kunnen overwinnen? Ziet men niet in, dat het volk ook al wordt in de berichtgeving over de processe nhet omgekeerde beweerd, het uit eindelijk doel van de maatregelen wel dege lijk bespeurt en in zijn geloof aan de gelijk berechtigdheid van de katholieken wordt geschokt? Vonnissen. Het landgerecht te Koblenz heeft terzake van misdrijven tegen de zeden drie roomsch- katholieke geestelijken veroordeeld tot tuchthuisstraffen van een jaar en acht maanden en gevangenisstraffen van twee jaar. Overeenkomstige vergrijpen hebben te Ratobor geleid tot de veroordeeling van een kapelaan te Senftenberg, die vier jaar tuchthuisstraf kreeg. Te Ereslau is een mon nik tot twee jaar tuchthuis veroordeeld. EEN RECORD WINTERTARWE OOGST VOORSPELD. Vijf Amerikaansche deskundigen inzake den graanoogst hebben als hun meening te kennen gegeven, dat de Amerikaansche boer een record van zes jaren zal vestigen met zijn oogst van wintertarwe in 1937, welke naar schatting in totaal 649 millioen bushels meer zal bedragen dan sinds 1931 geoogst is. NIEUWS VAN DE NOORDPOOL. De speciale correspondent van de „Prawda" aan de Noordpool meldt: een lid der expeditie Fedorof is op ski's het ijsveld afgegaan, waarop zich het kamp bevindt. Het veld vertoont aan alle kanten barsten. Zijn afmetingen zijn: Breedte 1% en lengte 2% K.M. De lucht is bedekt met laaghan gende wolken, het uitzicht is slecht en de temperatuur is bij het vriespunt. Mrs. Warfield De laatste voorbereidselen voor het huwelijk van heden zijn gisteren ge troffen. Mevrouw Warfield heeft den morgen gewijd aan het leggen van de laatste hand aan de* versiering van de muziekzaal, waar het huwelijk zal worden gesloten. Zij wordt daarbij geholpen door een speciaal uit Londen ontboden bloemist. In het dorpje Monts zijn de eerste vlaggen reeds geheschen. De plaatselijke harmonie heeft aange boden een aubade te brengen, doch de hertog heeft daarvoor bedankt, waar mede hij bewees zoo weinig mogelijk publiciteit aan zijn huwelijk te willen geven. In overleg met den hertog heeft de gendarmerie besloten, hedenoch tend alle toegangswegen tot het slot af te zetten. De orde zal worden gehand haafd door 120 gendarmes en leden van de mobiele garde. Op het postkantoor van Monts is voor een bedrag van 50.000 franken aan postze gels ontvangen. Vijfentwintigduizend brie ven, waarin de hertog en mevrouw Warfield kennis geven van hun huwelijk, zullen worden verzonden. De ambtenaar van het postkantoor, die slechts één bediende heeft, heeft verklaard zestien uur voor de ver zending noodig te hebben. Gisteren zijn ongeveer duizend brieven en zestig telegrammen op het slot aange komen. Het gemiddelde der laatste dagen was zevenhonderd brieven. Even na acht uur vanochtend brak een stralende zon uit, nadat de hemel tot dan toe bedekt was geweest. Het weer was heer lijk zacht. Om half zeven waren de journalisten reeds op hun post. In afwachting van de eerste gasten stonden zij voor den ingang van kasteel Cande. De commissaris van po litie van Tours had speciale blauwe kaar ten afgegeven, voorzien van het wapen van het kasteel, welke de mogelijkheid gaven het slot te bereiken. Het rijverkeer op den weg, welke naar het kasteel leidt, is ver boden. De ordedierst wordt verzorgd door meer dan 200 manschappen van de mobiele garde. Een groote menigte nieuwsgierigen trachtte van verre iets te zien van hetgeen op het kasteel gc-schiedt. Mevrouw Spry, die reeds zeer vroeg in den ochtend op hel kasteel was aangekomen, trof de laatste schikkingen voor de bloemenversiering in de eetzaal. Acht gasten hebhen vannacht op het kasteel gelogeerd. Anderen hebben den nacht te Tours doorgebracht. De secretaris van de Britsche ambassade te Parijs, sir Hugh Lloyd Thomas, Lady Silby, de echt- genoote van den Britsche gezant te Wee- nen, zijn eenige minuten voor den aan vang van de plechtigheid op het kasteel Hertog van Windsor aangekomen, evenals de heer W. C. Graham, de consul-generaal van Groot Brittannië te Nantes die het huwelijk zal registreeren. Groote drukte in de omgeving van het kasteel. In de buurt van het kasteel werd het voortdurend drukker. De nieuwsgierigen na men alle mogelijke middelen te baat om het kasteel zoo dicht mogelijk te naderen. De mobiele garde had daarom haar toezicht uitgebreid tot de verschillende paden, welke naar Cande leiden. Eenige nieuwsgierigen hebben kamers gehuurd bij boeren in het dorp Monts en zij bevinden zich daarmede in een verboden zone. Anderen probeeren het met booten op de rivier Indre. Te Monts zijn de voorbereidende werk zaamheden gereed. Overal wordt gevlagd: de Fransche driekleur, „De Union Jack" en de „Stars and Stripes". De huizen zijn met guirlandes en lampions versierd. Het postkantoor is belast met de verzen ding van duizenden kennisgevingen, hetgeen op dit anders zoo rustige kantoor uiteraard aanleiding gaf tot eenige moeilijkheden. Op 't kasteel was het een komen en gaan van telegrambestellers. Tegen half tien is de commissaris van po litie van Tours bij het kasteel aangekomen om de laatste voorbereidingen te inspectee- ren. Tal van leden der Britsche en Amerikaan sche kolonies zijn eveneens aangekomen. Bij de poort is te hunnen behoeve een soort buffet ingericht. Op kasteel Candé. De meeste gasten, die den nacht op het kasteel hebben doorgebracht, waren van ochtend reeds vroeg bij de hand. Mevrouw Warfield bleef geruimen tijd op haar kamer om zich te kleeden voor de groote gebeurtenis. De hertog van Windsor daarentegen heeft eeri wandeling in het park gemaakt. Pas later heeft hij zich voor de plechtigheid gekleed. Een autoriteit van de Fransche veilig heidspolitie, die den hertog vóór de plech tigheid gesproken heeft, heeft bij het ver laten van het kasteel verklaard, dat de her tog in zeer goede stemming was. De plechtigheid. Om 11 uur 35 nam de plechtigheid van de voltrekking van het burgerlijk huwelijk een aanvang. De burgemeester van Monts las de namen voor van bruid en bruidegom, met een opsomming van diens titels en onderscheidingsteekenen, en van die van de getuigen: majoor Metcalfe als getuige voor den hertog en den heer Rogers als getuige voor mevrouw Warfield. Dr. Mercier las de artikelen 212, 213 en 214 van het Burgerlijk Wetboek voor en stelde met een eenigszins tril lende stem de gebruikelijke vragen: „wenscht gij mevrouw Wallis Warfield als echtgenoote te aanvaarden?" en zich vervolgens tot mevrouw Warfield wendende: „wenscht gij Z. K. H. den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 1