WERD SPIERWIT VAN LENDENPIJN KLOOSTERBALSEM DRAADLOOS AMERIKA. DIENST EN DACHT TE BEZWIJKEN AKKER'S Voor kleine tuinen. Dank zij KLbOSTERBALSEM Is zij weer gezond en vroolUk !Bxrekeu Wat de luisteraars zooal te hooren krijgen op muzikaal gebied. „ELCK WAT WILS". ÜeuMeton daad nog niet geschikt voor het maken van stunts. Intusschen vliegen wij met den wind en door de wolken", zegt dit meisje, dat het woord „wolken" uitspreekt, zooals anderen „dansvloer". Aviatrice. Trude Schmied, die er zich lachend te gen verzet om Oostenrijk's beste aviatrice genoemd te worden. („Want wat betékent nUjk, daar wij slechts mét zijn drieën zijn!") is, op echt avontuurlijke' ma nier tot de vliegsport gekomen. Zij was werkzaam in de reclame-afdeeling' van de Rinso-waschmiddelen-bedrijven. Deze'schaf ten voor reclame-doeleinden een vliegma chine aan, die rondvluchten boven Wëenen maakte en pamfletten uitwierp. Na' 'veel vragen en bedelen kreeg Trude toestem ming het was 1931 en zij kan toeri nog niet veel meer dan een bakvischje 'geweest zijn! om een vlucht mede te maken en de biljetten uit te strooien. Weldra' Vloog Trude geregeld en nog in hetzelfde jaar deed zij vliegexamen en behaalde zij haar brevet; het eerste, dat een Oostenrijksche vrouw verwierf. Van toen af maakte zij, voor diverse firma's, herhaaldelijk recla- mevluchten en dacht er ernstig over, hier haar beroep van te maken. Een tydje ging dit heel aardig; maar plotseling kwam de klad in de reclame-vliegerij. Trude moest uit lucht en wolken omlaag een brood winning op aarde zoeken. Nu zit Oosten rijk's beste aviatrice op het kantoor eener verzekerings-maatschappij en het geratel der schrijfmachines en het gerinkel van de telefoons klinkt haar na het vertrouwde snorren der vliegtuigmotoren vreemd in de ooren. Intusschen heeft zij de hoop niet opge geven om terug te kunnen keeren tot haar „hoofdberoep" als bestuurster van een verkeerstoestel! „Langen tijd", zegt zij met echt Weensch optimisme, want het Ween- sche mopperen heeft zij blijkbaar in de blauwe luchten achtergelaten, „was bij voorbeeld ook het taxi-chauffeurs-beroep voor vrouwen verboden. Thans niet meer. Eens zal ook het besturen van een ver- keersmachine toegetsaan worden". En Trude Schmied blijft vliegen, zoo* vaak haar beurs het toelaat. Want vliegen is, zooals wij reeds opmerkten, een dure Telkens als het op kivam, kreeg Ik een gevoel of th met nijptangen werd geknepen en ook of groote spelden in m(/n lichaam prikten. Mijn werk moest ih laten liggen. Niets hielp en ik werd oud voor mijn tijd en onge rust over dt toekomst. Toeri begon ik met Kloosterbalsem, die ook voor mij een wondermiddel bleek. Hoe meer ik mij met Klooster balsem inwreef, hoe minder de pijnen werden en hoe beter ik mij voelde. Nu ben ik weer gezond en oroolgk." Geen goud zoo goed" Onovertroffen bU brand-en snij wonde» Ook ongeëvenaard ala wrijfmiddel b(J Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren Schroefdoos 35 et Potten; 82^ ct en 1.04 Balconversiering. Wanneer het zomer wordt, willen ook de bewoners van onze steden planten en bloe men om zich heen zien. Niet ieder beschikt over een tuin, althans over een stukje grond dat met recht aldus genoemd kan worden. Men kan echter ook op andere wijze bloe men en planten aanbrengen, n.1. in balcon- bakken of op een plat, in daarvoor gemaakte bakken. Goede resultaten bereiken daar echter alleen de ware plantenliefhebbers daar aldus geplaatste planten veel zorgen eischen. Vooral het gieten moet met veel HET HANDBOEK VAN DE K.N.A.C Het Handboek 1937 van de K.N.A.C. is verschenen. Het is reeds het zesde Handboek hetwelk door de K.N.A.C. wordt uitgegeven; maar voor het eerst is het in een nieuw kleed gestoken. Teneinde tegemoet te ko men aan de wenschen van velen werd het omslag zoodanig gekozen, dat er geen be zwaren meer zijn voor het medenemen van dit boek in een tasch van de automobiel Aan den grondslag van dit, 480 bladzijden tellende werk, is weinig veranderd, hetgeen echter niet wegneemt, dat de inhoud zelf weer aanzienlijk is uitgebreid en aan de eischen van het toerisme voor het jaar 1937 is aangepast. Met het oog op de Wereldtentoonstelling b.v. is thans bijzondere aandacht geschon ken aan een bezoek aan Parijs, benevens aan tochten, welke in aansluiting daarop in Frankrijk zullen kunnen worden onder- nomen. Voorts vinden wij een lijst van buiten- landsche posttarieven aan het werk toege voegd evenals een volledige opgave van kampeerterreinen in Zwitserland, een adreslijst van officieel door de Zwitsersche Automobiel Club aangestelde garages, waar men sneeuwkettingen kan huren en kaartjes van de bloeiende bollen- en heidevelden en van de Betuwe. Een nieuwe kaart van Nederland met de Hoofdverkeerswegen heeft eveneens een plaats in dit Handboek gevonden, terwijl de afstandskaart van Nederland, de Provincie- kaarten en de kaartjes met de doorgaande wegen door de steden tot het laatst toe zijn bijgewerkt. Tenslotte vindt de lezer thans alle ver keersborden opgenomen, welke sedert de laatste wijzigingen van Motor- en Rijwiel- reglement en -Beschikking in ons land in gebruik zijn of komen. Daarnaast zijn de vele gegevens van bin nen- en buitenland, zoo noodig aangevuld en verbeterd, welke in vorige uitgaven reeds hun nut hebben bewezen, waaronder de technische woordenlijst in zes talen een be langrijke plaats inneemt, behouden geble ven. Wij vertrouwen, dat ook het Handboek 1937, dat een nuttig en ongetwijfeld veel ge raadpleegd vademecum op binnen- en bui- tenlandsche tocht zal zijn, weer eenzelfde gullen ontvangst zal ten deel vallen als met zijn voorgangers het geval was. Crisis-paèlicaH». STEUNVERGOEDING ERWTEN EN VELDBOONEN. De Nederlandsche Akkerbouwceratrale maakt bekend, dat de steunvergoeding voor groene erwten, gedenatureerd in het tijdvak van 31 Mei 1937 tot en met 5 Juni 1937, zal bedragen: voor kwaliteitsklasse A 3.15 per 100 kg. voor kwaliteitsklasse B 2.65 per 100 kg. voor kwaliteitsklasse C 2.15 per 100 kg. Voor groene erwten van de laagste klasse en voor andere erwten, in hetzelfde tijdvak gedenatureerd, bedraagt de steun vergoeding 1.65 per 100 kg. De steunvergoeding voor veldboonen, welke blijkens de dateering van het dorschbriefje op 31 Mei 1937 zijn ge- dorscht, is vastgesteld op 1.per 100 kg. Voor veldboonen van den oogst 1936 welke na 31 Mei 1937 zijn gedorscht, zal geen steun meer worden verleend. 's-Gravenhage, 4 Juni 1937. zorg geschieden, daar deze planten, die toch sport; zelfs als men, gelijk Trude, behoort a; jn een kleine ruimte moeten worden ge- tot de „Leichtflugzeugclub", kost het ge bruik van een toestel 60 Schilling per uur. Natuurlijk kan men in zijn onkosten tege moetkomen door een passagier voor een rondvlucht mede te nemen en die kosten te laten betalen. Maar een solovlucht schijnt ook voor Trude het toppunt van vlieggenot te zijn, alleen en steeds hooger! „Hooger dan drieduizend tot vierduizend meter komen onze kleine Oostenrijksche sportmachines niet", voegt zij hier spijtig aan toe. En alle droefenis van haar vlieg- sterhart openbaart zij. Volkssport? „Men spreekt steeds van vliegsport, die een volkssport worden moet maar overal, in alle hoeken, mangelt het aan geld. Ook het kleine Oostenrijk zou een Amy Molli- son, een Maryse Bastié, een Elly Beinhorn kunnen hebben, als er maar iemand was, die ons een handje hielp. Maar waar is de Oostenrijksche uitgever, autoriteit of par ticulier, die dat zou doen? Hier te lande moet een plan op het gebied van de vlieg sport reeds schipbreuk lijden op een be drag van de grootte(!) van 500 schilling!" Aarzelend verraadt Trude haar vroeger plan om bij gelegenheid van de opening van de Grossglocknerstrasse met eene kleine machine daar te landen. Eerst leek men vuur en vlam voor haar voornemen te zijn, maar alras bleek, dat er 500 schil ling te kort kwam en toen liep alles dood. „Niemand in Oostenrijk helpt ons", klaag de juffrouw Icarus, „daarom kunnen wij, weinig talrijke Weensche aviatrices ons beroep niet uitoefenen; daarom zijn er ook geen opvolgsters in Oostenrijk! Misschien heb ik indertijd, in 1931, toen ik als eerste mijn brevet haalde, mijn kans niet benut. De couranten stonden er toen vol van, maar ik heb alle tamtam en sensatie, ont- loopen ik was zoo blij, te mogen vlie gen, dat het vele gepraat er over mij ging tegenstaan. Toen had ik misschien iemand kunnen vinden, die de uitvoering van mij ne vliegplannen mogelijk gemaakt zou hebben Maar zij was een bescheiden kind van de stad Weenen, wien gepraat tegen de borst stuitte en tot straf moet zij nu achter de schrijfmachine zitten. Arme kleine juf frouw Icarus, arm lief meisje uit Weenen! kweekt, zijn blootgesteld aan wind en ge woonlijk vollen zonneschijn. Soms ziet men bloempotten zonder eenige beschutting op bovengenoemde plaatsen aangebracht. Dit is niet aan te raden, omdat deze pot bij zonne schijn sterk wordt verhit, wat een nadeeligen invloed op den groei van de plant heeft; bovendien is gewoonlijk de ruimte in den pot onvoldoende. Het laatste is te verhel pen door de plant in een grooteren pot te plaatsen en dit wordt dan ook wel gedaan. Beter is het om voor balconversiering ge bruik te maken van bakken die voldoende ruimte en breedte bezitten om er planten met een flinken potkluit in te plaatsen. De te gebruiken grond voor vulling moet vooral voldoende vochthoudend en voedzaam zijn. En nu de te gebruiken planten. Met veel succes worden klimopbladerigegeraniums of Pelargonium peltatum voor dit doel ge bruikt. De plant is vrij sterk en bloeit op deze plaatsen bij een goede behandeling gewoonlijk rijk. Zeer mooi is ook de Petunia, waarvan we voor balconversiering de enkel- fcloemig, hangende soorten liefst gebruiken. Jammer dat deze fraaie en rijk bloeiende plant zoo slecht bestand is tegen wind, waardoor we ze alleen op beschutte plaatsen met kans op succes kunnen gebruiken. Vrij sterk en rijkbloeiend is ook de O.I.kers, deze gemakkelijk te kweeken plant kan daarom uitstekende diensten doen. Jammer dat men tegenwoordig zoo weinig Fuchsia ziet, want ook deze heeft eigenschappen, waardoor ze bijzonder geschikt is voor balconversiering. Lobelia erinus en daarvan vooral de han gende variëteiten, zijn eveneens uitstekend geschikt voor planting van balconbakken. Van de niet-bloeiende planten bevelen we vooral aan, de maagdepalm of Vinca en de bonte hondsdraf of Glechoma hederacea fol. var. Op een .„l kunnen we o.a. gebruir maken van: Hortensia, Dracaena, Yucci, Oleander, Aralia japonica, en ook van, de andere reeds genoemde planten, die we dan plaatsen in daarvoor geschikte kuipen of bakken. A. G. Welke kleur(en), welke vormen U ook wenscht, Wjj drukken het! ALKMAARSCHE COURANT, TEL. 3320 New-York, Mei 1937. Onlangs las ik in een onzer veel ge lezen weekbladen een antwoord van den radio-redacteur aan een lezeres, die de meening geopperd had als zouden de programma's in Amerika immers nooit op zulk een hoog artistiek peil kunnen staan als bij ons. Tot mijn genoegen bleek deze medewerker goed ingelicht en haalde als voorbeeld de program ma's Van General Motors aan met een keur van klassieke muziek en eerste rangs artisten. Ik weet niet of hij een greep deed uit veel meer dat hem be kend was, of dat dit toevallig het eeni ge was. In ieder geval grijp ik de gele genheid aan er op te wijzen, dat, waar schijnlijk in tegenstelling met de alge meen heerschende opvatting ten onzent, de Amerikaansche omroepprogramma's op zulk een hoog peil staan als men zelfs in Eüropa niet kent. Deze bewering schijnt al zeer boud, maar is gemakkelijk te bewijzen. In landen waar reclame maken over de radio verboden is. schijnt men te denken, dat reclame persé gepaard moet gaan met minderwaardig amu sement als saus dienend voor den hoofdscho tel, zegge de aanbeveling voor een matras of soort limonade. En het is zeer wel mogelijk, dat dit in die landen zou gebeuren, wanneer dat verbod opgeheven werd. Het is zelfs niet in te denken, dat Europeesche firma's zulke kapitalen over zouden hebben voor een artistieke begeleiding van hun reclame door de lucht als de Amerikanen gewend zijn. Een van de eerste dingen, waar ik op wilde wijzen, is, dat men misschien ook een verkeerd idee heeft, hoe dat maken van die reclame in Amerika in zijn werk gaat. Het reglement van de Federale Radio Commissie bepaalt nJ., dat er per uur niet meer dan vijf heele minuten gewijd mogen worden aan het verkoopspraatje. Teruggebracht op een programma van een kwartier tijds komt dat op één en een kwart minuut spreken; bedenkt men verder, dat het artikel zoowel aan het begin als aan het eind van een kwar tier programma aanbevolen moet worden met een paar woorden, dan komt het er op neer, dat men een halve minuut hoort ver tellen hoe goed deze scheerzeep is en hoe lekker die sigaret. Probeert u eens in een halve minuut een goede aanbeveling te ge ven. De kosten Het grootste deel der programma's bestaat maar uit kwartiertjes, een veel kleiner uit halve uren en heele uren kunnen alleen be kostigd worden door de schatrijke, reusach tige zaken als Ford, General Motors, Ches terfield, Lucky Strike, Rockefeller Center, R.C.A., General Electric, om er maar een paar te noemen, die misschien bij ons be kend zijn. Ik aarzel bijna met cijfers aan te komen, die mijn lezers al te fantastisch in de ooren zullen klinken, maar ik moet er op wijzen om te kunnen aantoonen, dat juist daarom het uitzenden van het allerbeste mogelijk is. Groote omroepmaatschappijen als de National Broadcasting Co., de Colum- bia en de Mutual in New-York, om maar te zwijgen van een dozijn kleinere stations in New-York alleen over het heele land zijn er ongeveer 800 beginnen om 7 uur 's morgens en eindigen om een of twee uur na middernacht Van minuut tot minuut, tot op de seconde is die tijd verdeeld op twee manieren: gehuurd door adverteerders en geschonken aan de luisteraars door de maatschappij zelf! Het eerste heet een „commercial" programma, het tweede een „sustained". Door de reusachtige winsten, die uit de reclame gehaald worden, zijn de maatschap pijen in staat „sustained" programma's aan te bieden, die qua actualiteit of kunstzinnig heid misschien nergens hun weerga hebben. De aard van een dagblad-artikel dwingt mij kort te zijn en zoo haal ik maar een paar voorbeelden aan. Den geheelen winter wordt eiken Zaterdagmiddag een voorstelling van de Metropolitan Opera uitgezonden. Eken Zondagmiddag wordt de matinee van de New-York Philharmonie onder To6canini uitgezonden, om nog maar te zwijgen van vaste uitzendingen door de groote orkesten uit Philadelphia onder Stakowski, uit Boeton onder Koussevitski, uit Chicago, uit Roches- ter onder José Iturbi. De Metropolitan Ope ra is over de heele wereld beroemd om de zangers en zangeressen, die er aan verbon den zin: Lily Pons, Kirsten en Flagstad bijv. Dan de solisten, die optreden bij al die orkesten. De eene grootheid volgt de an dere op. Betaalt de luisteraar daarvoor? Ja, indirect door misschien wel onwetend een reeks van dagelij ksche benoodigdheden te koopen, wier fabrikanten trouwe adyerteer- ders over de radio zijn en zoo bijdragen tot den enormen rijkdom van omroepmaat schappijen. Daar is nog veel meer dat de groote maatschappijen gratis, d.w.z. zonder recla mepraatjes kunnen aanbieden en waardoor de radio in Amerika op zulk een hoog peil staat als nergens ter wereld. Tien minuten nadat de Hindenburg brandend neergeval len was, gaven alle stations uitgebreide be schrijvingen, lieten ooggetuigen voor de mi crofoon praten. Op den dag der Londensche kroningsplechtigheid, waren de groote New- Yorksche stations met hun dozijnen bijsta tions over het heele land van 's morgens vyf tot elf uur onafgebroken bezig met her- uitzenden: alle „commercieele" program ma's werden eenvoudig opzij gezet. Politie ke journalisten uit Londen en Parijs spreken geregeld, een Passiespel uit Oberammergau, een Kerstnacht ineen klooster aan den Do- nau, de aankomst van een vliegboot op de Philippijnen, om niet het huwelijk van onze Prinses te vergeten al dat nieuws komt geregeld en in een onafgebroken stroom door onze luidsprekers binnen. En ook dat danken wij aan de bij ons verboden reclame. Plat da joar. Nu komt ik tot de „commercieele" pro gramma's, waarop men dus wel het een en ander omtrent een sokophouder of zeepvlok ken te hooren krijgt. En ik geef graag toe, dat er programma's zijn, die een fatsoenlijk mensch kriebelig maken, dol makende swing, suikerzoete of de haren te berge doen rijzende hoorspelen, lezingen en dergelijke dingen. Maar er is ook veel van dat soort, dat wel het aanhooren waard is. Gewoonlijk worden zulke kwartiertjes gegeven door de mindere broeders van de zakenwereld. Maar nu de voornameren! Ah, die hebben min stens een half uur, zoo niet een vol uur en die kijken niet op een duizend dollar. Ja, er zijn programma's, die dat bedrag per mi nuut kosten niet alleen de gehuurde „lucht", maar daarbij komt het orkest, de solisten, de humoristen of wat zij verder als plat du jour opdienen. Een man als Eddie Cantor, die ook wel van de film ten onzent bekend zal zijn en hier erg populair is, ontvangt voor één uur per week over de radio van zijn adverteerder het bescheiden sommetje van tweeduizend dollar, een ton per jaar. Hij wordt begeleid door een der beroemdste bands met solisten en op die manier is het geen wonder hoe duur zoo'n uurtje komt te staan. Nu ligt het heelemaal aan den adverteer der welk soort programma hij wil aanbie den. Lucky Strike bijv. biedt elke week een heel uur aan met een beroemde band, die alle populairste songs speelt. Ford daaren tegen huurt eiken Zondagavond het Detroit Symphonie orkest en een wereldberoemde solist of soliste. Wat wordt er nu op zoo'n uur gezegd over zijn wagens, hoor ik een belangstellende lezer vragen en mijn ant woord is: niets! Er wordt alleen bij het be gin aangekondigd dat het volgende uur een aanbieding is van mr. Henry Ford, stichter en mr. Edsel Ford, directeur-generaal van de Ford Motor Company. Met geen woord wordt er verder over de auto zelf gesproken, het tooverwoord Ford is genoeg en staan immers niet overigens alle tijdschriften en kranten en reclameborden langs de wegen vol beschrijvingen en aanprijzingen van de 1937 Ford? Zooiets past niet tusschen een superbe gespeelde ouverture Tristan und Isolde en een vioolconcert van Yehudi Me- hunin, voelen ook terecht de Amerikanen, die door het oude Europa wel eens ten on rechte voor barbaren op artistiek terrein worden aangezien. Ruime Laat de lezer toch vooral niet vergeten, dat op hetzelfde oogenblik 'n dozijn stations tegelijk aan den gang zijn. Biedt WEAF niet veel bijzonders, probeer dan WJZ! Oofe pilSTOiti£CHE AVONTURENROMAN. Door G. P. BAKKER. 30) HOOFDSTUK XX. Toen de Franciscaner tot bewustzijn kwam, lag hij op een bank in een donker vertrek. Hij voelde nog het bonzen op zijn hoofd. Moeilijk stond hij op, keek om zich heen, slechts door een hoog raam scheen eenig licht. Hy sleurde de bank voor het venster, maar zag slechts flauw door de tralies een binnenplaats, omringd door hooge muren. Hij voelde langs de wanden van zijn cel, doch nergens vond hij een uitweg. Er was een ijzeren deur, zoo ste vig gesloten, dat er aan ontkomen niet te denken viel. Moedeloos ging hij weer op de bank liggen. Edzke trachtte zich te herinneren, hoe hij daar gekomen was. Hij herinnerde zich den brief van Lut, zijn vermomming als Franciscaner, de wandeling over den Breeden Weg, den raadskelder. Daarna den Franschen edelman en het volgen van den bleeken monnik. Zou Greta hem in een hinderlaag heb ben gelokt? Een briefje aap hem van Lut hebben onderschept en hem hebben ver kocht aan dien Franschman, die door een sprookje van een aanslag op het leven van den Zweedschen koning, hem de aanwij zing gegeven had den monViik met dat dwepersgezicht te volgen? Maar dat was onmogelijk. Greta had hem niet verraden. Daarop zou hij zijn leven willen verwedden. Er kwam een spotlachje om zijn lippen. Zijn leven! Dat was op dit oogenblik geen duit waard. Onwillekeurig voelde hij onder zijn py in zijn broekzakken. De pistolen waren er nog en zelfs zijn beurs. Ze hadden hem dus niet aan den lijve onderzocht. Hij lachte zacht. Die stomme lingen. Hij zou zijn leven duur verkoopen. Vier schoten en zijn dolk. Afwachten en zich slapend houden. Hij dacht aan Greta. Hij zag weer haar lief gezicht, haar trouwe blauwe oogen. „Dwaas", mompelde hij. „Beken het maar. Mariska is vergeten. Je hebt Greta lief". Weer overviel hem een duizeling en soezend sliep hij in. Hij werd wakker doordat de deur ge opend werd en het licht van een lantaren op zyn gezicht viel. Hij hield zijn oogen gesloten. Hij hoorde een stem zeggen: „Nog niet bij". Hij voelde een natten doek op zijn gelaat en opende de oogen. Vier mannen in het zwart stonden bij de bank. Hij kreeg een duw. „Sta op en ga mee", sprak een ruwe stem. „Je zult nog tijd genoeg heb ben om te slapen". Hij keek in het wreede gelaat van den spreker en dacht: „De eeuwige slaap eerst voor jou. Jij hebt eer lijk het eerste schot verdiend", en weer sloot hij de oogen. Ze tilden hem op. Hij deed alsof hy nauwelijks op zijn voeten kon staan. De vier mannen namen hem in hun midden en brachten hem door een breede gang naar een vrij groote zaal, die flakkerend verlicht was door fakkels, in ringen aan de muren gestoken. Aan het einde der zaal zaten aan een tafel vier mannen. Ze droegen lange zwar te mantels en hun hoofden waren in zwar te kappen gestoken, zoodat alleen de oogen zichtbaar waren. De vier wachters gingen om hem heen staan, zoodat hy in het middelpunt van een vierhoek stond. De oogen der rechters zagen hem door de gaten in de maskers onderzoekend aan, strak als kattenoogen. Achter de vierschaar was de muur met zwart laken bekleed. Aan weerszijden der groote tafel stonden op zuilen twee groote lantarens met rouwfloers omhangen. Hij keek naar de rechters, maar herinnerde zich niet ooit een hunner gezien te hebben, trouwens hij zou ze niet hebben kunnen herkennen in die mantels met kappen. Zoo moesten de broeders der barmhartigheid in Venetië er uitzien, die tijdens de pest de zieken verplegen, maar niet herkend wen schen te worden, zelfs niet door hun me debroeders. Een der beide middenste rechters, een klein mager ventje, maar blijkbaar met een groot hoofd, keek hem met spot in de oogen aan en het klonk hoonend, toen hij vroeg: „Wie ben jij?" „Een monnik". „Een valsche monnik". „Nogmaals, wie ben je?" En zyn oogen stonden zoo venijnig, dat Edzke dacht: „Mijn eerste schot heb ik al beloofd, maar het tweede is voor jou", doch hy zweeg. „Ik zou je raden op te biechten en vlug. Je leven hangt aan een zijden draad. Bo vendien, er zijn anderen middelen om je tot spreken te dwingen". „En jou tot zwyzen", dacht de vermomde luitenant, maar sprak: „Ik wil gaarne we ten in wiens handen ik ben gevallen en met wie ik te doen heb". De scherpe stem antwoordde: „Gaat je niet aan". „Zoo! Man, je weet niet eens, dat je al met je eene voet in het graf staat", klonk het brutale antwoord. „Roep den beul!", luidde het bevel. Een der wachters verdween. „Nu is het misschien het goede oogen blik om hem voor den kop te schieten" dacht de gevangene. Maar hij besloot nog te wachten. Hy wilde gaarne iets meer gewaar worden. Bovendien, dat nydasje zou hem toch niet ontkomen. De beul, een groote kerel in 'het rood, 'n roode kap over het hoofd, kwam binnen. Hij droeg een groot zwaard. Hij ging ter zijde van den gevangene, ongeveer tien voet van hem verwijderd, staan. „Jij komt in aanmerking voor nommer drie, en dat zwaard zou my passen", besloot de ver momde luitenant. Doch hij keek naar den beul en het scheen, dat hij trilde .van angst. Hij kon voelen, dat er een gemeen lachje kwam op het gezicht van den kleinen rechter. „Ha, ha!" zei hij. „Ik wist het wel. Die man zal je geheugen wat opfrisschem Ja, hy kent tal van overrende middeltjes „Ik zal je de waarheid vertellen be sloot de gevangene. „Ik heb geen enkele reden om het niet te doen. Alleen je hate lijk en onbehoorlijk optreden deed mij zwijgen". „Wel allemachies", zei de beuL „Zwijg!" sprak een der andere rechters. „Ik", vervolgde de gevangene, „ben een spion". „Zal ik nu het vuurwerk afsteken?" overlegde hy. „Maar er kan nog een beier oogenblik komen. Even doorlegen". Eindelyk zei de rechter smalend: „Wat deed je in den raadskelder en wat heb fa daar gehoord?" „Niets. Ik ben daar geen sikkepit wijzer geworden. Ik volgde een Saksischen spion, die de stad binnengeslopen was. Mij was opgedragen dien man overal na te gaan. Maar laat die schrijver niet vergeten te vermelden, dat ik onder den druk van den beul gedwongen word de waarheid te ver tellen. De koeriers van Zijne Excellentie, veldmaarschalk graaf Tilly, werden voort durende ontlast van hun brieven. Men ver moedde, dat dit op bevel gebeurde van den koning van Saksen. Zelfs de correspon dentie met Zijne Majesteit keizer Ferdi- nand II van Duitschland was niet veilig". „Wie droeg u dat op?" „Graaf Tilly zelf natuurlijk". „Zo:. En?" „De koerier Da Costa met belangvO- ke De deur werd eensklaps opengeworpen en binnen trad met zijn sierlijk zwaaieó,- den gang de markies Saint Rocqu de Haute Colline. Hij groette diep met zijn grooten vfitboed en trad naar voren. „Zwijg", zei de voorzitter tot Edzke, en tegen den Franschman: „Wie geeft jou het recht hier binnen te dringen?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 11