Om het wereldkampioenschap dammen. Springer wint de 20ste partij. £uchtoaact BINNEN 3 O METER Luchtvaartdag op Texel. Maarten scroift nei de krant Vlucht Madagascar-Frankrijk mislukt. fUutde en JjÜH&otM Schoonste rijpaard. Vervolgens werd verreden het nummer schoonste rijpaard. Een aantal rijdieren verscheen in de ring. De eerste prijs in de lichte klasse werd toegekend aan La Pelouse van de Baldfour farm te Rotterdam en de tweede prijs aan Lismore van luit. dr. H. L. M. van Schaik. De eerste prijs in de zware klasse be haalde Falaise van mej. van Haeften uit Brussel, de tweede prijs Sir. William van het curcus Kavaljos te Amsterdam en de derde prijs Blarney Boy van dr. H. M. E. Schürmann te 's-Gravenhage. De beide nummers reden vervolgens om den kampioen^prijs. Deze werd gewon nen door Falaise van mej. J. van Haeften te Brussel. Het paard werd voorgereden door de eigenaresse. Het hoofdnummer. Het hoofdnummer van den dag was de landenwedstrijd op den wisselbeker „de groote Hollandsche Molen".Vier equipes dongen mede en wel een Belgisch bestaande uit luitenant Vicomte de Biölley met Jupi- ter, luit. de Voghel met La Biguine, luit van Strijdonck met Ramona en ritmeester Chevalier de Menten de Horne met Whisky, een Fransch bestaand uit luit. Chevalier met d'Huis, luit. Broussard met Epreuve, luit. de Bartillat met Francais en luit des Roches met Batailleuse. Een Iersch bestaan de uit luit. Heffernap met Kilmallock, luit. Stack met Owen Roe, luit Neyon met miss Ireland en luit Heffernan met Salmon Leap, (je Nederlandsche kleuren werden verdedigd door ritmeester I. baron Sirtema van Grovestins met Izard, ritmeester C. Pahud de Mortanges met Ikarnus, luit. J. A, de Bruine met Ernica en luit. Greter met Carina. Het parcours voor dezen wedstrijd is 790 meter met 17 hindernissen van een maxi mum hoogte van 1.60 meter. Het parcours moest gereden worden binnen 1 min. 59 sec. Iedere ruiter reed het parcours twee maal. In dezen zwaren wedstrijd slaagden zes ruiters erin feilloos rond te komen en wel luit. des Roches, luit. Chevalier, luit. de Bartillat, allen Frankrijk, luit. Neylon en luit Heffernan (Ierland) en de Nederlander luit. Greter met Carina. Na de eerste ronde was de stand: 1. Frank rijk 4 fouten; 2 Ièralnd 3 fouten; 3 Nederland 24 fouten; 4. België 32 fouten. Na de tweede ronde was de stand: Frank rijk en Ierland zeide 24 fouten, Nederland 40 fouten en Beglië 86 3/4 fouten. Derhalve moesten Ierland en Frankrijk overspringen. Hiertoe werden zes hinder nissen verhoogd. In de verhoogde parcours maakte luit, Chevalier 0 fouten in den zeer korten tijd 1 min. 12 4/5 sec., luit. Broussaud 12 fouten, luit. de Bartillat en luit. des Roches, elk 8 fouten. Zoadat het totaal van de drie besten 16 werd. De Ieren zagen dus de groote Holland sche Molen, welke zij verleden jaar won nen, in Fransche handen overgaan. Z.K.H. Prins Bernhard overhandigde per soonlijk den wisselbeker en de eereprijzen voor de leden der winnende equipe en den eereprijs voor den individueelen winnaar, luit. des Roches (Frankrijk). Dammen. Nog een achterstand van 2 punten. De twintigste partij van den wedstrijd om het wereldkampioenschap dammen tusschen Springer en Raichenbach is Zon dagmiddag te Amsterdam gespeeld. De partij had het volgende verloop: Wit: B. Springer. Zwart: M. Raichenbach. 3228 opp e n i n g. 1. 32—28 18—34; 2. 33—29 23X32; 3. 27X28 19—24; 4. 39—33 14-r-19; 5. 41—37 20—25 6. 29X20 25X14; 7. 37—32 12—18; 8. 34—29 7—12; 9. 46—41 14—20; 10. 44—39 20—24; 11. 29X20 15X24 12. 39—34 10—15; 13. 50—44 18—23; 14. 44—39 12—18; 15. 41—37 17—21 16. 28—22 De eerste zet, die naar complicaties vraagt. Raichenbach gaat echter nergens meer op in. 118X27 17. 31X22 11—17; In een ander stadium van de match zou Raichenbach het stuk op 22 zeker niet ge ruild hebben. Nu doet hij zulks om de mo gelijke moeilijkheden te ontgaan. 18. 22X11 16X 7 19. 34—29 23X34; 20. 40X20 15X24 21. 39—34 5—10; 22. 34—29 10—14 23. 29X20 14X25; Wit meende door schijf 24 aan te vallen zwart's positie op den langen vleugel af breuk te doen en daar een aanval te kun nen ontketenen. Met zwart's 22sten zet wordt schijf 24 naar 25 gebracht, zoodat wit's aanval op dit stuk thans niet meer opgaat. 24. 33—29 7—12 2. 38—33 1— 7; Het is nu weer een flankpartij geworden, nadat Springer zwart van de velden 23 en 24 heeft verwijderd. 26. 32—28 9—14 Springer staat nu stevig op het centrum, doch dit heeft nog weinig te beduiden. 27. 37—32 4—10 28. 42—38 21—26; 29. 43—39 12—18 Zwart dreigt nu 1923. Om dit te ver hinderen, heeft wit 3934 of 2924, en hij besluit tot het laatste. Hoewel Raichen bach nu gelegenheid heeft tot het volgen de verrassende ffer. 30. 29—24 19X30 31. 35X24 18—22; 32. 28X17 14—19. Wit heeft nu tijdelijk stukwinst, doch nadat Raichenbach he* stuk op 24 heeft terug gewonnen, staat schijf 17 in gevaar. Door een dreiging maakt Springer echter eiken aanval op het stuk onmogelijk. 33. 45—40 19X30 34. 47—42 10—14; 7—12 is nu namelijk verhinderd wegens 17—11, 3631 en 33X11» 35. 42—37 Het gaat er, wat de verdediging van schijf 17 betreft, om, of wit genoeg tempi behoudt om de positie van het stuk te beveiligen. Hier staat Springer voor een zeer moeilijke taak; lukt het hem, dan domt het stuk op 17 strategisch sterk te staan, mislukt het echter, dan gaat schijf 17 verloren. Zwart's volgende zet is er op gericht wit's tempovoorraad te verkleinen. 3 530—35 36. 49—44 Ruilt hier dus niet, doch tracht voldoen de vrije zetten te behouden.. 3 614—19 37. 40—34 19—24; 38. 3631 De verdedigings-dreiging is nu verdwe nen, doch thans kan zwart 712 keeren met gewoon 3127 en 27X10. 3 813—18 39. 32—27 Op 712 volgt nu weer 1711, 3732 en 33X11. Na 7—11 is 38—32 en 33—29, 39X17 mogelijk. Na 711 kan wit ook 3832 en 3228 spelen. 3 918—23 40. 27—22 De stelling wordt steeds gecompliceerder, Wit bouwt zijn stelling nu zoo, dat een aanval op schijf 23 kansrijk wordt. 4 024—30. Zwart's stand wordt er niet gemakkelij ker op. Hoewel schijf 23 nog niet direct in gevaar is, blijft dit stuk voorloopig nog een bron van zorg voor zwart. 41. 38—32 Een algemeen verwachte zet. 4 17—11 42. 48—43 8—12 43. 17X 8 3X12 Het witte stuk op 17 is nu eindelijk ge ruild. Op 3329 volgt nu 3540, met meerslag. Na 3328 volgt 2329 en 30 34, 25X34. Op 27—22 komt 23—29 even- eens meerslag. Springer besluit nu tot: 44. 43—38 Zwart moet nu trachten de meerslag- dreigingen in het spel te houden of tot 2329 besluiten. De eerste mogelijkheid plaatst hem voor allerlei moeilijkheden om schijf 23 te redden, terwijl 2329 wit, indien deze winstkansen wil behouden, dwingt tot 33X24, daar op 34X23 3034 volgt. 4423—29 45. 33X24 30X19; De stand is nu: Zwart 8 stukken op: 2, 6, 11, 12, 19, 25, 26, 35. Wit 8 stukken op: 22, 31, 32, 34, 37, 38, 39, 44. 46. 32—28 2— 8. Nog steeds heeft wit het initiatief. Sprin ger heeft de weerlegging van Raichen- bach's aanval schitterend behandeld. 47. 38—33 Springer's stand is nu zeer mooi. Na 8 13 houdt hy op 1218 de mogelijkheid van 22—17 en 28X17. 478—13 48. 34—29 19—24. Vrijwel gedwongen, daar 2923 dreigde. 49. 29X20 25X14 50. 39—34 11—16; 51. 31—27 Met ruilen achterwaarts verschaft zwart zich nog veel bewegingsvrijheid, waardoor de combinatie tusschen Springer's stukken wordt verbroken, maar zwart kan ook trachten een omsingelingsmanoeuvre te voeren, die de waarde van Springer's cen- trumblok afbreuk doet. Met zijn nu vol genden zet leidt Raichenbach een tijdelijke beperking van speelvrijheid in. 5113—19 52. 33—29 14—20; 53. 44—39 Op 2923 kan zwart „plakken" met 26—31, 16—21 of 35—40. 5312—17 Raichenbach dacht over dezen zet lang na. Hij heeft een ongemakkelijke stelling en de Franschman komt, wanneer hij het op de tempi laat aankomen, in een lastig parket. 54. 22X11 16X 7 55. 28—22 6—11; 56. 22—18 11—17 57. 29—23 19X28. Op 27—21 komt 17—22 of 19—24. Het offer is Springer's eenige kans. 58. 18—13 7—12 59. 13— 9 20—24; 60. 9— 4 24—30 61. 34X25 35—40; 62. 27—22 Het beste. Raichenbach krijgt nu mate- rieelen achterstand en de mogelijkheid van damhalen wordt beperkt. 6228—32 63. 37X28 26—31; 64. 22X11 31—36. Op 31—37 volgt 39—34, 28—23 en 4X42. 65. 39—34 40X29 66. 11— 6 12—17; 67. 6— 1 36—41 68. 1X45 41—47; 69. 25—20 47X15 70. 45—29 15X22. Wit wint. Een uitstekende partij van Springer, waarin hij op zulk een verdiende wijze de zege bevocht. Dat deze derde winstpartij van den Nederlander als een fraai staaltje van zijn kracht mag gelden. Deze partij is het beste bewijs er van. Dat in wezen geen verschil in kracht bestaat tusschen de bei de grootmeesters, en vastgesteld mag wor den, dat de wijze, waarop Springer zijn winstpartijen behaalde, veel fraaier was dan de manier, waarop de titelhouder de winstpunten verkreeg. Raichenbach'? po ging om te vereenvoudigen, is mislukt. Het offer, dat hij nam scheen den Nederlander even in moeilijkheden te brengen, doch deze versaagde niet en maakte van den nood een deugd en het stuk op 17 kreeg strategische waarde. Het eindspel is door Springer verbluffend sterk behandeld, en het applaus, dat losbarstte, toen op den 71 sten zet de winst was bereikt, was een demonstratie van medeleven met Sprin ger's prestaties en een aansporing tot niet opgeven. Nog is Raichenbach's positie allesbehal ve safe. Hij staat, met vijf partijen nog te spelen, slechts twee punten voor. M. Raichenbach 20 4 13 3 21 B. Springer 20 3 13 4 19 Dinsdag wordt de 21ste partij gespeeld, wederom in het Victoria-hotel te Amster dam. van e«n b randende straat lantaarn of op 'n officieel parkeerterrein moet uw auto staan om vrijgesteld te zijn van de plicht om licht op te hebben Opening van het nieuwe vliegveld Eenige duizenden inwoners van Texel hadden zich Zaterdag op het nieuwe vlieg veld te Texel, dat feestelijk met vlaggen was versierd, verzameld, toen drie vlieg tuigen van de K. L. M. arriveerden, met een aantal autoriteiten, dat de plechtige opening van het vliegveld kwam bijwonen De burgemeester van Texel, mr. A. F. Kamp, die de gasten van het eiland in een begroetingswoord welkom heette, kon daarbij de namen noemen van den directeur van den luchtvaartdienst, den heer H. Ch. E. van Ede van der Plas, die den minister van Waterstaat vertegenwoordigde, den vertegenwoordiger van den minister van so ciale zaken mr. Draayer, directeur generaal van de werkverschaffing, den vertegen woordiger van den minister van binnen- landsche zaken, mr. D. G. W. Spitzen, den waarnemend commissaris der koningin in de provincie Noordholland mr. H. Bomans, de inspecteurs van de werkverschaffing, den heer Meyer de Vries, baron Kraayenhof, voorzitter van de Kon. Ned. Ver. van Vreemdelingenverkeer, den heer H. J. Bloe- mers, voor den Kon. Ned. toeristenbond A. N. W. B., den heer van Tienhoven, vertegen woordiger van de vereeniging tot behoud van natuurmonumenten, den heer W. B. Oort, oud-burgemeester van Texel, een ver tegenwoordiger der Nederlandsche Heide maatschappij, den burgemeester van Haam stede, Jhr. Röell, den onder-directeur van de K. L. M. den heer P. Guilonard, den ha venmeester van Schiphol den heer Dellaert, den commandant der luchtvaartafdeeling, kol. van Heyst, overste van Aller, als ver tegenwoordiger van den admiraal Kruys en vele anderen. De burgemeester van Texel gaf in zijn begroetingswoord uiting aan de dankbaar heid van de Texelaars, by de tot standko- ming van dit vliegveld. In het bijzonder dankte hy den heer van Ede van der Pais voor de prettige samen werking met zijn dienst en de directie van de K. L. M., die met haar naam dit vlieg veld heeft gemaakt. Daarna sprak de heer van Ede van der Pais een rede uit. Na deze plechtige opening rees de Neder landsche driekleur in top en hieven de aan wezigen het Wilhelmus aan. De heer P. Guilonard sprak daarna nog eenige woorden namens de K. L. M., waarbij hij zijn genoegen uitsprak, dat de lyn naar Texel is tot stand gekomen. Op werkdagen zal men van Donderdag a.s. af, tweemaal per dag Texel per vliegtuig kunnen berei ken. De directie van de K. L. M. is hoopvol gestemd, dat deze proef, die reeds van het begin af aan op het programma van het bin nenlandsche luchtverkeer stond, zal slagen. In den namiddag zyn onder leiding van de heeren Slot en Kleyboer boven het vlieg veld groote vliegdemonstraties gegeven, die door duizenden toeschouwers met veel be langstelling werden gevolgd. Bijzonder veel belangstelling bestond er voor de verbazingwekkende stunts, welke met een autogiro werden uitgevoerd. Ook na de openingsplechtigheid bleef heel den middag op en rond Texel's nieuwe vliegveld een genoegelijke feeststemming heerschen gedurende de vliegdemonstraties, welke den „Luchtvaartdag" besloten. De vliegsport, een blauwe zomersche he mel, de open lucht, en zon rondom, dat alles kan slechts tevreden gezichten te voorschijn tooveren, vooral op een historischen dag als dezen Zaterdag, die voor Texel de verlos sing beteekende uit een isolement. Op een eiland te wonen, te midden van duinen, weiden, schaapskooien en in een bijna ongerepte afzondering, in een sfeer van serene rust, die tot nu toe slechts door schaarsche vacantegangers gebroken werd, en dan op een goeden zomermiddag bezoek te krijgen van een uitgelezen gezelschap Haagsche autoriteiten, die „even komen overwippen" en daarmee een modern com municatiemiddel komen inwijden, dat is een historisch evenement. De Texelaars begre pen, dat Texel voortaan even dicht een half uurtje immers van Amsterdam zou liggen als Zandvoort of Muidenberg. Daar om was er een feeststemming en stond het vliegtuig dezen middag „in hoog aanzien" bij de eilanders. Ontelbaar waren de kromme lijnen, die de marinevliegtuigen afzonderlijk, of in es- kadrille onder commando van luitenant Beugeling, aan het uitspansel beschreven. Bijzondere belangstelling hadden de toe schouwers voor de evoluties vat het auto giro-toestel van den heer van de Velde uit Rotterdam en voor de behendige tuime lingen van de kleine Scheldemusch van den heer Slot uit Vlissingen. De rondvluchten hadden zeer veel aftrek en heel wat Texe laars hebben de contouren van hun eiland uit de lucht kunnen aanschouwen. Doch het meest populair was de Douglas, thans een geheel nieuwe verschijning op Texelschen grond, doch binnenkort een dagelijksche en vertrouwde bode. En wat de vliegers be treft, zij prezen de effen en harde grasmat, welke door vier jaren arbeid de aanleg werd in 1933 in werkverschaffing aange vangen is verkregen. Texel heeft niet alleen een mooien lucht vaartdag gehad, het heeft een nieuwe perio de ingeluid, die van het geregelde luchtver keer. Het eiland is niet heelemaal eiland Dat ik van de week uit stad kwam, en net zoowat tusken de molen et „Rooie hert en de Zes Wiele reed, kwamme der un paar jooskes soitan men raaie, en dat wazze lang gien gewone. Ik denk zoo, dat et twei Alkmaardertjes wasse an de ommere weerom te zien te- minste, want ze wasse deer goed thuis. Nou houw ik naggal van opskieten, en raai altoid noggal stoer deur. Affoin et gong voor de wind, en den trapt et licht en ik had er best de gang in. Maar met zen tweikes, gonge ze me voor baai boijeggaar op un kloin reesfietske, en in leeftoid skeelde ze mekaar niet veul, zeuven, acht jaar denk. Ik vind die reeseraai erg mooi en mag et graag zien, en as er un reeser men vei baai gaat, den zou ik er ok nag meist verbeelding van kroige. Ze reede me den verbaai, en ik kon et niet leite om der achteran te gaan, dus reed ik met ze mee. Et gong hard hoor en et was me meist te bar, maar ik wou gien steert hange leite, en trapte wat ik kon. „We moete em kwoit", hoorde ik. Maar deer zou ik toch men best voor doen, dat dat niet beure zou, al zou ik op et end gien aasem meer over hewwe. En haarlui perbeerde et hoor, dat beloof ik je. Et mooiste van et geval was de groote ernst en vastberedenhoid, weer ze mee reede. Die gezichte, ik zal ze nooit vergeete. Stoif de lippe op mekaar, en die ooge niks was er, dat ze niet in de gate hadde, in et voorhoofd, zoo kloin as ze wasse, diepe rimpels. Der regge gebogen, en der hande vast om 't stuur en trekke maar, en de kloine, jónge pootjes trapte geweldig op de trappers) Hallefweg de Hoornsche weg reed ik voor ze uit en vlak achter me de opkomst van de Alkmaarsche rennerswereld. Onderwoil smoesde ze weer wat met me kaar, en opiens hoorde ik „Ja! Ze gonge me verbaai en et leste end most ik et loodje legge. Deer gonge ze, tien, twintig meter voor men uit, toe skee ik er uit, en sebiet wasse ze al un paar honderd meter veerder, nag- geris efkes omkoike, en hup over de breg rechsof. Ik weet vast en zeker, dat ze voldaan wasse, ze hadde de stroid wonnen van un ouwere, en weer meer moed en enerzie kregen voor een volgend slachtoffer. As Poinenburg en van Kempen zoo keke en rede ze, alles op alles hadde ze set, net as die groote, die ik netzeeven noemde. Kloine groote mensche, weer evenveul vuur in zit as groote groote-mensche. Wat gaat er nou in zoo'n kloin zieltje om? Dat ik dut meemaakte, kon ik et heel best indenke, ien gedachte,... winne moete we!! En hoe? Volhouwe an 't end toe, al zouwe we niet meer kenne, toch nooit opgeve, waai benne toch renners, en die kirrel niet. Elke gedachte gaf weer meer moed en kracht, en et gevolg was weer, trappe, trappe wat we maar kenne, en dat ken, nei et moet! Deer leeft wat in, en dat mag ik zoo graag. Gustereivend ok weer zooiets. Ik was te hengelen gaan, nei de spoor- breg, en of et em nou in moin zat of dat de visch niet graag was nei men wurme, dat weet ik niet, maar et wou niet erg, en men netje was nag droog. As hengelaar hew je altoid belangstelling, en voor ik er erg in had, sting er un dreu- mesie van un jaar of zes baai me. „Hew je al wat? vroeg ie, de hande in zen zakke, en zen oogies nei de dobberkes. Et wou toch niet erg, dus un praatje kon der wel baai. „Nei, ik hew nag niks". „Haak bloot" opperde ie. Ik haalde op, en keek. ,,'k Wul 't wel geloove", zoi ie, „veuls te dikke wurm, den vang je nooit wat, hoor!" Ik deed er un dunnere wurm an, want den was ie ok tevreden, en lag weer in. „Men vader gaat altoid te kurperen". „En vangt ie wel ders wat?" „Soms wel, maar et wul ok welders niet, maar die heb veul grooter hengel, en haai ken et ok hoor". As un kind je wat vertelt, den is et veul over zen vader of moeder, en die worde den altoid ophemeld, ze hewwe dut of dat beter, wete meer as un aar, En gaan derris teugen in, den worde ze opstandig en perbeere met foite te bewoize dat et wel zoo is, gaan je den nog deur den worde ze noideg. En wat hew je den, un voiandje kregen. Das verkeerd! Vraag ze, en help ze, den hew je der un vriendje baai, weer je wat van gedaan kroi ge ken, die weer derris op je of komt, en gezellig met je babbelt. Vertel je ze den derris wat, den wordt er nei je luisterd en dat geeft je oigen voldoe- ning. Want vertelle ze wat, zooas die te dikke wurm, das un uiting van der kennis en ge dachte. En maak je, die twei op redut, den worde ze zoo-as ik al zoide ofgetrokken, en den valt et niet mee om er weer in te komme. Afoin, we warre an 't hengelen, ik zeg we, want den haal ik ze altoid in 't complot er baai, en dat kwam wel uit ok, want dat ik efkes omkeek was et. „Je moete uitkoike want je hewwe tok". Ik haalde op en un beste beers, nei un kanjer. Maar ik had meist meer erg In men kloine vrind as in de visch, want haai was overend spronge en greep et snoer en, de beers, en zoo gouw gong et dat de visch was al in 't net, en 't net te water eer ik er erreg in had. Triomfantelijk keek ie men an. „Zie je wel dat deuze wurm beter is, ik zoi et toch al, ja ik wist et wel. „Ja, zoi ik, je hadde geloik". Toe wier ie efkes rood, en keek men vra gend an of ie zegge wou „mien je dat nou", maar ik bleef ernsteg en dat gaf de deur slag, haai was voldaan, haai groeide un pond, zegge waai welderris. En eerlyk gezoid, is deer wel wat van waar, want in zen binnenste was ie geluk kig, met et iedee dat er un groot mensch was, welke geloofde wat ie zoide. As ze nou wat vrage, den is et krek eve- liens, al is de vraag nog zoo mal, lach er nooit om. Zellef wul je ok niet uitlacht worre. En zullie krek evenmin. En is et „Weerom is dat zoo, en weerom niet zoo?" Perbeer altoid et Weerom met un, Deerom, uit te leggen, den beroik je et hoogste wat er is, en das de kinderliefde en vriendskip. Hard worde des weer werrekt teugens- woordig vollop en vollop is et piepers roo- den, en de anvoer is ok al puur groot, as je dat zoo ziene. Des is vanzellef weer un skaduwzaai an, en dat is, dat ze der voor et grooste deel deurdroye. Ze komme de weer verrom en moete den kuild worre. Jamiper is et hoor, dat er zoo'n kloin beetje voor export laden wórde, en voor et binnenland benne des nog te veul ouwe, al zal dat nou wel gouw over rake. Maar et is em niet. We wulle roode, voile en vort. Den is de koik er af, maar nou,... In de kuil, dat benne we nog niet wend ok. Allegaar werk en oppassen, en wat hew je an die soesa, niks ommers, dat benne waai niet wend, vroeger was et vort en den was de koik er af. In de stad, ziene ze dat niet zoo, (deer is ok wel weer wat hoor) maar et is zoo noo- seluk, as et onverkoopbaar is en weerom komt. Nou is wel weer derris welletjes, en maar weer tot de aare keer, ik hoop dat we dut weer nog efkes houwwe magge, dat kenne we hewwe. De groete maar weer van Trointje en altoid van MAARTEN. Sunterbankeris, 25 Juni 1937. Vliegtuig neergestort. Beide bestuurders gewond. Het Fransche vliegtuig, bestuurd door Tréchot en Monteil, dat Donderdag van Tanarive (Madagascar) was opgestegen naar Parijs, om de luchtverbinding tus schen Madagascar en Frankrijk tot stand te brengen in 48 uur, is in de omgeving van Zanzibar neergestort. De beide bestuurders zouden gewond zyn. Uit Nairobi wordt gemeld, dat het wrak van het vliegtuig, waarmede Trenchot en Monteil trachtten van Madagascar naar Parijs te vliegen, Zaterdag aan de kust ten Zuiden van Zanzibar is gevonden. De beide vliegeniers zyn nog niet gevonden. Inboorlingen hebben medegedeeld, dat zij Zaterdagochtend omstreeks vier uur het ge luid van een vliegtuig op groote hoogte hoorden. Kort daarop hoorden zij enkele ontploffingen, gevolgd door een zeer harden knal. meer. DE POSTVLUCHTEN. Ibis op de thuisreis te Medan. ZWEEFTOESTEL IN STUKKEN GEVALLEN. De bestuurder ongedeerd. Tijdens oefeningen van de Aero-ver- eeniging „Amersfoort" is gistermiddag op de Vlasakkersheide een zweefvliegtuig van een hoogte van naar schatting vijftig meter omlaag gestort. De bestuurder, de heer van der H., uit Amersfoort, slaagde er in zich tijdens den val los te maken en sprong, toen het toe stel dicht bij den grond was gekomen, er uit. Hij bereikte vrijwel ongedeerd den grond. Het toestel werd geheel vernield. DUITSCHE BERGBEKLIMMERS PER K. L. M. NAAR KARACHI. In verband met de verongelukte Himalaja-expeditie. Aan boord van het Indiëvliegtuig der K L. M„ de Douglas D. C. 3 „Specht", dat heden naar Batavia is vertrokken bevin den zich de heeren Fritz Bechthold en Paul Baur. Fritz Bechthold is een bergbeklimmer van grooten naam en een der overlevenden van de bekende Duitsche Naga-Parbat-Expedi- tie 1934 naar het Himalaja-gebergte. Pau! Baur behoort eveneens tot de meest beken de Duitsche bergbeklimmers en heeft spe ciaal de aandacht op zich gevestigd, door zyn onderzoekingen in het Himalaja-ge bergte. Hij is het ook, die een groot aandeel heeft gehad in de voorbereidingen voor de laatste Himalaja-expeditie, de Naga-Parbat expeditie 1937, welke door een zoo noodlot tig ongeluk getroffen is. Het is ten gevolge van dit ongeval, dat de Himalaja-stichting den heeren Baur en Bechthold verzocht heeft zich naar Lahore te begeven om de expeditie met hun erva ring bij te staan. Daartoe maken genoemde heeren gebruik van den K. L. M.-dienst van Halle-Leipzig tot Karachi, waar zij reeds Maandag aankomen, om dan eveneens op de meest snelle wyze hun reis voort te zetten naar Lahore. Nieuwe Himalaya-expeditie. De „Völkische Beobachter" meldt dat een nieuwe Duitsche expeditie gevormd wordt om opnieuw een poging te doen de Himalaya te beklimmen. LUCHTVAARTDAG TE HENDON. Enorme belangstelling. Op het vliegveld Hendon is heden een groote demonstratie van de Britsche mili taire luchtvaart gehouden. Ongeveer vijf» honderd vliegtuigen verrichtten alle moge lij!:» stuntvlu.hten en 260 toestellen, zoowel jachtvliegtuigen, bombardementstoestellen als verkenners defileerden, draadloos be stuurd. Het feest werd bijgewoond door de ko ninklijke familie, tallooze diplomaten en ongeveer 200.000 toeschouwers. HEFFING OP BOTER. De heffing op boter is voor de week van 27 Juni tot en met 3 Juli, behoudens tus- schentijdsche wijziging, wederom vastge steld op 70 cents per K.g.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 12