Flink Meisje-alleen
<3H5>
Rijkskweekschool
te Alkmaar.
GRAFMONUMENTEN.
S. KROM N.v.
f o.eo.
doof?
vr. jongste bediende.
DE TWENTSCHE BANK.
oiikm£
MIEMT 24-
BREUK
LIJDERS l
beter dan stoomen.
Johan Kuhl
I
N GEHEIMEN
DIENST
Steno-typiste.
SCHEEPSVERBANÜ-MAATSCH.
VERVERIJ EN CHEMISCHE WASSCHERIJ
»c<
Verpleegster,
Meisje gevraagd,
I3ILLEN
A. M1ZEE
Keurig opgeruwd als nieuw
terug.
MARIA CATHARINA.
ANNA KREIJGER,
PIETER SLOT,
PIETER,
EERSTE NEDERLANDSCHE
GEVESTIGD TE ROTTERDAM.
ALKMAAR, HELDER en SCHAGEN.
J WAREN
U'VK BRIL van
Fa. JOH. LAUWERS.
LAAT 3.
Speciaal adres voor
Bezoekt onze toonafdeeling.
Nieuwste modellen.
LAAT 3. TEL. 4152.
VRIJWIELREMNAAF,
ALKMAAR
Hotel „De Jonge Prins"
WILT U WEER WERKEN
TEL. 4043 (3 LIJNEN).
Reclame-aanbieding wollen
dekens chemisch gereinigd
Dr. E. HOEKSTRA's
Bloedzuiverende
Gezondheidspillen
EN TOCH
isAURICHEEREN
üeaittetoH
Heden overleed zacht en
kalm, doch geheel onverwacht,
onze geliefde Echtgenoote,
Moeder, Behuwd- en Groot
moeder en Behuwddochter
ELISABETH EIJK,
in den ouderdom van 51 jaar
en 5 maanden,
W. WAGENMAKER.
TR. DISSEL-
WAGENMAKER.
0. DISSEL.
Wed. TR. WAGENMAKER
LAAN
en Kleinkinderen.
Koedjjk, 28 Juni 1937.
Door Gods goedheid werden wij
verblijd met de geboorte van een
dochter
P. VAN DER BORDEN.
T. VAN DER BORDEN—v. TIL.
27 Juni 1937.
Eenige kennisgeving.
Heden overleed onze lieve
Moeder, Groot- en Over
grootmoeder, Mevr.
Wed. van Jb. STAMMES,
in den ouderdom van 72 jaar.
Uit aller naam,
Jb. STAMMES.
Alkmaar, 28 Juni 1937.
Kennemerstraatweg 73.
De begrafenis zal plaats
hebben op de Algemeene Be
graafplaats te Schagen, op
Donderdag 1 Juli, n.m. drie
uur. Vertrek vanaf het sterf
huis n.m. één uur.
In vollen vrede ontslapen,
te Bergen N.H., onze innig
geliefde, zorgzame man,
vader en grootvader,
Burgemeester der gemeente
Broek op Langendijk,
Ridder in de Orde van
Oranje Nassau,
in den ouderdom van 63 jaar
en 8 maanden.
Zijn hoop en verwachting
was eenigljjk en alleen op de
zoenverdienste van Christus.
Broek op Langendijk,
26 Juni 1937.
Uit aller naam,
WED. P. SLOT—
WAGENAAR.
De teraardebestelling zal
D.V. plaats hebben Woensdag
30 Juni a.s., des namiddags
te drie uur, op de begraaf
plaats te Broek op Langendijk.
Verzoeke geen bloemen.
Geboren:
zoon van
A. BLOKDIJK.
J. A. BLOKDIJK-
VAN LAAR.
Alkmaar, 26 Juni 1937.
Brouwerstraat 29.
Gevraagd te Alkmaar bij bejaard
echtpaar, waarvan de heer verple
ging noodig heeft, een niet te jonge
die ook genegen is huishoudelijke
bezigheden te verrichten.
Diploma strekt tot aanbeveling,
doch is geen vereischte, wel erva
ring. Brieven met verlangd salaris
enz. te richten aan mevrouw
W. HOLSMULLER, Emmastraat 60,
Alkmaar.
voor direc.t, van 8 tot 5 nur, niet
ouder dan 18 jaar.
ROGGEVEEN, Blockhovepark.
HANDELSKANTOOR te Alkmaar
vraagt
Brieven letter W 366 bur. v.d. blad.
gevraagd, v.g.g.v., kunnende koken,
in klein gezin te Haarlem, tegen
1 Aug. Brieven No. 10 Boekhandel
ROMENY, Bergen.
Voor spoedige indiensttreding
gevraagd een
Br. met inl. en ev. teg. werk
kring lett. Z 367 bur. v.d. blad.
De Directie maakt bekend, dat de
op 1 JIJLI 1937 vervallende
COUPONS der 4} 5 5*
PANDBRIEVEN onder aftrek
van 2 couponbelasting vanaf
dien datum BETAALBAAR zijn bij
Gez. voor Alkmaarden Helder
en omgeving vakkundige
VERTEGENWOORDIGER,
v.d. verk; v. koudlijm (wereldmerk).
Br. aan „Certus", Koudlijmfabriek,
Keizersgr: 262, A'dam (C.)
PAYGLOP 3. ALKMAAR.
Ziet zoo goed. Koet zoo weinig.
Ziekenfondsleverancier.
Aanmelding van leerlingen voor
den nieuwen cursus kau geschieden
bij den directeur der School vóór
20 Juli a.s. onder overlegging
van
a. een extract uit het geboorte
register
b. een verklaring'van lichame
lijke en geestelijke geschikt
heid, afgegeven door twee
geneeskundigen
c. het schoolrapport over het
laatste cursusjaar;
d. eventueel bewijsstuk van
vrijstelling van het toelatings
examen.
De directeur der
Rijkskweekschool
te Alkmaar,
J. VAN DER WORP.
Bij vonnis der Arrondissements-
Rechtbank te Alkmaar dd. 24 Juni
1937 is verklaard in staat van
faillissement J. VAN NULAND,
manufacturier, wonende te Anna
Paulowna, met benoeming van den
E.A. Heer Mr. W. A. Ubbens, lid
der Rechtbank, tot Rechter-Com-
missaris en van ondergeteekende
tot Curator.
De Curator,
Mr. C. A. DE GROOT.
Alkmaar, 28 Juni 1937.
Kantoor: Nassauplein 41.
wHel fabrikaat var»
een gerenommeerd en oud
merk, alom bekend, dat een naam
V te verliezen heeft biedt de beste
garantie.
BEDENK DIT BIJ AANKOOP VAN EEN RIJWIEL
en let dan op het stempel
op hevel en huls van de
dit zoo belangrijk onderdeel-
Al zijn er natuurlijk ook nog andere gewichtige factoren,
die de duurzame waarde bepalen en de noodige aan
dacht verdienen
wet aandrijving, vrijloop en rem betreft eische men
Denk er aan dat nog MORGEN
en WOENSDAG zitting wordt ge
houden te
(Spoorstraat 93).
als voorheen, evenals
roovelen die zoo lang
breuklijder waren en
thans zonder ongemak
Van hun breuk weer hun
werk doen? Zoo ja, breng
onzen deskundige dan
een bezoek Verzuim deze
gelegenheid nietI Laat U
een Apparaat aanmeten
en probeer het T I i N
VOILE DAGEN voor
onze rekening.
Spreekuren: 10 v.m. tot 7 n.m.
BROOKS RUPTURE APPLIANCE CO.
Singel 25 (,g76 p, Amsterdam
C Brooks
Waarom zoudt U niet weder goed kunnen hooren met een
SIEHENS.PHONÜPHOÜR?
Reeds duizenden kunnen het
Vraagt nog heden brochure of demonstratie van de nieuwste
HOUKAPPARATKN met oor- of beengeleiding, aan de
N.V. „ALMAKA", Kokin 86, Amsterdam (C.)
Vjaagt bq Uw Apotheker of Drogist
naar
welke een zacht-laxeerende, ver
sterkende kracht bezitten en het
bloed zuiveren van alle onrein
heden zonder het lichaam te
schaden.
Prijs per doos van 250 pillen f 1.55,
kl. doos van 125 stuks 90 ct.
Voor engros
Mg. HOKKSTRA,
Heerengracht 33 - A'dam.
Zendt U op aanvrage gratis brochure.
,71
Ontvlekken en opper
sen van Colb. Lost. 1.75
CHEM. WASSCHERIJ N.V,
AC
Filiaal
- Kleermakerij
I en Reparatie- HOF 43.
Inrichting Tel. 2770.
POBTOMSCBE AVONTURENROMAN.
Door G. P. BAKKER
49)
„Hier is zijn geld. Een beurs met veertig
gouden dukaten en wat zilvergeld. Vijf du
katen hebben ze weer in zijn zak gestopt.
Er was een kolenbrandershut in de buurt.
Deze vrienden zullen hem morgen wel vin
den. En zonder geld zouden ze hem kalm
laten verhongeren. Met al het geld zouden
ze hem koud hebben gemaakt".
„En zijn paard?''
„Was niet al te rap meer, maar staat nu
weer vrij gezond buiten. Het arme dier had
een steentje onder het ijzer en een in den
straal van den voet. Voor hij vertrok bekeek
ik hem even in den stal. Uwe Excellentie
heeft mij immers altijd geleerd, nooit iets
aan het toeval over te laten".
„We zullen het paard meenemen naar
Helle en daar laten loopen".
„Zonde".
„Ja, maar te gevaarlijk het te verkoopen,
ofschoon ik mijn bedienden wel iets gun",
antwoordde don Felipe.
„Veertig dukaten is niet veel voor een
geheimschrijver. Wie was die man eigen
lijk?"
De i' haalde de schouders op. „Hij gaf
aich ui>r Cantin den geheimschrijver
van Tilly. Maar wie hij was weet ik even
min als jij".
„In elk geval zal hij ons de eerste paar
weken niets meer in den weg leggen, al was
hij generaal Saxon zelf".
„Een week is voldoende. Gaspar, je ver
staat je vak", lachte de Spanjaard. „En nu
te paard. We hebben geen tijd te verliezen".
„Waard. We vertrekken. Ik ben van plan
veranderd".
„Zooals Uwe Excellentie verkiest", ant
woordde de waard buigend, maar hij dacht:
„Gode zij dank. Ik hoop je nooit weer te
zien, Satan".
HOOFDSTUK XXIX.
Op een open plek in het dichte woud zat
een man bij een groot vuur een stuk
vleesch te roosteren. Als spit gebruikte hij
een zwaard, terwijl hij de saus opving in een
stalen helm. Hij deed zijn werk echter met
groote handigheid, hetgeen bewees, dat on
gewone omstandigheden hem niet van zijn
stuk brachten.
Een eind van hem af aan de grens van
de kom stond een andere man, eveneens
in het zwart gekleed, een aantal paarden,
die aan een boom gebonden waren, te
voederen.
In het lage hout lagen op eenigen afstand,
verscholen achter het groene loover, een
drietal ruiters in lange schansloopers met
elkaar te praten.
„Onze vrienden zullen nu wel spoedig
terugkeeren, don Felipe", merkte een hun
ner op.
„Het verwondert mij, dat ze hier nog
niet zijn, Gaspar", luidde het antwoord.
„Maar er is nog niet de minste reden voor
ongerustheid".
I „Dat zeker niet", zei de derde man.
„Een prachtig woud hier", zei Gaspar.
„Zeker eeuwen geleden aangelegd. Het is
geen oerwoud. Dat bewijst die open kom
en de overblijfselen van paden. Bovendien,
welk een verscheidenheid van boomsoorten.
In deze bosschen zullen heel wat geesten,
satyrs en boschnymphen, kabouters en reu
zen rondspoken. Zie dien hoogen knoestigen
eik met zijn dicht loof en zijn rijken oogst
aan eikels. De geest van dien boom is die
van een stoeren.ridder. De eik is het zinne
beeld van kracht. Hij kent geen vrees. Hij
geeft voedsel aan de wilde zwijnen. Zijn
geest zal nooit sterven, maar als deze boom
gevallen is of omgehakt wordt, gaat hij
over in een nieuwe loot onstaan uit een
van zijn eikels. Het taaie eikenhout dient
voor de beste meubelen, de sterkste huizen,
die eeuwen moeten tarten en sinds de grijze
oudheid voor gereedschappen en wapenen
voor landbouw en jacht, oorlog en vis-
scherij. Maar zijn grootste vijand is de
duivel. Deze haat sterke geesten, doch te
gen den eik vermag hij niets Daarom heeft
satan zich met den god van den donder
verbonden, opdat deze eik den geest zal ver
nietigen.
De Duitsche boeren weten dat heel goed.
Bij onweer zeggen ze: Eisch solist du
weichen.
En daar die groote, rechte, roode beuk,
met zijn zware wortels boven den grond,
waarop men kan gaan zitten. Zie zijn hori
zontale rechte takken, die met het loof zich
als een koepel naar den hemel verheffen en
waaronder men zelfs tijdens een hevige
regenbui veilig kan rusten. De kinderen
spelen onder zijn loof en knabbelen op de
nootjes. Het hout is veel zachter. Bepaald
een moederlijke geest. Zelfs de duivel laat
hem met rust en de bliksem zal den beuk
niet treffen".
„De duivel heeft ook een moeder gehad",
zei de derde man.
„Of misschien", meende don Felipe, „is
de duivel toch niet zoo slecht als de gees
telijken ons willen doen gelooven".
„In elk geval, dit is zeker, de bliksem
treft den beuk niet", zei Gaspar. „Daarom
zeggen de boeren bij onweer: „Buchen solist
du suchen".
„Hoe weet je dat alles?" vroeg don
Felipe.
„Ik heb voor dokter gestudeerd", ant
woordde Gaspar, „en ik ben werkelijk geen
slechte heelmeester".
„Geloof je aan geesten?" vroeg don Felipe.
„En dat vraagt u", luidde het antwoord.
„Ik heb er nooit een ontmoet", zei de
derde man.
„Toch gelooft bijna iedereen er aan. En
waarom zouden ze er niet zijn? Er is nog
zooveel tusschen hemel en aarde wat we
niet weten".
„Het bosch is zeker door menschenhan-
den ontstaan", verbrak de derde man de
stilte, „en aangelegd door een kruisridder,
want ginds verheft zich hoog en steil een
groep ceders van den Libanon".
„En die mooie fluisterende dennen. Kijk
die zilverkleurige berken, waarin de ge-
luksgeesten wonen. De geest van dien haze
laar is een toovenaar. Hij weet waar de
schatten verborgen liggen en de gevoelige
hand met de wichelroede wordt door dien
geest geleid".
„Een bosch om te droomen van legenden,
liederen en sprookjes van de oude Duitsche
wouden, van Arminius den Cheruskenvorst,
die in het wilde dichte Teutoburger woud
het Romeinsche juk afschudde", mediteerde
Gaspar.
„De Romeinen, die liefst anderen voor
zich lieten vechten", verbrak de derde man
Gaspar's meditatie.
„Kok, jij kent hier het land", riep hij door
het groen. „Is er in de buurt een groot
slot?"
„Een uur rijden naar het Zuid-Westen
staat een ruïne op een rots. En dan eenige
uren rijden Westwaarts stond tot voor eeni
ge jaren een kasteel der Hohenstaufen uit
de tiende eeuw op den Kyffhauser, den berg
waarin keizer Barbarossa sluimert, om eens
weer te ontwaken en weer te heerschen over
een machtig Duitsch rijk. Het kasteel is nu
verwoest. En daar ligt de Harz; daar de
Broeken. Ja, dit is 'n mooi woud en oneindig
groot, maar voor den eenzamen reiziger is
het hier verre van veilig".
Eensklaps zweeg hij. Hij hoorde zachte
sluipende voetstappen, het kraken van tak
ken, het ritselen van het loover.
„Als je over den duivel spreekt, trap je
hem op zijn staart", bromde hij.
Door de bladeren zag hy een paar sluwe
oogen op zich gevestigd, maar hij deed
alsof hij niets zag.
Een lange man trad te voorschijn. Hij
droeg een oud geel soldatenwambuis, een
zwarte broek en hooge laarzen. In zijn gor
del staken twee ouderwetsche groote pisto
len, op zij aan een rooden handelier, die er
nieuw uitzag, hing een lange cavaleriesabel.
Onder een grooten vilten hoed, verkleurd
door regen en wind, met lange verfom
faaide veeren, die de gaten niet geheel ver
borgen, keken een paar brutalen, gemeene
oogen uit, terwijl een groote ronde snor en
lange baard het grootste gedeelte van het
gezicht aan het oog onttrok.
De man aan het spit bleef kalm zitten,
draaide het stuk vleesch eens om.
(Wordt vervolgd).
I