DE ABDIJ VAN EGMOND. Spoct ÓL School Een belichting uit geschiedkundig oogpunt. Om het wereldkampioenschap dammen. OostenrijkNederland 63-67 punten. 46. 48. 29—24 22—28 Dammen. De een-en-twintigste party- o, 47 41—37 18—22 De 4 x 100 meter had Nederland zeer ge- 11—makkelijk kunnen winnen indien niet Osen- j,.pippnde offer de darp met zijn blessure te kampen had gehad. In verband met het dieigend Nu ging de Hagenaar slechts met miniem verschil als eerste door de finish in den tijd van 42.8 sec., welke ook voor Oostenrijk werd genoteerd. eenige zet, die zwart nog kansen op een doorbraak kan bieden. 49. 29—24 15X24 50" 14-10 51. 104 Zwart's compensatie is hier, 24—29 51. 53. 38—32 Indien Wit laat slaan, 12—17 52. 4-36 28-33 en zelf 36X34 slaat" heeft Zwart 4 stukken die voor de damlijn staan, en hiervan zal zeker een de hr,dltt„ passen, a.oda. h.t la«n staan tot remise voert. de tij bij en Op den 15en Juni 922 schonk Karei Eenvoudigen, koning van Lotharingen, delijk vertoevende te Pladella (Bladel 'sHertogenbosch) in vrijen, eeuwigen erfelijken eigendom aan zijnen getrouwen Diederick 1) de kerk van Egmonö (Ek munde) met de daarbij behoorende gebieden, te weten van Zuidharders' tot de Voortreppen en Kinheim 2) met inbe grip van de dienstlieden welke daarin nu en in de toekomst wonea en met de bosschen, landerijen, water, weiden en heidegronden Hoe kwam nu koning Karei van Lotharin gen aan de macht om gronden in Kennemer- land in vollen eigendom weg te schenken om welke reden betoonde hij deze largesse en wie was die getrouwe Diederick aan wien dat geschenk werd gegeven? Gelijk men weet, behoorde het stuk land dat wij op het oog hebben, evenals de rest van ons vaderland, tot het rijk van Karei den Groote, waarna het na diens dood over ging aan zijn zoon Lodewijk den Vroome, Toen déze gestorven was, verdeelden zijne zonen in het jaar 843 bij het verdrag van .Verdun het rijk onder elkander. De oudste zoon, Lotharicus I, verkreeg het keizerrijk, Italië en de landen gelegen tus- schen den Rijn, de Moesel, de Rhone, de Saöna, de Maas en de Schelde. In die dagen liep de Rijn, afgeleid door de Drusersgracht, door den IJsel, door het Vlie meer (later Zuiderzee) en baande zich door den Vliestroom een weg naar de zee. Deze was toen de voornaamste Rijnmond en de vroegere uitwateringen te Petten, Egmond en Katwijk verzandden of waren reeds ver zand. Egmond lag toen derhalve aan den linkerkant van den Rijn en behoorde tot het gebied, dat in 843 aan Lotharicus was toege wezen. Bij diezelfde verdeeling van Verdun had de jongste zoon van Lodewijk den Vrome,Lo dewijk de Duitscher onder meer den rechter oever van den Rijn gekregen. Zoodat andere deelen van het tegenwoordige gebied van ons vaderland aan een anderen souverein behoorden dan Kennemerland. Na den dood van Lotharicus I in 855 werd er weder een verdeeling toegepast waarbij zijn derde zoon Lotharicus II het koninkrijk Lotharingen verkreeg. Dit was als volgt be grensd. Alles wat bevat is tusschen den Rijn, de Moesel, de Maas en de Schelde en Egmond behoorde daar dus ook weer bij. Lotharicus II stierf in 869 zonder kinderen na te laten en zijne ooms Lodewijk de Duit scher en Karei de Kale verdeelden zijn land onder elkander, waarbij o.a. Egmond aan laatstgenoemde kwam. Lodewijk de Jonge, zoon van Lodewijk den Duitscher noodzaak te in 879 zijn jeugdige neven Lodewijk en Karlomen, kleinzoons van Karei den Kale, hem ook dit deel van Lotharingen af te staan, dat hun vader en grootvader hadden bezeten. In het jaar 884 volgde Karei de Dikke zijn vader Lodewijk den Jonge op en deze vereenigde tusschen de jaren 884 en 887 alle kronen die Karei de Groote had be zeten, op zijn hoofd. Deze glorie duurde ech ter niet lang, want reeds in 887 werd hij van de regeering vervallen verklaard en door den bastaard zoon van zijn oudsten broeder Arnold opgevoed. Deze wist de vorsten en heeren van Lotharingen te be wegen zijn bastaard zoon Swendebeld als hun koning te erkennen (896). Tengevolge van de door dezen vorst uitgeoefende dwin gelandij moet hü reeds in 900 aftreden en werd als koning van Lotharingen opgevolgd door Lodewijk het Kind, wettigen zoon en ook opvolger van keizer Arnold. Deze vorst overleed in het jaar 911 of 912 zonder wet tige nakomelingen na te laten. De meeste Lotharingsche grooten kozen toen den Fran- schen koning Karei den Eenvoudige, even eens een afstammeling van Charleonzijde tot koning. In het jaar 922 had dus Karei den Een voudige, als koning van Lotharingen, zeg gingskracht over grondgebied aan den lin ker Rijnoever, dus ook het gebied, waar Eg mond gelegen is. Men liet Karei evenwel niet in het onge stoorde genot van zijn koninkrijk, want zoo wel bij den keizer, Hendrik den Vogelaar, als ook bij verscheidene Lotharingsche groo ten bestond er oppositie tegen zijn bewind, dat hij herhaaldelijk gewapenderhand moet verdedigen. Doch ook in zijn eigen land had Karei met veel moeilijkheden te kampen. De Noormannen bedreigden zijne kusten en in het jaar 922 liet zelfs een oproerig leenman, Robert, hertog van Frankrijk, zich te Reims tot koning kronen, nadat reeds in 920 te Soissons de meeste leenmannen de gehoorzaamheid hadden opgezegd. Wan neer het den koning te machtig werd, stelde hü zich buiten de grenzen van zijn gebied over de Maas in veiligheid en zoo zien wy hem dan ook op 25 Juni van datzelfde jaar 922 te Bladel in Brabant, waar hij een kasteel bewoonde. Op advies van zijn zeer invloedrijken raadsman Hagano had Karei reeds een ben de Noormannen aan de monding van de Maas in dienst genomen. Het lag dus geheel in den aard der zaak, dat hy, eveneens op advies van Hagano 3) in den Noord-Weste- lyken hoek van zyn gebied een verdediger aanstelde in den persoon van zyn „getrou wen Diederick". Ten einde dien helper krachtig te doen zijn 4) gaf hij hem dat ge bied in vrijen, erfelijken, eeuwigdurenden eigendom. Die Diederick of Dirk of Theodorius werd in den giftbrief niet met den titel van W01fc0 WWJ mdat zijn Gisteravond is de een-en-twintigste stukken gunstig staan opgesteld. Hy vormt party van den wedstrijd om het wereld- nu een vangstelling met kampioenschap dammen tusschen Springer en Raichenbach gespeeld- in het Victoria- hotel te Amsterdam. Dé partij had het volgende verloop: Wit: M. RaichenbachZwart: B. Springer 3328 opening. 1. 33—28 18—23 2. 39—33 12—18 2. 34—30 20—25 4. 40—34 Een soort Fabre-variant dus. Raichen bach heeft klassiek geopend om het spel in theoretische banen te kunnen houden, 414—20 5. 34—29 25X34 6. 29X40 20—24 7. 44—39 8. 31—27 10—14 9. 40—34 10. 37—31 26X37 11. 42X31 Alles dus nog zeer regelmatig. Na zyn nederlaag in de twintigste partij wacht Raichenbach zoo mogelijk nog angstvalli ger voor el kgevaar en het „un homme De uitslagen. 100 meter: 1. Osendarp (Ned.) 10.9 sec.; 2. van Beveren (Ned.) 10.9 sec.; Struckl (O.) 11 sec.; 4. Berger (O.) Nederland 7, Oosten rijk 3 punten. 200 meter; 1. Osendarp (Ned.) 22 sec.; 2. van Beveren (Ned.) 22.2 sec.; 3. Struckl (O.) 22.4 sec.; 4. Kubista (O.) Nederland 7, Oos- 53 55. 18X40 57. 32—28 59. 49—44 33—39 3— 8 22X33 48X31 54. 56. 58. 60. 36—18 40—49 48—43 44X36 29—34 17—22 39X48 17—21 21—26 sec.; 2. Gudemus (O.) 51.2 sec.; 3. Wernink (Ned.) 51.4 sec.; 4. Krisper (O.) Nederland 6, Oos tenrijk 4 punten. 800 meter: 1. Eichenberger (O.) 1 m. 56.4 sec.; 2. Kaiser (O.) 1.56.9; 3. Kalkman (Ned.) 2.02.2; 4. Wernink (Ned.) Nederland 3, Oos- Wit wint. Een verdiende overwinning voor Rai chenbach, die zijn E^heaba^r <0.) 4 mta. nutte gemaakt. Tot aller teleurstelling (O.) 4.5 8; 4. Petit (Ned.) Nederland 4, Oos- moest een volle zaal ervaren, hoe Springer, tenryk 6 punten xneb u,-n tdie Raichenbach in de twintigste partij 3000 meter: 1. L_^\ Peüt (Ned fa „graaf" benoemd; daarentegen Hagano wel ayerü en vayt deux" geldt hier wel in zeer z£)o gedecideerd had verslagen, thans zelf (nieuw Oostenr. record), 2Peut (Ned 8 pn aanffP7ipn man in Hn miHHnW.iwen zeer I bijzondere mate. op nsiet mind€r gedecideerde wyze het I min. 48 sec. (nieuw Ned. record), 3. Muschik onderspit moest delven. Raichenbach heeft deze party prachtig behandeld en Springer en aangezien men in de middeleeuwen zeer punctueel was in de titulatuur, zal Dirk in 922 geen graaf zijn geweest. Zeer waar schijnlijk kreeg hij dien titel eerst later. Hij was van een oud aanzienlijk geslacht, Zijn overgrootvader, eveneens Diederick ge- heeten, ontving op voorspraak van Emma, gemalin van Lodewijk den Duitscher, van laatstgenoemde het gewest Wasda in eigen döm. De vader van Diederick, eveneens zoo genaamd, was onder de getuigen van de zijde van Karei den Eenvoudige bij het sluiten van de overeenkomst met Hendrik den Vogelaar in 921. De koning van Frankrijk, tevens koning van Lotharingen, schonk dus in 922 aan een getrouwen edelman Diederick een grondge bied, waardoor deze in staat werd gesteld dezen hoek van het gebied tegen invallen van Noormannen en Friezen te verdedigen en dit schiep het kristallisatiepunt, rondom hetwelk in den loop der tijden ons volks bestaan is gegroeid. In den schenkingsbrief werd de kerk van Egmond genoemd 5), doch men moet zich niet voorstellen, dat dit toen reeds de be roemde Abdy was die in 1574 werd verwoest. Zoo grootscheeps was die Noord-West-hoek nog niet. De geschiedenis leert dat er een houten gebouw bestond, dat eerst onder de regeering van Dirk II door een steenen werd vervangen. Dirk V bouwde een geheel nieu we stichting in 1143. De achtereenvolgende abten breidden gebouwen uit en verrijkten de bibliotheek met steeds nieuwe schatten. Zij werd vrijgemaakt van de overheid van den Bisschop van Utrecht en werd onder de onmiddellijke jurisdictie van den Heiligen Stoel geplaatst. Omstreeks het jaar 1300 was de abdij van Egmond het centrum van we tenschap en literatuur in Holland en het schoonste sieraad van Kennemerland. Tengevolge van wanbeheer van eenige abten geraakte de abdij, niettegenstaande hare bezittingen in verschillende deelen des lands in schuld en daardoor in verval. In het aar 1567 plunderde een bende afge dankte soldeniers van Hendrik van Brede- rode, die uit Amsterdam verdreven waren, op hun doortocht naar Wesel de abdij en namen vele kerkelijke en geestelijke schat ten weg. Aangezien zij deze toch niet kon den vervoeren, verkochten zij hun bezit aan huislieden in den omtrek, zoodat er tenslotte nog veel van is kunnen achterhaald gewor den. Erger was de verwoesting ten tyde van het beleg van Alkmaar in 1573. Herhaalde lijk deden de oorlogvoerenden het klooster overlast aan door inkwartiering en heffing, doch het was niet voor het jaar 1572 dat krijgslieden van Sonoy de boekerij uit bal dadigheid vernielden. Toen in het jaar 1573 Alkmaar belegd zou worden, zoo schrijft van Meteren: „Op het overgeven van Harlem hebben die van Alkmaer haer Stadt begin nen te stereken, en de vergrootten die met vier Bolwerken, maeckten ook een stereke Schansse aen de Schermer, om haer eijghen Schipvaerdt te bevrijden: daer werdt oock een Schansse geleijt. Tot Heylo bij de Kerck, ende tot Egmont aan de Abdije, waer door de heerlijkste en de oudste Abdije van Hollandt vernielt is gheworden in zulcke manieren, datter niet eenen steen op den grondt onverleyt ofte onghevest is gheble ven, behalve twee Thorens van de Kercke, die nog dienen tot een bake of teecken in zee, voor de zeevaert". Ook wordt vermeld, dat koper en lood van de abdij gebruikt zyn voor de vervaard! ging van ammunitie voor de verdedigers van Alkmaar, zoodat het wel zeker is, dat het gebouw in het jaar 1573 verwoest werd Lang heeft het puin den omwonenden nu gediend als materieel voor huizen en opstallen voor wegen en bruggen. In het jaar 1789 stortte een der nog over- eindstaande torens in en sleepte in zijn val nog eenige gebouwen mede. De Heer van Eg- moyd liet van hetgeen nog te zien was af beeldingen maken, welke zoo goed mogelyk kunnen toonen hoe het gebouw of liever het gebouwencomplex was samengesteld. In het jaar 1836 liet de eigenares den bouwval zoo grondig opruimen, dat zelfs de plaats, waar de abdij eens heeft gestaan, niet meer met volkomen zekerheid was te rug te vinden. Hetgeen er in de laatste jaren ten behoeve van den herbouw is geschied, ligt buiten myn bestek. Bergen, 28 Juni 1937. Dr. H. C. PRINSEN GEERLIGS. 1) Fidelis noster nomine Theodericus. 2) Het gebied strekte zich uit van Hille- gommerbeek tot voorbij Alkmaar, dus tot de plaats, waar de vaste grond ophield. 3) In den giftbrief Noster Hagano vene- rabile Comes genoemd. 4) Een graaf moest gegoed zyn in zyn graafschap (Bilderdijk). 5) Ecclesia videlicet Ekmunde, by Melis Stoke Kerke van Egmonde; by den clerck vyten laegen landen by den zee, Kerck te Egmonde, bijzondere 117—12 1?. 34—30 14—20 13. 30—25 2— 7 14. 25X14 9X20 Maakt gebruik van de gelegenheid dat veld 41 „open" is. 16. 47—42 17—22 17. 28X17 11X22 18. 50—44 7—11 Zwart heeft stuken op 22 en 24, doch hoewel dit doorgaans als minimum een ongemak beteekent, kan het nu geen kwaad, aangezien wit's combinatiemoge lijkheden beperkt zijn. Wit ruilt schijf 22 nu onmiddellijk om zelf het centrum te bezetten. 19. 33—28 22X33 20. 39X28 4— 9 21. 44—39 5—10 22. 49—44 10—14 23. 46—41 1— 7 Het leek er even op, alsof zwart zyn stand opbouwde om 1822 en 24X22 voor te bereiden, doch zwart prefereert blyk- baar hiermede nog even te wachten. 24. 44—40 18—22 Nu dus toch! 25. 27X29 24X22 26. 39—33 7—12 27. 32—28 De stellingen zyn gelijk. Wit's centrum- aanval is een der vele wegen, welke de wereldkampioen kan bewandelen om zijn spel te ontwikkelen. 2713—18 28. 28X17 12X21 28. 28X17 12X21 Zwart voelt niets voor handhaven van zijn post op 22, waar het stuk op die ruit een voortdurende bron van aanval blijft vormen. 29. 37—32 19—23 Een bezetting van het centrum, die, naar het zich laat aanzien, spoedig door wit 3328 zal worden gevolgd. 30. 41—37 14—19 31. 31—27 8—13 De stand is: Zwart 12 stukken op: 6, 9, 11, 13, 15, 16, 18, 19, 20, 21 en 23. Wit 12 stukken op: 27, 32, 33, 35, 36, 37, 38, 40, 42, 43, 45 en 48 32. 33—38 20—24 33. 37—31 9—14 Na 2126 speelt wit 4339 en 914 is verhinderd door de coup royal met 2721 enz. Nu komt wit echter sterk naar voren met: 34. 27—22 18X27 35. 31X22 Dreigt nu 27—21 en 38X29. De schyf op 22 is een sta in den weg, die door zwart onmiddellijk wordt verwyderd. Wit heeft zijn stuk op 36 nu gunstig in het spel ge bracht, terwijil zwart, wanneer hy niet verhindert, dat wit tydig op 30 komt, het nadeel van stuk 15 behoudt. 3511—17 36. 22XU 16X. 7 Wint nu tempi, doch zwart moet op zyn qui vive blyven voor dè dreiging met de coup royal, die het spel nog steeds be- heerscht. 37. 36—31 Raichenbach dacht over dezen zet lang na. Wit besloot tot den tekstzet om wellicht via 3127 tot 2722 te komen op het mo ment, dat hij daartoe geschikt acht. 3714—20 38. 43—39 20—25 Dit partygedeelte is zeer moeilijk voor beide spelers. Springer's stuk op 15 is tij delijk in ontwikkeling achtergebleven, en met den tekstzet wordt de mogelijkheid op combineeren door wit grooter. 39. 31—27 21—26 40. 39—34 Een zet, die zwart voor zware conse kwenties plaatst. Wit dreigt nu 3430, en zwart's thans volgende zet is gedwongen. 4 024—29 Zwart staat nu moeilyk. Wit heeft een idealen combinatiestand en zwart's positie op het z.g. kerkhof is niet gunstig, 41. 42—37 Een zet, die na rijp be aad werd gekozen. Hij plaatst zwart voor zeer moeilyk oplos bare problemen. Er dreigt weer 3430, 3833 en 40X9. Op 39 kan wit met 37 31 dam nemen, doch dan bereikt zwart eveneens de damlijn. Op 33 volgt uitvoe ring van de dreiging en zwart staat ver loren. Na 1318 is nog mogelijk 2822 1924 (niet 2933, want dan volgt 18X20, 33X22 en 34—30) 22X13 en 23-28. Ook na 1318 kan wit met 3731 dam nemen, thans op veld 1. Het zyn alle slechts eenige mogelijk heden, die de moeilykheden van Sprin ger's stand illustreeren. 4 112—18 Plaatst Raichenbach nu voor de keuze om dam te nemen of door een vrij tempo den stand verder te forceeren. 42. 35—30 7—12 43. 37—31 Een „bevrijdende" zet, die de spanning in zooverre breekt, dat wit thans zijn aan- valsbasis verlegt en de situatie nu over zichtelijker wordt. Zwart's stelling wordt nu zeer precair. 4326X37 44. 32X41 23X21 45. 34X14 25X34 46. 40X20 De stand is: Zwart 6 stukken op: 3, ,6 12, 15, 18 en 21. Wit 6 stukken op 14, 29, 38, 41, 45 en 48. Niet alleen, dat wit nu met zyn stuk op 14 twee zwarte stukken in bedwang houdt, hij dreigt nu tevens schyf 15 te verwijderen met 29—24—20 en 1410 te spelen. kreeg geen kansen op herstel Een party, die als beslissend mag gelden voor het eindresultaat van den wedstrijd voor Springer een groote teleurstelling, De stand is: 21 5 13 3 23 21 3 13 5 19 M. Raichenbach B. Springer Athletiek. Nieuw Nederlandsche record van Petit op de 3000 meter. De athletieklanden wedstryd, welke gisteravond te Weenen plaats vond, is door de Nederlandsche ploeg met klein verschil gewonnen, dank zy vooral het groote aantal punten, dat in de sprint nummers door onze landgenooten werd behaald. Met 67 tegen 63 voor Oosten ryk bleef Nederland in de meerderheid. Twee belangryke feiten deden zich bij deze wedstryden voor, het eene was van aange- namen aard, n.1. de record ver betering van Petit op de 3000 meter, het andere feit heeft een schaduw geworpen op het fraaie Neder landsche succes. Osendarp, die als laatste man in de estafette startte, kon slechts met de uiterste krachtsinspanning de laatste baan uitloopen, daar hij plotseling hinder had van zyn enkel. Een nader onderzoek zal moeten uitwyzen of deze blessure snel zal kunnen genezen. Anders zou men hem moe ten missen voor den aanstaanden landen wedstryd tegen Zweden, waardoor de Ne derlandsche ploeg sterk gehandicapt zou zijn. Petit was er in den landenwedstrijd tegen Hongarije in geslaagd, het Nederlandsch re cord op de 3000 nieter met 0.8 seconden te verbeteren en te brengen op 8 min. 54 sec. Ditmaal had hy in den Oostenrijker Leban een tegenstander, die niet zooveel in kracht met hem verschilde, waardoor de Heerlenaar moreel sterker in den strijd ging dan te Boe dapest het geval was. Wel wist de Oosten rijker te winnen, doch Petit had hem goed bygehouden, waardoor ook Leban tot de uiterste krachtsinspanning werd gedwongen. Leban vestigde met een tijd van 8 min. 45 sec. een nieuw Oostenrijksch record, terwijl Petit met een tijd van 8 min. 48 sec. niet minder dan 6 seconden beneden zyn presta tie van Boedapest bleef. Deze verrichting is dus te fraaier, indien men bedenkt, dat de baan veel te zwaar was. Alle tijden werden hierdoor geïnfluenceerd. Zeer duidelijk viel dit op bij de 100 en 200 meter, terwijl zelfs Baumgarten boven de 50 seconden bleef op de 400 meter. En Eichberger, de sterke Oos- tenrijksche looper op den middenafstand, die dit seizoen meermalen op de 800 meter ty- den van 1 min. 53 sec. had gemaakt, kon het nu slechts tot ruim 1 min. 56 sec. brengen. De meeste punten werden door Nederland in de sprintnummers gewonnen. Zoowel de 100 als de 200 meter leverden duidelyice overwinningen op voor Osendarp en van Beveren. Osendarp en van Beveren noteer den op de 100 meter zelfs een gelyken tijd, n.1. 10.9 sec., doch de jury verklaarde Osen darp met handbreedte verschil winnaar. Op de 200 meter was het verschil tusschen de beide landgenooten duidelyker te constatee- ren. Zelfs op de 400 meter behaalde Neder land de meeste punten, dank zy de overwin ning van Baumgarten, die zich dit seizoen op dezen afstand wel byzonder onderscheidt. Doch ook de tyd van de Ruyter op de 1500 M. was lang niet slecht. Hy bleef slechts 0.4 sec. boven het Nederlandsche record. Opmerkelijk was de tijd van Brasser op de 110 meter horden. Hy won dit nummer in 15 seconden precies. Op deze zware baan een mooie prestatie. Nog nimmer heeft onze tienkamper dezen tyd gemaakt. De Nederlandsche athleten bleken op de technische nummers thans beter opgewas sen te zyn tegen de Oostenrykers, immers was het verschil in kracht met de Hongaren op enkele nummers zeer groot, de capacitei ten van de Oostenrijker en de Nederlanders ontliepen elkaar niet zoo heel veel. Zoo leg de Nederland beslag op de eerste twee plaatsen by het hoogspringen, dank zü de 1.85 meter van Spanjerdt en de 1.80 meter van Brasser, bij den eersten sprong bereikt De Oostenryker Flachberger sprong even eens 1.80 meter, doch by de tweede poging en volgens de nieuwe bepalingen werd Bras ser tweede geplaatst. De Bruyn was heel wat beter op dreef dan tegen de Hongaren. Bij het kogelstooten bleef hy met een afstand van 14.06 meter slechts 8 centimeter achter by den Oosten ryker Kamputsch. Ook in het discuswerpen werd hy tweede met een worp van 44 05 meter en hier benaderde hy zyn Nederland sche record. Van de Poll bleef met een worp van boven de 60 meter in het speerwerpen eerste, (O.) 9.57.6; 4. Zeegers (Ned.) Nederland 4, Oostenrijk 6 punten. 110 meter horden: 1. Brasser (Ned.) 15 s.; 2. Lankmayer (O.) 15.2 sec.; 3. Kaan (Ned.) 15.3 sec.; 4. Deschka (O.) Nederland 6, Oos tenrijk 4 punten. Hoogspringen: 1. Spanjerdt (Ned.) 1.85 m.; 2. Brasser (Ned.) 1.80 m.; 3. Flachberger (O.) 1.80 m.; 4. Bluschke (O.) Nederland 7, Oos tenryk 3 punten. Polsstokhoogspringen: 1. Proksch (O.) 3.80 meter, 2. Krager (O.) 3.70 meter, 3. Lamoree (Ned.) 3.50 meter; 4. Lutkeveld (Ned.) Ne derland 3, Oostenrijk 7 punten. Kogelstooten: 1. Kamputsch (O.) 14.14 m.; 2. de Bruyn (Ned.) 14.06 m.; 3. Coufal (O.) 13.90 m.; 4. Lamoree (Ned.) Nederland 4, Oostenrijk 6 punten. Discuswerpen: 1. Wotapek (O.) 44.99 m.; 2. de Bruyn (Ned.) 44.05 m.; 3. Janausch (O.) 42.67 m.; 4. Brasser (Ned.) Nederland 4, Oostenryk 6 punten. Speerwerpen: 1. van de Poll (Ned.) 61.20 m.; 2. Talbrucheer (O.) 58.40 m.; 3. Lutke veld (Ned.) 56.68 m.; 4. Wrabl (O.) Neder land 6, Oostenrijk 4 punten. 4 x 100 meter: 1. Nederland met Baum garten, Boersma, van Beveren en Osendarp, tyd 42.8 sec.; 2. Oostenryk 42.8 sec.; hand breedte verschil. Nederland 6 punten, Oos tenrijk 4 punten. Eindstand: Nederland 67 punten, Oosten ryk 63 punten. Waterpolo. D. A. W. I—NEREUS I (DAMES) 1—4. In den gisteravond gespeelden competitie- wedstryd 2e klasse K. N. Z. B. (dames) heeft het Nereus-team ondubbelzinnig en gedeci deerd getoond, de sterkste te zyn. Dit kwam vóór de rust niet zoo byzonder tot uiting, want toen wisten de Alkmaarsche dames nog uitstekend party te geven. Wel werd herhaaldelyk het D. A. W.-doel bestookt, doch vooralsnog wist men langen tyd den stand op 01 te houden. Zelfs eenige mi nuten leek het erop, dat de partyen geheel aan elkaar gewaagd waren. Na de rust echter liet de partyen-sterkte niets aan dui- delykheid over. Telkens en telkens trok de Nereus-voorhoede ten aanval en met suc ces, want kortelings op elkaar volgden drie goals. De eer werd door Willy Pesie gered. D. A. W. II—NEREUS III 0—1. De uitslag van bovenstaanden wedstryd zou doen vermoeden, dat Nereus III sterker was. Wij meenen dit in twyfel te moeten trekken en te beweren, dat beide zeven tallen volkomen aan elkaar gewaagd zyn. Overigens, het is een vlot partijtje polo ge worden, een spel van actie en beweging en waarlyk, als D. A. W. wat gelukkiger was geweest met schieten, zou een kleine over winning geenszins tot de onmogelykheden hebben behoord. Herhaaldelijk trachtten v. d. Wilk, ten Herkei of Wulp het doel te doorboren, doch óf de paal bracht redding, óf de keeper deed een gelukkige greep. Ook de Alkm. achterhoede was voor haar taak berekend, een enkel ongelukkig balletje bezorgde dan ook de Zaankanters de overwinning, een overwinning, welke meer was dan zy ver dienden. De polo-match is evenwel in de beste verstandhouding gespeeld en droeg een sportief karakter. RIJKSKWEEKSCHOOL TE ALKMAAR. Eindexamen in handenarbeid, groep II. Geëxamineerd acht candidaten, afgewe zen geen. Geslaagd de dames: C. Brands te Bergen, A. B. J. de Bruyn te Leeuwarden, S. Hu- berts te Marum (Gr.), L. Maschhaupt te Alkmaar, A. D. van Peursen te Hoorn, A. J. S. Vahl te Heiloo, L. C. van der Worp te Alkmaar en G. C. H. van Zeegen te Castricum. Een auto, die rechts van den weg stilstaat, be hoeft geen andere verlichting te voeren dan aan tijn linkerzijwand een naar voren wit en naar achteren rood licht gevende lamp -(gerekend van de bestuurderszitplaats af). Binnen bebouwde kommen behoeft men in het geheel geen licht op te hebben, Indien de auto binnen 30 meter van «en brandende straatlantaarn staat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 8