DIENST
£uchtoaact
JCeck S. School
Jjiyezouden Stukken
feuilleton
Wordt er geronseld?
Misschien, maar wellicht niet in
die mate als geruchten willen
doen gelooven.
Met ïracantïe
Het zoeken naar Amelia Earhart.
De Russische Poolvluchten
De A. N.T. 25 breekt het
lange afstand-record,
Non-stopvlucht Moskou-San Diego
met succes volbracht.
„Spoken", die niemand ziet.
Er heerscht omtrent het ronselen voor
Spanje, dat nog steeds in ons land zou ge
schieden, een zekere geheimzinnigheid, wel
ke soms aan spookgeschiedenissen doet den
ken. Men vertelt dat er geronseld wordt,
maar niemand weet iets omtrent de ronse
laars mede te deelen. Zooals ook niemand
het spook heeft gezien, aldus de Zaandam-
sche correspondent van het Hbld.
De knapste rechercheur kan geen draad
vinden, noch aan de Zaan, noch te Eindho
ven of in Amsterdam.
Uit Zaandam zouden, volgens de eerste be
richten, twee jongelieden in stilte naar Span
je zyn gegaan. Nu gaan er reeds geruchten
van twaalf tot veertien gevallen. Een week
of zes geleden ontving de politie de mede-
deeling, dat vier jongelieden gereed stonden
de reis naar Spanje te ondernemen. Toen zij
in de hoop bij die gelegenheid kennis te
kunnen maken met de bemiddelaars, haar
maatregelen had genomen, waren zij reeds
vertrokken. De Zaandamsche politie heeft
zich toen dadelijk in verbinding gesteld met
de Amsterdamsche, die een controle instelde
bij het vertrek van de Parijsche treinen, om
dat men mededeeling had ontvangen, dat de
hoofdstad van Frankrijk het grootste tus-
schenstation was. Maar ook dit leverde niets
op. De Zaandamsche commissaris van politie
meent dat men geen vast reisplan volgt en
dat het ook al is voorgekomen, dat men per
autobus van Krommenie via Haarlem en
Rotterdam de reis maakte.
Wij vroegen den commissaris of er vele
klachten waren binnengekomen van ouders,
wier zonen buiten hun wil waren vertrok
ken. Dit is eenmaal gebeurd met een jon
gen, diè op twee maanden na meerderjarig
was, lichtte deze politechef ons in. De jon
gen had te kennen gegeven, het ouderlijk
huis te willen verlaten om naar Spanje te
gaan. De commissaris heeft den vader toen
den raad gegeven zijn kleeren in te pakken,
sedert is van het geval niet meer gehoord.
Dan was er nog een vrouw komen klagen
dat haar man haar en twee kinderen had
verlaten, om naar Spanje te gaan.
Verder zou een alleenstaand persoon met
hetzelfde doel en met achterlating van heel
wat schuld er vandoor gegaan zijn. Of zy al
len in Spanje zijn aangekomen, is niet be
kend. Vjn één weet men dat hij in Spanje
aangekomen is, en het goed maakt. Een
tweede berichtte aan zijn familie dat h;j in
Frankrijk gevangen genomen was en sedert
heeft men niet van hem vernomen.
Wij vroegen den commissaris of er ook
nooit getuigen zijn komen opdagen die een
aanbod voor Spanje hadden ontvangen,
doch hadden afgeslagen. Dit bleek niet het
geval. Er is aan de zaak niet veel te doen,
meende de commissaris. Als meerderjarigen
het land willen verlaten, omdat zij elders
een betrekking kunnen krijgen, dan is daar
tegen niets te doen. En de ronselaars zor
gen er wel voor, geen overeenkomsten aan
te gaan voor dienstneming bij het leger.
Men belooft hun een goede betrekking en
men schijnt er angstvallig voor te waken
zich bekend te maken.
Het blijft een vreemde geschiedenis. De
indruk is, dat er misschien wel gevallen
zijn voorgekomen, maar zeker niet zooveel
als de geruchten willen doen gelooven.
WAAROM IN DENEMARKEN
SCHEPEN LATEN BOUWEN?
Vragen aan den minister.
De heer van den Tempel (s.d.a.p.) heeft
aan den minister van handel, nijverheid
en scheepvaart de vogende vragen gesteld:
1. Is den minister bekend, dat de direc
tie van de Holland-Amerika-Lijn te Rot
terdam aan een scheepsbowmaatschappij
in Denemarken den bouw heeft opgedragen
van twee motorvrachtschepen van ca.
10.000 tons draagvermogen, terwijl zelfs
niet aan alle voor den bouw van zoodanige
schepen in aanmerking komende Neder-
landsche scheepswerven de gelegenheid
schijnt te zijn geboden tot een offerte
2. Heeft vorengenoemde directie, vooral
eer deze belangrijke order in het buiten
land te plaatsen, overleg gepleegd met de
regeering of met de rijkscommissie voor de
werkverruiming?
Zoo ja, is de minister dan bereid, dien
aangaande nadere inlichtingen te ver
strekken?
3. Is de minister, indien zulk overleg
achterwege is gebleven, niet van> oordeel,
dat het, gelet mede op den belangrijken
steun, welke in den jongsten tijd van
staatswege aan de H. A. L. is verleend, de
moreele plicht der directie waren geweest,
zich ter zake tot de regeering te wenden,
opdat overwogen had kunnen worden, met
het oog op de heerschende omvangrijke
werkloosheid, de order in Nederland te
plaatsen?
4. Is de minister bereid, te doen onder
zoeken, of voor den bouw van deze motor
vrachtschepen subsidie door de Deensche
regeering aan de Deensche werf wordt
verleend en van de uitkomst van dit on
derzoek mededeeling te doen aan de
Tweede Kamer?
5. Is de minister bereid, te bevorderen,
dat maatregelen worden getroffen, om te
voorkomen, dat belangrijke bouworders
voor schepen zonder voorkennis der re
geering in het buitenland kunnen worden
geplaatst?
EEN LIJKENHUISJE ALS BRANDKAST.
Een zonderlinge plaats te Oss.
In het St. Leonardusgestieht te Oss over
leed dezer dagen de doodgraver van het r.k.
kerkhof aan den Eikenboomgaard aldaar. De
oude man, die zijn laatste levensdagen in
genoemde inrichting had gesleten, had voor
dien steeds in kommervolle omstandigheden
geleefd. Slechts weinige oogenblikken voor
dat hij de laatste adem uitblies, deelde de
stervende aan het verplegend personeel
mede, dat hij nog eenige spaarduitjes bezat,
die hij wel op een zonderlinge plaats had
bewaard, n.1. in het lijkenhuisje op het kerk
hof. Deze mededeeling verwekte niet geringe
verwondering, doch men ging op de aange
wezen plaats zoeken en vond aanvankelijk
niets. Toen men evenwel in een hoek van
het gebouwtje begon te graven, bleek het
lijkenhuisje een ware schatkamer te zijn.
Niet minder dan vier duizend gulden aan
contant geld werd opgegraven. Aangezien de
overledene geen naaste familie bezat, komt
deze onverwachte erfenis thans aan eenige
verre familieleden ten goede.
KAPITEIN VAN DE „ANDRA" IN
ONS LAND TERUG.
De gezagvoerder van de „And ra", kapi
tein I. Drachten, is na geruimen tijd ge
dwongen in Spanje te hebben vertoefd,
Dinsdagavond te Rotterdam teruggekeerd.
Zooals men zich zal herinneren is de
bemanning reeds eenigen tijd geleden ge
repatrieerd.
Kapitein Drachten is met den Parijschen
trein tot Roosendaal gegaan, waar zijn
echtgenoote hem verwelkomde. De rest
van den weg hebben zij samen per auto
afgelegd. Kapitein Drachten heeft nog
geen ontmoeting gehad met de directie
van de reederij, het Nederlandsch be
vrachtingskantoor, zoodat hij nog geen
mededeelingen over zijn ervaringen kon
doen.
Dan Purol meenemen! Dit voorkomt,
verdacht en geneest zonnebrand, door
zitten en stukloopen.
LEGERDAG TE LEEUWARDEN.
Gisteren is te Leeuwarden een legerdag
gehouden, een evenement, dat in 20 jaar
daar ter stede niet is voorgekomen.
De dag werd geopend met een marsch
door de stad, welke eindigde met een
defile vóór het paleis van justitie, voor den
commandant van het veldleger J. J. G.
baron van Voorst tot Voorst, die zich met
tal van militaire en burgerlijke autoritei
ten had opgesteld op het bordes van het
gerechtsgebouw.
De troepen, onder commando van luite-
rar.t-kolonel L. H. Kraak, commandant
van het 9e reg. inf. te Assen, bestonden uit
diverse leger-onderdeelen als twee com-
pagniën tirailleurs, twee secties zware
mitrailleurs en een sectie mortieren met
het stafmuziekkorps, hoofdzakelijk Frie
zen, van het 9e reg. inf. te Assen, veldar
tillerie huzaren, met het muziekkorps,
rijdende artillerie, wielrijders met het
muziekkorps, motormitrailleurs, pantser
wagens en motorartillerie.
Gisternamiddag werden op de Wilhel-
minabaan verschillende demonstraties ge
houden.
VOORBARIGE BERICHTEN OVER
WIJZIGING LEGERORGANISATIE.
Naar aanleiding van de verschillende
persberichten omtrent in het voornemen
liggende wijzigingen van de legerorganisa-
tie en van de garnizoensindeeling wordt
ons van bevoegde zijde medegedeeld, dat
deze berichten voorbarig zijn. Door het
departement van defensie zijn verschil
lende plannen uitgewerkt, doch een defini-
tive beslissing is in deze nog niet genomen.
WILDE STIER TE LEEUWARDEN.
Slagerszoon gewond.
Toen gisteravond personeel van den slager
v. d. W. te Leeuwarden een tweejarigen
stier, die geslacht moest worden, uit den stal
bij den veehandelaar v. d. L. wilde halen,
is het dier wild geworden. Het viel zijn be
geleiders aan. De zoon van den slager werd
tegen een deur gedrukt en vrij ernstig ge
wond aan een arm. De stier wilde toen een
der andere mannen op de horens nemen,
doch deze wist tijdig op zij te springen.
Daar ook het touw van den neusring gebro
ken was, had men het dier niet meer in be
dwang. Men had het alleen nog vast aan een
touw rond de horens. Daar men echter inzag
dat wanneer men den stier losliet, deze groot
onheil zou stichten daar zich inmiddels een
groote menigte nieuwsgierigen had verza
meld, bond men het met gevaar voor eigen
leven vast aan een zware machine. Onmid
dellijk is de marechaussee gewaarschuwd,
die spoedig ter plaatse verscheen en het dier
met enkele schoten heeft neergelegd.
BRANDSTICHTING AAN HET LICHT
GEKOMEN.
Knecht van een behanger de
dader.
In 1929 is in het westelijk stadsdeel van
Rotterdam brand uitgebroken in een be-
hangerij. De brandweer wist het vuur te
beperken tot eenig beddegoed en meubi
lair. Aan deze zaak werd verder geen
aandacht besteed omdat men vermoedde,
dat de oorzaak moest worden gezocht in
het achteloos wegwerpen van een sigaret.
Dezer dagen kwam de politie ter oore,
dat deze brand aangestoken zou zijn en
wel door een knecht van den behanger.
Men heeft toen dezen knecht opgespoord en
hij bekende onmiddellijk in samenwerking
met zijn patroon den brand te hebben
aangestoken.
Volgens zijn verklaringen was de pa
troon des avonds met zijn vrouw* uitge
gaan. De aangehoudene was achter geble
ven z.g. om overwerk te verrichten en
toen had hij getracht brand te stichten,
hetgeen evenwel niet geheel gelukt is.
Door deze bekentenis heeft de knecht ook
den patroon in de zaak betrokken, die in
middels naar Vlaardingen was verhuisd
waar hij thans is gearresteerd. Beide
mannen zijn opgesloten in het politiebu
reau aan de Oostevantstraat. Zij zullen
een dezer dagen Ier beschikking van de
justitie worden gesteld.
SCHATTEN VAN „THORPEHALL"
VERLATEN HET SCHIP.
Opgeborgen in de safe van de
Nederlandsche Handelmaatschappij
te Vlissingen.
De zich aan boord van het in de
haven van Vlissingen liggende Engel-
sche s.s. Thorpehall bevindende
Spaansche schatten, waarop een dub
bel beslag gelegd is, zijn gisteravond
onder streng politietoezicht van boord
gehaald en per verhuiswagen overge
bracht naar het gebouw van de Neder
landsche Handelmaatschappij te Vlis
singen, waar de kostbaarheden in de
safe zijn opgeborgen.
Het schip blijft onder politiebe
waking.
VERSTEKELINGEN.
lviet het Zuidslavische stoomschip Ante
Topic zijn uit Sibenik als verstekeling mee
gekomen 5 Zuid-Slaven. Zij zijn ter beschik
king van den vreemdelingendienst gesteld
en zullen hoogstwaarschijnlijk met hetzelfde
schip weer worden teruggezonden.
ROODVONK TE ZAANDAM.
Vacanties werden vervroegd.
Te Zaandam doen zich op enkele scholen
gevallen van roodvonk voor die evenwel
niet van kwaadaardigen aard zijn. Teneinde
uitbreiding te voorkomen heeft men den
maatregel getroffen de vacantie te vervroe
gen en de scholen waar de gevallen voorge
komen zijn, te sluiten. Voorloopig betreft dit
alleen de katholieke meisjesschool en de
twee bewaarscholen.
INSTORTING IN EEN ZANDERIJ.
Doodelyk ongeluk te Alteveer.
In de zanderij te Alteveer, gemeente
Nieuwe Pekela is gistermiddag een ernstig
ongeluk voorgevallen.
Nadat een zandinstorting drie mannen
had bedolven', die echter ongedeerd te
voorschijn konden worden gebracht, kwam
even later opnieuw een instorting voor,
op eenigen afstand van de vorige. Hierbij
werd de 18-jarige H. K. uit Alteveer onder
een groote hoeveelheid zand begraven.
Het duurde geruimen tijd, voordat men
het slachtoffer had bevrijd. Toen het een
maal zoover was, waren de levensgeesten
reeds geweken.
CONFLICT BIJ L. SMIT EN CO.
OPGELOST.
Voorgestelde loonsverlaging terug
genomen.
Na de besprekingen, die gisteren ge
voerd zyn tusschen de directie van L.
Smit en Co.'s Internationalen Sleepdienst
en den Centralen Transportarbeidersbond
is de voorgestelde loonsverlaging van 15
procent voor bemanningen van sleepboo-
ten, die binnen liggen en niet repareeren
of gereed zijn voor alle diensten, terugge
nomen, terwijl voorts de toezegging ge
daan is, dat de loon- en arbeidsvoor
waarden met ingang van 1 October a.s. in
een collectief contract zullen worden vast
gesteld. Hiermede is de staking, die van
daag dreigde uit te breken, van de baan.
NEDERLANDSCHE WAARDEERING.
De Nederlandsche regeering heeft als
blijk van waardeering voor de redding
door het Britsche stoomschip „Dewsbury"
van de opvarenden van het Nederlandsche
motorzeilschip „Albion" op 25 October
1936, toegekend aan den kapitein van ge
noemd stoomschip een gouden horloge met
toepasselijk inschrift en aan den eersten
stuurman T. E. Fea, de matrozen E. De-
pledge, D. Hugens en E. Stobbs en den
stoker J. A. Scott ieder een zilveren siga
rettenkoker met toepasselijke inschriptie.
A.s. Zondag zal in de Kapelkerk in
den avonddienst de doopsbediening plaats
hebben door ds. van Dop.
PREDIKANT BEROEPEN.
In de vacature van predikant by de
herv. gemeente te Alkmaar, ontstaan door
het overlijden van wijlen ds. Deetman, is
beroepen ds. J. H. Klein Wassink te
Culemborg.
EXAMEN M.U.L.O.
Voor het gisteren gehouden examen
m.u.l.o. slaagden voor diploma A: D. M.
Peek, L. Stallbommer, M. Korevaar en G.'
ten Ca te te Purmerend; M. Flipse te dé
Rijp; L. Brand en A. Brand te Beemster;
A. de Oude, J. J. C. Willems, G. M. Wuut-
man, G. Teerhuis, H. Schoonhoven, L. M.
Schaap en G. C. Hoytink allen te Alk
maar; J. Bakker te Ursem; M. de Jong te
Hoogwoud; J. Stammes te St. Pancras;
J. J. Brizée, W. Kok, J. Willemse en C. C.
de Stigter allen te Den Helder; C. If.
Houtlosser te Anna-Paulowna, C. Ver
dwaald te West-Graftdijk, D. J. Leegwater
te Broek op Langendijk en W. S. Geerts te
Schagen.
BEVORDERD.
Bevorderd zyn van de eerste naar de
tweede klasse van de Rijkstuinbouwschool
te Boskoop de leerlingen J. Kruger te Cas-
tricum en O. de Haan te Hippolytushoef.
ONZE POSTVLUCHTEN.
De „Ibis" (uitreis) arriveerde te Rangoon
en de „Torenvalk" (thuisreis) te Bagdad.
DE CALEDONIA NAAR
NEWFOUNDLAND.
De Coledonia van de Imperial Airways
die kort geleden met succes een Oceaan-
vlucht heeft gemaakt, is om 13.12 uur
G. M. T. gisteren van Boucherville in
Canada vertrokken naar Botwood op
New-Foundland.
DE ORANJEKLEUR VOOR VOOR
RANGSWEGEN.
Mijnheer de Redacteur,
Oranje is de kleur voor voorrangswegen,
d.w.z. om voor die gevaarlijke wegen te
waarschuwen, als ze, zooals hier, door een
bebouwde kom loopen vooral prachtig
maar dan moet die kleur ook uitsluitend
voor die wegen gebruikt worden.
A.N.W.B. en K.N.A.C. hameren er dan
ook zeer terecht op, dat de reeds bestaande
oranjekoppen van paaltjes langs niet-voor-
rangswegen overgeschilderd zullen worden.
Alkmaar is nu ook een voorrangsweg
„rijk", vlak langs haar Hart, en die is nu
versierd met oranje wegpunaises, wat niet
alleen mooi, maar ook uiterst practisch is,
want geen bord aan een paal naast den weg,
valt zóó in 't oog als die wegpunaises op
den weg, maar, dan moeten die oranje weg
punaises, niet gebruikt worden voor andere
wegen (zooals hier geschiedt) en vooral niet
voor de aan dien voorrangsweg aansluitende
wegen!
Dat hadden m.i. weer witte punaises moe
ten zijn, dan zouden die direct waarschuwen:
daar is 't met den voorrang gedaan, resp.
daar begint de voorrang.
Zoo ook zijn die oranjepunaises prachtig
op hun plaats gebruikt voor de voetgangers-
overgangen die evenwijdig aan den voor
rangsweg loopen, maar onjuist of niet geheel
juist, waar de voetgangers-overgang den
voorrangsweg kruist, daar moeten het m.i.
geheel of tenminste half om half witte en
oranje-punaises zijn.
Die oranje-voetgangers-punaises zijn dan
juist ook nog weer zoo'n prachtige waar
schuwing voor 't kruisende verkeer: pas op,
ge kruist een voorrangsweg.
Dankend voor opname.
Hoogachtend:
EEN WIELRIJDER-AUTOMOBILIST.
Resultaten nihil.
Het vliegkampschip „Lexington" is in
de nabijheid van het eiland Howland
aangekomen en is begonnen deel te
nemen aan het zoeken naar Amelia
Earhart.
Gister zijn zestig vliegtuigen van de
„Lexington" opgestegen; zij zochten een
gebied van 93.240 vierkante kilometer
af.
Dit is de meest groote opsporings-
tocht in de marine-geschiedenis.
Vliegtuigen keeren onverrichterzake
terug. Geen spoor gevonden.
De opgestegen zestig Amerikaansche ma
rinevliegtuigen hebben geen spoor van de
verdwenen aviatrice, Amelia Earhart en
haar metgezel, of van haar toestel, kunnen
vinden, en zijn onverrichterzake naar de
„Lexington" teruggekeerd.
Na deze laatste vergeefsche poging kan
het lot van de thans sinds elf dagen ver
dwenen beroemde aviatrice thans definitief
zeker geacht worden.
De Sovjet-Russische vliegers hebben
definitief het record op den langen af
stand gebroken.
Zij hebben boven San Francisco ge
vlogen, maar zij niet gedaald en zetten
den tocht voort naar San Diego in Cali-
fornië.
Dit bericht werd hedenmorgen ontvangen.
In den loop van gisteren werden over deze
succesvolle tocht nog de volgende bijzonder
heden gemeld:
De militaire radioberichtendienst in
Alaska heeft gister te 17.35 u. G.M.T. een
AVONTURENROMAN.
Door G. P. BAKKER
63)
„Zooals men u zeker medegedeeld heeft,
heb ik getracht u in Halle een bezoek te
brengen, maar had niet het geluk u per
soonlijk te treffen. Ik twijfel echter niet of
men heeft u mijn berichten overgebracht"
antwoordde don Felipe in dezelfde taal.
Tilly knikte.
Het viel den markies op, hoe oud en be
zorgd Tilly er uitzag in zijn wijden rok. „Is
dat nu de man, die zooveel menschen
moedwillig laat vermoorden?" vroeg hy
zich af.
„Mijn mannen hebben hedenmorgen een
Zweedschen ritmeester gevangen genomen
in een gevecht twee mijlen van hier. Hij
deelde ons mede, dat er een verbond ge
sloten was tusschen den Zweed en den
keurvorst. Dat was trouwens te verwach
ten."
„En het is juist. De Zweden zyn te Wit-
tenburg, de Saksers in Torgau. De beide
legers zullen zich zeker spoedig vereeni-
gen."
„Weet u iets van de sterke?"
„Ongeveer. De Zweden onder den koning
ongeveer 30.000 man. Dan zijn de generaals
Horn en Tott onderweg en Hamilton met
6000 Engelschen. Het zal echter de vraag
zyn of ze spoedig kunnen aankomen. De
Saksische troepen schat men op 18.000 on
der den keurvorst en van Arnheim."
„Dank u. Maar wat is het plan van de
Zweden? Leipzig te ontzetten of een be
slissend en slag te wagen?"
„Volgens mijn berichten, en die zijn ge
woonlijk te vertrouwen, loopen de meenin
gen van den koning en den keurvorst uit
een."
„Juist als hier", antwoordde Tilly. „Ik
voelde er weinig voor alles op één kaart
te zetten. We hebben heden krijgsraad ge
houden. Pappenheim in zijn jeugdigen op-
bruisenden overmoed, heeft echter, ge
steund door Fürstenberg en anderen, zoo
sterk op een veldslag aangedrongen, betoo-
gend dat het juister is zelf den strijd voor
te bereiden, dan te wachten tot de vijand
je daartoe noopt. Bovendien brachten ze in
't midden, dat ik nog nooit een slag verlo
ren had, hetgeen inderdaad de waarheid is.
Tenslotte heb ik me laten overtuigen. Na
ons in het bezit van Leipzig te hebben ge
steld, zullen we op de vlakte een uitge
zochte stelling innemen. Liever had ik ge
wacht een beslissing te nemen tot Altringer
en zijn troepen waren aangekomen. Maar
zou de Zweed daarop gewacht hebben?"
„Waarschijnlijk niet" antwoordde don
Felipe.
„Misschien wordt ik te oud en te bedacht
zaam", meende Tilly. „Waarom heeft Zijne
Majesteit de keizer mij op mijn leeftijd nog
aan het hoofd van zijn legers gesteld, juist
toen ik besloten had in een klooster te gaan
om daar rust te vinden?"
„Uwe Excellentie oud?" lachte de don
„U heeft de kracht van de jeugd en de
wijsheid en ondervinding van den ouder
dom."
„Ja, ik heb altijd mijn krachten gespaard.
Nooit heb ik mij met vrouwen bemoeid en
nooit te veel gedronken! Maar die beroerde
omgeving hier, die doodskoppen en die ge
raamten. Het is of ze mij verwijten doen
en mij mijn ondergang voorspellen. Ik zal
blij zijn, als ik dit onzalige huis kan verla
ten. Zelfs Pappenheim voelde zich hier
somber gestemd en kwam zichtbaar onder
den indruk. Ik laat me dan ook niet langer
weerhouden door dien talmenden magis
traat. Morgen zullen ze moeten beslissen.
Myn geduld is ten einde. Als ze nog langer
aarzelen laat ik stormen. Graag zou ik de
stad sparen. Ze beheerscht de geheele vlak
te van Leipzig, een uitstekend strategisch
punt."
„Het spreekt vanzelf, dat ik niet de
groote strategische kennis bezit van Uwe
Excellentie" bracht de markies in het
midden.
„Misschien niet, maar voor den inlich-
tingdienst is Uwe Excellentie zijn gewicht
aan goud waard, luidde het oordeel van den
veldmaarschalk. „Ik zou U zeer dankbaar
zijn als U voor mij de plannen van den
Zweed zou kunnen ontdekken."
„Ik zal mijn best doen", antwoordde don
Felipe, „en wat ik weten wilde, ben ik nog
altijd gewaar geworden. Overigens heb ik
een poging gewaagd een eind aan dezen
oorlog te maken. Ze is helaas mislukt."
Tilly gaf geen antwoord.
„Is Cantin reeds terug, Excellentie?"
„Neen."
„Ik zou hem anders graag hebben ge
sproken. U weet, dat ik hem dringend heb
gewaarschuwd 's nachts niet door die een
zame wouden te rijden."
„Ja, dat weet ik. Hij is soms te voort
varend en verliest dan de voorzichtigheid
uit het oog."
„Heeft u gesoupeerd?"
„Dank u zeer. Ik heb in een herberg ge
geten. Ik had haast. Uwe Excellentie moet
maar niet naar mijn kleeding zien, vol vuil
en stof van de reis. Om tyd te winnen rijd
ik te paard."
„Tijd is thans meer waard dan geld. Be
schikt u over voldoende middelen of kan
ik u soms helpen?"
„Pardon, Excellentie" antwoordde don
Felipe een beetje koel. "Zijne Majesteit
zendt mij voldoende. Overigens is geld voor
mij van weinig beteekenis."
„Gelukkig mensch", zei Tilly met een
matten glimlach, maar blijkbaar verlicht.
„Dat kunnen weinigen zeggen. Zyne Majes
teit te Weenen schijnt maar al te dikwijls
slechts de beschikking te hebben over een
leege schatkist."
„En nu", zei don Felipe, „zal ik den kost
baren tijd van Uwe Excellentie niet langer
in beslag nemen. Zoodra de Zweed zyn be
slissing heeft genomen, kom ik zelf of zend
een vertrouwde bode."
De veldmaarschalk begeleidde den gezant
tot de deur. Buigend reikten ze elkander
de hand tot afscheid. De hellebaardiers sa
lueerden.
Don Felipe sprong op zijn paard, zei tegen
den wachtmeester: „Vriendelijk, dat u ge
wacht heeften drukte hem iets in de
hand. Deze keek even ter luiks. Een gouden
dukaat.
De tweede wachtmeester geleidde hem
naar den ingang. Ook deze ontving iets.
Hij keek en zei tegen den kapitein: „Hij
mag dan een verbond met den duivel ge
sloten hebben, maar hij is ook verduiveld
royaal. Een gouden dukaat."
„De duivel betaalt veel voor een zieltje",
antwoordde de kapitein.
Inmiddels waren de man van Werben en
dokter Praxiteles in een druk gesprek ge
wikkeld.
„Waarom gaf je me een teeken", zei
Piaxiteles, „toen ik voelde, dat er goud in
den grond geborgen zat?"
„Om verschillende redenen", antwoordde
de man van Werben, „waaronder een paar,
die je zelf hebt begrepen. Als je had ge
zegd: Hier liggen de schatten begraven, zou
dat zeer zeker de aandacht van de mannen
hebben afgeleid van onze. eigen onderne
ming. Ik zeg niet van ons, maar van de
ondergeschikten. Als wij weg waren, zou
den ze misschien met Ulrich aan het graven
zyn gegaan, groote schatten en gouden
geldstukken waren te voorschijn gekomen.
Dukaten, gouden rijders, rozenobels pisto
len, ponden, goudguldens, dubloenen e°
wat niet al. Je eigen standpunt is altijd is
altijd geweest, dat het goud de slechtste
eigenschappen in den mensch wakker roep
(Wordt vervolgd).