BETOVERDE BOS lotgevallen van een jeugdigen nederlandschen avonturier. tRUuteiilaud JladiopcoQtaMMa ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 14 JULI 1937 m. middellandsche zee Cyaangasvergiftiging in de Residentie. Hier, waarde lezer, begon de mooiste tijd van mijn leven. jk heb in Afrika honger en dorst gele den, ik heb geworsteld om den kop op te houden, maar mooi was het De eerste 350 kilometer naar het zuiden ging het per trein en per auto, over Sidi Bel Abbes, Saida, El Kreider, Géryle. In laatstgenoemde plaats begon de marsch, de Sahara in. Aanvankelijk liep ik niet alleen. Er waren nog twee jongens bij mij, die in Kreider bij het vreemdelingenlegioen ge weest waren en die nu op de vlucht gesla gen waren. Zij wilden des avonds verder trekken en daar dit een mooie gelegenheid voor mij was om eens wat van het vreem delingenlegioen te vernemen, sloot ik mij j,y hen aan. 's Avonds om zes uur was het benoodigde proviand ingeslagen en wij trokken op marsch. We hadden een be hoorlijke hoeveelheid water meegenomen. Nog geen uur later stonden wij in de woestijn tusschen de hutten der Arabieren. Natuurlijk mochten wij ons niet vertoonen; dat was voor de legionairen te gevaarlijk, want er staat een premie van 25 franken op den kop van iederen gevluchten legioen soldaat en dat is voor veel Arabieren een begeerlijk bedrag. We marcheerden recht Uit recht aan op Tunis af. 't Ging over rots blokken en door kloven. Tunis is een Fran- sche kolonie in de richting van de Italiaan- sche kolonie Tripolis. De afstand van Gé- ryville tot Tripolis is ongeveer 1800 kilo meter, dus het was geen kleinigheid die we ondernemen wilden. Toen we ongeveer een kilometer of tien geloopen hadden, viel ik plotseling met een der twee kameraden in de diepte. Ik dacht, dat mijn einde nabij was, maar we kwamen tenslotte op lekker zacht zand terecht. Maar we waren wel een meter of tien gevallen en cis we op steenen terecht gekomen waren, dan zat ik hier nu niet mijn avonturen te beschrijven. Des morgens omstreeks een uur of vier hielden we halt op een der hoogste bergen. We maakten een lekker vuurtje aan het was koud en we rustten uit, en aten wat. Volgens de kaart moesten we hier 1670 meter hoog zijn. Het was zoo ijzig koud, dat er aan slapen niet te denken viel. En dat in Afrika! We marcheerden nu een dag of wat sta dig door; des nachts legden we een vuurtje aan en het scheen, of alles van een leien dakje zou loopen. Ons proviand en ons water waren evenwel opgeraakt. We moes ten dus nu wel om nieuwen voorraad bij de Arabieren aankloppen, wilden we niet verhongeren of van den dorst vergaan. Toen we zeiden, dat we Duitschers waren ik zei dat ook maar gemakshalve, ik ben immers zoo half Duitscher ondanks mijn Nederlandsch staatsburgerschap werden we door de Arabieren vriendelijk bejegend, want zij zijn zeer Duitschgezind. Sommige AraDieren spraken zelfs een beetje Duitsch en zoo leerden wij dra een beetje Arabisch van hun. Dat kwam mij later zeer van pas. zooals te begrijpen valt. Maar niet immer werden we vriendelijk bejegend; soms ook verjoeg men ons met knuppels, waarbij wij ons dan duchtig te weer stellen moesten. En menige Arabier zou de premie van 2 x 25 franken voor het vangen van de beide legionairen gaarne in de wacht sleepen. Dit laatste was dan ook de reden, dat ik in Tadjemout, nabij Laghuat, afscheid van mijn beide Duitsche kompanen nam; het begon me te gevaarlijk te worden, in hun gezelschap te blijven. Mijn fraaie kompas en wat geld gaf ik hun m'ede, want ik had vroeger al geleerd, zoowel overdag als des nachts, mijn richting aan de hemellichamen te bepalen. Tot dusverre had ik dan ook nog geen gebruik van mijn kompas ge maakt. We namen hartelijk afscheid van elkaar met een „Behüt' euch Gott"en daar stond ik alleen met mijn gedachten in dit onmetelijke land. Al wat ik bezat was een fototoestel, een veldflesch met 2 Y-, liter wa ter, een beetje geld en 15 rolfilms. Dat was al mijn hebben en houden. Ik liep nu verder door de bedding van een droge rivier, dien men den Weg der Arabieren noemde. Dagen lang zag ik geen enkele Arabierenhut meer en ik begon honger en dorst te lijden. Drie dagen lang had ik geen bete broods meer noch een druppel water; des nachts was het ijzig koud en des daags snikheet Den vierden dag kwam ik een karavaan tegen en van den aanvoerder kocht ik toen een paar kilo meel en een flesch water. Want ook water kost hier geld! De mannen lieten mij hun maaltijd deelen en toen trok ik weer verder. Anderhalven dag later trok ik door Laghuat, de Sahara tegemoet Ik kwam toenin een geweldige sneeuw storm terecht en dat had me bijna het leven gekost. Negens was een heg of steg te onderkennen, want alles was met sneeuw bedekt. Soms zakte ik tot mijn middel er in weg. Wat ik nu ga "ertellen, waarde lezer, is geen sprookje, maar de simpele waarheid. Op een berg ontwaarde ik enkele olijven en ik worstelde net zoolang tot ik die be reikt had. Hier wilde ik overnachten en een vuurtje maken. Toen ik er na twee uren aangekomen was, maakte ik een hoop hout, legde een soort wal van sneeuw om mijn verblijfplaats en viel, toen 't vuurtje rustig brandde, van vermoeidheid in slaap. Zoo als men weet brandt olij venhout zeer lang. Den volgenden morgen toen ik wakker werd, lag ik minstens 15 centimeter diep in het water, want het vuur had de sneeuw tot smelten gebracht. Mijn lucifers waren doorweekt en ik kon dus ook geen vuur meer aanleggen om mijn doornatte kleeren te drogen. Nat en ellendig worstelde ik nu verder, in de hoop ergens een hut te vinden. Maar het leek er niet erg op, te zullen gelukken. Toen de nacht begon te naderen, kon ik nog nauwelijks een been verzetten. Geen mogelijkheid om een vuurtje aan te leggen en twee dagen lang had ik niets anders dan wat sneeuw gehad, om honger en dorst te stillenIk dreigde er bij neer te vallen en daar hoorde ik plotseling het welkome geluid van 'n blaffenden hond. Ik vocht met mijn vermoeidheid om die richting uit te komen. Maar ik kon niet meer en met een laatste kreet stortte ik neer. Wat er toen verder gebeurd is, weet ik niet. Alleen, toen ik den volgenden mor gen tot mij zei ven kwam, lag ik in een hut, en een mooie jonge donkerbruine vrouw zat naast mij en lachte vriendelijk tegen me. Enkele oogenblikken later kwam er een jonge Arabier binnen met voortreffe lijke koffie (dat kunnen ze zetten!) en weldra voelde ik mijn krachten terugko men. Ik bleef enkele dagen bij deze goede menschen; het gezin was in z'n geheel negen personen groot. Toen de sneeuw ge smolten was, liet ik blijken dat ik nu ver der wilde trekken. Maar daarmee kwam ik van een koude kermis thuis! Dat was de bedoeling niet: ik moest bij hun blijven, want, zoo zeiden zij, ze hadden mij het leven gered en nu behoorde ik tot de familie. En de jonge vrouw, die, toen ik weer bij kennis kwam, naast mij had geze ten, had den stamvader te kennen gegeven dat zij „zin in mij had" en ik moest mij daar wel, goedschiks of kwaadschiks, naar voegen. Het had mij m'n leven kunnen kos ten, als ik mij verzet had. Ik willigde dus het verzoek maar in en werd aldus zoo min of meer als schoonzoon in de familie opgenomen. Zoo was ook dit naar ieders genoegen geschikt. Het mooiste van al was nu echter wel, dat men mij nieuwe Arabische kleeren bracht, die men mij heette aan te trekken. De jon ge vrouw had ze zelf gemaakt, zoo zeide men mij. Dat kwam echter heel goed van pas, want dat zou mijn vlucht vergemakke lijken. Maar men hield mij zoo goed in de gaten, dat er van ontkomen geen sprake was en zoo moest ik de liefkoozingen van die jonge Arabische schoone maar op den kcop toe nemen. Niet, dat dit nu zoo heel erg beroerd was: wie 't niet heeft onder vonden kan niet weten hoe warm de liefde van een jonge Arabische zijn kan! Uiterst gevaarlijke ontsmetting. Aan de Boorlaan te Den Haag staat een zeer oud militair gebouw, dat langen tijd buiten gebruik is geweest. Daar de genie het gebouw weer in ge bruik wil nemen en het onbruikbaar ge worden is door de houtworm, die er zich in genesteld heeft, trad men in contact met den gemeentelijken ontsmettingsdienst, die, zonder een volledig succes te garan deeren, de zuivering ter hand nam. Het vernietigen van houtworm is een zeer moeilijk werk. De ontsmettingsdienst was voornemens, die vernietiging te pro- beeren met cyaangas, waarmede men te voren bevredigende proeven had genomen. In samenwerking met de genie werd alzoo een plan voor cyaneering opgemaakt, waarbij zeer bijzondere voorzichtigheids maatregelen getroffen waren. Gisteren zou dit plan worden uitgevoerd en alles stond dan ook daartoe gereed. Nu ontstaat dit gevaarlijke gas door het dompelen van cyaannatrium in verdunde zwavelzuur. Verscheidene tonnen met zwavelzuur stonden in het gebouw en boven deze vloeistof hing cyaannatrium aan touwen, die te voren op voldoende sterkte beproefd waren. Men was nu juist va,, plan cyaan te gaan ontwikkelen, doch te voren werd het huis nog even geïnspecteerd. Terwijl zich zeven personen op de bovenverdieping bevonden, klonk van beneden de alarm kreet, dat zich reeds gas aan het ontwik kelen was. Hierop liepen de inspecteeren den als hazen naar beneden. Om het ter rein te kunnen verlaten moesten zij langs een smallen ladder over een muur klim men. Men kon natuurlijk niet allen gelijk over dezen ladder. Twee heeren, namelijk dr. Boelens en de opzichter van Royen liepen terug om te trachten, langs een anderen weg het terrein te verlaten. Zij moesten daarbij een ton passeeren, waar uit gas ontsnapte. Een ontsmetter had namelijk de tegenwoordigheid van geest gehad, deze ton op te nemen om te trach ten, die naar buiten te dragen. Door in ademing van gas was hij genoodzaakt ge weest, de ton bij den uitgang neer te zetten. Dr. Boelens en de heer van Royen wer den, even nadat zij het gebouw verlaten hadden, verlamd neergeslagen. Na een deskundige behandeling kwamen zij ech ter spoedig bij en zelfs hebben zij daarna weder hun dienst kunnen doen. Dit gevaarlijke avontuur is dus nog zon der groote ongelukken afgeloopen. Het ontijdig ontsnappen van het gas is ontstaan doordat een paar druppels zwa velzuur een touw hebben aangevreten, waardoor dit gebroken is. DE SPOORBRUG TE VELSEN. Op samenwerking aangedrongen. In de Dinsdagmiddag gehouden vergade ring van de Kamer van Koophandel en Fa brieken te Amsterdam heeft de heer Delprat er de aandacht op gevestigd, dat de minister van waterstaat zijn goedkeuring heeft ge hecht aan het ontwerp inzake de autotunnel te Velsen. Spreker bracht in verband hier mede in herinnering, dat bij de besprekin gen, welke indertijd met de bevoegde auto riteiten gevoerd zijn, namens de Kamer de noodzakelijkheid is bepleit, een oplossing te vinden voor het weg- en het spoorwegver keer beide. En nu blijkt, dat de spoorbrug te Velsen misschien voor altijd gehandhaafd blijft. Zeker, de samenwerking tusschen spoorwegen en scheepvaart is goed, maar de spoorbrug blijft voor de scheepvaart een lastig obstakel. De beslissing van den minis ter is dan ook een groote teleurstelling voor de Amsterdamsche scheepvaart. Spr. drong er op aan, in samenwerking met het gemeen tebestuur van Amsterdam alle stappen te doen, die kunnen leiden tot wijziging van het plan, zoodat dq Velserbrug verdwijnen kan. De voorzitter, de heer Gottfr. H. Crone, verklaarde dat het voornemen, de Velser brug in stand te houden, ook hem teleurge steld heeft. Men zal z.i. hebben te gaan in de door den heer Delprat aangegeven rich ting. DOOR EEN TEER-MENGMACHINE GEGREPEN. Uitvoerder ernstig gewond. Gister is op den Schipholdijk te Nieuwer- Amstel de uitvoerder van het werk aan den Burgemeester A. Colijnweg door de Jacobs- ladder van een z.g. teer-mengmachine gegre pen en meegesleurd. Toen men hem bevrijd had bleek hij ernstig gewond te zijn aan beenen en rug. Met een ambulance-auto van Schiphol is de man naar een ziekenhuis te Amsterdam overgebracht. Donderdag 15 Juli. HILVERSUM, 1875 M. (AVRO- uitz.) 8.Gr.pl. 10.Morgenwij ding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Omroep orkest en soliste. 12.30 Kovacs La- jos' orkest en gr.pL 2.Modepr. 2 30 De Palladians en gr.pl. 4. Ziekenhalfuur. 4.30 Gr.pL 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Omroep orkest. 6.30 Sportpr. 7.Orgel en cello. 7.45 Voor rijwieltoeristen. 8.ANP-ber., mededeelingen. 8.15 De laatste ronde, causerie. 8.20 Re sidentie-orkest en soliste. In de pauze Interview. 10.30 Avro-dans- orkest. 11.ANP-ber., hierna Avro-dansorkest. 11.4012.Gr. platen. HILVERSUM, 301 M. (8—9.15 en 11.2.KRO, de NCRV van 10. 11.en 2.12.uur). 8.9.15 en 10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.— Ber. 1215 Gr.pl. 12.30 KRO- orkest en gr.pL 2.Handwerkles. 2.55 Gr.pl. 3.Voor de vrouw. 3.30 Gr.pL 3.45 Bijbellezing. 4.45 Handenarbeid voor de jeugd. 5.15 Gr.pL 5.45 Pianovoordr. 6.30 Lite raire causerie. 7.Ber. 7.15 Jour nalistiek weekoverzicht. 7.45 Rep. 8.ANP-ber., herh. SOS-ber. 8.15 Samenkomst van het Leger des Heils te Rotterdam, mmv. het mu ziekcorps en de Zangbrigade. 9.15 Amsterdamsch Salonorkest. (10. ANP ber.) 10.45 Gymnastiekles. 11.-12— Gr.pL, Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.25 Gr.pL 12.05 BBC-Wels-orkest en soliste. 1.05 Sopraan en bariton. 1.35 Sportrep. 1.50 Gr.pL 2.50 Het Mac- Naghten strijkkwartet en soliste. 3.35 Orkest van de Royal Air Force. 4.15 Rep. Kon. bezoek aan Wales. 5.20 Sportrep. 5.35 BBC- dansorkest. 6.20 Ber. 6.40 They came to England, causerie. 7. Pianovoordr. 7.20 Orgelspel. 7.45 Revue-progr. 8.20 BBC-Schotsch- orkest. 9.20 Ber. 9.40 BBC-dans- orkest. 10.20 Kerkdienst. 10.40 Het Bridgewater Kwintet. 11.10 Billy Cotton's Band. 11.5012.20 Dans muziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 7.10, 8.20 en 11.20 Gr.pL 12.50 Pascal-orkest en zang. 2.20 Gr.pl. 4.05 Zang. 4.20 Radiotooneel met muziek. 5.05 Radiotooneel. 7.23 Pianovoordr. 7.35 Zang. 7.50 RadiotooneeL 8.50 Le coq d'or, opera. 10.50 Gr.pL KEULEN, 456 M. 6.50 Dresdensch orkest. 8.50 Omroepkl.-orkest. 9.5Ü Gr.pL 10.20 Volksliederenconcert. 12.05 Concert. 2.35 Solistenconcert. 4.20 Omroep-Am.-orkest. 5.30 Pia no-voordracht. 6.20 Militair con cert. 7.20 Gr.pL 8.30 Omroeporkest, -koor en R. Gaden's orkest. 10.50 Kamermuziek. 11.2012.20 Harry Blum's orkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Kleinorkest. 1.30 Salonorkest. 1.502.20 Gr.pL 5.20 Salonorkest. 6.50 en 7.20 Gr.pL 8.20 Omroepssymph-orkest. 9.20 Caba ret. 10.3011.20 Omroepdansorkest 484M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Salon orkest. 1.30 Kleinorkest. 1.502.20, 5.20, 6.35 en 7.35 Gr.pL 8.20 Klein orkest. 10.3011.20 Gr.pL DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.30 Omroep- en militair orkest. 10.20 Ber. 10.50 Hobo en cembalo. 11.05 Weerber, 11.20—12.20 Ko ningsberger Omroepkleinorkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.50, Parijs R. 10.50—12.35, Keulen 12.35— 13.20, Brussel (V1.) 13.20—13.35, Keulen 13.3514.20, Parijs Radio 14.20—14.50, Lond. Reg. 14.50— 17.Keulen 17.17.20, Brussel Fr. 17.20—17.50, D.sender 17.50— 18.20, Keulen 18.2022.20, Brussel VI. 22.20—22.30, Brussel Fr. 22.30 —22.40, Weenen 22.40—23.15, Ber lijn 23.15—24— Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lille 9.209.50, Normandië 9.5010.35, Lond. Reg. 10.3514.20, Droitwich 14.20—18.20, D.sender 18.20—18.40, Brussel Fr. 18.4019.20, Droitwich 19.20—24— Lijn 5: Diversen. „VOGELSCHIETEN" VERBODEN. In strijd met de wapen- en hinderwet? Verleden Zondag nog hebben de Lim- burgsche schutterijen een manifestatie gege ven van kracht en onderlinge verbondenheid in het oud-Limburgsch schuttersfeest te Ge leen. En even later bereikt ons het opzien- barend, bericht, dat het „vogelschieten", het welk sinds eeuwen de glorie vormt van het Limburgsch schutterswezen, verboden is als zijnde in strijd met de wapenwet en de hin derwet. Tot heden heeft dit oeroude volksge bruik in ons land nog nooit van politiezijde eenige bedenking gewekt. Thans echter heb ben rijks- en gemeentepolitie te Obbicht bij Sittard er, voorloopig althans, een einde aan gemaakt. De juridische zijde van het hier door gerezen probleem zal wellicht voor de rechtbank haar definitieve oplossing vinden, want, naar wij vernemen, ligt het in de be doeling een principieele rechterlijke beslis sing uit te lokken. Of een dergelijke uitspraak ten aanzien van onze schutterijen in het algemeen en het „vogelschieten" in het bijzonder nood zakelijk is? Wij meenen het te mogen be twijfelen, daar het hier naar ons van rechtskundige zijde wordt medegedeeld geenszins een dubieus geval betreft. Het oude volksgebruik aldus wordt ons ver zekerd kan in ieder geval bestaan blijven, indien slechts aan bepaalde wettelijke voor schriften voldaan wordt. Inmiddels heeft het gebeurde te Obbicht in Limburgsche schut- terskringen zeer groote verwondering en beroering gewekt. Het „vogelschieten" toch is de kern van het schutterswezen, het hoog tepunt van ieder schuttersfeest. Zou dit oude volksgebruik onverhoopt moeten verdwij nen, dan zou zulks ongetwijfeld de onder gang beteekenen der eeuwenoude schutters gilden. Zoo ver zijn we nog niet De Obbicht- sche schutterij heeft er voorloopig al een oplossing op gevonden en houdt haar oefe ningen te Stein. WERKMAN TUSSCHEN BETONMOLEN GERAAKT. Bij den bouw aan een nieuwe brug in den Haarlemmermeerpolder nabij Schiphol W een werkman tusschen een betonmolen geraakt. Met ernstige verwondingen is het slacht offer per auto van den G. G. D. naar het Wilhelminagasthuis vervoerd. DS. THENU HULPEFONDS. Ter nagedachtenis aan den daten-dominee. sol- Onder beschermheerschap van den gep. luitenant-generaal H. N. A. Swart is een comité gevormd tot huldiging van de na gedachtenis aan ds. Thenu, den op 10 Mei jl. overleden Amboneeschen godsdienst leeraar „soldatendominee", die ruim 40 jaar in Atjeh diende. Het initiatief hiertoe is uitgegaan van den kolonel der infanterie G. F. V. Gosen- son ridder 4e klasse der M. W. O. en gew. mil. commandant van Atjeh en onderhoo- righeden en Sumatra's oostkust. Het ligt in de bedoeling een ds. Thenu huidefonds te stichten, waaruit bestreden zullen worden de onkosten ten behoeve van een eenvoudige graftombe met in scriptie en een bronzen borstbeeld van dezen soldatendominee. Het borstbeeld is bestemd om te wor den geplaatst vóór de protestantsche kerk te Koeta-Radja. Het comité heeft gemeend zich voor dit doel in de eerste plaats te mogen wenden tot alle militairen en oud-militairen van het K.N.I.L. in het algemeen, tot de mili tairen en oud-militairen van Atjeh in het bijzonder en in de tweede plaats tot de burgerij van het gewest Atjeh en onder- hoorigheden. VLIEGTUIGBOM AANGESPOELD. Een dezer dagen is te Harlingen bij den Zuiderzeedijk een vliegtuigbom aangespoeld. Waarschijnlijk heeft men te doen met een Engelsche rookbom. Militaire deskundigen zullen morgen de bom demonteeren. LIJK VAN EEN ONBEKENDEN MAN OPGEHAALD. Op 10 Juli is uit het water van het Noordhollandsch kanaal opgehaald en naar het Binnengasthuis te Amsterdam vervoerd het in staat van ontbinding verkeerende lijk van een onbekenden man, naar schatting 60 jaar oud. De kleeding is ongemerkt en op het lijk zijn geen ken teekenen aangetroffen. De commissaris van politie van de eerste sectie, bureau Adelaarsweg, verzoekt bekend te worden met eventueele mededeelingen, die over de identiteit van het lijk verstrekt kunnen worden. 85. Voorzichtig vloog ze rond het dak van het paleis. Niemand mocht haar zien of horen. De voordeur kon ze niet in, want daar stond een schildwacht. Wat nu? 86. Daar zag ze een balcon. Vlug er op af en daar daal de ze al, vlak voor de openslaande deuren. Voorzichtig zette ze haar bezehPop zij van de deur.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9