IN GEHEIMEN i DIENST JkoviitciaaC Tlieuws sSeuUletoH Verkeersongelukken. STOMPETOREN ZUIDSCH ARWOUDf: Bergen op Zoom, begaf zich in denzelfden wagen. Op dat moment had de politie gewacht. Alle uitgangen waren bezet en de vogels zaten in de kooi. De rechercheurs doken plotseling aan alle kanten op en het vier tal werd aangehouden en uit den trein gehaald, waarop zij elk afzonderlijk naar het bureau van de rivierpolitie zijn ge bracht om te verhinderen dat ze nog met elkaar zouden spreken. Tegelijkertijd was S. W. K. in zijn wo ning aan de Wolphaertsbocht aangehouden en toen kon het verhoor van de heele groep beginnen. Zonderlinge verhalen. Wat er toen te voorschijn kwam, was een aantal zonderlinge verhalen, waarvan een der mannen vermoedelijk buiten den waard had gerekend en zelf nog het slachtoffer is geworden. Meergenoemde v. d. R. namelijk ontkende ooit voor Spanje geronseld te hebben. Ook hij was slechts een tusschenpersoon, een bemiddelaar. Maar in dit geval was hij er niet in ge slaagd om in Spanje een anderen bemidde laar te vinden, zoodat het hem niet gelukt was deze mannen, die telkens weer weg wilden naar Spanje, daar een plaats te verschaffen. Ten einde raad had hij zich nu van deze mannen willen ontdoen door hen met een kluitje in het riet, of liever met een spoorkaartje naar Bergen op Zoom te sturen. Erg aannemelijk klonk zulks niet en bovendien was daar nog W. van R., de Amsterdammer, die niet alleen ook een kaartje Bergen op Zoom in den zak had, maar tevens nog over 150 aan contanten beschikte. Het merkwaardige was echter, dat deze W. van R. ook al steuntrekker was en het bevreemdde de politie zeer, dat hij zoo'n aanzienlijk bedrag met zich mee droeg. Een afdoende verklaring voor het geld kon de man niet geven, maar hij ontkende hardnekkig, dat het bestemd was geweest om G. P. van E. en J. v. d. V. voort te helpen. Verder ondervraagd, deed hij het zon derlinge verhaal, dat hij het geld uit een loterij had gekregen. Met een paar werk- looze vrienden had hij namelijk in de loterij gespeeld en een prijs gekregen, ieder 250. De namen van de drie werk- loozen weigerde hij echter op te geven. „Of hij dan deze extra-inkomsten aan den steun had opgegeven?" Dat was de volgende vraag van de poli tie, waarop de man ontkennend moest antwoorden, zoodat hij als verdacht van oplichting is gearresteerd en ter beschik king van de Amsterdamsche politie gesteld. Bovendien kreeg hij ter zake van de ron- selarij te Rotterdam nog een proces-ver- baal, evenals W. K. en A. A. v. d. R., die verder op vrije voeten zijn gesteld, wegens het bevorderen van het dienstnemen bij de strijdmacht in Spanje. De beide gegadigden, die tijdens de on derhandelingen' enkele malen voorschotten hebben geïncasseerd, gaan vrij uit. DE ONDERGANG VAN DE „ANDRA". Een onderhoud met den kapitein. Ten kantore van het Nederlandsch be vrachtingskantoor te Rotterdam hebben wij gistermiddag een onderhoud gehad met den gezagvoerder van het stoomschip „Andra", den heer L. Drachten, wiens schip, zooals bekend, op 5 April bij de Spaansche kust in den grond is geboord. De bemanning van de „Andra" is op 5 Juni j.1. te Rotterdam teruggekeerd, bij welke gelegenheid wij een onderhoud hadden met den eersten stuurman. Het verhaal, dat de stuurman ons deed over den plotselingen aanval van een gewapen- den treiler, waarbij de „AndTa" zoodanig in de machinekamer werd getroffen, dat twee opvarenden gedood werden, waarna de overige leden van de bemanning in de reddingboot gingen, werd ons door den kapitein geheel bevestigd. Eveneens be vestigde hij hoe na een onderzoek op de „Andra", toen de opvarenden aan boord van den treiler waren genomen, zijn schip, dat na den eersten treffer was blijven drijven, tot zinken werd gebracht. De kapitein vestigde er bij het relaas, dat hij ons deed, nog eens de aandacht op, dat de „Andra" de haven van Santander verlaten had en in ballast voer. Naar San tander had hij, zoo zeide hij, levensmidde len gebracht en op de vaart naar deze haven had hij niet de minste moeite ge had. Schepen van de Franco-partij waren zelfs niet te zien geweest. Toen wij eenmaal in de reddingboot waren, aldus zeide de kapitein, viel er volgens mij geen gevaar meer te duchten. Had men ons willen ombrengen, dan had men ons schip direct in den grond kunnen boren of had men op ons kunnen schieten, toen wij in de boot gingen. Dat ons leven geen gevaar liep, bleek ook toen wij aan boord van den treiler waren genomen en later op den hulpkruiser, die ons te San Sebastian aan wal bracht. Wij werden wel als gevangenen behandeld, maar daarom was de behandeling niet direct slecht. Te San Sebastian werden we in de ge vangenis opgesloten, waar we al gauw bezoek kregen van den Nederlandschen consul. Twee en twintig dagen heeft de be manning in deze gevangenis in cellen ge zeten. Op de vraag of de bahandeling slecht was, zeide de kapitein dit te moeten ontkennen. Het was wel doodvervelend in deze gevangenis en de Spaansche begrip pen over hygiëne zijn wel heel anders dan bij ons te lande, maar ten slotte, aldus de kapitein, moet gezegd worden, dat wij zeker niet anders dan de overige gevange nen werden behandeld. Het was in de gevangenis te San Se bastian zeer vol en daarom werd de be manning nadat de consul hiertoe had medegewerkt, overgebracht naar de ge vangenis te Tolosa. Daar kwam men met alle twee-en-twintig op een groote zaal bijeen. De mannen hielden er den moed in met af en toe gymnastiek te doen en kaart te spelen met de kaarten, die een der Poolsche stokers teekende. Ook werd er een dambord gemaakt en werden er schijven vervaardigd van oud brood. Over de voedselvoorziening had de ka pitein niet te klagen, Met geld, dat men van de maatschappij had, kon men voed sel laten koopen, dikwijls liet men sla en sardientjes halen. Van de bemanning waren.' bij den aan val op de „Andra" tw opvarenden ge wond. Deze zijn te San Sebastian door een dokter, die ook een gevangene was, be handeld. Een van deze gewonden, de eerste machinist, had men aanvankelijk niet in behandeling genomen, maar toen de kapitein hierom verzocht, geschiedde het ten slotte. Uitgaande van de onaanvechtbare stel ling, dat een gevangenis nu eenmaal geen hotel is, meende de kapitein niet te mogen zeggen, dat hij en zijn mannen in Spanje slecht behandeld zijn. Toen de bemanning terug mocht naar Nederland, kreeg de kapitein verlof in een hotel te wonen. De consul maakte een en ander voor hem in orde. In dit hotel heeft de heer Drachten het eveneens goed gehad. Op de vraag, waarom hij langer in Spanje heeft moeten blijven, antwoordde de kapitein, dat men hem pas later heeft laten vertrekken, om eerst nog allerlei officieele verklaringen af te leggen. Het afnemen van verhooren en het opstellen van verklaringen nam altijd veel tyd in beslag. De Spaansche mentaliteit, aldus de kapitein, is nu eenmaal zoo, dat men er alles in een uiterst langzaam tempo af doet. Uit naam van zijn maatschappij heeft de kapitein bovendien geprotesteerd tegen het in den grond boren van de „Andra". Wat er van deze protesten terecht zal komen, evenals van een eisch tot schade loosstelling, kan nog moeilijk gezegd wor den. Zaterdag j.1. kreeg kapitein Drachten de mededeeling, dat hij Spanje mocht verla ten. Er moesten toen nog eenige papieren in orde gebracht worden, zoodat hij eerst Maandag de reis kon aanvangen. Hierbij is hij door een officier tot aan de grens begeleid. Wat de reden geweest kan zijn, dat de Andra, die in ballast voer en die tevoren alleen maar levensmiddelen naar Santan der had gebracht, in den grond werd ge boord, kon kapitein Drachten niet vermoe den. Het was hem een raadsel, waarom het schip, als men het verdacht vond, niet was opgebracht, zooals met andere schepen is gebeurd. De kapitein heeft wel gevraagd, waarom de „Andra" beschoten was en tot zinken gabracht, maar op deze vragen kreeg hij geen antwoord. Van vluchten was ook geen sprake geweest, want bij het eerste schot van den treiler heeft de „An dra" bijgedraaid. De kapitein meende als eenige verkla ring voor het optreden van de Spanjaarden te kunnen vinden, dat men op den treiler in zenuwachtigheid te vroeg en misschien abusievelijk raak heeft geschoten. Aldus het relaas van kapitein Drachten, dat aansluit op de mededeelingen van den eersten stuurman, die evenals de andere opvarenden bij zijn aankomst over de be handeling in de gevangenis liever wilde zwijgen, zoolang de kapitein nog niet te ruggekeerd was. VAN EEN BALCON GEVALLEN. Een veertigjarige dame is gisteravond van het balcon van de tweede verdieping van een woning in de Alexander Boerstraat te Amsterdam gevallen, toen zy te ver vooroverboog. Zij is zwaar gewond naar een der ziekenhuizen vervoerd en korten tijd later overleden. ROUTEKAART VAN FRANKRIJK. Naast de routekaarten, welke de K. N. A. C. ten dienste van haar leden, van Duitschland, België en Italië heeft doen vervaardigen, is thans de routekaart van Frankrijk verschenen. Deze kaarten wor den aan de K.N.A.C.-leden, die een reis route naar een of meerdere der genoemde landen aanvragen gratis verstrekt, tezamen met de uitgebreide reisbeschrijving; Ue route wordt dan op de kaart met gekleurd potlood uitgestippeld. De nieuw verschenen kaart, welke uit twee deelen nl. een Noordelijk en een Zuidelijk deel bestaat is evenals haar voorgangers bijzonder overzichtelijk. Met één oogopslag kan een overzicht van de te volgen route worden verkregen terwijl men ook aanstonds kan zien, welke de goede en welke de minder goed berijdbare autowegen zijn. De kaarten zijn uiterst eenvoudig maar zóó practisch, ook al omdat de kilometer afstanden er op zijn aangegeven, dat de automobilist feitelijk geen andere kaarten behoeft te gebruiken. DE „BESTOLEN" DUITSCHERS. Uit een cel ontsnapt doch weer ingerekend. We hebben dezer dagen gemeld, dat twee Duitschers by de politie te Loenen kwamen aangeven, dat, toen zij nabij de buitenplaats „Over-Holland" lagen uit te rusten, een onbekende met de fiets van een hunner er vandoor was gegaan en inplaats daarvan zijn eigen oud karretje had achter gelaten. Het érgste was echter, dat tevens verdwenen was een tasch, waarin zich be halve paspoorten en andere papieren, ook een bedrag van 500 bevond. Deze aangifte werd door de politie gron dig onderzocht, doch tot eenig resultaat kon men niet komen. De politie vond het geval echter, zoo meldt het „Centrum", eenigszins verdacht en daarom werden de Duitschers zoolang in een cel opgeborgen. In den nacht echter wisten beiden op on verklaarbare wijze te ontsnappen. Geheel onopgemerkt gelukte dit echter niet, zoodat in het middernachtelijk uur door den bri gadecommandant van de rijksveldwacht groot alarm gemaakt werd. De geheele om geving werd door rijks- en gemeente-poli- tie afgezet en ongeveer een uur later mocht het de politie te Breukelen gelukken de vluchtelingen aldaar aan te houden en ge vangen te nemen. Zij werden naar Loenen teruggebracht en thans zoo ingesloten, dat ontkomen niet meer mogelijk was. Nadat zij voor den burgemeester van Loenen wa ren geleid, zijn zy overgebracht naar Utrecht en na voorgeleiding voor den offi cier van justitie aldaar ingesloten. OUDE VROUW MISHANDELD. Gisteravond laat hebben twee reeds bejaarde bewoonsters in de Jacob van Campenstraat te Amsterdam oneenigheid met elkaar gekregen. Het bleef daarbij niet bij woorden1, maar een van de kijvende vrouwen meende bij haar woorden kracht te moeten bijzetten waartoe zy zich be diende van een wandelstok, waarmede zij haar 58-jarige tegenstandster 'n geduch- ten slag op het hoofd gaf, zoodat over brenging van de getroffene naar het Binnengasthuis noodig bleek om de wonde te krammen. Vanzelfsprekend heeft de politie zich met het geval bemoeid en tegen de hard handige juffrouw werd procesverbaal terzake van mishandeling opgemaakt. JONGEN UIT EEN BOOM GEVALLEN. Gistermiddag is het elfjarige zoontje van de fam. van Geenen bij 't Orseleind te Oss in de omgeving van de ouderlijke woning uit een boom gevallen. De jongen sloeg met het hoofd tegen den grond en bleef bewuste loos liggen. Eenige menschen, die het on geluk zagen gebeuren, hebben den knaap naar huis gebracht, waar dokter Verbeek ontboden werd. Deze constateerde ernstige inwendige kneuzingen en een schedelfractuur. EEN RAVITAILLEERENDE MATROOS. Gistermiddag heeft de politie te Schie dam den matroos L. ingerekend, die onder invloed van sterken drank verkeerde en na verhoor bleek thuis te behooren op het En- gelsche stoomschip Valetta, dat ligplaats heeft aan de Scheepsbouwmy. Nieuwe Wa terweg. De matroos, die blijkbaar om geld ver legen zat om te gaan passagieren, had uit naam van den kapitein bestellingen gedaan in den kruidenierswinkel van mej. P. aan de Hoofdstraat en tegelijkertijd 10 van haar geleend, omdat hij contant nog enkele dingen moest koopen, waarvoor de kapitein vergeten had, hem geld mee te geven. In een auto reed hij vervolgens naar den veekoopman W. v. D„ wien hij de leve rantie opdroeg van een groote hoeveelheid schapenvleesch, ter waarde van 300. Teruggekeerd naar eerstgenoemde win kelierster, drong hy daar op spoedige be zorging van het bestelde aan, maar wekte toen tevens argwaan op, zoodat de politie in den arm werd genomen. Deze heeft den gullen matroos gehouden en in bewa ring gesteld. BRIGADIER VAN POLITIE AANGEREDEN. Door auto waarvan de be stuurder onder den invloed van alcohol verkeerde. Gisteravond omstreeks half twaalf is op het Damrak bij de Oudebrugsteeg te Amsterdam de brigadier Hissink van het politiebureau Warmoesstraat door een in snelle vaart passeerende personenauto, welke uit de richting van den Dam kwam, aangereden. De brigadier had de tegenwoordigheid van geest op de motorkap te springen, zoodat hij niet onder den wagen kon raken, terwijl hij zich vervolgens van het voer tuig op den grond liet rollen, waar hij met verwondingen aan handen en beenen bleef liggen. Voorbijgangers snelden da delijk te hulp en requireerden een taxi, waarmede de brigadier naar het Binnen gasthuis werd gebracht. De verwondingen bleken gelukkig van weinig beteekenis te zijn, zoodat hij zich naar huis kon begeven. Het ongeluk geschiedde doordat de be stuurder van de auto, een inwoner van Baarn, die op weg was naar den trein, evenals een naast hem zittende persoon, onder den invloed van -ferken drank ver keerden. De man heeft echter onmiddel lijk na de aanrijding gestopt en zich over zijn slachtoffer ontfermde. Hij maakte een verkeersfout door een voor hem rijdenden wagen plotseling aan den rechterkant voorbij te schieten, een manoeuvre, waar op de brigadier, die den rijweg wilde over steken, natuurlijk niet verdacht was. De politie nam den bestuurder mee naar het bureau waar hij verder den nacht heeft doorgebracht. Veiligheidshalve heeft zy ook de auto, die aan zy'n metgezel toebe hoorde, in beslag genomen. Woensdagavond hield de afd. van den Bond van Boerinnen en andere plattelands vrouwen, hare jaarvergadering in café Kamsteeg, welke zeer druk bezocht was, waarover de presidente, mevr. v. d. Laan, haar blijdschap uitsprak in het openings woord. Met groote instemming van alle leden, werden de beide aftredende bestuursleden mevr. de BoerBlauwboer en Glynis Schermerhorn herkozen en mevr. Kor- verKwantus tevens tot penningmees- teresse benoemd. Crisis-publicatie RESTITUTIE TEELTHEFFING LATE AARDAPPELEN. Aan de telers van late aardappe]^ wordt in herinnering gebracht, dat het onder bepaalde voorwaarden mogelijk js restitutie van teeltheffing te verkrijgen' indien ten genoege van de Nederlandsche Akkerbouw Centrale kan worden aange toond, dat de opbrengst van de door den teler met aardappelen beteelde oppervlakte door andere oorzaken dan hagelslag minder dan 5.000 kg. per h.a. bedraagt. In dergelijke gevallen moet tenminste 14 dagen voordat de teler zal rooien een aanvraag tot restitutie via de provinciale landbouw-crisis-organisatie in zyn pro vincie bij genoemde Centrale worden ingediend. Zoolang de aanvrage in behandeling is mag niet met rooien worden begonnen, tenzij door of vanwege genoemde Centrale dan wel door den Centralen Crisis-Con troledienst toestemming daarvoor is ge geven. 's-Gravenhage, 14 Juli 1937. Daarna gaf de voorzitster, een uitge. breid, vlot overzicht van de gehouden alg. vergadering te Goes en voerde ons door de fraaie Zeeuwsche gebieden, naar de mooie steden, waarvan zij tijdens de excursies en rondritten genoten had. Het jaarverslag van de secr.esse, mevr. Glijnis, liet opgewekte klanken hooren, er is intensief gewerkt en ook genoten in onze afdeeling. Vervolgens droegen de dames Bruin- Groot en de Boer—Helder een vroolijke samenspraak voor, zongen de dames Ger ritsen en de Geus een tweetal mooie lied jes, en kwam mevr. de GeusSchreuder met „Het Geitje", waar danig om gelachen werd. Over de deelname aan de feesten in de Beemster werd druk gediscuseerd. Men be sloot de uitnoodiging van onze secr.esse af te wachten. De voorzitster deelde mede, dat waw- schijnlijk in September mej. Menagé— Chella uitgenoodigd zal worden in samen* werking met het leesgezelschap. Ook leidde zij het onderwerp „deelname aan de Floralia en Huisvlyttentoonstelling" in, waarop de dames Kruimel en Huijser van Reenen eenige wenken gaven. Een klein koortje uit de leden werd gevormd, om onder leiding van mevr. Kruimel eenige liederen voor de Kerstvergadering in te studeeren. Getracht zal worden een cursus in de verzorging van zieken in huis te geven. Eenige wintervergaderingen zullen in de middaguren gehouden worden voor het gemak van de verst verwijderd wonen den. Na het zingen van het bondsliedje, dankte de presidente alle medewerkenden van die avond en de fam. Kamsteeg voor de prettige huisvesting gedurende het af- geloopen jaar. Harddraverijvereenlglng. In café Renses vergaderden het bestuut en de juryleden van de harddraverij-vereen. „De Schermeer". De heer Posch heette de aanwezigen welkom en constateerde met blijdschap dat het ledental steeds groeide en tot over de honderd gestegen was. Spr. be treurde het vertrek van den 2en voorzitter, den heer C. P. van Wees, en besprak de goedgeslaagde draverij van het vorige jaar. In de vacature-van Wees werd gekozen de heer C. Laan te Oudorp. Besloten werd een harddraverij te orga- niseeren op Zondag 8 Augustus ter gele genheid van de kermis, waar prijzen van 100, 40, 20 en 10 verreden zullen worden. De heer Korver wees op de moeilijkheid om op den Oterleekerweg achter elastiek te starten. Getracht zal worden hiervan ont heffing te krijgen. Na eenige besprekingen over kleinigheden sloot de voorzitter deze bijeenkomst. Postduif komen aanvliegen. Bij den heer J. Reijne te Zuidschar- woude is een postduif komen aanvliegen met een metalen ringetje om den poot, waarop vermeld staat H.D.V. 37 84. STANIOL (zilverpapier) bedrukken wq óók ALKMAARSCHE COURANT, TEL. 3320 HESTORKiCHE AVONTURENROMAN. Boor G.. P. BAKKER 64) Stel je eens even voor, een jongen en drie huurlingen, ofschoon ik je toestem, dat ze tot de allerbeste behooren, en een stroom van goudstukken voor het grijpen. En wat vertegenwoordigt die goudstroom? Een rijk, zorgeloos leven, de liefde van de mooiste vrouwen. Want meen niet, dat een vrouw een man lief krijgt, omdat hy knap is. Neen, omdat hij geld heeft of werkkracht, omdat hij onderhouden kan en zij kinderen kan krijgen waar hy de opvoeding voor kan betalen, eten, vermenging van natuur en maatschappij, en dan helaas ook roem en eer. We konden die brave knapen niet in verzoeking brengen. Ook het oogenblik is slecht gekozen. De vijand in het land is belust op goud. Derge lijke berichten waaien als de wind over de aarde." „Dat ben ik volkomen met je eens." „En verder, je kent den ouden Ulrich even goed als ik. Zijn zoon zou de schatten gevonden hebben. Afgeloopen. Maar wie is de eigenlijke vinder? De man, die de hand van het toeval was. Denk eens na?" „Edzke." „Juist. Hy begon voor spook te spelen, verraste Ulrich en doordat ik aan jou dacht, werd het gevonden. Wie kreeg de ingeving van de kapel?" „Edzke." „Juist. Sommige menschen zouden zeg gen de vinger Gods, anderen de voorzienig heid, weer anderen het toeval, maar hoe het moge zijn, er loopt een roode draad door deze geschiedenis. Edzke is verliefd op No. 16 in Halberstadt. Wie is dat?" „De kamenier van de barones Van Gerse- nau." „Juist, ze woonde met den majordomus in het groote huis van den baron. Saxon gaf Edzke het adres. Ik houd van dien jongen. Ontegenzeggelijk heeft hij geluk, maar hij is flink, ondernemend, dapper, leergierig en volkomen te vertrouwen." „Ik ken hem niet zoo goed als jij, maar Saxon beschouwt hem bijna als zijn zoon en zijn vrouw prinses Marion is gek op den jongen." „Hy trouwt met een arme kamenier." „En zelf heeft hij ook weinig van een schipperszoon." „Wel, als jij de geschiedenis aan Gersenau vertelt, dan is hij volgens Saksisch recht verplicht een derde aan jou uit te betalen. Jy hebt het geld niet noodig. En als jij zegt: Gersenau jij moet 't jonge paar een flinken bruidsschat geven, dan zal hy geen bezwaar maken. Een weldaad, die ons geen duit kost, zul je zeggen en ongelijk heb je niet", lachtte de man van Werben. De kamenier heeft ons belangrijke diensten bewezen." „Begrepen hertog", antwoordde Praxiteles. „Een titel dien ik nooit gebruik en ik zal je nu zeggen waarom baron. Er liep een balk door mijn wapen en dat had mijn vader kunnen en moeten voorkomen." „Juist, en wat deed je, toen die verwaten vrouw, de eenige die je ooit hebt lief ge had, je in haar domheid beleedigde? Dwaas dat de mannen zoo dikwijls verliefd raken op de verkeerde vrouwen." „En jij dan, wijze dokter. Waarom ben jij ongetrouwd gebleven?" „Dat is iets anders. Maar staan we hier om oude liefdesgeschiedenissen op te halen? Ik wilde alleen maar betoogen, dat vrouwen als ze jong zijn, dikwijls zoo onuitstaan baar hoogmoedig zyn. Later vraag je jezelf af: waarom?" „En je blijft het antwoord schuldig." „Juist en als ze wat verstandiger werden is het te laat." „Dikwijls wel, maar zijn ze zelf niet de oorzaak?" „Mogelijk. Ma ar we dwalen af. Wat deed de hertog? Hij leefde als een eenvoudig burgerman en met zijn rijkdommen trachtte hy overal 't leed van den oorlog voor velen te verzachten.Met zyn gouden hart „Praxiteles. Arme vriend. Is het je in het hoofd geslagen? Ik dacht het wel. De avon turen van de laatste dagen zyn te aangrij pend geweest. En dan dat goud „Stik", zei Praxiteles. „Na u, dokter." „Oude mop", en beiden lachten. „Maar ik vraag me af, of we ons toch niet vergissen met die schatgravery. Er zijn mogelijk factoren, die wij nu niet in reke ning kunnen brengen, omdat we ze niet weten." „Oh, dan laten we weer onze hersens werken en vinden we wel weer een oplos sing", oordeelde dokter Praxiteles. „Dus zijn we het weer eens?" „Dat zijn we altijd geweest sinds we aan de Heidelberger universiteit samen voor dokter studeerden." „En in Jena, aan de hoogeschool in Lei den, in Cordoba." „Waar we kennis maakten met de in quisitie." „En in Padua." „Als de oorlog over is, zou ik wel naar Alexandië willen." „Ja", zeide de man van Werben, „als..." „We hebben steeds samengewerkt", ant woordde Praxiteles. „Overal, waar ik ging, volgde je mijn voetstappen, maar jy wist altijd waar de beste weg lag, dien ik moest inslaan. Jy werkte in stilte, volgde mij, doch wees de richting. Meen je, dat Saxon niet dadelijk begreep, dat onze laatste ontmoeting niet toevallig was? En wat dacht hy? Ik zag zyn gezicht vroolijk worden, Praxiteles. Nu is alles in orde", legde de man van Wer ben uit. „Mercurius, man van Werben, professor Ben el Gora, hertog van X en IJ tot Z en hoeveel namen je anders nog moogt heb ben, je maakt je schuldig aan schandelijke overdrijving. Weet je wat Saxon dacht? Als die beiden samen zyn, bestaat er een groote kans, dat de onderneming zal slagen. Je overdrijft, maar door de groote vriend schap..," „Praxiteles, speel een deuntje op je fluii» van den koekoek en den leeuwerik". „Geef my eerst een poot, zoo, en nu..." Hij haalde zijn fluit te voorschijn. „MaaT daar komt don Felipe al aan." „Een prachtkerel." „Dat zyn ze alle drie. Saxon heeft scherp# oogen. Hij geeft zyn vertrouwen niet maar zoo dadelijk." „Nu weer die wachtmeester Sievers." Ze sprongen op hun paarden, reden naast don Felipe, drukten hem stevig de hand. „Goed afgeloopen?" „Ja, Tilly had niet het minste wantrou wen." Edzke en Finkie wachtten reeds te paard tusschen de boomen. „René, kerel", zei Edzke. „Ik ben zoo blij je heelhuids weer te zien." „Anders ik wel", zei Finkie." Longuenez stond eensklaps midden tus schen hen in. „Voor my bestond er niet de minste twijfel of de markies zou dat zaakje opknappen", zei hy. „Trouwens, ik was den veldmaarschalk gunstig. Een beetje was de veldmaarschalk gunstig. Een beetje wantrouwen en hy was er geweest. Mis schien is die oude mummie in zijn grijzen slaaprok nooit zoo dicht bij den dood 8e" weest", en Longuenez stak zijn zwart mas ker en zyn pistool in den zak. "Heeren, nu spoorslags naar de ruïne» morgen naar Torgau" besloot de man van Werben. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 10