IN GEHEIMEN l DIENST LOTGEVALLEN VAN EEN JEUGDIGEN NEDERLANDSCHEN AVONTURIER. JUowndaal 1lieuws $euitleioH Het minste tandbederf, vn. HEILOO indien U poetst met wat goeds, dus met Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IV/ O R O L Lekdijk gewaaid. Het voertuig, waarin zich geen menschen bevonden, ging eenige malen over den kop en bleef onder aan den dijk liggen. Te Staphorst werd de midden in het dorp gelegen boerderij, toebehoorende aan den heer L. Koster en bewoond door den landbouwer Jac. Troost, omstreeks half acht door den bliksem getroffen. In een oogwenk stond de groote boerderij in volle vlam. Niets kon worden gered. De resten werden, toen het ergste weer voorbij was, door de brandweer geblusght met drie stra len op de waterleiding. De belendende per- ceelen wist men te behouden. Burgemees ter Van Wijngaarden en de beide wethou ders woonden het blusschingswerk bij. Om half zeven bereikte het noodweer Woubrugge. Het hemelvuur sloeg in een hooiberg van den landbouwer B. A. Heenk, welke op slechts één meter afstand van de kapitale boerderij is gelegen. De brandweer was binnen tien minuten ter plaatse en wist het hoogoplaaiende vuur tot den hooiberg te beperken. De burgemeester had de leiding van het blusschingswerk. Tijdens het zware onweer, dat omstreeks half zeven boven Zevenhoven (Zuid holland) losbarstte, sloeg de bliksem in den hooiberg van den heer M. P. van der Wey- den, lid van de Tweede Kamer. Dank zy het krachtdadig optreden van de brand weer kon de brand tot den hooiberg be perkt blijven. Te Gorssel is gisteravond omstreeks acht uur de bliksem geslagen in de kapitale boerderij, toebehoorende aan den heer J. H. Nieuwenhuis. Weldra stond de heele hoeve, een der grootste van Gorssel, in lichte laaie. De geheele landbouwinventaris verbrandde en ook het huisraad werd door de vlammen verteerd. De brandweer van Zutphen stond die van Gorssel in het blusschingswerk bij. Het vee bevond zich in de weide. Verzekering dekt de schade. Voorttrekkend langs den IJssel heeft het noodweer ook te Vaassen geducht huis gehouden. Om half acht kwam de bui op zetten met een hevige windhoos. Tallooze boomen werden ontworteld. Bij het kasteel Cannenburg werd een laan prachtig ge boomte geheel geveld. Op den Pastoorsweg bezweek een gevel en van een huis aan den Kerkweg vernielde de bliksem den voor gevel. Persoonlijke ongelukken vielen niet voor. Te Dirksland sloeg de bliksem in de landbouwschuur van E. v. d. Doel. De brandweer van Dirksland was spoedig ter plaatse doch kon zich alleen bepalen tot het nathouden van het aangrenzende woonhuis. De groote schuur, benevens een kleinere, brandde geheel uit. In de schuur was alleen hooi geborgen. Verzekering dekt de schade. Te E p e werd de boerderij van B. Wit- teveen op den Haverkamp door den blik- lem' getroffen, waardoor brand ontstond Toen men den brand bemerkte, had deze reeds een grooten omvang aangenomen. Een paard en eenige varkens konden wor den gered. De brandweer was spoedig ter plaatse doch kon niet verhinderen dat het huis tot den grond afbrandde. De inboedel ging verloren. Verzekering dekt de schade. In het Noorden. Uit Noordwolde wordt gemeld: Gisteravond is tijdens het hevige onweer, dat boven Zuid-Friesland woedde, de boer derij van de wed. Menger, welke bewoond wordt door het gezin Visser, door den blik sem getroffen. Daar de motorspuit defect was, moest men machteloos toezien, hoe alles door het vuur werd verteerd. Wel verscheen na korten tijd de motorspuit uit Wolvega, doch toen was het te laat. Verze kering dekt de schade. Het vliegverkeer. Het vliegverkeer op Schiphol heeft van het noodweer weinig last ondervonden. Alle toestellen, die uit het westen kwamen, waren, yoor de bui lostbarstte, binnen, terwijl de machines voor Texel, Eelde en Twente nog tijdig konden vertrekken. Al leen het toestel voor Londen en dat voor Knocke hebben het weer afgewacht en zijn een uur na den vastgestelden tijd opgeste gen. De uit oostelijke richting komende toe stellen konden eveneens normaal binnen komen MARKTDIEVEGGE GESNAPT. Stal handtasschen van koopende vrouwen. Reeds verscheidene weken achtereen wer den op de weekmarkt te Gouda diefstallen gepleegd. Taschjes van vrouwen, die aan kraampjes wat kochten, verdwenen op ge heimzinnige wyze. Het is de politie gister morgen gelukt de daderes te pakken te krij gen. Door verscheidene marktbezoekers was bij de politie aangifte gedaan van diefstal van haar tasschen. Op 17 Juni werd ten na- deele van een vrouw uit Reeuwijk 7.15 ontvreemd. Een week later raakte een Goudsche vrouw 3.32 A kwijt. Een andere bezoekster vermiste in de daarop volgende week een een bedrag van 11.en vorige week werd een juffrouw uit Boskoop voor 2.bestolen. De diefstallen geschiedden steeds op dezelfde wijze. Terwijl de vrou wen aan de kraampjes wat kochten en haar tasschen hadden neergelegd, sloeg de onbe kende haar slag. De tasschen werden later meestal hier of daar teruggevonden maar het geld was er uit verdwenen. Verschillende politie-agenten en recher cheurs hadden gistermorgen in burger op de markt post gevat en gaven hun oogen goed de kost. Omstreeks kwart voor 10 zag een der politiemannen, dat een vrouw zich op verdachte wijze bij een der kramen op hield. Zij nam zelfs eenmaal een tasch op doch legde deze weer neer. De politie-agent achtervolgde de vrouw en om 11 uur be trapte hij haar op heeterdaad, toen zij aan een kraam een tasch van een vrouw uit Zwammerdam pakte en er mee wegging. Zij werd gegrepen en naar het politiebureau gebracht. Zij bleek te zijn de 48-jarige M. de L., huisvrouw van H. G. D. in Gouda woonachtig. Bij het verhoor bekende zij alle diefstallen. Z- is ingesloten. IN KOKENDE LOOG GEVALLEN. Jongeman krijgt vreeselijke brand wonden. Een ernstig ongeluk is gebeurd op T. P. Viruly's Stoomzeepziederij „De Hamer" te Gouda. De ongeveer 20-jarige werkman B. Klijn was op een der zolders van de fabriek bezig met het koken van causticsoda, welke in bussen van plm. 300 K.G. is verpakt. Door de bussen te laten zakken in een ketel, wel ke met heet water en stoom gevuld is, wordt de soda vloeibaar en ontstaat causticloog. Tijdens het proces kookte de ketel over. Klijn, die dit bemerkte, rende een trap af om een kraan te sluiten, doch hij kwam daarbij te vallen en stortte in de op den grond liggende loog. Met ontzettende brand wonden over het geheele lichaam is het slachtoffer opgenomen. Terstond werd hij naar het Van Itersonziekenhuis vervoerd. De toestand van den jongeman is zorg wekkend. AAN ZONNESTEEK OVERLEDEN. Donderdagmiddag is de bij het werk van de Am-terdamsche Ballast-Maat- schappij onder de gemeente Waddinxveen werkzame 40-jarige werkman W. G., door een zonnesteek getroffen. Hij is aan de gevolgen overleden. MILITAIR UIT DEN TREIN GEVALLEN. Gistermiddag is een militair van het eerste regiment-veldartillerie, tweede bat terij, N. T. uit Amstelveen, ter hoogte van blok 1 onder Duivendrecht uit den trein gevallen. Nadat door dokter J. H. van Gortel uit Abcoude de eerste geneeskun dige hulp was verleend, is het slachtoffer, dat een hersenschudding had opgeloopen, naar Amsterdam vervoerd. BAGGERMOLEN GEZONKEN. Gistermiddag om twee uur is de bagger molen „Zuiderzee" van de firma Blanke voort, aannemer der Zuiderzeewerken ten behoeve van de N.O.-inpoldering te Urk, gezonken. De molen ligt op zijn zijde in vier meter diep water en op 500 meter uit den wal, achter den vuurtoren. De oor zaak van het zinken is nog niet bekend. Het personeel, dat zich op den bagger molen bevond, kon intijds op zolderschui ten, welke in de nabijheid lagen, over springen, zoodat persoonlijke ongelukken niet voor kwamen. NA IEDEREN MAALTIJD BENAUWD EN OPGEBLAZEN. Voelt zich thans weer flink en levenslustig. „Zoodra ik wat ouder begon te worden, kreeg ik na iederen maaltijd steeds een benauwd en opgeblazen gevoel. Ik nam hiertegen een proef met Kruschen Salts en kreeg verrassende resultaten. Ik voel mij thans veel flinker en levenslustiger. De kleine dagelijksche dosis Kruschen houdt mijn geheele organisme op peil." J- B. Wanneer de afvoerorganen niet meer naar behooren functionneeren, zullen zich in Uw lichaam afvalstoffen ophoopen, die Uw organisme verontreinigen en waaruit allerlei klachten kunnen ontstaan. Kru schen Salts spoort Uw inwendige organen, lever, nieren en ingewanden aan tot actievere werking, waardoor alle afval stoffen langs natuurlijken weg zacht en geregeld worden verwijderd. Kruschen Salts is verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitemjerpakking, de naam Rowntree Handels Mij., Amsterdam, voorkomt. DE EGMONDBINNER ZEEWEG. Een lezer in Egmondbinnen schrijft ons: In uw courant komt voor een beschou wing van een correspondent over de z.g. Egmondbinner Zeeweg: „er liep van Eg mondbinnen naar zee een weg of pad, dat de enkele schelpenvisschers, die het plaatsje vroeger nog kenden, met hun karren, door de duinen aldaar hadden getrokken'. Nu waren dat er niet enkele, want ouden van dagen weten nog, dat 32 karren met paarden er voor dagelijks daar langs gingen. Verder lees ik: „vanzelfsprekend, dat de ingezetenen van Egmondbinnen, die het zij uit liefde voor de natuur, hetzij om te zien wat er alzoo voor hun gading was aangespoeld enz." Al zijn er nu eenige strandjutters te Egmond aan Zee, daarom mag men toch niet schrijven, dat de inge zetenen van E. a. Z. strandjutters zijn; nog veel minder is dat het geval met de inge zetenen van Egmondbinnen. De Heerlijkheid Egmond was vroeger eigendom van den heer Gulcher oud-burge meester van Hilversum. Deze heeft nooit den weg verboden. Toen de heer C. v#n der Vliet, die een groot liefhebber van de konijnenjacht was, deze Heerlijkheid had overgenomen, heeft hij van af Egm. aan Zee tot de grens van Castricum den geheelen duinkant afgezet met gaas, waarboven puntdraad. Dat deed genoemde heer, omdat door het vele wild alles wat aan den duinkant la|, werd af- gevreten door zijn lieve konijntjes. Maar het werd ook gedaan, om de konijnen bin nen zijn terrein te houden, omdat er 's mor gens vak minder terugkeeren, dan er 's avonds waren uitgegaan. Bij eiken weg in de duinen was echter een behoorlijk dam- hek geplaatst, zoodat men er met paard en kar door kon, zoo ook aan den Schulpweg. Wat nu twee particuliere eigenaars nooit hebben verboden, had men toch van een al gemeen lichaam niet mogen verwachten, daar het toch door de algemeene belastin gen, dus ook door de Egmondbinners, wordt in stand gehouden. De ingezetenen komen niet zoo zeer tegen het betalen van een dubbeltje op; het gaat om het recht van het spel. Zij, die trachten de openbaarheid van den weg te behouden, hebben hun dorpje lief en willen het gaarne, ook door vreemdelingenbezoek, vooruit brengen, net zoo als het gegaan is met Eg mond aan Zee, Bakkum aan Zee, Bergen aan Zee en zoovele andere plaatsen aan onze zeekust. Voor 40 jaren terug waren Bakkum en Bergen aan Zee onbekend, maar men schen met doorzicht, met geld, met liefde voor hun plaats hebben getracht daar iets van te maken en de geest van den tijd heeft hen daarbij geholpen. Dat het gemeentebestuur, enz. zich niet in zijn rechten geknot voelt, kan men ook zeg gen, dat het niet verder kijkt dan Maar wanneer het eene dorpje voor het andere wordt getrokken, dan Vroeger jaren werd met kermis uitgevoch ten, wie de sterkste was. Gelukkig is die tijd voorbij, maar de oude afkeer is er nog, tn dat lijkt nu wel weer tot uiting te komen. Vervolg. Alvorens ik nu mijn laatste belevenissen tijdens den Spaanschen burgeroorlog te boek stel moet ik u, waarde lezer, nog een blik gunnen in de Spaansche zeden en ge bruiken. Weliswaar zult er waarschijnlijk hartelijk om lachen, en misschien zult u mij wel uitlachen ook, maar dan ik niets aan doen. Verteld moet het worden. Toen ik ongeveer 1 'A jaar in Palma was, leerde ik een betooverend schoon meisje kennen. Zij woonde in Santa Catarina. Ik was werkelijk stapel verliefd op dit mooie kind. Ze had haren zoo zwart, als de kleur der raven en haar oogen schitterden als ik ze zag, dan moest ik haar schoonheid altijd wetr bewonderen. Wat mij evenwel verwonderde, dat was, dat wanneer ik met haar uitging .altijd haar zuster of broer, en dikwijls ook haar heele familie mee ging. En natuurlijk ging dit altijd op mijn kosten; het heeft mij ettelijke honderden gekost Maar ik wilde met mijn lieve schat ook wel eens alleen zijn, zooals dat bij verliefde men schen nu eenmaal meer voorkomt, niet waar? Toen dit nu maanden zoo voortduurde, vertelde ik mijn geval eens, teneinde raad, aan mijn vrienden, voor wien ik tot dus verre mijn verliefdheid verborgen had ge houden. Mijn vrienden braken in schallend gelach uit, toen ze mijn verhaal hadden aange hoord. En ze vertelden me toen het volgen de: Ten eerste: een net Spaansch meisje mag nimmer met haar verloofde alleen zijn, nóg minder zich alleen met hem aan derden ver- toonen, wil zij voorkomen dat n.en haar als een vrouw van slechte zeden zal betitelen, en Ten tweede: als men desondanks gaarne met zijn meisje eens alleen wil zijn, dan zit er niets anders op dan ten snelste een huwe lijk met haar aan te gaan, evenwel Ten derde: is men dan getrouwd, dan komt eiken dag de heele familie van de bruid mee-eten. Met andere woorden: wie het lieve kind trouwt, trouwt de familie er by! Ik had meteen mijn bekomst van de zaak en schreef de moeder van myn zoogenaam de verloofde een mooie papieren brief, waarin ik haar zulks mededeelde. Ten ant woord kreeg ik een brief, dat ik „een lee- lijke oplichter" was Maar ik liet mij deze betiteling liever wel gevallen dan de heele familie van mijn bruid levenslang in de kost te hebben. VIII. En nu, waarde lezer, zal ik u zoo ge trouw mogelijk trachten te vertellen hoe de Spaansche burgeroorlog zich in Palma heeft afgespeeld. Reeds in den herfst van verleden jaar was te bemerken, hoe het in Palma zou gaan: de Bovenbedoelde goedwillenden mochten geen steun ondervinden, om toch ons dorpje vooruit te helpen. Verschillende bronnen van inkomsten zijn opgedroogd: O.-I. kers-zaad, vetzaad duin aardappelen, alles zoo goed als weg. Dat er nog menschen zijn, die nieuwe bronnen wil len zoeken, moest vooral van hoogerhand ge waardeerd worden. Er moest gevoeld wor den, dat men wel degelijk in zijn rechten wordt geknot. Ontwaakt uit uw slaap en wordt strijders voor de goede zaak. Nog is het niet verloren. Er zouden meer opmerkingen te maken zijn, b.v. heeft het rijk werkelijk een prik keldraad-afrastering gezet? De inzender moet eens gaan kijken. Is het door de boete van 4, dat het hooger beroep ineen werd afgesneden? M.i. is daar een andere reden voor. In- en Uitwendige Zending. De Vereeniging voor In- en Uitwendige Zending in Noordholland en de afd. Alk maar en Heiloo van het Tasikmalaja-comité der Ned. Zendingsver. hielden Woensdag troepen van Franco zouden er vast de over hand krijgen, dat was zeker. Want de Roomsch-katholieke kerk in Palma beschikte over veel kapitalen, en die was op Franco'g hand (Wij laten dit en de verdere politieke opmerkingen uiteraard geheel voor rekening van den schrijver Red.) en de kerk financierde dan ook voor een groot gedeelte de geweldige bewapeningsonkosten. Bij het begin van den oorlog was er op Palma zoo goed als geen kanon te zien en nu Is het een bijna onneembare vestig geworden. Mijn kameraad en ik, ofschoon we niet aan politiek deden, hadden toch sympathie voor den kant der anti-fascisten; wy streden echter minder in het openbaar, dan dat wij wel eens een en ander vernamen en dat dan te bevoegcer plaatse mededeelden. Aangezien de Rebellen zooals men de' troepen van Franco betitelt niet wisten, wat ze aan ons hadden, werden wy scherp bewaakt. Later is dan ook menige kame raad betrapt. In October, 't kan ook begin November geweest zijn, heette het plotseling, dat de regeeringstroepen geland zouden zyn. En het bleek waar te zijn: van Barcelona uit was een schip met ongeveer 500 man aan een niet bewoond gedeelte van de kust heime lijk geland. De Marokkijnen deden of ze gek werden. Ze vlogen allemaal in de kerken om God té bidden hun genadig te zijn. Maar ze waren niet in staat de 500 man Regeeringstroepen te verdrijven; weldra kreeg de regeering vasten voet en de bezetting nam toe tot 2000 man. Welk een lafaards, de Marokkijnen! De lieden op het eiland, die aan den kant der fascisten stonden, waren 25.000 man sterk en ze waren niet in staat 2500 man regeerings troepen het hoofd te bieden! Waarom ver joegen zij ze niet? Regeeringsvliegers vlo gen over de stad en zochten naar de ben zinetanks en andere strategisch belangrijks punten van de fascisten. Zoo nu en dan vlo. gen de bommen naar beneden. Als er een vliegeraanval was, dan vluchtte de bevol king schreeuwend in de kelders en de sol daten, als_ men deze lieden tenminste sol daten zou mogen noemen, schoten dan ra zend en tierend hun revolvers op de vliegtuigen af!!! Op zeker oogenblik liep ik met mijn ka meraad waarmede ik tezamenwoonde, in da hoofdstraat en wij wilden ons naar het Raadhuisplein begeven. Toen wij daar aan kwamen, riep men ons in een kelder in vei ligheid te brengen. Wij sloegen dezen raad echter in den wind. Plotseling sloeg een granaat in, in een huis daar dicht in de buurt. Of het nu een granaatsplinter was of een stuk steen, dat van dat huis weggeslin gerd werd, ik weet het niet, maar ik kreeg ineens een heftig pijnlijke slag tegen mijn hoofd en ik stortte neer. Ten gevolge van mijn lichtzinnigheid heb ik toen zes weken in een ziekenhuis gelegen. (Wordt vervolgd.) hun jaarlijksch zendingsfeest, dat door plm. 400 personen was bezocht. Men had het ter rein by den Kattenberg verwisseld voor het Gemeentelijk Muziekpark aan de Verschuir- laan, waar het veel rustiger is en waar men de beschikking heeft over de muzieknis. Me dewerking verleenden het chr. fanfarecorps Advendo van Broek op Langendijk (direc teur de heer G. Kalken te Hoorn) en de chr. gem. koren: Ned. Herv. Kerkkoor en de zangver. de Lofstem, beide te Alkmaar en de chr. zangver. Sursum Corda te Heiloo, di recteur de heer Piket Weserik te Alkmaar. De opening. Even over half elf opende de voorzitter jhr. mr. dr. L. A. van den Brandeler te Alk maar met Gezang 6 van den liederenbundel en voorlezing uit de Handeling der Aposte- len 111 en gebed. Dank bracht spreker aan de sprekers en de medewerkers van het corps en de koren. Ook bracht spr. dank aan het bestuur der Ned. herv. gemeente te Hei loo voor het afstaan van het kerkgebouw, waar we nu, met het schoone weer, geen ge bruik van zullen maken. Nadat spreker het doel van de bijeenkomst had uiteengezet, gaf hij het woord aan den eersten spreker. PK7&USCHE AVONTURENROMAN. Door G. P. BAKKER 65) HOOFDSTUK XXXVII. Bij het eerste ochtendkrieken, zaten de avonturiers weer in den zadel. Ze namen hartelijk afscheid van Ulrich. De jongen had met geen woord meer over de schatten gesproken, maar tegen Edzke zei hij: „Edzke, je denkt aan wat je mij beloofd hebt." „Ulrich", antwoordde Edzke. „In de repu bliek der Vereenigde Nederlanden hebben ze een spreekwoord. „Een man, een man, een woord, een woord", en ik ben een echte Hollander." Een handdruk en Ulrich liep het bosch in, keerde zich nog eenmaal wuivend om en stapte in zyn boot. Even voorbij Schortow reed hen een rui ter tegemoet. Hij zat op een groot paard, dat langzaam voortstapte. Olivier en Sievers passeerden hem met een „Goedenmorgen", maar hun groet werd niet beantwoord. Don Felipe, die alleen achter hen reed, kreeg eensklaps een schok, Cantin. Hy hield zyn paard in en zei in het Spaansch: „Senor Cantin, blij u in goeden welstand te ontmoeten. Zijne Excellentie, de veld maarschalk, wacht u met ongeduld." Don Felipe las het wantrouwen van den ander in zijn oogen. Hij begreep, dat in het heldere morgenlicht het verschil niet ont gaan zou aan den scherpen stekenden blik van Tilly's geheimschrijver. Maar als Can tin iets bemerkte, liet hij het niet merken. „Excellentie", zei hij bedaard. „Ik heb helaas uw wijzen raad niet opgevolgd. Ik heb dat duur moeten betalen. Ik ben aan gevallen en ziek geweest." „Dat spijt my, U is werkelijk mager ge worden." „Ja, maar ik heb het leven behouden. Dat is tenslotte het voornaamste en niet iedereen kan dat zeggen, als hy zich in dwaze avonturen steekt. En nu vaarwel. Ik hoop van harte, dat dit niet de laatste maal zal zijn, dat wij elkander ontmoeten", en buigend, met zijn hand groetend, reed hij verder. De markies wachtte even, keek om en zag dat Cantin zijn paard de sporen had gegeven. Hij hield halt. Het bedrog was door Cantin ontdekt. Er was geen twijfel moge lijk. Hij was al uit het gezicht. De eerste de beste ruiterbende, die hy tegenkwam, zou hij hen achterna zenden of den besten rui ter naar Crensitz sturen om hen van daar met versche paarden in te halen. De ruiters pleegden overleg. „Links af langs Crensitz en bij Zscheppen over de Mulde" zei de man van Werben. „Ventre a terre. Als we maar eerst by de rivier zijn." „Maar hoe komen we er over?" „Zwemmen als het moet. Maar het is een droge zomer, misschien is er een doorwaad bare plaats." „Wie van jullie kent er een?" „Ten zuiden van Zscheppen moet er een zijn. We kunnen vragen", antwoordde Sievers. „Dan daarheen. Galop." Ze reden als duivels en ze kwamen het stadje veilig voorbij, maar de paarden raak ten vermoeid en ze moesten in stap hun weg vervolgen. Sievers reed vooruit, sloeg rechts af een zandweg in. „Nog niemand in zicht", zei Olivier. „Kan ook nog niet, maar een escadron met versche paarden kan ons inhalen." „Dan zullen we ze een warme ontvangst bereiden", meende Finkie. „Beter te ontkomen", antwoordde Edzke. „Cantin weet ons aantal en zal ons een tiendubbele overmacht op het lijf zenden. Een enkele van ons zou kunnen ontkomen, maar allen is onmogelijk en het zou jammer zijn te verdrinken met de haven in zicht." Eindelijk hadden ze de Mulde voor zien, maar omkykend zagen ze in de verte de in het zonlicht glanzende helmen en harnas sen van een grooten troep keizerlijke kuras siers. Bij de Mulde stonden ze stil. „Er in", be val de man van Werben. „Naast elkaar, be hoorlijke afstand, allen te gelijk. Nu." Ze dreven de paarden in de rivier. Eerst liepen ze een eind, toen moesten ze zwem men. De kurassiers hadden den oever bereikt, schoten met hun lange pistolen. Gelukkig kurassiers", dacht Edzke- „Geen karabijnen en te zwaar bewapend om ons te durven volgen. Voor ze zich van hun harnassen hebben ontdaan, hebben wij de overzijde bereikt en hen onder schot. Om rijden kost hen ten minste een uur. We zyn zoo goed als gered." Hij keek eens om, zag dat het paard van Praxiteles steigerde. Het bleef achter. Pis toolschoten knalden. „Drommels", schreeuwde Edzke. „Praxi teles verkeert in gevaar. Zijn paard zinkt. Rijdt door." De man van Werben, die naast hem reed, zei: „Ik ga terug." „Neen", antwoordde Edzke. „Doorrijden. Wacht, neem mijn teugels." Hij trok zijn laarzen uit, gooide ze weg, toen zijn wam buis, gaf het aan den man van Werben evenals zijn pistolen. „Rijdt door", schreeuwde hij nog eenmaal met scherpe stem, liet zich van zijn paard glijden, voor zichtig om geen trap te krijgen en dook weg. De kurassiers schoten op Praxiteles, wien het eindelijk gelukt was zich van de beu gels te bevrijden en die zijn best deed al spartelende boven water te blijven, maar een paar malen dook hij onder. Met forsche slagen had Edzke hem be reikt onder een hagelbui van kogels, maar slechts een paar malen was zijn hoofd aan de oppervlakte verschenen. De dokter spartelde wat hij kon, de kogels floten om zyn ooren en het einde zou niet ver meer af zyn. Toen gelukte het Edzke Praxiteles bij zijn kraag te pakken. Hy wierp zich op den rug, trok den dokter op zijn buik en zwom weg. Pistolen knalden, doch allengs werd de afstand grooter en na elke paar slagen ver anderde de zwemmer van richting om zoo weinig mogelyk trefkans te bieden. De af stand werd grooter en grooter. Edzke raak te vermoeid. De sterke stroom sleepte hem mee, nog steeds knalden de pistolen. Even liet hij zich dryven. Toen zwom hij weer met flinke slagen. Hy begon te hij gen, beet zich op de lippen. „Volhouden", siste hij. Weer dreef hy af, zonk dieper. Toen greep een sterke hand hem in den nek. Olivier en Sievers hadden hun kleeren uitgeworpen en zich in de rivier begeven. Ze hielpen hem op de been. Het water kwam hen tot de schouders. Olivier nam den dokter in zijn sterke armen en droeg hem naar den kant. Sievers geleidde Edzke strompelend naar den oever. Een luid „Hoera klonk hem in de ooren, toen viel hy lang uit op den grond. De man van Werben boog zich over Praxiteles. „Hij leeft, hy leeft", juichte hij, opspringend en riep: „Heeft iemand sterken drank by zich?" Schele Willem keek hem verwijtend aan, haalde van onder zijn wambuis een kruik te voorschijn. „Hy is nog half vol." Allen lachten, de sterke spanning was geweken. Finkie en René knielden by Edzke neer. Ze grepen elk een hand van hem. Een zwakke glimlach verscheen op zyn gezicht. Toen sprong hij plots overeind en eerst wankelend, maar steeds vlugger begon hij in een wyden kring te loopen over de zon nige vlakte. De man van Werben had inmiddels de polsen en het voorhoofd van Praxiteles jenever ingewreven. „Heb je een glas' vroeg hy aan Willem. (Wordt vervolgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 10