IN GEHEIMEN
l DIENST
LOTGEVALLEN VAN EEN JEUGDIGEN
NEDERLANDSCHEN AVONTURIER.
JUowndaal 1lieuws
$euitleioH
Het minste tandbederf,
vn.
HEILOO
indien U poetst met wat goeds, dus met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IV/ O R O L
Lekdijk gewaaid. Het voertuig, waarin zich
geen menschen bevonden, ging eenige
malen over den kop en bleef onder aan den
dijk liggen.
Te Staphorst werd de midden in het
dorp gelegen boerderij, toebehoorende aan
den heer L. Koster en bewoond door den
landbouwer Jac. Troost, omstreeks half
acht door den bliksem getroffen. In een
oogwenk stond de groote boerderij in volle
vlam. Niets kon worden gered. De resten
werden, toen het ergste weer voorbij was,
door de brandweer geblusght met drie stra
len op de waterleiding. De belendende per-
ceelen wist men te behouden. Burgemees
ter Van Wijngaarden en de beide wethou
ders woonden het blusschingswerk bij.
Om half zeven bereikte het noodweer
Woubrugge. Het hemelvuur sloeg in
een hooiberg van den landbouwer B. A.
Heenk, welke op slechts één meter afstand
van de kapitale boerderij is gelegen. De
brandweer was binnen tien minuten ter
plaatse en wist het hoogoplaaiende vuur tot
den hooiberg te beperken. De burgemeester
had de leiding van het blusschingswerk.
Tijdens het zware onweer, dat omstreeks
half zeven boven Zevenhoven (Zuid
holland) losbarstte, sloeg de bliksem in den
hooiberg van den heer M. P. van der Wey-
den, lid van de Tweede Kamer. Dank zy
het krachtdadig optreden van de brand
weer kon de brand tot den hooiberg be
perkt blijven.
Te Gorssel is gisteravond omstreeks
acht uur de bliksem geslagen in de kapitale
boerderij, toebehoorende aan den heer J.
H. Nieuwenhuis. Weldra stond de heele
hoeve, een der grootste van Gorssel, in
lichte laaie. De geheele landbouwinventaris
verbrandde en ook het huisraad werd door
de vlammen verteerd.
De brandweer van Zutphen stond die
van Gorssel in het blusschingswerk bij. Het
vee bevond zich in de weide. Verzekering
dekt de schade.
Voorttrekkend langs den IJssel heeft het
noodweer ook te Vaassen geducht huis
gehouden. Om half acht kwam de bui op
zetten met een hevige windhoos. Tallooze
boomen werden ontworteld. Bij het kasteel
Cannenburg werd een laan prachtig ge
boomte geheel geveld. Op den Pastoorsweg
bezweek een gevel en van een huis aan den
Kerkweg vernielde de bliksem den voor
gevel. Persoonlijke ongelukken vielen niet
voor.
Te Dirksland sloeg de bliksem in de
landbouwschuur van E. v. d. Doel. De
brandweer van Dirksland was spoedig ter
plaatse doch kon zich alleen bepalen tot het
nathouden van het aangrenzende woonhuis.
De groote schuur, benevens een kleinere,
brandde geheel uit. In de schuur was alleen
hooi geborgen. Verzekering dekt de schade.
Te E p e werd de boerderij van B. Wit-
teveen op den Haverkamp door den blik-
lem' getroffen, waardoor brand ontstond
Toen men den brand bemerkte, had deze
reeds een grooten omvang aangenomen.
Een paard en eenige varkens konden wor
den gered. De brandweer was spoedig ter
plaatse doch kon niet verhinderen dat het
huis tot den grond afbrandde. De inboedel
ging verloren. Verzekering dekt de schade.
In het Noorden.
Uit Noordwolde wordt gemeld:
Gisteravond is tijdens het hevige onweer,
dat boven Zuid-Friesland woedde, de boer
derij van de wed. Menger, welke bewoond
wordt door het gezin Visser, door den blik
sem getroffen. Daar de motorspuit defect
was, moest men machteloos toezien, hoe
alles door het vuur werd verteerd. Wel
verscheen na korten tijd de motorspuit uit
Wolvega, doch toen was het te laat. Verze
kering dekt de schade.
Het vliegverkeer.
Het vliegverkeer op Schiphol heeft van
het noodweer weinig last ondervonden.
Alle toestellen, die uit het westen kwamen,
waren, yoor de bui lostbarstte, binnen,
terwijl de machines voor Texel, Eelde en
Twente nog tijdig konden vertrekken. Al
leen het toestel voor Londen en dat voor
Knocke hebben het weer afgewacht en zijn
een uur na den vastgestelden tijd opgeste
gen.
De uit oostelijke richting komende toe
stellen konden eveneens normaal binnen
komen
MARKTDIEVEGGE GESNAPT.
Stal handtasschen van koopende
vrouwen.
Reeds verscheidene weken achtereen wer
den op de weekmarkt te Gouda diefstallen
gepleegd. Taschjes van vrouwen, die aan
kraampjes wat kochten, verdwenen op ge
heimzinnige wyze. Het is de politie gister
morgen gelukt de daderes te pakken te krij
gen.
Door verscheidene marktbezoekers was
bij de politie aangifte gedaan van diefstal
van haar tasschen. Op 17 Juni werd ten na-
deele van een vrouw uit Reeuwijk 7.15
ontvreemd. Een week later raakte een
Goudsche vrouw 3.32 A kwijt. Een andere
bezoekster vermiste in de daarop volgende
week een een bedrag van 11.en vorige
week werd een juffrouw uit Boskoop voor
2.bestolen. De diefstallen geschiedden
steeds op dezelfde wijze. Terwijl de vrou
wen aan de kraampjes wat kochten en haar
tasschen hadden neergelegd, sloeg de onbe
kende haar slag.
De tasschen werden later meestal hier of
daar teruggevonden maar het geld was er
uit verdwenen.
Verschillende politie-agenten en recher
cheurs hadden gistermorgen in burger op
de markt post gevat en gaven hun oogen
goed de kost. Omstreeks kwart voor 10 zag
een der politiemannen, dat een vrouw zich
op verdachte wijze bij een der kramen op
hield. Zij nam zelfs eenmaal een tasch op
doch legde deze weer neer. De politie-agent
achtervolgde de vrouw en om 11 uur be
trapte hij haar op heeterdaad, toen zij aan
een kraam een tasch van een vrouw uit
Zwammerdam pakte en er mee wegging.
Zij werd gegrepen en naar het politiebureau
gebracht. Zij bleek te zijn de 48-jarige M.
de L., huisvrouw van H. G. D. in Gouda
woonachtig. Bij het verhoor bekende zij alle
diefstallen. Z- is ingesloten.
IN KOKENDE LOOG GEVALLEN.
Jongeman krijgt vreeselijke brand
wonden.
Een ernstig ongeluk is gebeurd op T. P.
Viruly's Stoomzeepziederij „De Hamer" te
Gouda.
De ongeveer 20-jarige werkman B. Klijn
was op een der zolders van de fabriek bezig
met het koken van causticsoda, welke in
bussen van plm. 300 K.G. is verpakt. Door
de bussen te laten zakken in een ketel, wel
ke met heet water en stoom gevuld is, wordt
de soda vloeibaar en ontstaat causticloog.
Tijdens het proces kookte de ketel over.
Klijn, die dit bemerkte, rende een trap af
om een kraan te sluiten, doch hij kwam
daarbij te vallen en stortte in de op den
grond liggende loog. Met ontzettende brand
wonden over het geheele lichaam is het
slachtoffer opgenomen. Terstond werd hij
naar het Van Itersonziekenhuis vervoerd.
De toestand van den jongeman is zorg
wekkend.
AAN ZONNESTEEK OVERLEDEN.
Donderdagmiddag is de bij het werk
van de Am-terdamsche Ballast-Maat-
schappij onder de gemeente Waddinxveen
werkzame 40-jarige werkman W. G., door
een zonnesteek getroffen. Hij is aan de
gevolgen overleden.
MILITAIR UIT DEN TREIN
GEVALLEN.
Gistermiddag is een militair van het
eerste regiment-veldartillerie, tweede bat
terij, N. T. uit Amstelveen, ter hoogte
van blok 1 onder Duivendrecht uit den
trein gevallen. Nadat door dokter J. H. van
Gortel uit Abcoude de eerste geneeskun
dige hulp was verleend, is het slachtoffer,
dat een hersenschudding had opgeloopen,
naar Amsterdam vervoerd.
BAGGERMOLEN GEZONKEN.
Gistermiddag om twee uur is de bagger
molen „Zuiderzee" van de firma Blanke
voort, aannemer der Zuiderzeewerken ten
behoeve van de N.O.-inpoldering te Urk,
gezonken. De molen ligt op zijn zijde in
vier meter diep water en op 500 meter uit
den wal, achter den vuurtoren. De oor
zaak van het zinken is nog niet bekend.
Het personeel, dat zich op den bagger
molen bevond, kon intijds op zolderschui
ten, welke in de nabijheid lagen, over
springen, zoodat persoonlijke ongelukken
niet voor kwamen.
NA IEDEREN MAALTIJD BENAUWD
EN OPGEBLAZEN.
Voelt zich thans weer flink en
levenslustig.
„Zoodra ik wat ouder begon te worden,
kreeg ik na iederen maaltijd steeds een
benauwd en opgeblazen gevoel. Ik nam
hiertegen een proef met Kruschen Salts en
kreeg verrassende resultaten. Ik voel mij
thans veel flinker en levenslustiger. De
kleine dagelijksche dosis Kruschen houdt
mijn geheele organisme op peil." J- B.
Wanneer de afvoerorganen niet meer
naar behooren functionneeren, zullen zich
in Uw lichaam afvalstoffen ophoopen, die
Uw organisme verontreinigen en waaruit
allerlei klachten kunnen ontstaan. Kru
schen Salts spoort Uw inwendige organen,
lever, nieren en ingewanden aan tot
actievere werking, waardoor alle afval
stoffen langs natuurlijken weg zacht en
geregeld worden verwijderd.
Kruschen Salts is verkrijgbaar bij alle
apothekers en erkende drogisten 0.40,
0.75 en 1.60 per flacon. Let op, dat op
het etiket op de flesch, zoowel als op de
buitemjerpakking, de naam Rowntree
Handels Mij., Amsterdam, voorkomt.
DE EGMONDBINNER ZEEWEG.
Een lezer in Egmondbinnen schrijft ons:
In uw courant komt voor een beschou
wing van een correspondent over de z.g.
Egmondbinner Zeeweg: „er liep van Eg
mondbinnen naar zee een weg of pad, dat de
enkele schelpenvisschers, die het plaatsje
vroeger nog kenden, met hun karren, door
de duinen aldaar hadden getrokken'.
Nu waren dat er niet enkele, want ouden
van dagen weten nog, dat 32 karren met
paarden er voor dagelijks daar langs gingen.
Verder lees ik: „vanzelfsprekend, dat de
ingezetenen van Egmondbinnen, die het
zij uit liefde voor de natuur, hetzij om te
zien wat er alzoo voor hun gading was
aangespoeld enz." Al zijn er nu eenige
strandjutters te Egmond aan Zee, daarom
mag men toch niet schrijven, dat de inge
zetenen van E. a. Z. strandjutters zijn; nog
veel minder is dat het geval met de inge
zetenen van Egmondbinnen.
De Heerlijkheid Egmond was vroeger
eigendom van den heer Gulcher oud-burge
meester van Hilversum. Deze heeft nooit
den weg verboden.
Toen de heer C. v#n der Vliet, die een
groot liefhebber van de konijnenjacht was,
deze Heerlijkheid had overgenomen, heeft
hij van af Egm. aan Zee tot de grens van
Castricum den geheelen duinkant afgezet
met gaas, waarboven puntdraad. Dat deed
genoemde heer, omdat door het vele wild
alles wat aan den duinkant la|, werd af-
gevreten door zijn lieve konijntjes. Maar
het werd ook gedaan, om de konijnen bin
nen zijn terrein te houden, omdat er 's mor
gens vak minder terugkeeren, dan er
's avonds waren uitgegaan. Bij eiken weg
in de duinen was echter een behoorlijk dam-
hek geplaatst, zoodat men er met paard en
kar door kon, zoo ook aan den Schulpweg.
Wat nu twee particuliere eigenaars nooit
hebben verboden, had men toch van een al
gemeen lichaam niet mogen verwachten,
daar het toch door de algemeene belastin
gen, dus ook door de Egmondbinners, wordt
in stand gehouden.
De ingezetenen komen niet zoo zeer tegen
het betalen van een dubbeltje op; het gaat
om het recht van het spel. Zij, die trachten
de openbaarheid van den weg te behouden,
hebben hun dorpje lief en willen het gaarne,
ook door vreemdelingenbezoek, vooruit
brengen, net zoo als het gegaan is met Eg
mond aan Zee, Bakkum aan Zee, Bergen aan
Zee en zoovele andere plaatsen aan onze
zeekust. Voor 40 jaren terug waren Bakkum
en Bergen aan Zee onbekend, maar men
schen met doorzicht, met geld, met liefde
voor hun plaats hebben getracht daar iets
van te maken en de geest van den tijd heeft
hen daarbij geholpen.
Dat het gemeentebestuur, enz. zich niet in
zijn rechten geknot voelt, kan men ook zeg
gen, dat het niet verder kijkt dan Maar
wanneer het eene dorpje voor het andere
wordt getrokken, dan
Vroeger jaren werd met kermis uitgevoch
ten, wie de sterkste was. Gelukkig is die tijd
voorbij, maar de oude afkeer is er nog, tn
dat lijkt nu wel weer tot uiting te komen.
Vervolg.
Alvorens ik nu mijn laatste belevenissen
tijdens den Spaanschen burgeroorlog te
boek stel moet ik u, waarde lezer, nog een
blik gunnen in de Spaansche zeden en ge
bruiken. Weliswaar zult er waarschijnlijk
hartelijk om lachen, en misschien zult u
mij wel uitlachen ook, maar dan ik niets
aan doen. Verteld moet het worden.
Toen ik ongeveer 1 'A jaar in Palma was,
leerde ik een betooverend schoon meisje
kennen. Zij woonde in Santa Catarina. Ik
was werkelijk stapel verliefd op dit mooie
kind. Ze had haren zoo zwart, als de kleur
der raven en haar oogen schitterden als
ik ze zag, dan moest ik haar schoonheid
altijd wetr bewonderen. Wat mij evenwel
verwonderde, dat was, dat wanneer ik met
haar uitging .altijd haar zuster of broer, en
dikwijls ook haar heele familie mee ging.
En natuurlijk ging dit altijd op mijn kosten;
het heeft mij ettelijke honderden gekost
Maar ik wilde met mijn lieve schat ook wel
eens alleen zijn, zooals dat bij verliefde men
schen nu eenmaal meer voorkomt, niet
waar?
Toen dit nu maanden zoo voortduurde,
vertelde ik mijn geval eens, teneinde raad,
aan mijn vrienden, voor wien ik tot dus
verre mijn verliefdheid verborgen had ge
houden.
Mijn vrienden braken in schallend gelach
uit, toen ze mijn verhaal hadden aange
hoord. En ze vertelden me toen het volgen
de:
Ten eerste: een net Spaansch meisje mag
nimmer met haar verloofde alleen zijn, nóg
minder zich alleen met hem aan derden ver-
toonen, wil zij voorkomen dat n.en haar als
een vrouw van slechte zeden zal betitelen,
en
Ten tweede: als men desondanks gaarne
met zijn meisje eens alleen wil zijn, dan zit
er niets anders op dan ten snelste een huwe
lijk met haar aan te gaan, evenwel
Ten derde: is men dan getrouwd, dan
komt eiken dag de heele familie van de
bruid mee-eten. Met andere woorden: wie
het lieve kind trouwt, trouwt de familie
er by!
Ik had meteen mijn bekomst van de zaak
en schreef de moeder van myn zoogenaam
de verloofde een mooie papieren brief,
waarin ik haar zulks mededeelde. Ten ant
woord kreeg ik een brief, dat ik „een lee-
lijke oplichter" was
Maar ik liet mij deze betiteling liever wel
gevallen dan de heele familie van mijn bruid
levenslang in de kost te hebben.
VIII.
En nu, waarde lezer, zal ik u zoo ge
trouw mogelijk trachten te vertellen hoe de
Spaansche burgeroorlog zich in Palma heeft
afgespeeld.
Reeds in den herfst van verleden jaar was
te bemerken, hoe het in Palma zou gaan: de
Bovenbedoelde goedwillenden mochten geen
steun ondervinden, om toch ons dorpje
vooruit te helpen.
Verschillende bronnen van inkomsten zijn
opgedroogd: O.-I. kers-zaad, vetzaad duin
aardappelen, alles zoo goed als weg. Dat er
nog menschen zijn, die nieuwe bronnen wil
len zoeken, moest vooral van hoogerhand ge
waardeerd worden. Er moest gevoeld wor
den, dat men wel degelijk in zijn rechten
wordt geknot. Ontwaakt uit uw slaap en
wordt strijders voor de goede zaak. Nog is
het niet verloren.
Er zouden meer opmerkingen te maken
zijn, b.v. heeft het rijk werkelijk een prik
keldraad-afrastering gezet? De inzender
moet eens gaan kijken. Is het door de boete
van 4, dat het hooger beroep ineen werd
afgesneden? M.i. is daar een andere reden
voor.
In- en Uitwendige Zending.
De Vereeniging voor In- en Uitwendige
Zending in Noordholland en de afd. Alk
maar en Heiloo van het Tasikmalaja-comité
der Ned. Zendingsver. hielden Woensdag
troepen van Franco zouden er vast de over
hand krijgen, dat was zeker. Want de
Roomsch-katholieke kerk in Palma beschikte
over veel kapitalen, en die was op Franco'g
hand (Wij laten dit en de verdere politieke
opmerkingen uiteraard geheel voor rekening
van den schrijver Red.) en de kerk
financierde dan ook voor een groot gedeelte
de geweldige bewapeningsonkosten. Bij het
begin van den oorlog was er op Palma zoo
goed als geen kanon te zien en nu Is het een
bijna onneembare vestig geworden.
Mijn kameraad en ik, ofschoon we niet
aan politiek deden, hadden toch sympathie
voor den kant der anti-fascisten; wy
streden echter minder in het openbaar, dan
dat wij wel eens een en ander vernamen en
dat dan te bevoegcer plaatse mededeelden.
Aangezien de Rebellen zooals men de'
troepen van Franco betitelt niet wisten,
wat ze aan ons hadden, werden wy scherp
bewaakt. Later is dan ook menige kame
raad betrapt.
In October, 't kan ook begin November
geweest zijn, heette het plotseling, dat de
regeeringstroepen geland zouden zyn. En het
bleek waar te zijn: van Barcelona uit was
een schip met ongeveer 500 man aan een
niet bewoond gedeelte van de kust heime
lijk geland.
De Marokkijnen deden of ze gek werden.
Ze vlogen allemaal in de kerken om God té
bidden hun genadig te zijn. Maar ze waren
niet in staat de 500 man Regeeringstroepen
te verdrijven; weldra kreeg de regeering
vasten voet en de bezetting nam toe tot 2000
man.
Welk een lafaards, de Marokkijnen! De
lieden op het eiland, die aan den kant der
fascisten stonden, waren 25.000 man sterk en
ze waren niet in staat 2500 man regeerings
troepen het hoofd te bieden! Waarom ver
joegen zij ze niet? Regeeringsvliegers vlo
gen over de stad en zochten naar de ben
zinetanks en andere strategisch belangrijks
punten van de fascisten. Zoo nu en dan vlo.
gen de bommen naar beneden. Als er een
vliegeraanval was, dan vluchtte de bevol
king schreeuwend in de kelders en de sol
daten, als_ men deze lieden tenminste sol
daten zou mogen noemen, schoten dan ra
zend en tierend hun revolvers op de
vliegtuigen af!!!
Op zeker oogenblik liep ik met mijn ka
meraad waarmede ik tezamenwoonde, in da
hoofdstraat en wij wilden ons naar het
Raadhuisplein begeven. Toen wij daar aan
kwamen, riep men ons in een kelder in vei
ligheid te brengen. Wij sloegen dezen raad
echter in den wind. Plotseling sloeg een
granaat in, in een huis daar dicht in de
buurt. Of het nu een granaatsplinter was of
een stuk steen, dat van dat huis weggeslin
gerd werd, ik weet het niet, maar ik kreeg
ineens een heftig pijnlijke slag tegen mijn
hoofd en ik stortte neer. Ten gevolge van
mijn lichtzinnigheid heb ik toen zes weken
in een ziekenhuis gelegen.
(Wordt vervolgd.)
hun jaarlijksch zendingsfeest, dat door plm.
400 personen was bezocht. Men had het ter
rein by den Kattenberg verwisseld voor het
Gemeentelijk Muziekpark aan de Verschuir-
laan, waar het veel rustiger is en waar men
de beschikking heeft over de muzieknis. Me
dewerking verleenden het chr. fanfarecorps
Advendo van Broek op Langendijk (direc
teur de heer G. Kalken te Hoorn) en de
chr. gem. koren: Ned. Herv. Kerkkoor en de
zangver. de Lofstem, beide te Alkmaar en
de chr. zangver. Sursum Corda te Heiloo, di
recteur de heer Piket Weserik te Alkmaar.
De opening.
Even over half elf opende de voorzitter
jhr. mr. dr. L. A. van den Brandeler te Alk
maar met Gezang 6 van den liederenbundel
en voorlezing uit de Handeling der Aposte-
len 111 en gebed. Dank bracht spreker aan
de sprekers en de medewerkers van het
corps en de koren. Ook bracht spr. dank aan
het bestuur der Ned. herv. gemeente te Hei
loo voor het afstaan van het kerkgebouw,
waar we nu, met het schoone weer, geen ge
bruik van zullen maken. Nadat spreker het
doel van de bijeenkomst had uiteengezet,
gaf hij het woord aan den eersten spreker.
PK7&USCHE AVONTURENROMAN.
Door G. P. BAKKER
65)
HOOFDSTUK XXXVII.
Bij het eerste ochtendkrieken, zaten de
avonturiers weer in den zadel. Ze namen
hartelijk afscheid van Ulrich. De jongen
had met geen woord meer over de schatten
gesproken, maar tegen Edzke zei hij:
„Edzke, je denkt aan wat je mij beloofd
hebt."
„Ulrich", antwoordde Edzke. „In de repu
bliek der Vereenigde Nederlanden hebben
ze een spreekwoord. „Een man, een man,
een woord, een woord", en ik ben een echte
Hollander."
Een handdruk en Ulrich liep het bosch in,
keerde zich nog eenmaal wuivend om en
stapte in zyn boot.
Even voorbij Schortow reed hen een rui
ter tegemoet. Hij zat op een groot paard,
dat langzaam voortstapte.
Olivier en Sievers passeerden hem met
een „Goedenmorgen", maar hun groet werd
niet beantwoord.
Don Felipe, die alleen achter hen reed,
kreeg eensklaps een schok, Cantin.
Hy hield zyn paard in en zei in het
Spaansch:
„Senor Cantin, blij u in goeden welstand
te ontmoeten. Zijne Excellentie, de veld
maarschalk, wacht u met ongeduld."
Don Felipe las het wantrouwen van den
ander in zijn oogen. Hij begreep, dat in het
heldere morgenlicht het verschil niet ont
gaan zou aan den scherpen stekenden blik
van Tilly's geheimschrijver. Maar als Can
tin iets bemerkte, liet hij het niet merken.
„Excellentie", zei hij bedaard. „Ik heb
helaas uw wijzen raad niet opgevolgd. Ik
heb dat duur moeten betalen. Ik ben aan
gevallen en ziek geweest."
„Dat spijt my, U is werkelijk mager ge
worden."
„Ja, maar ik heb het leven behouden.
Dat is tenslotte het voornaamste en niet
iedereen kan dat zeggen, als hy zich in
dwaze avonturen steekt. En nu vaarwel.
Ik hoop van harte, dat dit niet de laatste
maal zal zijn, dat wij elkander ontmoeten",
en buigend, met zijn hand groetend, reed
hij verder.
De markies wachtte even, keek om en
zag dat Cantin zijn paard de sporen had
gegeven. Hij hield halt. Het bedrog was door
Cantin ontdekt. Er was geen twijfel moge
lijk. Hij was al uit het gezicht. De eerste de
beste ruiterbende, die hy tegenkwam, zou
hij hen achterna zenden of den besten rui
ter naar Crensitz sturen om hen van daar
met versche paarden in te halen.
De ruiters pleegden overleg.
„Links af langs Crensitz en bij Zscheppen
over de Mulde" zei de man van Werben.
„Ventre a terre. Als we maar eerst by de
rivier zijn."
„Maar hoe komen we er over?"
„Zwemmen als het moet. Maar het is een
droge zomer, misschien is er een doorwaad
bare plaats."
„Wie van jullie kent er een?"
„Ten zuiden van Zscheppen moet er een
zijn. We kunnen vragen", antwoordde
Sievers.
„Dan daarheen. Galop."
Ze reden als duivels en ze kwamen het
stadje veilig voorbij, maar de paarden raak
ten vermoeid en ze moesten in stap hun
weg vervolgen. Sievers reed vooruit, sloeg
rechts af een zandweg in.
„Nog niemand in zicht", zei Olivier.
„Kan ook nog niet, maar een escadron
met versche paarden kan ons inhalen."
„Dan zullen we ze een warme ontvangst
bereiden", meende Finkie.
„Beter te ontkomen", antwoordde Edzke.
„Cantin weet ons aantal en zal ons een
tiendubbele overmacht op het lijf zenden.
Een enkele van ons zou kunnen ontkomen,
maar allen is onmogelijk en het zou jammer
zijn te verdrinken met de haven in zicht."
Eindelijk hadden ze de Mulde voor zien,
maar omkykend zagen ze in de verte de in
het zonlicht glanzende helmen en harnas
sen van een grooten troep keizerlijke kuras
siers.
Bij de Mulde stonden ze stil. „Er in", be
val de man van Werben. „Naast elkaar, be
hoorlijke afstand, allen te gelijk. Nu."
Ze dreven de paarden in de rivier. Eerst
liepen ze een eind, toen moesten ze zwem
men.
De kurassiers hadden den oever bereikt,
schoten met hun lange pistolen.
Gelukkig kurassiers", dacht Edzke-
„Geen karabijnen en te zwaar bewapend om
ons te durven volgen. Voor ze zich van hun
harnassen hebben ontdaan, hebben wij de
overzijde bereikt en hen onder schot. Om
rijden kost hen ten minste een uur. We zyn
zoo goed als gered."
Hij keek eens om, zag dat het paard van
Praxiteles steigerde. Het bleef achter. Pis
toolschoten knalden.
„Drommels", schreeuwde Edzke. „Praxi
teles verkeert in gevaar. Zijn paard zinkt.
Rijdt door."
De man van Werben, die naast hem reed,
zei: „Ik ga terug."
„Neen", antwoordde Edzke. „Doorrijden.
Wacht, neem mijn teugels." Hij trok zijn
laarzen uit, gooide ze weg, toen zijn wam
buis, gaf het aan den man van Werben
evenals zijn pistolen. „Rijdt door",
schreeuwde hij nog eenmaal met scherpe
stem, liet zich van zijn paard glijden, voor
zichtig om geen trap te krijgen en dook
weg.
De kurassiers schoten op Praxiteles, wien
het eindelijk gelukt was zich van de beu
gels te bevrijden en die zijn best deed al
spartelende boven water te blijven, maar
een paar malen dook hij onder.
Met forsche slagen had Edzke hem be
reikt onder een hagelbui van kogels, maar
slechts een paar malen was zijn hoofd aan
de oppervlakte verschenen.
De dokter spartelde wat hij kon, de kogels
floten om zyn ooren en het einde zou niet
ver meer af zyn.
Toen gelukte het Edzke Praxiteles bij
zijn kraag te pakken. Hy wierp zich op den
rug, trok den dokter op zijn buik en zwom
weg. Pistolen knalden, doch allengs werd de
afstand grooter en na elke paar slagen ver
anderde de zwemmer van richting om zoo
weinig mogelyk trefkans te bieden. De af
stand werd grooter en grooter. Edzke raak
te vermoeid. De sterke stroom sleepte hem
mee, nog steeds knalden de pistolen.
Even liet hij zich dryven. Toen zwom hij
weer met flinke slagen. Hy begon te hij
gen, beet zich op de lippen. „Volhouden",
siste hij. Weer dreef hy af, zonk dieper.
Toen greep een sterke hand hem in den
nek. Olivier en Sievers hadden hun kleeren
uitgeworpen en zich in de rivier begeven.
Ze hielpen hem op de been. Het water
kwam hen tot de schouders.
Olivier nam den dokter in zijn sterke
armen en droeg hem naar den kant. Sievers
geleidde Edzke strompelend naar den oever.
Een luid „Hoera klonk hem in de ooren,
toen viel hy lang uit op den grond.
De man van Werben boog zich over
Praxiteles. „Hij leeft, hy leeft", juichte
hij, opspringend en riep: „Heeft iemand
sterken drank by zich?"
Schele Willem keek hem verwijtend aan,
haalde van onder zijn wambuis een kruik
te voorschijn. „Hy is nog half vol." Allen
lachten, de sterke spanning was geweken.
Finkie en René knielden by Edzke neer.
Ze grepen elk een hand van hem. Een
zwakke glimlach verscheen op zyn gezicht.
Toen sprong hij plots overeind en eerst
wankelend, maar steeds vlugger begon hij
in een wyden kring te loopen over de zon
nige vlakte.
De man van Werben had inmiddels de
polsen en het voorhoofd van Praxiteles
jenever ingewreven. „Heb je een glas'
vroeg hy aan Willem.
(Wordt vervolgd)-