DE LIENDENSCHE AFFAIRE. r n Nieuw bord. HEILOO BERGEN WIERINGEN De bedoelingen van een nobel mensch miskend? „Wij staan in ons recht". op allerlei manieren in het bezit van valsch identiteitspapieren te komen. Spr. wilde alle door verdachte in ons land begane misdrijven samenvatten in zijn eisch en merkte daarbij op, dat men hier te doen had met een gevaarlijk internationaal in dividu. Spr. vorderde een gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden. DIEFSTALLEN UIT KLEEDING- MAGAZIJNEN TE DEN HAAG. In Februari van dit jaar werd een dief stal van een groot aantal heerencostuums ge pleegd in een kleedingmagazijn aan het Lorentzplein te Den Haag en in Maart had in een winkel in de Groote Marktstraat een dergelijke diefstal plaats. Een aantal van de gestolen costuums werd teruggevonden bij een Haagsch kleermaker die de politie mededeelde, dat hij ze van een drietal kooplieden had gekocht. Deze kooplieden werden gearresteerd en zij zijn wegens mededaderschap en heling eenigen tijd geleden door de Haagsche rechtbank veroordeeld. De hoofddader werd op aanwijzing van een der veroordeelden, den 32-jarigen koop man M. P., gearresteerd en hij moest thans wegens diefstal subsidair heling terecht' staan. Het was de 25-jarige chauffeur W. L., die evenwel pertinent ontkende dat hij iets met den diefstal te ma,ken heeft gehad. Hi heeft alleen in zijn auto costuums voor P, rondgebracht, waarvoor hij als belooning 1 10.heeft ontvangen. Later heeft hij voor die 10.een costuum bij P. gekocht en dit costuum is ook bij hem thuis gevonden. De officier van justitie echter achtte uit het onderzoek het bewijs van L.'s daderschap geleverd en eischte een gevangenisstraf van een jaar en drie maanden. Deze rood» drieheek, met de punt neer beneden be- teekent, dat men een voor- rangtweg nadert, waarop ook het verkeer, dat van links nadert, voorrang heeft JftowHciaaC Ttieuws NAAR VERLAGING DER - ELECTRICITEITSTARIEVEN AAN DEN LANGENDIJK? Een uitvoerig rapport aan den Middenstand uitgebracht Over de electriciteitstarieven aan den Langendük is in den loop der jaren al heel wat te doen geweest. Thans heeft de samen werkende middenstand een rapport over deze tarieven doen samenstellen door den electritechnischen adviseur van den Kon. Ned. Middenstandsbond. Na op de bittere noodzaak te hebben ge wezen van een goede en goedkoope electri citeitslevering in den harden economischen strijd om het bestaan en de voordeelen van een goedkoope stroomlevering te hebben uiteengezet, wordt door den rapporteur de aandacht gevestigd op de drievoudige stij ging van het verbruik in de gemeenten, waar het P.E.N. de tarieven heeft verlaagd, Het gemiddeld gebruik per aansluiting was in het jaar 1935 aan den Langendük 53 K.W.U. tegen 440 in Amsterdam. Hoe grooter het specifiek verbruik is, hoe lager de specifieke vaste lasten worden en hoe lager de specifieke kostprijs der electrici teit kan worden. Ten aanzien van den inkoopprijs van het P.E.N. worden de opmerkingen gemaakt, dat de transformatorhuur van i 2130,80 voor 350 K.V.A. hoog is. De prijs per K.W.U. a 2.33 cent aan de hoogspanningszüde is zeer hoog. Daardoor wordt de prijs per K.W.U. in het verdeelnet incl. kosten en verliezen 3.6 ct. Door de omstandigheden hier is uit gesloten, dat evenals in de distributienetten van het P.E.N. nachtstroom wordt geleverd tegen 2'A cent per K.W.U. en voor abonne menten voor warmwaterreservoirs tegen 1.5 cent. De prijs der maximale belasting ad i 78.50 per K.W, is tegenover eigen opwek king zeer hoog, evenals die voor het K.W.U. De berekende verliezen ad 10.9 van het totale verbruik zün te ruim getaxeerd. De ingenieur berekent deze verliezen op pl.m. de helft. De zelfkosten per afnemer berekenende geeft de zelfkostformule aan, dat de vaste lasten per aansluiting niet al te hoog zijn; de kosten per K.W. zün zeer hoog, terwül de kosten per K.W.U. eveneens buitensporig zyn, zoodat met alle macht gestreefd moet woTden naar lagere gemiddelde stroom- koaten, die nu 14.4 ct. per K.W.U. zün. Dit is onder de huidige inkoop- en bedrijfsom standigheden alleen te bereiken door ver meerdering van verbruik. Berekend wordt, dat deze kosten bü het dubbele verbruik dalen tot 10.2 cent en bü het driedubbele gebruik tot ca. 8.7 cent per K.W.U. Dat de prüzen nog niet verder dalen, vindt zün grond in de hooge inkoopkosten, die drin gend om revisie vragen. De uitkeering van 10.000 aan de ge meenten is in strüd met de bedoeling der electriciteitsvoorziening en een wapen in de hand van de Provincie om tot annexatie over te gaan. In wezen verandert er niets aan de totale belastingopbrengst, wanneer de 10.000 uit de belastingen wordt ver kregen i.p.v. uit het bedrüf, terwijl de be^ drüven in hun ontwikkeling worden tegen gehouden. Deze f 10.000 beteekent twee cent per K.W.U. op den reeds hoogen kostprüs. De verrekening der kosten van de straat verlichting, welke tegen 5.27 cent per K W. U. wordt berekend, terwül aan particulie ren voor 18.4 wordt geleverd, beteekent eveneens een extra belasting van 8663.44, waar nog bü komen de rente en afschrüving van het kapitaal der straatverlichting, welke door het bedrüf moeten worden gedragen. Totaal is dit samen f 10.985,44, of weer pl.m. 2 cent per K.W.U. Deze kosten moet de gemeente voor haar rekening nemen. De huidige tarieven zün niet juist. Bü een prüs van 23 cent per K.W.U. en een meter- huur van 0.25 per maand kost een ver bruik van 60 K.W.U. per jaar het bedrüf jaarlijks f 3.44. Het vastrechttarief van 5 cent is wel beter, doch de berekening van het vastrechtbedrag naar een stroomver- leden of oppervlakte van de woning schept groote onbillükheden tegenover de andere verbruikers. De adviseur stelt een nieuw tarief voor en wel een vast aansluitingsrecht per maand inclusief meterhuur van f 1, dag- en nacht- stroom (dus buiten spertüd) van 3 cent per K.W.U. en avondstroom (dus in spertüd) 14 cent per K.W.U., waardoor bij een zelfde gebruik als in 1935 de opbrengst beregend wordt op 71.774, terwül de lasten in wer- kelykheid 71.187,97 hebben bedragen. Het gevolg van dit tarief zal zün: lo. een billü'ke verdeeling van de vaste aansluitlasten voor alle afnemers. 2o. het tarief is simplistisch, geen verkeer de vastrechtbepalingen tengevolge van een bepaald verleden of een oppervlakte-meting der woning, die geen maatstaf kunnen zijn voor het vastrecht. 3o. tengevolge van den 5 maal duurderden avondstroom zal het verbruik zooveel mo- gelük worden geconcentreerd op het dag gedeelte, wanneer het licht niet brandt. Het aantal uren van het maximum zal stügen en daarmede daalt de gemiddelde stroom- prüs. Met goed gevolg kan nu overdag wor den gestofzuigd, gebakken en gekookt wor den, terwül ook voor büverwarming in voor- en najaar en winter kan worden gebruikt. Geen enkele zelfopwekking met dieselmoto ren kan het tegen dezen dagprijs opnemen. De deur is hiermede opengezet voor een electrificatie in alle bedrijven en polder gemalen. 4o. is het rationeel, dat de avondstroom, die aansprakelijk is voor de 118 per K.W. zoo duur wordt ingezet en dat men in deft spertijd dus zoo zuinig mogelijk is. Daarom is het vastrechttarief met een vasten prijs van 5 cent per K.W.U. onafhankelük, wan neer men dit afneemt, verkeerd en werkt juist het verbruik in den spitstüd in de hand, waardoor andere afnemers, die zoo veel mogelük buiten den spertüd blüven, on regelmatig te veel betalen. 5o. het nachtstroomverbruik zal niet veel toenemen door den te hooge inkoopprijs. Be sprekingen kunnen met het P.E.N. worden ingeleid om te komen tot een lager tarief. 6o. Reeds by het onderstelde verbruik is de winst 750. Wanneer de gemeenten de kosten der verlichting geheel op zich nemen, zal daardoor de winst toenemen tot ruim 6000, die aangewend kan worden tot ver snelde afschrijving. 7o. de verlaagde zelfkosten bij hooger Ver bruik en grooter aantal bedrüfsuren van het maximum en bij versnelde afschrüving uiten zich in een verlaging van den kostprüs van den avondstroom en in de verkorting zoo noodig van den spertüd, terwül conti- nu-bedrijven, als deze mochten ontstaan, tegemoetkomend kunnen worden behandeld. 8o. de onbaatzuchtige overheidsbesturing doet de gemeenten sterk staan tegenover het prov. bedrijf in de poging een verlaging van den inkoopsprijs te verkrijgen. 9o. het tarief is aantrekkelijk voor het vestigen van nieuwe industrieën en 10. het vertrouwen tusschen overheid en in gezetenen wordt door deze openbare rechts gelijkheid voor iedereen geheel hersteld en kan de basis worden van de versterking der gemeentebanden. Het is voor de welvaart van een land streek van het grootste belang dat het electriciteitsverbruik per inwoner aange wakkerd wordt, omdat daardoor het be schikbare vermogen voor industrie, hande', nijverheid, huiseüjk comfort, studie en ont wikkeling toeneemt. De hiertoe te nemen maatregelen zijn dus: een rationeel tarief van eenvoudigen aard; 2. een zuiver overheidsbeheer, dat geen gelden anders dan voor het beheer noodig aan het bedrijf onttrekt; 3. een rationeel inkooptarief van het pro vinciaal bedrüf, dat zelf alle moeite doet om het electriciteitsverbruik in zyn distri- butiegebieden te propageeren en te ver meerderen. De rapporteur meent hiermede tevens een richtsnoer te hebben gegeven voor een ver sterking van de moreele banden tusschen provincie, gemeenten en ingezetenen en voor de welvaart der gemeenten een nieuw aspect te hebben geopend. Buitengewone vergadering van de V. V. V. De V. V. V. hield Maandagavond een vergadering in De Rustende Jager onder voorzitterschap van den heer J. L. Groot. Voor de behandeling Reglement Sport gebouw gaf hij het woord aan den voor zitter van het gebouw, den heer van Gemeren. Tot goed begrip van het concept regle ment, zü medegedeeld, dat er in 1930, on der leiding van den toenmaligen voorzit ter W. van de Vall, was besloten om een reglement te ontwerpen. Daarvan was niets gekomen, doch ook by de vereeni- gingen, die van het gebouw gebruik maken, was de wensch geboren om zeg gingschap, althans dat men wist, waar men aan toe was. In een vorige vergadering was het concept behandeld. Toen is het op voorstel van den heer Mossel ter visie gelegd. Op het concept zyn door de heeren Muntjewerf en Mossel amendemen ten ingediend. Den heer Mossel vroeg spr., waarom hij geen kennis had mogen nemen van de notarieele acte en de voorwaarde, waarop de gemeente den grond had af gestaan. Moet er alleen kunst en sport in beoefend worden of mag het ook voor an dere doeleinden gebruikt worden en zoo ja, op wat voor voorwaarden? Spr. be greep de geheimzinnigheid niet. Waarom mocht een ander het concept wel inzien en spr. niet? De voorzitter vroeg den heer Smits, be heerder van het gebouw, te antwoorden. De heer Smits merkte op, dat den heer Mossel is gezegd, dat hy, wil hü de be scheiden inzien, het maar op de vergade ring moest vragen, zonder rentebetaling en zonder bijzondere voorwaarden. Alleen moet er gelegenheid worden gegeven voor het beoefenen voor kunst en sport. Geen enkel bezwaar is er door de gemeente aan gevoerd tegen een kleuterschool, sterker, de gemeente die eveneens huurster is, wilde geen lid in de commissie van beheer aanwyzen. De voorzitter van het sportgebouw wilde de oppositie zoover mogelyk tege moet komen. Spr. was tegen geheimhou ding. Door de heeren Muntjewerf en Mossel waren amendementen ingediend tegen het voorstel om vereenigingen die „aan poli tiek doen" te weren. Ook waren zij tegen het gelegenheid geven van kerkdiensten Van den heer Mossel kregen we een zeer uitvoerige defenitie. wat men onder poli tiek heeft te verstaan. Spr. was voor vrij heid, doch dan voor iedereen. Ds. Bloem- hoff had bericht, dat hy er voorstander van is om er kerkdiensten te houden (na- tuurlyk niet geregeld, maar in sommige gevallen). Het voorstel van het bestuur werd aan genomen met 3 stemmen tegen. Hierna kwam in behandeling de kwes tie toezicht. Tot goed begrip van de situa tie zij gemeld, dat by de C. v. B. klachten waren ingekomen van Doves en Volkson derwijs over gebruiken of misbruiken en vernieling. Gebleken is, dat het personeel der openbare school, dat daar gymnastiek les geeft, de werktuigen van Doves ge bruikte. (De voorzitter van> Doves zeide van misbruiken; vernieling was gebleken). Hierover was correspondentie gevoerd met B. en W. en gebleken is, dat de heer Heyt, hoofd van de school, het niet wist. Toen de voorzitter van Doves het te berde bracht, hadden de onderwijzers het er kend. Mevr. MosselKlomp had gezegd: „Wat hebben we aan een gymnastieklokaal zonder toestellen?" Nooi' was er sprake geweest van vernielen. Deze kwestie, die heel wat beroerinf in de gemeente heeft gebracht, werd zeer uitvoerig en soms heftig besproken. De heer Mossel vroeg wat men zou kun nen bereiken met allerlei bepalingen, de vereenigingen zijn er volgens hem de dupe van. Laat het zooals het is, m. a. w. geen reglement. De heer Smits merkte op, dat een regle ment is opgedrongen. De voorzitter van het sportgebouw zeide, dat als de onderwijzers prijs stellen op vertegenwoordiging, zij dat aan het gemeentebestuur moeten verzoeken. Na dat een 3-tal uren was zoek gemaakt aan de behandeling, werd het reglement aan genomen zooals het bestuur en de com missie van beheer het hadden ontworpen. Slechts één stem werd in blanco uitge bracht. Verlichtingsavond. De voorzitter van de V. V. V. zeide, dat aan B. en W. zal worden gevraagd om verlichting van het raadhuis en gazon. Ook zullen we medewerking vragen van het G. E. B. en de vele buurtcommissies. De bedoeling is om de Willibrordusput et verlichten. Ket muzikale gedeelte zal een verande ring ondergaan. Men zal verzoeken om met de corpsen rond te gaan op een auto met truck, om een groot gedeelte van het dorp (tot en met de Zevenhuizerlaan) in stemming te brengen, een fakkeloptocht (dan rydend) zal wel effect geven. Voorts stelt men voor om een gezelligen avond (dans en muziek) te houden in De Rus tende Jager, terwyl een beroep wordt ge daan op allen om dezen dag, den 12en Augustus te doen slagen. Nadat een en ander was besproken, werd het voorstel goedgekeurd. HET BOERENLEVEN. Hoe genoeglijk rolt het leven Des gerusten landmans heen, Die zijn zalig lot, hoe kleen... Men schrüft ons uit Heerhugowaard: Het boeren- en landbouwersleven is, af gezien dan van de economische depressie van de laatste jaren, gemakkelük. Vakken nis is er weinig voor noodig. Alles gaat zóo vanzelf. De boer zet zün koeien in den herfst op den stal en des voorjaars, als de weiden in hun groen kleed prijken, haalt hü ze er weer af. Ondertusschen melkt hü en teelt kalveren. Altemaal dingen, die hem op gemakkehjke manier geld in den zak bren gen. Wil hü er kippen bühouden, goed. Hü heeft niet zooals de stadsmensch met aller lei verordeningen te maken, die hem dit verbieden. Bovendien heeft hü er ruimte voor in overvloed op zün groote erf en het gevogelte kan, als het daar niet tevreden is, uitzwermen op de landerijen, waar het wormen en insecten te kust en te keur vindt. De boer gaart eieren en teelt er zoo tus schen door nog wat jonge kippen bij. Al weer dingen, die hem zonder veel moeite geld in den zak brengen. En als het landbouwers betreft. Wel, heet het niet ten rechte: „De landman, die zaait en die maait het land, en ontvangt de zegen uit Gods hand". Doet niet de zon de gewassen rüpen, die daarna het goudgele graan voortbrengen. Regelrecht geld, zoo in den zak van den landbouwer. De frissche lucht en het werk in de vrüe natuur, die beide brengen eetlust en slaap en houden den boer gezond. Met dergelijke gedachten bezield, had hü zich, toen zyn tijd daar was, om zich uit het stadsche leven los te maken, neergezet in een dorpje temidden van het wyde polder land, met rechte slooten, grazige weiden en daartusschen voor afwisselingen enkele zwarte akkers. Overwelfde zich de wüde lucht met nog de zilte frischheid van de zee gedragen over de duinen. Niemand in het dorp kon begrüpen, dat iemand alleen voor zün pleizier, de ongemakken van het dorps leven boven de gezelligheid van de stad verkoos. Als hü zich nu nog langs de dui nen had neergezet, maar zoo midden in de klei. Achter zyn huis was de tamelüke flinke tuin. En daar worstelde hü mee. Honder derlei avonturen beleefde hü met de zwarte aarde. Voorheen niet vermoede moeilükhe- den ondervond hy. Maar de aarde beloonde zyn moeite en deed in het voorjaar als een feest voor zün oogen de eerste teere spruit jes opschieten. De voorboden van het altijd begeerde „eigen groenten" uit eigen tuin". De buren bleken toeschietelü'ke menschen en stonden hem, waar eigen kennis te kort schoot met raad en daad ter züde. Een van hen verschafte hem zelfs twee bakken poot- aardappelen. De eene bak „poepenmuizen", de andere „bevelanders". Voornamelyk de laatsten werden in den voorzomer een ware oogenlust. Toen hij de buren de eerste aardappelen zag rooien, beproefde hy het ook. Heerlüke blanke knollen raapten zün, dezen arbeid onwennige handen, uit den grond. En na derhand werd op het leeggekomen plekje dag by dag opnieuw geplant, slaboontjes, spruitkool, andüvie. Tot op zekeren middag hem de arbeids- lust te pakken kreeg. En hij het plan opvatte al de aardappelen er uit te gooien om het terrein vrij te krijgen voor nieuwe teelt. Klein waren nog de bevelanders en ze zaten vast aan de stammen, die wat de grootte betreft aan aalbessenstruiken de den denken. De opbrengst viel ook niet mee. Wat een verschil met de muizen. Maar der- gelyke dingen „beleefde" men nu eenmaal als tuinman. Veel beloven en weinig geven. Tot het hoofd van de buurman over hei ning kwam kijken met oogen, die steeds grooter en grooter werden van onverholen ontzetting. Maar buur, wat hei je nou deen? Al je bevelanders d'r uit rood? Maar man, dat binne winter eerappeleZonde, zonde en ze stinge zoo mooif1. Waarmee weer van voor af zou kunnen worden begonnen. Het boerenleven is ge_ makkelijk. Vakkennis is er weinig voor noodig. i) Historisch. (De rest is fictief). Geslaagd Voor het 5, 6 en 7 Juli J.l. gehouden examen te Haarlem slaagde voor het practijkexamen boekhouden, de heer D. Klemkerk te Bergen. Aanbesteding, Op 17 Augustus as. zal door de directie van den Wieringermeerpolder worden aan besteed het opnemen der aanwezige klin kerbestrating en het aanleggen van een gewalste verharding met grootere breedte op een gedeelte van den Ulkeweg in de Wieringermeer. (Van onzen R.-redacteur). Het is er in het kleine Betuwsche stadje Lienden niet rustiger op gewor den, hoewel de procedure inzake de al dan niet goede wyze van toepassing van het testament van wijlen baron van Brakell afgeloopen is en er vonnis gewezen is. Men kan eer spreken van een opleving van den strüd dan van het wederkeeren van de rust aan de beide fronten. Hier volgen, in het kort weergegeven, de feiten. Toen in het jaar 1865 F. L. W. baron van Brakell stierf, liet hü een testament na, waarin hü bepaalde schikkingen trof om het lot van personen uit den arbeidenden of handwerkersstand, die volgens de getuige nis van twee doktoren aan een ongenees lijke ziekte of kwaal leden en daardoor onbekwaam waren hun brood te verdienen, te verzachten door hen wekelijk een gulden te doen uikeeren, welk bedrag meer of min der zou bedragen al naar gelang het fonds waaruit deze ondersteuningen betaald zou den worden, kapitaalkrachtig was. Voorwaarde was dat de ondersteunden woonachtig moesten zün in de buurtschap Meerten en dat tevens moesten blüven. Voorts moesten zij de gereformeerde belü- denis des geloofs hebben afgelegd en een ka pittel uit den Bijbel verstaanbaar hebben gelezen, indien tenminste hun verstande- lyke vermogens of lichaamsgebreken dit niet verhinderen. Den administrateurs van dit fonds werd verzocht de gemaakte bepa lingen stipt op te volgen, opdat het welzün van de arbeiders werd bevorderd en met ,de nauwgezette eerlükheid, zoodat men zich voor God en zün geweten kunnen ver antwoorden." Jaren gingen voorbij en steeds werden de uitkeeringen getrouw op de vereischte wijze gedaan, tot er eenige jaren geleden geruch ten gingen over een slordig beheeren van het fonds. Niet alleen had dit tot gevolg dat de toenmalige administrateur van zijn taak ontheven werd, maar tevens dat men arg waan opvatte tegen sommige personen, die steun ontvingen van het fonds. Velen althans werden geacht niet te vol doen aan de toenmaals gestelde eischen, te weten „een ongeneeshjke ziekte of kwaal, waardoor hij onbekwaam was zün brood te verdienen". Men besloot in totaal 34 perso nen van de lijst af te voeren. De gevolgen bleven niet uit, want spoedig vereenigden de gedupeerden zich en een civiel proces werd aanhangig gemaakt. In 1934 op 1 Aug. hield voor hen de uitkeering op en in 1935 viel de uitspraak van de rechtbank, waarbü zü in hun eisch niet ontvankelyk werden verklaard. In hooger beroep werd voor het Hof te Arnhem op 30 Juni 1937 vonnis ge wezen, waarbü de appèilanten in het gelük werden geseld. Bepaaid werd dat hun niet alleen in de toekomst de uitkeering uitbe taald moest worden, maar dat zü van het tüdstip l Augustus 1934 af te rekenen, het tot dusverre onthouden geld ineens moesten ontvangen. De heer T. Berends, lid van den gemeen teraad van Lienden, een dergenen, die toen tertijd geschrapt werd van de lijst der on dersteunden, gaf in een onderhoud zün mis noegen te kennen over de uitlegging die een Nederlandsch dagblad over den gang van zaken gegeven heeft. In het desbetreffende blad werd naar voren gebracht dat de be doelingen van baron van Brakell „miskend" zouden zün en dat er onder de steuntrek- kenden velen zouden behooren die voor- zoover niet volkomen, dan toch behoorlük in het bezit waren van een gezond lichaam en niet voor zwaren lichamelyken arbeid terugdeirsden, welke bewering ten duidelijkste geïllustreerd werd door een foto. waarop een z.g. ongeneeslük zieke aan het werk was. „Men beweert dat de testamentaire bepa lingen niet nagekomen zouden zün en dat wy onrechtmatig de uitkeering in ontvangst hebben genomen," aldus de heer Berends, „maar dat ontken ik ten stelligste. Hoe heeft brood te verdienen" uitgelegd? Dat dit hee- het Hof de zinsnede „onbekwaam om zijn lemaal niet behoeft in te houden „niet meer tot arbeid in staat". Ik voor mij geloof ook niet, dat de baron bedoeld heeft dat men volkomen invalide moet zyn om deze uitkeering te ontvangen. Dan zouden het maar heel weinig menschen in onze buurtschap zijn die daarvoor in aan merking kwamen en dan was de instelling van een dergehjk groot fonds niet noodig geweest. Ruim 150 bunder grond zijn eigendom van het fonds, een kleine 50 huizen behooren het toe, die allemaal behoorlijk verhuurd wor den. De inkomsten van het fonds bedragen jaarlijks 30.000 gulden en in sommige jaren zijn de inkomsten veel grooter geweest Is dit niet een beetje veel voor op zijn hoogst twee of drie werkelijk volkomen invaliden? Ik voor mij ben er van overtuigd dat de baron, die immer in deze streken gewoond en geleefd heeft, andere bedoelingen heeft gehad dan die, welke nu geopperd worden. Nooit heeft bij hem de idee voorgezeten al leen den totaal tot arbeiden ongeschikten mensch te helpen, want daarvoor zal ook hij de uitkeering ongetwijfeld te gering geacht hebben, Maar veeleer heeft hij de bedoeling gehad om zyn menschen, die door een onge neeslijke kwaal werden bezocht, materieel terzijde te staan. En lang niet altüd behoeft een ongenees- lyke kwaal samen te gaan met de volstrekte onmogelykheid om te arbeiden. Nu worden wij uitgemaakt als menschen die op twy- felachtige wijze steun hebben ontvangen en dat wij de bedoelingen van den baron mis kend hebben. Datzelfde kan ik van de be schuldigers zeggen. Men heeft zyn verbazing erover uitgesproken en geschreven dat de dokters Wessels en van Empel tot tweemaal toe bereid zijn gevonden om de verklaring, die nu eenmaal vereischt was gesteld, voor alle 34 uitgeslotenen te teekenen. Waarom? Zy zijn toch waarlijk wel in staat om te be- oordeelen of wij een ongeneeslyke kwaal hebben ja dan neen. Maar nu wij het eenmaal hebben over be schuldigen, dan kan ik ook wel iets naar voren brengen en dat is over den bang van zaken by deze civiele procedure. Er is toch opdracht gegeven aan den gemeente-veld wachter en zijn rykscollega, om 'n rapport op te maken over de 34 uitgeslotenen. Dit rap port is notabene ter hand gesteld aan den advocaat van de tegenpartü! Toen ik in een gemeenteraadszitting daar vragen over ge steld heb, kreeg ik van den burgemeester ten antwoord, dat zulks in opdracht was ge schied van den Procureur-Generaal van het Arnhemsche Hof, maar groot was myn ver bazing toen ik van dezen na gevraagde inlichtingen een ontkennend antwoord kreeg. De Procureur-Generaal wist van nietsWie heeft wel de opdracht ge geven? Bitter zün wy hierover gestemd geweest en nog op dit oogenblik probeert men ons zwart te maken. De foto die in de krant heeft gestaan van den „hardwerkenden on geneeslijke zieke' kan ik niet bewonderen. Men heeft den man, die op de foto voor komt, gevraagd zich even ter beschikking te stellen. Het zou hem geen kwaad doen want het was in zün eigen voordeelDat is een man die een zware nierkwaal heeft an fet men 'n het foto-onderschrift dat flmk en hard kan werken, rydag aanstaande krijgen wy het ons onthouden geld. Voor velen beteekent dat de V8n eeni§e honderden guldens en delyk erover geschreven dat wü nu eens teest gaan vieren. ^..0n}dat er een Paat' menschen zün *e- weest, die na het vonnis van het Hof de vlag hebben uitgestoken. Vindt u het zoo raar ij ni®n zooiets doet in een eerste opwel- v,atl blijdschap over het winnen van een ergelyk belangryk proces? Waar haalt hJ m vandaan dat wü Vrijdag eens hlremetjes 2ullen buiten zetten? Waarom 0 ,.men eerst niet eens afgewacht wat er Mi. '!n dag m onze buurtschap gebeurt? wii dat er nu 6eze6d wordt wordt dat et feest met opzet maar niet vieren "s,ls verweten, dat wü bedoelingen mis send hebben, welnu, ik voor my zeg dat an- d«en zulks gedaan hebben. 'J ".in hersteld in de ons van oudsher rechtmatig toekomende rechten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 10