DE LIENDENSCHE AFFAIRE.
r
n Nieuw bord.
HEILOO
BERGEN
WIERINGEN
De bedoelingen van een nobel mensch miskend?
„Wij staan in ons recht".
op allerlei manieren in het bezit van valsch
identiteitspapieren te komen.
Spr. wilde alle door verdachte in ons land
begane misdrijven samenvatten in zijn eisch
en merkte daarbij op, dat men hier te doen
had met een gevaarlijk internationaal in
dividu. Spr. vorderde een gevangenisstraf
van twee jaar en zes maanden.
DIEFSTALLEN UIT KLEEDING-
MAGAZIJNEN TE DEN HAAG.
In Februari van dit jaar werd een dief
stal van een groot aantal heerencostuums ge
pleegd in een kleedingmagazijn aan het
Lorentzplein te Den Haag en in Maart had in
een winkel in de Groote Marktstraat een
dergelijke diefstal plaats.
Een aantal van de gestolen costuums werd
teruggevonden bij een Haagsch kleermaker
die de politie mededeelde, dat hij ze van een
drietal kooplieden had gekocht.
Deze kooplieden werden gearresteerd en
zij zijn wegens mededaderschap en heling
eenigen tijd geleden door de Haagsche
rechtbank veroordeeld.
De hoofddader werd op aanwijzing van
een der veroordeelden, den 32-jarigen koop
man M. P., gearresteerd en hij moest thans
wegens diefstal subsidair heling terecht'
staan. Het was de 25-jarige chauffeur W. L.,
die evenwel pertinent ontkende dat hij iets
met den diefstal te ma,ken heeft gehad. Hi
heeft alleen in zijn auto costuums voor P,
rondgebracht, waarvoor hij als belooning
1 10.heeft ontvangen. Later heeft hij voor
die 10.een costuum bij P. gekocht en
dit costuum is ook bij hem thuis gevonden.
De officier van justitie echter achtte uit
het onderzoek het bewijs van L.'s daderschap
geleverd en eischte een gevangenisstraf van
een jaar en drie maanden.
Deze rood» drieheek, met
de punt neer beneden be-
teekent, dat men een voor-
rangtweg nadert, waarop
ook het verkeer, dat van
links nadert, voorrang heeft
JftowHciaaC Ttieuws
NAAR VERLAGING DER -
ELECTRICITEITSTARIEVEN AAN DEN
LANGENDIJK?
Een uitvoerig rapport aan den
Middenstand uitgebracht
Over de electriciteitstarieven aan den
Langendük is in den loop der jaren al heel
wat te doen geweest. Thans heeft de samen
werkende middenstand een rapport over
deze tarieven doen samenstellen door den
electritechnischen adviseur van den Kon.
Ned. Middenstandsbond.
Na op de bittere noodzaak te hebben ge
wezen van een goede en goedkoope electri
citeitslevering in den harden economischen
strijd om het bestaan en de voordeelen van
een goedkoope stroomlevering te hebben
uiteengezet, wordt door den rapporteur de
aandacht gevestigd op de drievoudige stij
ging van het verbruik in de gemeenten,
waar het P.E.N. de tarieven heeft verlaagd,
Het gemiddeld gebruik per aansluiting
was in het jaar 1935 aan den Langendük
53 K.W.U. tegen 440 in Amsterdam. Hoe
grooter het specifiek verbruik is, hoe lager
de specifieke vaste lasten worden en hoe
lager de specifieke kostprijs der electrici
teit kan worden.
Ten aanzien van den inkoopprijs van het
P.E.N. worden de opmerkingen gemaakt,
dat de transformatorhuur van i 2130,80 voor
350 K.V.A. hoog is. De prijs per K.W.U. a
2.33 cent aan de hoogspanningszüde is zeer
hoog. Daardoor wordt de prijs per K.W.U.
in het verdeelnet incl. kosten en verliezen
3.6 ct. Door de omstandigheden hier is uit
gesloten, dat evenals in de distributienetten
van het P.E.N. nachtstroom wordt geleverd
tegen 2'A cent per K.W.U. en voor abonne
menten voor warmwaterreservoirs tegen 1.5
cent. De prijs der maximale belasting ad
i 78.50 per K.W, is tegenover eigen opwek
king zeer hoog, evenals die voor het K.W.U.
De berekende verliezen ad 10.9 van het
totale verbruik zün te ruim getaxeerd. De
ingenieur berekent deze verliezen op pl.m.
de helft.
De zelfkosten per afnemer berekenende
geeft de zelfkostformule aan, dat de vaste
lasten per aansluiting niet al te hoog zijn;
de kosten per K.W. zün zeer hoog, terwül
de kosten per K.W.U. eveneens buitensporig
zyn, zoodat met alle macht gestreefd moet
woTden naar lagere gemiddelde stroom-
koaten, die nu 14.4 ct. per K.W.U. zün. Dit
is onder de huidige inkoop- en bedrijfsom
standigheden alleen te bereiken door ver
meerdering van verbruik. Berekend wordt,
dat deze kosten bü het dubbele verbruik
dalen tot 10.2 cent en bü het driedubbele
gebruik tot ca. 8.7 cent per K.W.U. Dat de
prüzen nog niet verder dalen, vindt zün
grond in de hooge inkoopkosten, die drin
gend om revisie vragen.
De uitkeering van 10.000 aan de ge
meenten is in strüd met de bedoeling der
electriciteitsvoorziening en een wapen in de
hand van de Provincie om tot annexatie
over te gaan. In wezen verandert er niets
aan de totale belastingopbrengst, wanneer
de 10.000 uit de belastingen wordt ver
kregen i.p.v. uit het bedrüf, terwijl de be^
drüven in hun ontwikkeling worden tegen
gehouden. Deze f 10.000 beteekent twee cent
per K.W.U. op den reeds hoogen kostprüs.
De verrekening der kosten van de straat
verlichting, welke tegen 5.27 cent per K W.
U. wordt berekend, terwül aan particulie
ren voor 18.4 wordt geleverd, beteekent
eveneens een extra belasting van 8663.44,
waar nog bü komen de rente en afschrüving
van het kapitaal der straatverlichting, welke
door het bedrüf moeten worden gedragen.
Totaal is dit samen f 10.985,44, of weer
pl.m. 2 cent per K.W.U. Deze kosten moet
de gemeente voor haar rekening nemen.
De huidige tarieven zün niet juist. Bü een
prüs van 23 cent per K.W.U. en een meter-
huur van 0.25 per maand kost een ver
bruik van 60 K.W.U. per jaar het bedrüf
jaarlijks f 3.44. Het vastrechttarief van 5
cent is wel beter, doch de berekening van
het vastrechtbedrag naar een stroomver-
leden of oppervlakte van de woning schept
groote onbillükheden tegenover de andere
verbruikers.
De adviseur stelt een nieuw tarief voor
en wel een vast aansluitingsrecht per maand
inclusief meterhuur van f 1, dag- en nacht-
stroom (dus buiten spertüd) van 3 cent per
K.W.U. en avondstroom (dus in spertüd) 14
cent per K.W.U., waardoor bij een zelfde
gebruik als in 1935 de opbrengst beregend
wordt op 71.774, terwül de lasten in wer-
kelykheid 71.187,97 hebben bedragen.
Het gevolg van dit tarief zal zün:
lo. een billü'ke verdeeling van de vaste
aansluitlasten voor alle afnemers.
2o. het tarief is simplistisch, geen verkeer
de vastrechtbepalingen tengevolge van een
bepaald verleden of een oppervlakte-meting
der woning, die geen maatstaf kunnen zijn
voor het vastrecht.
3o. tengevolge van den 5 maal duurderden
avondstroom zal het verbruik zooveel mo-
gelük worden geconcentreerd op het dag
gedeelte, wanneer het licht niet brandt. Het
aantal uren van het maximum zal stügen
en daarmede daalt de gemiddelde stroom-
prüs. Met goed gevolg kan nu overdag wor
den gestofzuigd, gebakken en gekookt wor
den, terwül ook voor büverwarming in voor-
en najaar en winter kan worden gebruikt.
Geen enkele zelfopwekking met dieselmoto
ren kan het tegen dezen dagprijs opnemen.
De deur is hiermede opengezet voor een
electrificatie in alle bedrijven en polder
gemalen.
4o. is het rationeel, dat de avondstroom,
die aansprakelijk is voor de 118 per K.W.
zoo duur wordt ingezet en dat men in deft
spertijd dus zoo zuinig mogelijk is. Daarom
is het vastrechttarief met een vasten prijs
van 5 cent per K.W.U. onafhankelük, wan
neer men dit afneemt, verkeerd en werkt
juist het verbruik in den spitstüd in de
hand, waardoor andere afnemers, die zoo
veel mogelük buiten den spertüd blüven, on
regelmatig te veel betalen.
5o. het nachtstroomverbruik zal niet veel
toenemen door den te hooge inkoopprijs. Be
sprekingen kunnen met het P.E.N. worden
ingeleid om te komen tot een lager tarief.
6o. Reeds by het onderstelde verbruik is
de winst 750. Wanneer de gemeenten de
kosten der verlichting geheel op zich nemen,
zal daardoor de winst toenemen tot ruim
6000, die aangewend kan worden tot ver
snelde afschrijving.
7o. de verlaagde zelfkosten bij hooger Ver
bruik en grooter aantal bedrüfsuren van het
maximum en bij versnelde afschrüving uiten
zich in een verlaging van den kostprüs van
den avondstroom en in de verkorting zoo
noodig van den spertüd, terwül conti-
nu-bedrijven, als deze mochten ontstaan,
tegemoetkomend kunnen worden behandeld.
8o. de onbaatzuchtige overheidsbesturing
doet de gemeenten sterk staan tegenover het
prov. bedrijf in de poging een verlaging van
den inkoopsprijs te verkrijgen.
9o. het tarief is aantrekkelijk voor het
vestigen van nieuwe industrieën en
10. het vertrouwen tusschen overheid en in
gezetenen wordt door deze openbare rechts
gelijkheid voor iedereen geheel hersteld en
kan de basis worden van de versterking der
gemeentebanden.
Het is voor de welvaart van een land
streek van het grootste belang dat het
electriciteitsverbruik per inwoner aange
wakkerd wordt, omdat daardoor het be
schikbare vermogen voor industrie, hande',
nijverheid, huiseüjk comfort, studie en ont
wikkeling toeneemt. De hiertoe te nemen
maatregelen zijn dus:
een rationeel tarief van eenvoudigen
aard;
2. een zuiver overheidsbeheer, dat geen
gelden anders dan voor het beheer noodig
aan het bedrijf onttrekt;
3. een rationeel inkooptarief van het pro
vinciaal bedrüf, dat zelf alle moeite doet
om het electriciteitsverbruik in zyn distri-
butiegebieden te propageeren en te ver
meerderen.
De rapporteur meent hiermede tevens een
richtsnoer te hebben gegeven voor een ver
sterking van de moreele banden tusschen
provincie, gemeenten en ingezetenen en voor
de welvaart der gemeenten een nieuw
aspect te hebben geopend.
Buitengewone vergadering van
de V. V. V.
De V. V. V. hield Maandagavond een
vergadering in De Rustende Jager onder
voorzitterschap van den heer J. L. Groot.
Voor de behandeling Reglement Sport
gebouw gaf hij het woord aan den voor
zitter van het gebouw, den heer van
Gemeren.
Tot goed begrip van het concept regle
ment, zü medegedeeld, dat er in 1930, on
der leiding van den toenmaligen voorzit
ter W. van de Vall, was besloten om een
reglement te ontwerpen. Daarvan was
niets gekomen, doch ook by de vereeni-
gingen, die van het gebouw gebruik
maken, was de wensch geboren om zeg
gingschap, althans dat men wist, waar men
aan toe was. In een vorige vergadering
was het concept behandeld. Toen is het
op voorstel van den heer Mossel ter
visie gelegd. Op het concept zyn door de
heeren Muntjewerf en Mossel amendemen
ten ingediend. Den heer Mossel vroeg spr.,
waarom hij geen kennis had mogen nemen
van de notarieele acte en de voorwaarde,
waarop de gemeente den grond had af
gestaan. Moet er alleen kunst en sport in
beoefend worden of mag het ook voor an
dere doeleinden gebruikt worden en zoo
ja, op wat voor voorwaarden? Spr. be
greep de geheimzinnigheid niet. Waarom
mocht een ander het concept wel inzien
en spr. niet?
De voorzitter vroeg den heer Smits, be
heerder van het gebouw, te antwoorden.
De heer Smits merkte op, dat den heer
Mossel is gezegd, dat hy, wil hü de be
scheiden inzien, het maar op de vergade
ring moest vragen, zonder rentebetaling en
zonder bijzondere voorwaarden. Alleen
moet er gelegenheid worden gegeven voor
het beoefenen voor kunst en sport. Geen
enkel bezwaar is er door de gemeente aan
gevoerd tegen een kleuterschool, sterker,
de gemeente die eveneens huurster is,
wilde geen lid in de commissie van beheer
aanwyzen.
De voorzitter van het sportgebouw
wilde de oppositie zoover mogelyk tege
moet komen. Spr. was tegen geheimhou
ding.
Door de heeren Muntjewerf en Mossel
waren amendementen ingediend tegen het
voorstel om vereenigingen die „aan poli
tiek doen" te weren. Ook waren zij tegen
het gelegenheid geven van kerkdiensten
Van den heer Mossel kregen we een zeer
uitvoerige defenitie. wat men onder poli
tiek heeft te verstaan. Spr. was voor vrij
heid, doch dan voor iedereen. Ds. Bloem-
hoff had bericht, dat hy er voorstander
van is om er kerkdiensten te houden (na-
tuurlyk niet geregeld, maar in sommige
gevallen).
Het voorstel van het bestuur werd aan
genomen met 3 stemmen tegen.
Hierna kwam in behandeling de kwes
tie toezicht. Tot goed begrip van de situa
tie zij gemeld, dat by de C. v. B. klachten
waren ingekomen van Doves en Volkson
derwijs over gebruiken of misbruiken en
vernieling. Gebleken is, dat het personeel
der openbare school, dat daar gymnastiek
les geeft, de werktuigen van Doves ge
bruikte. (De voorzitter van> Doves zeide
van misbruiken; vernieling was gebleken).
Hierover was correspondentie gevoerd
met B. en W. en gebleken is, dat de heer
Heyt, hoofd van de school, het niet wist.
Toen de voorzitter van Doves het te berde
bracht, hadden de onderwijzers het er
kend. Mevr. MosselKlomp had gezegd:
„Wat hebben we aan een gymnastieklokaal
zonder toestellen?" Nooi' was er sprake
geweest van vernielen. Deze kwestie, die
heel wat beroerinf in de gemeente heeft
gebracht, werd zeer uitvoerig en soms
heftig besproken.
De heer Mossel vroeg wat men zou kun
nen bereiken met allerlei bepalingen, de
vereenigingen zijn er volgens hem de dupe
van. Laat het zooals het is, m. a. w. geen
reglement.
De heer Smits merkte op, dat een regle
ment is opgedrongen.
De voorzitter van het sportgebouw
zeide, dat als de onderwijzers prijs stellen
op vertegenwoordiging, zij dat aan het
gemeentebestuur moeten verzoeken. Na
dat een 3-tal uren was zoek gemaakt aan
de behandeling, werd het reglement aan
genomen zooals het bestuur en de com
missie van beheer het hadden ontworpen.
Slechts één stem werd in blanco uitge
bracht.
Verlichtingsavond.
De voorzitter van de V. V. V. zeide, dat
aan B. en W. zal worden gevraagd om
verlichting van het raadhuis en gazon.
Ook zullen we medewerking vragen van
het G. E. B. en de vele buurtcommissies.
De bedoeling is om de Willibrordusput et
verlichten.
Ket muzikale gedeelte zal een verande
ring ondergaan. Men zal verzoeken om
met de corpsen rond te gaan op een auto
met truck, om een groot gedeelte van het
dorp (tot en met de Zevenhuizerlaan) in
stemming te brengen, een fakkeloptocht
(dan rydend) zal wel effect geven. Voorts
stelt men voor om een gezelligen avond
(dans en muziek) te houden in De Rus
tende Jager, terwyl een beroep wordt ge
daan op allen om dezen dag, den 12en
Augustus te doen slagen.
Nadat een en ander was besproken,
werd het voorstel goedgekeurd.
HET BOERENLEVEN.
Hoe genoeglijk rolt het leven
Des gerusten landmans heen,
Die zijn zalig lot, hoe kleen...
Men schrüft ons uit Heerhugowaard:
Het boeren- en landbouwersleven is, af
gezien dan van de economische depressie
van de laatste jaren, gemakkelük. Vakken
nis is er weinig voor noodig. Alles gaat zóo
vanzelf. De boer zet zün koeien in den
herfst op den stal en des voorjaars, als de
weiden in hun groen kleed prijken, haalt hü
ze er weer af. Ondertusschen melkt hü en
teelt kalveren. Altemaal dingen, die hem op
gemakkehjke manier geld in den zak bren
gen. Wil hü er kippen bühouden, goed. Hü
heeft niet zooals de stadsmensch met aller
lei verordeningen te maken, die hem dit
verbieden. Bovendien heeft hü er ruimte
voor in overvloed op zün groote erf en het
gevogelte kan, als het daar niet tevreden is,
uitzwermen op de landerijen, waar het
wormen en insecten te kust en te keur vindt.
De boer gaart eieren en teelt er zoo tus
schen door nog wat jonge kippen bij. Al
weer dingen, die hem zonder veel moeite
geld in den zak brengen.
En als het landbouwers betreft. Wel, heet
het niet ten rechte: „De landman, die zaait
en die maait het land, en ontvangt de zegen
uit Gods hand".
Doet niet de zon de gewassen rüpen, die
daarna het goudgele graan voortbrengen.
Regelrecht geld, zoo in den zak van den
landbouwer.
De frissche lucht en het werk in de vrüe
natuur, die beide brengen eetlust en slaap
en houden den boer gezond.
Met dergelijke gedachten bezield, had hü
zich, toen zyn tijd daar was, om zich uit het
stadsche leven los te maken, neergezet in
een dorpje temidden van het wyde polder
land, met rechte slooten, grazige weiden en
daartusschen voor afwisselingen enkele
zwarte akkers. Overwelfde zich de wüde
lucht met nog de zilte frischheid van de zee
gedragen over de duinen. Niemand in het
dorp kon begrüpen, dat iemand alleen voor
zün pleizier, de ongemakken van het dorps
leven boven de gezelligheid van de stad
verkoos. Als hü zich nu nog langs de dui
nen had neergezet, maar zoo midden in de
klei.
Achter zyn huis was de tamelüke flinke
tuin. En daar worstelde hü mee. Honder
derlei avonturen beleefde hü met de zwarte
aarde. Voorheen niet vermoede moeilükhe-
den ondervond hy. Maar de aarde beloonde
zyn moeite en deed in het voorjaar als een
feest voor zün oogen de eerste teere spruit
jes opschieten. De voorboden van het altijd
begeerde „eigen groenten" uit eigen tuin".
De buren bleken toeschietelü'ke menschen
en stonden hem, waar eigen kennis te kort
schoot met raad en daad ter züde. Een van
hen verschafte hem zelfs twee bakken poot-
aardappelen. De eene bak „poepenmuizen",
de andere „bevelanders". Voornamelyk de
laatsten werden in den voorzomer een ware
oogenlust.
Toen hij de buren de eerste aardappelen
zag rooien, beproefde hy het ook. Heerlüke
blanke knollen raapten zün, dezen arbeid
onwennige handen, uit den grond. En na
derhand werd op het leeggekomen plekje
dag by dag opnieuw geplant, slaboontjes,
spruitkool, andüvie.
Tot op zekeren middag hem de arbeids-
lust te pakken kreeg. En hij het plan opvatte
al de aardappelen er uit te gooien om het
terrein vrij te krijgen voor nieuwe teelt.
Klein waren nog de bevelanders en ze
zaten vast aan de stammen, die wat de
grootte betreft aan aalbessenstruiken de
den denken. De opbrengst viel ook niet mee.
Wat een verschil met de muizen. Maar der-
gelyke dingen „beleefde" men nu eenmaal
als tuinman. Veel beloven en weinig geven.
Tot het hoofd van de buurman over hei
ning kwam kijken met oogen, die steeds
grooter en grooter werden van onverholen
ontzetting.
Maar buur, wat hei je nou deen? Al je
bevelanders d'r uit rood? Maar man, dat
binne winter eerappeleZonde, zonde
en ze stinge zoo mooif1.
Waarmee weer van voor af zou kunnen
worden begonnen. Het boerenleven is ge_
makkelijk. Vakkennis is er weinig voor
noodig.
i) Historisch. (De rest is fictief).
Geslaagd
Voor het 5, 6 en 7 Juli J.l. gehouden
examen te Haarlem slaagde voor het
practijkexamen boekhouden, de heer D.
Klemkerk te Bergen.
Aanbesteding,
Op 17 Augustus as. zal door de directie
van den Wieringermeerpolder worden aan
besteed het opnemen der aanwezige klin
kerbestrating en het aanleggen van een
gewalste verharding met grootere breedte
op een gedeelte van den Ulkeweg in de
Wieringermeer.
(Van onzen R.-redacteur).
Het is er in het kleine Betuwsche
stadje Lienden niet rustiger op gewor
den, hoewel de procedure inzake de al
dan niet goede wyze van toepassing
van het testament van wijlen baron
van Brakell afgeloopen is en er vonnis
gewezen is. Men kan eer spreken van
een opleving van den strüd dan van het
wederkeeren van de rust aan de beide
fronten.
Hier volgen, in het kort weergegeven, de
feiten. Toen in het jaar 1865 F. L. W. baron
van Brakell stierf, liet hü een testament na,
waarin hü bepaalde schikkingen trof om
het lot van personen uit den arbeidenden of
handwerkersstand, die volgens de getuige
nis van twee doktoren aan een ongenees
lijke ziekte of kwaal leden en daardoor
onbekwaam waren hun brood te verdienen,
te verzachten door hen wekelijk een gulden
te doen uikeeren, welk bedrag meer of min
der zou bedragen al naar gelang het fonds
waaruit deze ondersteuningen betaald zou
den worden, kapitaalkrachtig was.
Voorwaarde was dat de ondersteunden
woonachtig moesten zün in de buurtschap
Meerten en dat tevens moesten blüven.
Voorts moesten zij de gereformeerde belü-
denis des geloofs hebben afgelegd en een ka
pittel uit den Bijbel verstaanbaar hebben
gelezen, indien tenminste hun verstande-
lyke vermogens of lichaamsgebreken dit
niet verhinderen. Den administrateurs van
dit fonds werd verzocht de gemaakte bepa
lingen stipt op te volgen, opdat het welzün
van de arbeiders werd bevorderd en met
,de nauwgezette eerlükheid, zoodat men
zich voor God en zün geweten kunnen ver
antwoorden."
Jaren gingen voorbij en steeds werden de
uitkeeringen getrouw op de vereischte wijze
gedaan, tot er eenige jaren geleden geruch
ten gingen over een slordig beheeren van
het fonds. Niet alleen had dit tot gevolg dat
de toenmalige administrateur van zijn taak
ontheven werd, maar tevens dat men arg
waan opvatte tegen sommige personen, die
steun ontvingen van het fonds.
Velen althans werden geacht niet te vol
doen aan de toenmaals gestelde eischen, te
weten „een ongeneeshjke ziekte of kwaal,
waardoor hij onbekwaam was zün brood te
verdienen". Men besloot in totaal 34 perso
nen van de lijst af te voeren. De gevolgen
bleven niet uit, want spoedig vereenigden
de gedupeerden zich en een civiel proces
werd aanhangig gemaakt. In 1934 op 1 Aug.
hield voor hen de uitkeering op en in 1935
viel de uitspraak van de rechtbank, waarbü
zü in hun eisch niet ontvankelyk werden
verklaard. In hooger beroep werd voor het
Hof te Arnhem op 30 Juni 1937 vonnis ge
wezen, waarbü de appèilanten in het gelük
werden geseld. Bepaaid werd dat hun niet
alleen in de toekomst de uitkeering uitbe
taald moest worden, maar dat zü van het
tüdstip l Augustus 1934 af te rekenen, het
tot dusverre onthouden geld ineens moesten
ontvangen.
De heer T. Berends, lid van den gemeen
teraad van Lienden, een dergenen, die toen
tertijd geschrapt werd van de lijst der on
dersteunden, gaf in een onderhoud zün mis
noegen te kennen over de uitlegging die een
Nederlandsch dagblad over den gang van
zaken gegeven heeft. In het desbetreffende
blad werd naar voren gebracht dat de be
doelingen van baron van Brakell „miskend"
zouden zün en dat er onder de steuntrek-
kenden velen zouden behooren die voor-
zoover niet volkomen, dan toch behoorlük
in het bezit waren van een gezond
lichaam en niet voor zwaren lichamelyken
arbeid terugdeirsden, welke bewering ten
duidelijkste geïllustreerd werd door een
foto. waarop een z.g. ongeneeslük zieke
aan het werk was.
„Men beweert dat de testamentaire bepa
lingen niet nagekomen zouden zün en dat
wy onrechtmatig de uitkeering in ontvangst
hebben genomen," aldus de heer Berends,
„maar dat ontken ik ten stelligste. Hoe heeft
brood te verdienen" uitgelegd? Dat dit hee-
het Hof de zinsnede „onbekwaam om zijn
lemaal niet behoeft in te houden „niet
meer tot arbeid in staat".
Ik voor mij geloof ook niet, dat de baron
bedoeld heeft dat men volkomen invalide
moet zyn om deze uitkeering te ontvangen.
Dan zouden het maar heel weinig menschen
in onze buurtschap zijn die daarvoor in aan
merking kwamen en dan was de instelling
van een dergehjk groot fonds niet noodig
geweest.
Ruim 150 bunder grond zijn eigendom van
het fonds, een kleine 50 huizen behooren het
toe, die allemaal behoorlijk verhuurd wor
den. De inkomsten van het fonds bedragen
jaarlijks 30.000 gulden en in sommige jaren
zijn de inkomsten veel grooter geweest Is
dit niet een beetje veel voor op zijn hoogst
twee of drie werkelijk volkomen invaliden?
Ik voor mij ben er van overtuigd dat de
baron, die immer in deze streken gewoond
en geleefd heeft, andere bedoelingen heeft
gehad dan die, welke nu geopperd worden.
Nooit heeft bij hem de idee voorgezeten al
leen den totaal tot arbeiden ongeschikten
mensch te helpen, want daarvoor zal ook hij
de uitkeering ongetwijfeld te gering geacht
hebben, Maar veeleer heeft hij de bedoeling
gehad om zyn menschen, die door een onge
neeslijke kwaal werden bezocht, materieel
terzijde te staan.
En lang niet altüd behoeft een ongenees-
lyke kwaal samen te gaan met de volstrekte
onmogelykheid om te arbeiden. Nu worden
wij uitgemaakt als menschen die op twy-
felachtige wijze steun hebben ontvangen en
dat wij de bedoelingen van den baron mis
kend hebben. Datzelfde kan ik van de be
schuldigers zeggen. Men heeft zyn verbazing
erover uitgesproken en geschreven dat de
dokters Wessels en van Empel tot tweemaal
toe bereid zijn gevonden om de verklaring,
die nu eenmaal vereischt was gesteld, voor
alle 34 uitgeslotenen te teekenen. Waarom?
Zy zijn toch waarlijk wel in staat om te be-
oordeelen of wij een ongeneeslyke kwaal
hebben ja dan neen.
Maar nu wij het eenmaal hebben over be
schuldigen, dan kan ik ook wel iets naar
voren brengen en dat is over den bang van
zaken by deze civiele procedure. Er is toch
opdracht gegeven aan den gemeente-veld
wachter en zijn rykscollega, om 'n rapport op
te maken over de 34 uitgeslotenen. Dit rap
port is notabene ter hand gesteld aan den
advocaat van de tegenpartü! Toen ik in een
gemeenteraadszitting daar vragen over ge
steld heb, kreeg ik van den burgemeester
ten antwoord, dat zulks in opdracht was ge
schied van den Procureur-Generaal van het
Arnhemsche Hof, maar groot was myn ver
bazing toen ik van dezen na gevraagde
inlichtingen een ontkennend antwoord
kreeg. De Procureur-Generaal wist van
nietsWie heeft wel de opdracht ge
geven?
Bitter zün wy hierover gestemd geweest
en nog op dit oogenblik probeert men ons
zwart te maken. De foto die in de krant
heeft gestaan van den „hardwerkenden on
geneeslijke zieke' kan ik niet bewonderen.
Men heeft den man, die op de foto voor
komt, gevraagd zich even ter beschikking
te stellen. Het zou hem geen kwaad doen
want het was in zün eigen voordeelDat
is een man die een zware nierkwaal heeft
an fet men 'n het foto-onderschrift dat
flmk en hard kan werken,
rydag aanstaande krijgen wy het ons
onthouden geld. Voor velen beteekent dat de
V8n eeni§e honderden guldens en
delyk erover geschreven dat wü nu
eens teest gaan vieren.
^..0n}dat er een Paat' menschen zün *e-
weest, die na het vonnis van het Hof de vlag
hebben uitgestoken. Vindt u het zoo raar
ij ni®n zooiets doet in een eerste opwel-
v,atl blijdschap over het winnen van een
ergelyk belangryk proces? Waar haalt
hJ m vandaan dat wü Vrijdag eens
hlremetjes 2ullen buiten zetten? Waarom
0 ,.men eerst niet eens afgewacht wat er
Mi. '!n dag m onze buurtschap gebeurt?
wii dat er nu 6eze6d wordt wordt dat
et feest met opzet maar niet vieren
"s,ls verweten, dat wü bedoelingen mis
send hebben, welnu, ik voor my zeg dat an-
d«en zulks gedaan hebben.
'J ".in hersteld in de ons van oudsher
rechtmatig toekomende rechten.