EEK DAG ONDER DE WAPENEN
Wij zwaaien af na een dag vol wederwaardigheden,
V
oude prijzen staan, van pl.m. f 4 per 100
K.G. De mooiste partijen noteerden tot
4.30, terwijl bijna geen enkele dag minder
.werd betaald dan 3.70f 3.80.
De blauwe eigenheimers hebben het niet
zoo goed gedaan. Aanvankelijk noteerden
wij hiervoor nog prijzen van tegen f 4 per
100 K.G. doch al spoedig werd dit aanmer
kelijk minder en zijn de meeste partijen
tenslotte van de hand gegaan voor f 2.40
2.90. Eigenheimers zijn eveneens naar
omlaag gegaan, zij het niet in die mate
als de blauwe. Te Broek op Langendyk werd
minstens f 3.20—f 3.60 besteed en te
Noordscharwoude van f 2.60f 2.90. Duc of
York werd betaald met f 2.70. Er werd
slechts één part.jtje aangevoerd.
De zilvernep ging iets naar beneden, van
8 tot 6—7, terwijl Zaterdag te Broek
op Langendijk weer van f 8f 6.40 werd
besteed. Te Noordscharwoude ging het ook
naar omlaag, doch daar werd den laatsten
dag tot 11.50 betaald. Gele nep noteerde van
5.807. Zilverdrielingen werden verhan
deld voor 4.40—5.40. De eerste kroten,
welke werden aangevoerd, bedongen tot
maximum f 5.10. De laagste prijs was 2.70.
Snij- en slaboonen zijn aanmerkelijk goed-
kooper geworden. Werden verleden week
de prijzen bijna gehalveerd, nu was het weer
niet veel beter. De snijboonen gingen voor
het grootste gedeelte weg van f 5.50f 6.
Enkele dagen werd iets meer betaald. Sla
boonen werden verhandeld voor f 5f 8,
terwijl in den aanvang nog tot 13 en 15
werd betaald.
Met de roode kool was het mis deze week.
Er zijn weer eenige partijen onverkoopbaar
gebleven, terwijl andere dagen de mooisten
tot 1.701.80 konden bedingen Er zijn
ook mooie partijen weggegaan voor f 1.40.
De witte kool werd tegen zeer gevarieerde
prijzen verhandeld. Nadat eerst nog tot
3.20 werd besteed, lagen de noteeringen
de volgende dagen tusschen 1 en 2.70.
Gele kool was ook iets goedkooper. Begon
nen met 3—4 werd tenslotte niet meer
dan 2.70—f 3 betaald.
Tomatenprijzen waren heel laag. Ze zijn
nu heel dicht den minimumprijs genaderd.
De A's brachten slechts f 4.404.60 op,
B's 6.20 en de C f 4.10—f 4.40; CC bleef
al een paar dagen achter elkaar onverkocht.
Begonnen werd met pl.m. 7f 9. Bloem
kool werd in grootere hoeveelheden aange
voerd. De prijzen waren voornamelijk van
6—7 en 8, met enkele afwiikingen naar
boven en beneden.
DE AARDAPPEL-EXPORT.
De regeling na 1 Augustus.
Met ingang van 1 Augustus 1937 is het
monopolie voor den uitvoer van aardappe
len, zoowel vroege als late, wederom opge
dragen aan de Nederlandsche Akkerbouw
Centrale. De regeling van den uitvoer als
zoodanig heeft in vergelijking met de rege
ling van verleden jaar nagenoeg geen wij
ziging ondergaan. Voor zoover hieronder
van de voorschriften van het vorig jaar niet
wordt afgeweken, blijven de laatste voor
schriften ongewijzigd van kracht.
Op het volgende wordt nadrukkelijk de
aandacht gevestigd:
De maat is voor de consumptieaardappe
len voor uitvoer naar alle landen als volgt
vastgesteld: de minimummaat is 40 mm
vierkantsmaat opwaarts, behalve voor Bel
gië, voor welk land de minimummaat 50
mm vierkantsmaat is en voor Engeland,
Zwitserland, Argentinië, Brazilië en Uru
guay voor welke landen de minimummaat
is vastgesteld op 45 mm vierkantsmaat.
Voor den uitvoer van pootaardappelen
naar alle landen is de minimummaat vastge
steld op 28 mm vierkantsmaat.
Ten aanzien van de toekenning van prijs
verschillen wordt medegedeeld, dat het
vooralsnog niet in de bedoeling ligt, aan ex
porteurs eenig prijsverschil toe te kennen
bij den export van consumptie-aardappelen
naar Ned. Oost- en West-Indië.
Bij den uitvoer naar België dient ook
thans de Belgische taxe de licence te worden
betaald. Evenals het vorig jaar zal voor de
ze taxe ad Belg. frs. 5 per 100 kg. door de
exporteurs bij de N.A.C. f 0.40 per 100 kg.
dienen te worden betaald, terwijl afreke
ning plaats vindt tegen den wisselkoers, gel
dende op den eersten werkdag van de week
volgende op de week, waarin de monopolie
overeenkomst is aangegaan.
Als prijsverschil bij export van goedge
keurde pootaardappelen naar alle landen,
met uitzondering van Argentinië, Brazilië
en Uruguay, is door de exporteurs het z.g.
poterkwartje, 0.25 per 100 kg., verschul
digd.
De vrijstelling van de betaling van het
poterkwartje bij uitvoer naar Argentinië,
Brazilië en Uruguay wordt echter afhanke
lijk gesteld van een voorafgaande fixatie
op formulieren door de N.Xu. te verstrek
ken.
Voor verzending over Antwerpen zal we
derom noodzakelijk zijn de controle door
de S. A. F. van Bree, aldaar.
Naast het poterkwartiertje is bij uitvoer
naar België verschuldigd de meergenoemde
taxe de licence van 5 france per 100 kg.
De minimumprijs waar beneden aardap
pelen niet naar België mogen worden ver
kocht, is nader vastgesteld op B. frs. 40 per
100 kg. c.i.f. België.
Voor den uitvoer van gedenatureerde
aardappelen worden geen monopolie-over
eenkomsten aangegaan. Uitvoer van deze
aardappelen zal derhalve niet kunnen plaats
hebben.
Indien het door den Plantenziektenkun-
digen dienst namens de N.A.C. af te geven
geleidebiljet niet bij uitvoer aanwezig is,
zal de partij niet ten uitvoer worden toege
laten.
Uitvoer van aardappelen kan slechts
plaats vinden langs de grens-kantoren, waar
de C.C.C.D.-controle gevestigd is.
Een uitzondering wordt slechts toegestaan
voor den uitvoer via Coevorden en Hulst,
mits bij het aanvragen van een monopolie
overeenkomst melding wordt gemaakt, dat
de uitvoer langs een dezer stations zal
plaats vinden, en met dien verstande, dat
de zending in dat geval door den Planten-
ziektenkundigen dienst by belading wordt
vsjrzegeld.
Giim>achj0
IV aar de ballen gehakt gemaakt worden.
Hebben de heeren hier vier
frambozenlimonade met koek be
steld?
(Slot.)
Nadat we een bezoek aan de badinrichting
hadden gebracht, waar men natuurlijk geen
marmeren badkuipen en geslepen spiegels
heeft, maar waar de soldaat gratis of voor
enkele centen een eenvoudige douche kan
krijgen, zijn we de soldatenkamers doorge
wandeld, waar de bedden model opgemaakt
langs de muren stonden en enkele dienst-
yrije recruten ons aanstaarden of we we
zens uit een andere wereld waren.
De Commandant van het 5e R.I. we be
ginnen al aan de gebruikelijke militaire af
kortingen te wennen Overste Honig en
zijn adjudant, Kapitein Wolthuis, hebben
ons daarna op hun gezellige bureau-kamer
ontvangen, waar wij niet alleen het regi
mentsvaandel bewonderd hebben, maar ook
een fraaien bronzen grenadier dien elke be
roepsofficier meekrijgt wanneer hij eenigen
tijd bij de grenadiers in Den Haag gediend
heeft.
En daarna was het diner-tijd.
Een soldaten-maaltijd.
Laten we hier dadelijk bekennen, dat wy
ons van dat diner weinig hadden voorge
steld.
Ten eerste omdat de Kolonel ons reeds
schriftelijk had meegedeeld, dat het in de
bedoeling lag, dat wij om ongeveer één uur
een „model" soldaten middagmaaltijd zou
den meemaken en ten tweede omdat de Ka
pitein, die ons de cantine-geheimen verklapt
had, daarbij had verteld, dat elke soldaat den
Staat der Nederlanden aan voeding per dag
niet meer dan 43 centen mag kosten.
We zouden dus voor nog geen twee kwar
tjes per dag „en pension" gaan en omdat we
pas om half tien in den morgen waren ge
komen, waren we het ontbijt, bestaande uit
brood, boter en spek, thee met suiker mis-
geloopen. Trek de kosten daarvan af van
een totaal bedrag van 43 Hollandsche centen
en voor wat er dan overbleef, zouden we
een middagmaal krijgen waarvan we allen
wel konden begrijpen, dat het geen menu
a la carte zou wezen.
Majoor Snoek excuseerde zich, dat hij ons
tydens den maaltijd zou moeten verlaten,
wat onze reeds duistere voorgevoelens nog
zwarter maakte, maar de Overste en zijn
adjudant bleken in 's lands belang een offer
aan hun magen te willen brengen en zouden
van één tot twee uur in de Lodewijks-kazer-
ne kameraadschappelijk met ons het middag
maal gebruiken.
De „etenhalers" marcheerden in werk-
kleeding reeds naar de keukens, waar de
sergeant van de week zich bij den officier
van den dag meldde en we mochten al dank
baar zijn, dat uit onze groep ook niet vier of
vijf journalisten gerecruteerd werden om de
eetketeltjes voor hun collega's naar onze
gemeenschappelijke eetzaal te brengen.
Daar troffen we twee keurig gedekte tafels
aan, en vond ieder onzer een bord, een vork,
een lepel en een mes, benevens een glas
waarin ad libitum een kristalheldere drank,
afkomstig uit de Amersfoortsche waterlei
ding, kon worden geschonken.
Toen gingen we, met ons bord in de hand
en de beide officieren liepen netjes in de
rij achter ons aan een voor een langs den
soldatenkok, die den scepter of liever den
potlepel over een reusachtigen ketel soep
zwaaide en we kregen om beurten een schep
groentensoep, die er op het eerste gezicht
heel smakelijk uitzag en die even later van
uitstekende kwaliteit bleek. We troffen een
dag, dat er „soep vooraf" werd gegeven of
eigenlijk troffen we het niet want we waren
öf op den soepdag uitgenoodigd, óf de soep
die tweemaal in de week op het menu
staat was een dag vervroegd of verlaat,
zoodat we die op een anderen dag ook zou
den hebben gekregen.
De traditioneele luitenant, die tijdens den
maaltijd naar de kwaliteit van de soep komt
vragen, bleef ditmaal gelukkig achterwege
en binnen een kwartier zette de tweede pro
cessie zich in beweging en defileerden we
met een schoon bord langs den beheerder
van de aardappelen, langs den opschepper
van de bloemkool en langs den man in het
wambuis, die een bal gehakt en een „lepel
tje jus" op ons bord deponeerden.
Het was meer dan voldoende en het was
smakelijk bereid. Wij hadden het voor nog
geen veertig centen in geen enkele lunch
room kunnen verwachten en we behoefden
zelfs niet bij te dragen aan het bedrag, dat
de soldaten van hun tractement aan oe
aardappelschilsters moeten betalen om de
eenvoudige reden, dat we geen tractement
kregen en er dus ook niets op gekort kon
worden.
We kregen zelfs een kleintje koffie toe.
maar dat behoorde blijkbaar niet tot het
menu van de soldaten, want dat dronken
we in de officierscantine. Het was even
voortreffelijk als de morgenkoffie en de
Kapitein-cantine-commandant legde ons uit,
dat het verschil dan ook zeer miniem is en
op eenige liters water slechts enkele looden
koffie bedraagt.
De bedoeling van onzen maaltijd en
men is in den opzet daarvan volkomen ge
slaagd was om ons er van te overtuigen,
dat de soldaten in de kazerne hard moeten
werken, maar een uitstekende voeding krij
gen.
Mortier- en seinoefeningen.
Omdat ook wij niet alleen om te eten,
maar ook om te werken waren gekomen,
werden we na de koffie naar de mortier-
afdeeling gebracht waar een Kapitein ons
uitlegde, dat dit een schietinstrument is
waarvan de projectielen een kromme baan
beschrijven, zoodat daarmee een verdekt
opgesteld doel kan worden getroffen. Schiet
men met een brisant-granaat, waarbij het
projectiel binnen veertien seconden het doel
kan bereiken, dan valt ze in scherven, wel
ke een gebied van omstreeks 400 M2. be
strijken, zoodat dit, voornamelijk in den
loopgravenstrijd, een geducht wapen is. Deze
zoogenaamde voorladers omdat het pro
jectiel voorin gaat schieten zeer nauw
keurig en de Kapitein heeft er met eenige
enthousiaste manschappen een demonstratie
mee gegeven, waarbij voor deze gelegenheid
zulke ongevaarlijke granaten gebruikt wer
den, dat zij ternauwernood een paar centi
meter uit den loop werden geschoten.
Daarop trokken we naar de seinzaal, waar
ons een heel wat huiselijker tafreeltje
wachtte. Het was een schoollokaal waar een
tiental recruten het seinen met den Morse-
sleutel moesten leeren en ijverig in hun
boekjes schreven hoe de diverse letters van
het alphabet in punten en streepjes omgezet
worden.
De sergeant schreef de letters op een
schoolbord en de recruten dreunden hun
lesje op als kinderen van de eerste <klas van
de lagere school, die de tafels van twee en
drie moeten opzeggen.
„Een, een, een, twee,-drie, een, een, een.
Een, twee, drie, een, een, een".
„Niet afroffelen", riep de sergeant en hij
sloeg er de maat bij om het juiste tempo
er in te houden. Het waren gehoorseinen en
er moest een tempo van 70 letters in den
tijd van 3 minuten behaald worden.
Dan gingen we tot de meer zichtbare sei
nen over en terwijl een rood lichtje korte en
lange flikkeringen gaf, werd door een re-
cruut vertaald, dat er naar Zacherias, naar
Karei en naar een Ijsbeer gevraagd werd.
Hier was het tempo 90 letters in 3 minu
ten en daarna kon er door de zoogenaamde
verbindingsafdeeling buiten op het gras-'eld
geseind worden.
Daar zat een „telefoonjuffrouw" in den
vorm van een dikken recruut met een beu
gel over het hoofd met een miniatuur te
lefooncentrale op zijn schoot. Hij sfak stop
pen in en haalde ze er weer uit naarmate
er soldatengroepen verbonden of verbroken
moesten worden. Er werden met seinlampen
Morse-teekens naar een vergelegen groep
uitgezonden en er werden optische seinen
met een bord gegeven, dat afwisselend rood
en wit gemaakt werd. Er werden van geel
vlaggedoek allerlei vreemde figuren op het
grasveld uitgelegd en de "waarnemer uit een
denkbeeldig vliegtuig, dat er overheen
vloog, kon dit op groote hoogte nog ontcij
feren en wist dan meteen wat er van den
bestuurder geëischt werd. Men kon hem
en trouwens ook militairen, die in de nabij
heid zaten bovendien seinen geven met
een lichtpistool en er werd te onzer eere
op een klein vuurwerk getracteerd, waarbij
zelfs een aan een parachuutje bevestigd pro
Het défilé.
nel was zeer over zijn manschappen tevre-
den.
„Kijk die mannen eens meewerken" zei
hij vanaf zijn hooge zitplaats, „ze weten wat
er van hun verlangd wordt en ze doen alle.
maal hun best om zoo goed mogelijk voor
den dag te komen".
De dichte groepen op het middenterrein
kwamen in marschformatie achter elkaar en
met de stafmuziek voorop zijn de drie regi
menten ruim duizend manschappen
ons daarna voorbij getrokken. De muziek en
de tambours en hoornblazers zwaaiden naar
rechts en stelden zich tegenover den Kolonel
op en officieren met getrokken sabel en alle
manschappen wendden de hoofden naar
links, waarbij de Kolonel eiken commandee
renden officier en onder-officier het militai
re saluut bracht.
Overste Honig stelde zich met zijn adju
dant te paard achter den Kolonel op
bracht dezen en zijn gasten later hef mili
tair saluut waarna hij in draf weer naar den
troep reed om er voor te zorgen, dat al die
mannen na diverse commando's weer vrij
door de kazernes konden loopen.
Het was een waardig slot van onzen dag
onder de wapenen en wij kunnen den Kolo
nel, Majoor Snoek, den Overste en zijn adju
dant en alle andere officieren en onderoffi
cieren, die op dezen dag iets tot verbree
ding van ons militair inzicht hebben bijge
dragen, slechts dankbaar zijn voor de hoffe
lijke en duidelijke wijze waarop zy ons het
leven in en bij de kazerne gedemonstreerd
hebben.
De oudste van ons groepje heeft onze ge
voelens in een kernachtig toespraakje tot
uiting gebracht en daarna zijn wij om nu
maar in den militairen toon te blijven af
gezwaaid om in een prettig café tegenover
het station nog enkele herinneringen uit^
onzen eendaagschen militairen loopbaan op
te hal<*"
De bedoeling van dezen dag
De bedoeling van dezen dag was te laten
zien, dat de gedachte als zou een soldaat een
nutteloos wezen zijn, dat onder de zooge
naamde leiding van wat gemakzuchtige
meerderen zijn diensttijd met lijntrekken
doorbrengt, absoluut verkeerd is. De recruut
van heden wordt gehuisvest in ruime zalen
en in een zindelijke kazerne, hij wordt goed
gevoed en gekleed, hij wordt behoorlyk toe-
gesproken en behandeld. Hij leert allerlei
dingen waarvan hij tot dusver niet het min
ste besef had, hij verruimt zijn inzicht en hij
leert begrijpen wat kameraadschap is.
Zijn lichaam wordt doelmatig ontwikkeld
en hij wordt door dagelijksche oefeningen
in de buitenlucht getraind en gehard. Men
zorgt, dat hy op tijd zijn rust en zyn ont
spanning krijgt en menige recruut, die als
een kortzichtig, een slap en willoos men-
schenkind de kazerne betreedt, komt er
weer uit als een man, die weet te gehoorza
men en besef van zijn plicht heeft.
Zelfs wie het leger als een noodzakelijk
kwaad beschouwt, zal moeten toegeven, dat
wij het uitsluitend voor de verdediging van
ons vaderland in stand houden en dat het
nu het er eenmaal is zoo goed mogelijk
moet zijn.
Dat daarnaar gestreefd wordt en hoe het
gebeurt hebben wij dezen dag kunnen lee
ren en wij kunnen niet anders dan consta-
teeren, dat men zich bij de Infanterie van
hoog tot laag beijvert om in den kortst mo
gelijken tijd de beste resultaten te bereiken.
jectiel in de lucht werd geschoten. Ten slotte
weet ieder, die het weten moet wat dit alles
beteekent en zoo zorgen de verbindingstroe
pen er voor, dat diverse groepen met elkaar
in contact kunnen blijven.
Tamboers en hoornblazers.
Vervolgens hebben wij een bezoek bij den
tambour-maitre gebracht, die met een der
tigtal leerlingen op eenige banken op het
achterterrein zat en ons de geheimen van de
verschillende slagen heeft uitgelegd.
De „muziek", die op een schoolbord vast
gemaakt was, bestaat niet uit gewone noten,
maar uit allerlei grillige teekens. Ze is
volgens dezen militairen voorslager eerst
kort geleden uitgevonden en het was niet
heelemaal duidelijk of hij, dan wel een zij
ner voorgangers dat gedaan had. Met l e-
hulp van deze hiëroglyphen leert hij zijn
mannetjes allerlei slagen als daar zijn
verwisselslagen, roffels enz. en hij laat ze
allerlei marschen slaan, zoodat ze bij de
stafmuziek een deel van het welluidend ge
heel voor hun rekening kunnen nemen.
Voor de signaalhorens worden mannen uit
gekozen die in een of ander fanfarecorps
hun musicale sporen verdiend hebben en de
tambours slaan bijna onhoorbaar op de zoo
genaamde oefentrommen omdat de „kapel
meester" zooals hij ons mededeelde
„anders zijn eigen niet meer verstaanbaar
zou kunnen maken".
Er werd nog even een geluidsdemonstratie
op de echte trommels en horens gegeven,
waarbij de leider als een Willem Mengel
berg met zijn dirigeerstokje de maat sloeg
en den toon beheerschte en toen werden we
naar een met soldaten half gevulde bioscoop
zaal gebracht om een filmdemonstratie bij
te wonen.
Film en sport.
Wie op de nieuwste creatie van Charley
Chaplin of een Mickey Mous-film gerekend
had, kwam bedrogen uit, want de sergeant
explicateur heeft ons alleen maal twee actes
van een instructie-film vertoond waaruit we
geleerd hebben hoe er met handgranaten
moet worden geworpen en wat het droevig
lot is van den soldaat, die zoo'n project' -1
verkeerd aftrekt of zich te lang bedenkt
voor hij het wegwerpt.
Daarna zijn we op een grasveld naar de
athletiek gaan kijken en we hebben een
voetbalwedstrijd tusschen de elftallen van
twee regimenten bijgewoond, welke te on
zer eere was uitgeschreven en waarbij de
toeschouwers voor 99 pCt. uit militairen be
stonden, die hun critiek over spel en speleis
niet onder stoelen en banken hebben gesto
ken.
Een défilé.
Als kiap op de militaire vuurpijl was ons
voor dien dag een défilé beloofd. De brigade,
bestaande uit het 16e. het 5e en het 21e regi
ment Infanterie, zou op het binnenterrein
van het kazernecomplex voor den Kolonel-
Commandant defileeren en wij kregen de
vereerende invitatie naast den Kolonel te
komen staan, die, hoog op zijn paard, de
troepen aan zich zou laten voorbijtrekken.
Of de manschappen zelf deze onverwachte
parade op prijs hebben gesteld, konden we
niet gissen, maar zij hadden een extra bord
soep en een voetbalwedstrijd aan ons te
danken en er mocht dus onzerzijds ook wel
op eenige tegenprestatie worden gerekend.
Trouwens, zij deden hun best en de Kolo