Een lekkernij voor Liefhebbers. DE OESTER. een stamboom voor het verkeer. Zeldzaam Bankpapier. De Klokkenman. Hy vond, dat dit een grote lof was, die ik hem toezwaaide en hy vergaf me dan weer al de ondeugende streken, die ik had uitgehaald, om hem een beetje te plagen. Op bezoek bij de Hindoes X /OOK ONZE HDÊÜti Wij zullen eens Iets vertellen over de oesterteelt. Misschien hebben sommigen onder jullie wel eens oesters gegeten. De meeste mensen vinden oesters heel smake lijk, maar toch zijn er ook mensen, die ze niet lusten. De oester ts een tweekleppig weeKdier. De schelpen van de oester zijn peervormig. De linkerschelp is meestal gro ter en ook holler en dieper dan de andere, die er als een deksel op ligt, zodat een oester vaak doet denken aan een klein doosje. De schelpen bestaan uit een menigte dunne lagen of bladen, die hoofdzakelijk uit kool zure kalk bestaan. De levende oester scheidt een slijmerige vloeistof af, welke al spoedig verhardt en dan het binnenste of jongste blad van de schelp vormt. Het spreekt dus vanzelf, dat hoe groter het dier wordt, d binnenkant van de schelp ook des te grot moet worden en dat daarom de buitenste laag de kleinste en tevens de oudste is. Als de schelp opent, ziet men het dier in de holte der van binnen als parelmoer glim mende schelp. Ongeveer in het midden van de oester bevindt zich een halvemaanvormige spier bundel, de zogenaamde stoel, welke de enige verbinding is tussen het lichaam van het dier en zijn schelpen, en zowel aan de holle als aan de vlakke schelp zeer stevig is be vestigd. Door het samentrekken van die spierbundel sluit de oester haar schelpen vast op elkaar; zodra men een mes tussen de schelpen brengt en die spierbundel door snijdt, gaan de schelpen vanzelf open. Het opengaan van de schelpen noemt men het gapen. Binnen in de schelp, in het smallere gedeelte, ligt het eigenlijke lichaam van de oester en vooraan in de schelp in het brede deel, ligt de zgn. baard, een vliesachtige, uit twee platen bestaande strook, weike het gehele dier met uitzondering van het bin- nendeel, omgeeft. Tussen de twee vliezen liggen de ademhalingsorganen, de zg. kie- wen, en tevens de voelers of wel sprieten genaamd. Op bijgaand prentje zien jullie een groep oesters van verschillende leeftijd aan een stuk hout vastzitten. De bovenste schelp, waarbij het lettertje A staat, is een oester, die reeds 12 of 14 maanden oud is. B. is 5 maanden oud, maar je ziet, de oester ver schilt in grootte niet eens zoveel van de oudste. C. is een oester, welke ongeveer drie maanden oud is, D. is 1 2 maanden oud en de kleine schelpjes, welke aangeduid zijn door de E. nog slechts 15 of 20 dagen. Oesterbanken vindt men overal. Onder de zeeën, waarin de gewone oester voor komt, noemt men de gehele Middellandse Zee met haar baaien en inhammen, evenals de Adriatische Zee, de gehele Noordzee met de wateren, welke er mee in verband staan, b.v. de Schelde, het Kattegat, de Atlan tische Oceaan, aan de kusten van Noord- Amerika enz. In oesters heeft men ook soorten. Ieder land weer een aparte soort. De diepte van de oesterbanken, waarin de oesters meestal in grote getale samenscholen, zijn vaak van invloed op de vormen, de kwaliteit der oes ters. Ook het zeewater kan invloed op de ontwikkeling hebben. De oesters, welke bijv. ir de Noordzee worden gevonden, zijn kleiner dan die, welke uit het Noorden komen. Zo ook zijn de Noorse oesters, die aan het strand leven, groter dan die welke in volle zee aan de klippen worden gevon den. De oesters kunnen zich het gemakkelijkst ontwikkelen op de plaatsen, waar de stroom van het zeewater niet al te sterk is. Zy ver menigvuldigen zich zeer snel. Zeer jonge oesters hebben slechts een klein schelpje, dat als het ware geleiachtig is, maar reeds na 24 uur krijgen de schelpen een hoorn achtige hardheid. Dit komt ook wel door het zeewater. De oesters groeien snel en de dikte van de schelp groeit steeds met de dieren mee. Hoe ouder de oesters worden, des te dikker wordt de schelp. Frankrijk is altijd het land geweest, waar de meeste oesters worden gegeten. Ook in Engeland eet men veel oesters. In de oesterschelpen worden soms de kostbare echte parels gevonden. Het is voor al Japan, dat zich op de parelvissery toe legt. Vaak gebeurt het, dat de oestervissers by het openen der schelpen plotseling een of twee kleine pareltjes in de oester vinden, die dan in een klein bakje worden gedaan en verkocht worden aan de grote fabrikan ten, die de pareltjes tot mooie, ronde kralen siypen en ze weer verkopen aan de juwe liers in het buitenland. In Japan kweekt men geen oesters om de oester zelf, dus om de dieren op te eten, maar alleen om de parels en om het parel moer der schelpen, dat zeer waardevol is en de Japanners zowel als de Chinezen heb ber. een grote vaardigheid in het verwerken van parelmoer. Van de oorspronkelijke manier om zich voort te be wegen, het lopen, voert de weg naar onze moderne ver keersmiddelen over een on eindig aantai verschillende tussenperioden. Het is on- mogelyk deze hier af te beelden. Maar dat is ook niet nodig, want by nadere beschouwing ziet men spoe dig, dat men de verschillende ondergroepen in enke'e grote groepen kan samen vatten. Eerst liep de mens, toen bediende hy zich van rollende schyven, wat een geweldige vooruitgang was Deze schyven zyn later in wielen omgezet. Men ge- bruikte voor de trekkracht de dieren. Te water had men eerst de houtvlotten, daarna de boten met de vele roei ers, waarna het zeilschip zyn intrede deed en de mens de wind aan zich dienstbaar wist te maken. Bij het ont dekken der kracht van de n*,. stoom, kwam spoedig de locomotief, door stoom ge- dreven tot stand, waarna men de stoom ook voor grote boten ging gebruiken. De techniek, die nog steeds wordt verbeterd, bracht electrische treinen, vlieg- machines en luchtschepen, terwyl men nu probeert de grootste weerstand door de stroomlijn te overwinnen. De Bank van Engeland heeft een grote verzame ling bankpapier, dat ineen speciaal museum is onder gebracht en waaraan ver schillende byzonderheden verbonden zyn. Hieronder bevindt zich een bankbiljet, dat tot de merkwaardigste ter wereld behoort, en toch, al schynt het merk waardig, ligt het biljet open en bloot, zodat het gevaar niet denkbeeldig is, dat het biljet gestolen kan worden. Maar h«* b ankbiljet beschermt zichzelf tegen diefstal Het is namelyk één millioen pond sterling groot en de dief zou er minder vreugde van beleven, dan wanneer hy één stuiver zou stelen, want wie zou het bank biljet voor hem willen wisselen, waarvan er trouwens slechts vier in het geheel be staan? Eén ervan is in het bezit van de Bank van Engeland, de andere drie behoren aan Londense bankiers. Niet minder interessant is een vyfpond- bankbiljet, dat een Engelse kapitein onge veer 80 jaar geleden in Kaapstad ontving. Toen hy het biljet nader bekeek, zag hy een hele rij letters, die een Engelse matroos tussen de boekdrukletters geschreven had. Hieruit las de kapitein, dat de matroos vyf jaar tevoren door een Noord-Afrikaanse stam gevangen genomen was. De Engeise troepen ondernamen er dadelyk een expe- ditie heen en enkele maanden later kon de matroos gered worden. Zyn boodschap was met het bankbiljet door Arabise handelaren van Noord-Afrika in Kaapstad terecht ge- gekomen. Onopgelost bleef het geheim van het zo genaamde „geestesbankbiljet", dat even eens in het museum is uitgestald. Vele jaren geleden werd een nieuwe uitgave van bank biljetten in omloop gebracht. Zeven maan den later vond men een biljet onder de uit gave, waar inplaats van de „Bank van Engeland" de „Bank van Ierland" stond. En toch bleek het bankbiljet zonder enige twyfel echt te zyn. By nader onderzoek bleek, dat het biljet inderdaad ook in En geland was gedrukt, doch hoe in plaats van .Engeland" het woord „Ierland" op het bil jet is gekomen, daarvoor heeft men thans nog de oplossing niet gevonden. Zonneklokken als controle. In de veertiende eeuw dienden de zonne- wyzers en waterklokken vooral ook ter controle van de horloges. Toen ter tyd be stonden er namelijk nog geen horloges of andere uurwerken, die zonder afwyking hepen. Horloges, die in de loop van de dag meerdere uren achter of voor hepen, was toen niets ongewoons. Het rusteloze hart. Hebben jullie er wel eens over nagedacht, hoe je hartje, dat maar van rikketik gaat, voor julie werkt? In één uur klopt het on geveer 50.000 maaL Rekent men het jaar op 365 1/2 dag en de gemiddelde leeftyd van een mens op 60 jaar, dan blykt, dat de hartspier 2.629.8 millioen maal geslagen heeft. door CARLY VOS. De klokkenman „Tik tak" was een van de tal rijke, niet ahedaagse ver schijningen in myn geboor tedorp, die onuitwisbaar in myn geheugen zyn ge grift. De klokkeman was al oud, toen ik nog als schoolmeisje, met lange vlechten, menige ondeu gende streek uithaalde. Hy was een vies, groezelig mannetje, dat meerdere malen per jaar in ons dorp kwam om by de mensen de zieke klpkken te repareren en ze weer, zoals de klokken- dokter het noemde „op gang" te brengen. Als hy, met zyn haveloos instrumenten kistje op zyn rug, zyn hoge hoed op, in een van de nauwe straten verscheen en d. school ging juist uit, of als er geen schoo was, dan hep de hele dorpsjeugd ach te hem aan en schreeuwde: „Klokkeman, tik tak, Je bent een vieze vetzak." Dan zette het woedende mannetje zy. kistje met gereedschappen op de straat ei holde ons achterna om degene, die hy t. pakken kon krijgen, met zyn stok een ram meling te geven. De spotnaam „vieze vetzak" verdiend, de klokkenman met recht, want hy zag e uit, alsof hy zich in een heel jaar niet ge wassen had. Dat hy werkelijk bang voo water was, bleek wel uit het volgende. Hy had een broer in Amerika wonen, di- daar een grote boerderij had en hem al ver schillende malen geschreven had toch ooi naar Amerika te komen, omdat hy het daa- zo goed zou hebben. Doch steeds antwoordde de klokkenman „Neen hoor, het water heeft geen balken en waarom zou ik my door een haai later verslinden, terwijl ik hier veilig leef. Neen ze krijgen my nooit de grote vyver over!' Zo leefde hij zyn leventje als klokken- dokter. Hy rookte niet en hy dronk niet het enige wat hij deed was snuiven. Hij had een mooie, glimmende snuifdoos en wy kinderen vonden het altyd prachtig, als hy een snuifje nam, om dan naar al die voor bereidselen te kijken. Hij tikte eerst een paar maal tegen de doos aan, dan maakte hij hem voorzichtig open, nam tussen duim en vinger wat snuif en stopte dit in zyn neusgaten. Daarna maakte hij met zyn ge zicht allerlei gekke bewegingen, waarna hy tenslotte een grote, vuile zakdoek te voor- schyn haalde, die dringend om een sopje vroeg. Maar nu kwam zijn wraak voor het schel den wat wij gedaan hadden. Want die grote zakdoek zat vol met snuif. Hy trok die dan uit zijn zak, zwaaide hem met een boog in het rond, zodat alle kinderen, die by hem in de buurt stonden, onbedaarlyk begonnen te niezen. De klokkenman had altijd veel werk ln het huis van myn grootouders. Zy hadder. veel kamers en in elke kamer stond of hing een klok, die geregeld moest worden nage zien. En als hy daar dan aan het werk was, als hy een klok uit elkaar had gehaald en met een veertje wat olie aan de verschil lende moertjes en veertjes deed, daarna de hele zaak weer in elkaar zette en als de klok het dan weer deed, dan moest ik myn bewondering voor zijn knapheid wel uiter en dan zei ik: „Klokkeman, je bent eer. echte tovenaar." WETENSWAARDIGHEDEN. Een instrument, dat ruikt. Een Hollandse ingenieur heeft een instru ment uitgevonden, dat in staat is de luchtjes, die aan het water kunnen zitten, te vinden, ook al zijn deze zo gering, dat een mens ze met zyn neus byna niet kan waarnemen. OP BEZOEK BIJ DE HINDOE'S. OPLOSSING KNIPPRENT: Zit er een parel ln of niet In de Japanse parelvisserij wordt gebruik gemaakt van eer klein Röntgenapparaat, met be hulp waarvan onmiddellyk kaï worden vastgesteld of er een pare in een mossel zit, zonder dat d schelp behoeft te worden open gemaakt. Knipprent. Wie wil er niet eens graag een grote rei: maken naar verre landen? Onze tekenin» laat zien, hoe een moderne Indische sta< er uit ziet. Indië is nog altyd een sprook jes land, waar naast de moderne auto mobiel ook nog de olifanten als rijdier wor den gebruikt. Willen jullie zien, hoe zo'i stad er uit ziet, knip dan de stukjes netje hit en leg er een plaatje van.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 12