ÏkËsö
De Goochelaar gaat eten.
DE WIND EN ZIJN ZONEN
Iets over Landkaarten
Gramofoonplaten en
Garenkiossen
De verborgen geit.
Wetenswaardigheden.
VOOR ONZE
MOEREN
door Cariy Vos.
Zeer lang geleden woonde er in een
grot, heel ver hiei vandaan, een man.
die vijf zoons bezat. Op zekere dag stond
hij een luchtje te scheppen voor zijn
grot, toen hij in de verte een heel klein,
grappig mannetje zag aankomen. Toen
de grote man naai het dwergje keek,
kon hij niet nalaten te glimlachen. Maar
het kleine mannetje liet zich daardoor
niet afschrikken.
„Goede middag, meneer de Wind",
zei hij opgewekt.
„Ook goeie middag, en wat is er van
je dienst?" vroeg de wind.
„Ik kom werk zoeken, kimt U mij
misschien helpen
„Wat, jij wilt werken, hahaha 1 Jij
bent zo klein, dat ik alleen maar met
mijn hand behoef te wuiven om je om
ver te waaien."
Meneer de Wind had dit niet v/oor
delijk zo bedoeld, hij wist ook niet dat
het kleine mannetje een dwergje was,
dat toveren kon.
„Goed", zei het dwergje, „van nu af
aan zal het jouw werk zijn en dat van
je zoons om te waaien. Jullie zult altijd
even oud blijven als je nu bent en de
mensen zullen jullie leren kennen".
Verwonderd keek de grote man het
kleine ventje aan en geloofde er niet
veel van. Een paar dagen later, op een
ochtend, toen de zoons van de Wind
naar buiten wilden gaan, vonden zij
een grote kist voor de grot staan. Met
grote letters was er „Aan meneer S. de
Wind" op geschilderd.
Allen waren zeer verwonderd, wat die
kist wel te betekenen had en wat er
in zou zitten.
„O", zei de oudste zoon, „die kist is
natuurlijk voor vader of voor mij". De
jongste was het hier helemaal niet mse
eens, „Hoe kom je er bij", vroeg hij
„dat die kist voor vader of jou zou
wezen
„Wel", antwoordde de oudste, „er
staat „voor meneer S. de Wind" op. De
naam van vader is Stormwind en die
van mij is Sterke Wind. Maai wacht
even, ik zal vader roepen."
Na een paar minuten kwam de oudste
zoon met zijn vader terug en nu werd
de kist open gemaakt. Bovenop lag een
stuk papier, waarop te lezen stond
„In de kist bevinden zich voor jou en
je zoons elk een pak kleren en een
zweep. Hiermee moeten jullie je werk
doen."
Toen begonnen zij uit te pakken. Al
len waren natuurlijk erg nieuwsgierig.
Het pak voor vader kwam het eerst te
voorschijn. Het was van zwarte stof ge
maakt en bestond uit een grote, wijde
jas met losse banden, daarbij was een
geweidige grote zweep van dik touw.
Voor ieder was er een pak van een
andere kleur en met een ander soort
zweep er bij.
Een paar dagen later trok vader Storm
wind zijn pak aan, nam zijn geweldige
zweep en ging naar buiten kijken, hoe
het daar gesteld was. Hij was niets in
zijn humeur. Toen hij in het bos kwam.
sloeg hij rechts en links met zijn zweep.
Dat maakte hem niet kalmer. Hij stapte
al wilder en sloeg al harder met zijn
zweep. De grote bomen zuchtten diep
en overal braken de takken af. Kleine
boompjes konden niet overeind blijven
en braken aan de voet cd. De stormwind
bleef razen.
De wolken zagen de woede van de
Stormwind en begonnen langzaam te
huilen. Tegen de morgen ging de Storm
wind weer naai huis. Alles was weer
stil, doch de bodem was door en dooi
nat. De hele lucht was bedekt met wolk
jes, zodat het zonnetje er niet eens door
heen kon kijken.
De sterke wind vond, dat het buiten
niet zo kon blijven. „Neen, dat lijkt naai
niets" dacht hij. Hij trok ook zijn nieuwe
pak aan, nam zijn zweep en trok op
zijn beurt door de bossen. Hij schudde
de druppels van de bomen,
waaide de grond droog en joeg
de wolken weg, maar toen was
hij zo moe, dat hij naar huis
ging om een paar dagen te
rusten.
Zijn broer zat voor de grot
en zag het zonnetje schijnen.
„Dat lijkt me de beste vriendin,
die men kan bezitten, ik moet
zien, dat ik vriendschap met
haar kan sluiten". Hij trok daar
op zijn mooi. nieuwe rode pakje
aan, nam de zweep met de rode
banden in zijn hand en ging een
praatje met de zon maken. Al
spoedig hadden zij vriendschap
met elkaar gesloten en spraken
af voortaan samen te werken.
Zij hielpen de planten snel te
groeien. Tot op de huidige dag
zijn zij vrienden gebleven. Als
de zon heidei en warm schijnt,
gaat de Warme Wind met zijn
zweep door het bos en fluistert
zachte liedjes door de bomen.
Maar soms is de warme wind
stout en schroeit. Als hij dan
latei ziet, wat voor schade hij
heeft aangericht, roept hij de
sterke wind om de wolken te
halen, die dan een mals regen
tje neerpiassen.
De Warme Wind bezat een
broer, die het tegenovergestelde van
hem was. Die twee konden nooit met
elkaar opschieten. Als de Koude Wind
zag, dat buiten alles mooi_ was, ergerde
hij zich. Soms werd hij zo boos,
dat hij zijn witte pakje aantrok en de
sneeuwwolken ging roepen. Die maakte
weer alles dood. Dan hadden de Zon
en de Warme Wind heel wat in orde
te brengen.
Doch later zijn de bomen en planten
ook van de Koude Wind gaan houden,
omdat zij er achter kwamen, dat zij na
de verwoesting altijd weer eens zo mooi
werden. Maar de dieren in het bos heb
ben nooit van hem gehouden, die waren
trouwens voor nog een andere broer ook
erg bang.
Op zekeren dag zaten een mier en
een tor onder het hoge gras met elkaar
te praten. Achter hen üep een klein
beekje. Alles was doodstil en slechts
het kabbelen van het water konden zij
horen. „Zal ik je eens wat vertellen",
zei de mier. „Laatst heb ik in de lucht
gezeten".
„Wat zeg je vroeg de tor verwon
derd, „jij in de lucht
„Ja", zei de mier hoogst ernstig.
„Maar dat is toch onmogelijk
„Ik zal je vertellen, hoe het gegaan
is. Ik had zin in blaadjes en was naar
een stapeltje bladeren gelopen. Ik klom
ei boven op en was net bezig om lek
kei te eten, toen daar plotseling mijnheer
Dwarrelwind aan kwam stuiven, die het
hele hoopje bladeren opnam en ons
hoog in de lucht voerde. Daar draaide
hij ons wild in het rond. Maai ik was
helemaal niet bang".
Plotseling houdt zij op en luistert. Zij
kruipt dieper in het gras. De tor locht
en vraagt„Wat is er aan de hand
Waar ben jij ineens zo bang voor
„Is dat nietjfe Dwarrelwind, die daar
aankomt vroeg de mier.
„Weineen, dat is zijn jongste broertje
die wij gewoonlijk Zuchtje noemen.
En jawel, daar hoorden zij, hoe het
gras begon te zingen. Zuchtje kietelde
hen met zijn zachte zweepje. Maai de
kleine schelm kwam nader en nader
en bleef toen recht voor hen staan.
„Waarom kruipen jullie weg vroeg
hij lachend.
„De mier is bang voor Dwarrelwind
zei de tor.
Daar moest Zuchtje hartelijk om lachen
en uitgelaten stoeide hij met de bloemen
en de grasjes.
Dit is nu het sprookje van de Wind.
Hadden jullie gedacht, dat ei nog zoveel
van te vertellen was
Landkaarten, zelfs de eenvoudigste
schoolkaarten in de atlas zijn nooit ver
velend, want wie maai een beetje
fantasie heeft, zal volgens de beschrij
vingen in de boeken en van de leraar
in de grenzen van land en zee de gehele
karakteristiek van het vreemde volk
kunnen lezen.
Waarom zouden wij echter alleen in
onze verbeelding al dat fraais zien en
beleven Waarom niet dadelijk op de
kaart zelf Er zijn prachtige oude land
en zeekaarten, waarop men echte ont
dekkingsreizen kan maken. Zij nemen
het wel niet zo nauw met de geogra
fische grenzen en bijzonderheden. In
deze, hierbij afgebeelde zee, hebben zich
zonder twijfel zeer gevaarlijke monsters
bevonden men ziet hen duidelijk met
hun reuzenlichamen en geweldige tan
den bijna zo groot zijn zij als het
zeilschip, en op het land ziet men toren
tjes en pagoden en aardige, kleine
bergjes.
Onze landkaarten behoeven niet min-
bevolken. In het Noorden van Afrika
bevindt zich de Woestijn, de Sahara
Daarin zijn een paai oasen waar men
zoals een ieder weet palmen aan
heft. Voegen wij bij die palmen nog
een klein kameeltje, dan hebben wij
de stemming van de Sahara volkomen
juist weergegeven. Waar of niet
Een beetje Zuidelijker vinden wij de
leeuw, de koning dei dieren en in de
oerwouden van de Congo de olifant
In het Zuiden hebben wij grote struis
vogelfarms en in Abessinië vinden wij
giraffen. Hoe groter de kaart, hoe avon
tuurlijker kan men haar maken. De
nederzettingen worden dooi kleine bam
boehutjes aangegeven, de goudvelden
dooi een spade in de hand. En dan de
bergen en zeeën en op de zeeën de
i x/
ff
j'ij.ili--1 .lin» ■/?f-
-I"**M-
dei interessant te zijn. De kleine teke
ningetjes hiernaast kunnen misschien
de handwijzer zijn voor de geografische
schetsen, die wij op onze kaart willen
maken. Wij trekken de grenzen van een
bepaald land, b.v. Afrika, vanuit onze
atlas op een stuk doorzichtig papier na.
Nu willen wij het, naar hetgeen wij uit
boeken en van school weten, trachten te
Hier zien jullie een alleraardigst tafel
tje voor je kamer, dat heel gemakkelijk
te maken is. Alleen het voetstuk is eer
beetje moeilijk, maar ei zijn zovee
knappe timmerlieden onder de jongens
dat die ei wel raad op zullen weter
Verder heb je nodig vier oude gram
foonplaten en acht lege garenklosse
die wel alle acht precies eender moetc
zijn.
Heb je nu alle voorwerpen bij elkaa
dan ga je als volgt te werk. Je neem
eerst twee klossen, die rijg je aan ee:
ijzerdraad. dat je stevig in de poot heb
vastgemaakt. Daarop rijg je een gramo
schepen een bijzonder leerzame en
aardige bezigheid en in werkelijk
heid toch ook niet anders daneen
landkaart, die wij laten wij eerlijk
zijn dikwijls bar vervelend hebben
gevonden
Bijzonder aardig is het natuurlijk, als
wij zo'n kaart van ons eigen land ma
ken en alle dingen, die wij ervan weten
in beeld trachten te brengen
Dan hebben wij wat stof.
Marken, de Urkervissers, de
geestgronden bloembol
lenteelt, de turfstekerij in
het Oosten van ons land,
kolenmijnen in Limburg, de
scheepvaart op de grote ri
vieren en bij Rotterdam en
Amsterdam, de kaasmarkt
te Alkmaar, enz. enz.
Ik geef jullie dus de raad,
moet je een kaart leren en
gaat het niet gemakkelijk,
teken er dan bijzonderheden
op en dadelijk wordt de les
veel prettiger.
DOM.
Die man hiernaast slingerde een
steen door de ruit, toen ik piano zat
te spelen.
Wat een idioot 1 zei haar man
Nou hoort hij jé nog veel duidelijker I
foonplaat, (wat practisch hè, dat deze
juist een gat in het midden hebben)
daarop komen weer twee garenklosser
enz. totdat je tafel klaar is. Nu heb j'
nog een uitstekend stukje ijzerdraad
Welnu, dat moet zo worden omgeboger
dat de bovenste gramofoonplaat nir
meer kan verschuiven en daardoor i
het hele tafeltje stevig geworden. Wil j
de tafel heel mooi maken, koop da
wat rode of groene lakverf en schilde
zowel de houten poot als de klossen
Je zult eens zien, wat een plezier je va-
je eigengemaakte tafeltje zult hebber
De dieren hier op dit plaatje staan ah
lachend toe te kijken naar een vreemd
gebeurtenis, die zich afspeelt binnen d(
als een stenenregen gezaaide cijfers
Als je nu de cijfers van 1 tot en met 6'
met elkaar verbindt, zul je spoedig ever
veel plezier hebben als de dieren.
Bij Long Island ontdekte men c
laatste tijd verschillende vissen die ei
lichtend blauwe kleur hadden. Bij nad'.
onderzoek bleek, dat men niet met ee
zoölogisch wondei te doen had, mac
met vissen, die door het visserijburea
dei Vereenigde Staten met een onschf
delijke kleur blauw waren geverfd, oi
vast te stellen, waarheen de vissen zie
tijdens hun leven begeven.
„Dames en Heren, het wordt werkelijk
tijd, dat ik eens voor mijn eten ga zor
gen, want ik heb honger.
Zo, even dit stukslaan in mijn hoed.
Nu keer ik mijn hoed om en ziedaar
een tafel vol heerlijke spijzen.
Nu tover ik mijn zuster hier bij me.
hopla, daar is zij cxl
E«t smakelijk ZusJaja, een gooch
laar als ik komt maai gemakkelijk aa,
ko«t. vinH»n iiillje niet