HET BETOVERDE BOS. £uchtwact ^Bumeniund Militair vliegtuig neergestort. Glimlachje Keuring van motor-koplan taarns en gloeilampen. Beide inzittenden verbrand. Op het vliegveld te Soesterberg heeft zich gistermiddag omstreeks half vijf een ernstig ongeluk voorgedaan, dat twee personen het leven heeft gekost. Het militaire Koolhoven-vliegtuig F.K. 52 dat boven Soesterberg werd gede monstreerd door een aantal militaire autoriteiten, stortte door nog onbeken de oorzaak brandend neer. In het toe stel bevonden zich een invlieger en een mecanicien van de Koolhovenfabrie- ken, n.1. de Zwitser Bouman en de on geveer 30-jarige Nederlander Maan. Vermoedelijk waren zij reeds verbrand toen het toestel op het vliegveld terecht kwam. Van het toestel bleef weinig ge spaard. Nadere bijzonderheden. Omtrent de toedracht van het ongeluk met de Koolhoven F.K. 52 vernemen we nog het volgende: Bouman had met goed gevolg eenige stunts uitgevoerd. Plotseling maakte hij een piqué, waarbij tot groote ontsteltenis der vele toeschouwers, enkele deelen van #het kielvlak en richtingsnoer van het vlieg tuig losscheurden. Nog even kwam het toe stel recht, maakte een vlakke bocht, doch geraakte daarna op ongeveer honderd me ter hoogte in een vrille en sloeg te pletter tegen den grond. Onmiddellijk sloegen de vlammen hoog uit het wrak van het vlieg tuig. Met behulp van schuimspuiten mocht het den leden van den hulpdienst van het vliegkamp, die dadelijk toesnelden geluk ken het vuur te blusschen. Naast het toe stel vond men het geheel verkoolde lijk van den vlieger, die vermoedelijk bij den schok uit het vliegtuig was geslingerd.. De mecanicien zat nog in zijn waarnemers plaats. Beide lijken werden voorloopig op gebaard in het toestel van het vliegveld. Rondom het vliegkamp hadden duizen den toeschouwers de verrichtingen van den vlieger gevolgd. Men was zeer onder den indruk van het ongeluk. Het Koolhoven-vliegtuig F.K. 52 had een pegasus-motor van 800 p.k. en een driebla- dige luchtschroef. DE POSTVLUCHTEN OP INDIE. De Ibis (thuisr.) te Medan geland. DE RAMP MET DE „FLAMINGO". Het ontploffen van een Oliereser voir de oorzaak? Veronderstel lingen, die eiken grond missen. We lezen in de M.bd.: Zie hier op grond van welke overwegin gen de luchtvaartmedewerker van „Het Laatste Nieuws" als vermoedelijkeoorzaak van de ramp met de „Flamingo", het ont ploffen van een oliereservoir aangeeft: „Het vreeselyk vliegongeluk met het Ne- derlandsch toestel bij Halle, wordt nog in alje luchtvaartkringen zeer druk bespro ken. Alhoewel er talrijke veronderstellin gen Inzake de vermoedelijke oorzaak van het ongeluk worden vooruitgezet, is geen enkele, die zonder gegronde critiek of be twisting kan blijven. Men kent alleen het uur van vertrek en het uur van 't in aanraking komen met den grond. Verder is er het barogram, dat nage noeg onbeschadigd werd teruggevonden en dat zeer leerrijk is. Op vele getuigenissen kan men echter niet met alle zekerheid in gaan. Het staat vast dat het weerbulletin, dat bjj het vertrek aan den piloot te Brussel werd bekend gemaakt, onweerswolken op 700 tot 3000 meter aangaf. ,Uit de aanduiding van zyn hoogtemeter blijkt, dat hij tot in Halle beneden deze wolken gebleven is. Het barogram vertoont inderdaad een regelmatige stijging tot 500 meter, waaruit blijkt, dat er aan de motoren niets haperde. Maar plots is de naald, die de hoogte aan geeft, beginnen te schommelen en van 'n normale daling is er geen sprake. Het twee- motorige vliegtuig werd dus blijkbaar plots ontredderd en stortte neer zonder dat de pi loot den tijd of de bezinning heeft gehad om eenige manoeuvre uit te voeren. Gewaardige getuigen hebben verklaard, dat zy vóór het toestel neerstortte, een Er zit een heer in de kamer op U te wachten, mevrouw! Je hebt die mijnheer toch zeker een stoel aangeboden?! Zeker mevrouw!... maar hij wil het geheele ameublement heb benhij zegt dat hij door uw meubelhandelaar gestuurd is! groote rookwolk aan een der vleugels op merkten. De vraag kan gesteld worden, of een der motoren in brand geraakte en hoe dit geschiedde. Bij de gebruikte toestellen bevindt de olietank zich op een plaats, die, indien hij moest splijten, gemakkelijker dan bij andere vliegtuigen brand zou kunnen verwekken. Het is dus goed mogelijk, dat er olie ont snapt is, die zich in groote mate op de vleu gels en op de kajuit verspreidde, in dunne laagjes, en die, in brand gestoken door een electrische vonk, afkomstig van de motoren of van den bliksem, in een geweldige vlam mende rookwolk veranderde. De veronderstelling van brand, veroor zaakt door warme, dunne olie, is stellig niet te verwerpen en is veel meer aanneem baar dan een ontploffing door gasuitwase- mingen. De oliebak, die zich, wij herhalen het, op een zeer gevaarlijke plaats be vindt, kan gesprongen zijn en de vlammen deelden zich misschien ook aan de stuur vlakken mede, wat het toestel ontredderde. Dit zou verklaren, waarom er door de passagiers in de kajuit pogingen gedaan werden om de ruiten in te slaan. Dit zou zelfs verklaren, dat de stewardess die zich gewoonlijk achteraan in het toestel bevindt, met een sleutel de nooddeur, die enkele honderden meters van de plaats van de ramp gevonden werd, opende en wegduw de. Wij gelooven niet, dat er brand door gas in de kajuit ontstaan is. Het toestel was slechts vijf miniuten in de lucht en die tijd is niet voldoende om een een zoo ruime kajuit ontplofbaar te maken. Trouwens tusschen Rotterdam en Brussel hadden de passagiers geen last van de lucht onder vonden. De ramp heeft zich natuurlijk zeer snel voltrokken. De snelheid van het .vliegtuig bedraagt 4 tot 5 k.m. per minuut. In en kele seconden, na de eerste geziene rook wolk sloeg het brandende vliegtuig te plet ter en op den grond heeft zich dan de ge weldige ontploffing voorgedaan. Het is voor de veiligheid van het lucht verkeer te hopen, dat niets zal uit het'oog verloren worden om de oorzaak op te spo ren die latere rampen zou kunnen vermij den." De meening van de K.L.M. Naar aanleiding van het bovenstaande heeft de Mbd. zich gewend tot den tech- nischen dienst van de K.L.M. en diens mee ning gevraagd omtrent de veronderstellin gen geopperd door den luchtvaartmedewer ker van het „Laatste Nieuws" te Brussel. De K.L.M. deelde het blad mede, dat deze veronderstellingen eiken grond missen. Het onderzoek der deskundigen heeft zeer beslist uitgewezen, dat de brand is ontstaan in de cabine van het vliegtuig en dat geen der motoren kan worden beschouwd als de oorzaak van deze ramp. Tegelijk metd de motoren van het vliegtuig zijn ook de olie reservoirs, die zooals bij elk vliegtuig ook bij de Douglassen zich vlak bij de motoren bevinden, onderzocht. Door den schok dien het vliegtuig kreeg, toen het tegen den grond sloeg, waren de oliereservoirs welis waar platgedrukt, maar bij onderzoek is toch wel kunnen blijken, dat geen lek in de reservoirs den brand heeft doen ontstaan. Van een zich verspreiden van de olie over de vleugels en de cabine van het toestel kan dus evenmin sprake zijn geweest. Door het stukje in „Het Laatste Nieuws" zou de indruk kunnen worden gewekt, dat de oliereservoirs zich by de Douglastoestel- len op een ietwat ongewone en in elk ge val voor de veiligheid van de inzittenden zeer gevaarlijke placts zouden bevinden. Dit is evenwel onjuist. Bij eiken motor bevindt zich een oliereservoir, dat in den vleugel is ingebouwd. Ook bü de Fokker vliegtuigen is dit het geval. Het eenige ver schil tusschen Fokkers en Douglassen be staat hierin dat bij de eersten de cabine zich onder de vleugels bevindt en bij de laatsten er boven. Men deelde verder nog mede, dat het geen gebruik is o.n in vliegtuigen een cen trale olietank te bouwen waaruit alle mo toren worden bediend. Men doet dit niet om practische redenen. Wanneer n.1. een olietank zou barsten of scheuren komen er metaaldeelen in de olie terecht. De olie, voor zoover deze nog in de tank zou blijven zitten, zou in dit geval niet meer bruikbaar zijn met het gevolg, dat men den motor, die door de olietank wordt gevoed zou moeten afzetten. Zou men slechts een enkele olie tank aan boord hebben, dan zouden alle motoren automatisch moeten uitvallen en zou het toestel, waar het zich ook zou mo gen bevinden, dadelijk een noodlanding moeten uitvoeren. Een goed geoefend lichaam is van groote waarde in „the struggle life". H. L. O.-diploma! Eischen voor rijwielachterlichten. Strenge verordening. De minister van waterstaat heeft voor rij wielachterlichten met reflector thans de keu- ringseischen vastgesteld: Aangebracht moeten zijn: Een in Nederland ingeschreven fabrieks- of handelsmerk, en een aanduiding van het type, indien meer van een type van hetzelf de fabrieks- of handelsmerk wordt voor zien. Opschriften en aanduidingen moeten duur zaam en by geheel gemonteerd achterlicht goed leesbaar zijn. Achterlichten moeten zoo zijn samenge steld, dat een goede werking verzekerd is en blijft en mogen ten aanzien van de construc tie of de uitvoering geen ernstige aanwijs bare gebreken vertoonen. Het glas of ander lichtdoorlatend gedeelte moet vast zijn verbonden met: den spiegel, indien een dergelijk onder deel aanwezig is; het huis van het achterlicht, indien geen spiegel aanwezig is. Achterlichten moeten zoodanig zijn inge richt, dat zij op het witte gedeelte van het achterspatbord en niet hooger dan 0.80 M. boven het wegdek gemakkelijk dusdanig kunnen worden bevestigd, dat de optische as van het achterlicht horizontaal en even wijdig aan het vlak van het achterwiel is. Zij moeten druipwaterdicht zijn. De kleur van het lichtdoorlatend gedeelte van de achterlichten moet rood zijn. Alle onderdeelen van het optische systeem moeten van niet roestend materiaal zijn ver vaardigd. Verdere onderdeelen moeten, indien zij uit roestend materiaal bestaan, deugdelijk tegen roesten gevrijwaard zijn. Door den minister van waterstaat zullen tot wederopzegging worden goedgekeurd die soorten van achterlichten, ten aanzien waar van wordt overgelegd een verklaring van de N.V. tot keuring van electrotechnische ma terialen te Arnhem, inhoudende, dat de soort aan de genoemde eischen voldoet. De achterlichten, behoorende tot een door den minister goedgekeurde soort, zullen voorzien moeten zijn van een merk, bestaan de uit het woord „rijk'skeur" alsmede een door den minister van waterstaat op te ge ven volgnummer, een en ander aan te bren gen op de door of vanwege dien minister aan te geven wijze. De minister van waterstaat heeft voor koplantaarns van motorrijtuigen keurings- eischen vastgesteld: Op een hoofdonderdeel van de lantaarns moeten zijn aangebracht: een in Nederland ingeschreven fabrieks- of handelsmerk, en een aanduiding van het type, indien meer dan een type van hetzelfde fabrieks- of handelsmerk wordt voorzien. De lantaarns moeten zoodanig zijn inge richt, dat in één schakeling van de op de nominale spanning brandende bijbehooren- de gloeilamp een niet verblindende, doch voldoende wegverlichting wordt verkregen. Het meten van de sterkte der verlichting, welke geen verblinding mag veroorzaken, geschiedt op een vlak van 450 c.m. breedte en 90 c.m. hoogte, verticaal geplaatst op den grond. Het vlak moet door twee horizontale lij nen verdeeld in drie vakken, welke van boven naar beneden zijn gemerkt met III II en I. De hoogte van vak 3 moet 22,5 c.m., die van vak 2 45 c.m. en die van vak 1 22,5 c.m. bedragen. Vak I moet door verticale lijnen met een onderlingen afstand van 22,5 c.m. zijn ver deeld in vierkanten. De te meten lantaarn wordt geplaatst op een afstand van 25 me ter recht voor het vlak. De hoogte van het midden van de lantaarn moet 90 c.m. boven den grond bedragen, waarbij de as met het optisch systeem horizontaal moet liggen. Indien de sterkte der verlichting op elke willekeurige plaats in vak II ten hoogsta 0,7 lux bedraagt, wordt geacht, dat de lan taarn geen verblinding *zal veroorzaken. De gemiddelde sterkte der verlichting moet hierbij in elk der vierkanten van vak I ten minste 2 lux bedragen. Tevens moet de sterkte der verlichting in elk van de vierkanten, van de buitenste vakken naar het midden toe, gelijkmatig greoter worden zonder dat zich daarbij groote sprongen in de sterkte der verlich ting voordoen. Onder de as van een optisch systeem wordt verstaan de hoofdrichting, waarin het licht wordt uitgestraald in de verblin dende schakeling van de lantaarn. Keuringseischen voor gloeilampen van koplantaarns. De minister van waterstaat heeft even eens keuringseischen vastgesteld voor gloeilampen, aan te brengen in koplan taarns van motorrijtuigen. Op de gloeilampen moeten zyn aange bracht een in Nederland ingeschreven fa brieks- of handelsmerk. De nominale spanning in volt en een aanduiding van het type, indien meer dan een type van hetzelfde fabrieks- of han delsmerk wordt voorzien. Door den minister van waterstaat zullen tot wederopzegging worden goedgekeurd die soorten van koplantaarns en gloeilam pen, ten aanzien, waarvan wordt overlegd een verklaring van de N.V. tot keuring van electrotechnisch materialen te Arnhem, in houdende, dat de soort aan de eischen vol doet. De gloeilampen, behoorende tot een door den minister goedgekeurde soort, moeten voorzien zijn van een merk, bestaande uit het woord „rykskeur", alsmede een door den minister van waterstaat op te geven volgnummer; IETS NIEUWS OP HET GEBIED VAN REPORTAGES. Phohi-verslag van wichelroede- onderzoek der onderaardsche gangen te Gouda. Er zijn weinig gebeurtenissen onder de zon, waarvan tot op heden nog nooit een microfoon-verslag is gegeven. Wichelroedeloopen is tot dusver steeds een bezigheid geweest, welke met een my- sterieuzen sluier was omgeven, maar na vandaag zal ook van dit beroep deze sluier zyn weggenomen. Na het groote cucces der vorige wichel roede-exploraties, enkele weken geleden, zal heden, in tegenwoordigheid van talrijke autoriteiten, een meer uitgebreid onder zoek plaats vinden. HET PADVINDERSDEFILE VOOR HET PRINSELIJK PAAR. Prinsës Juliana spreekt eenige woorden Poolsch. Het Gooi moge dan al niet het voorrecht hebben gehad, de wereldjamboree in zijn midden te hebben, toch is deze belangrijke gebeurtenis in de padvinderswereld niet ge heel onopgemerkt aan deze streek voorbij gegaan. Eergisteren waren het 500 Engelsche en Deensche padvinders, die een bezoek aan Hilversum brachten, gisteren kwamen er 350 als gasten van de gemeenten Baarn, Bussum, Blaricum, Huizen, Laren en Naar- den naar het Gooi, waarbij het voornaam ste doel voor hen wel was het défilé voor het prinselijk paar. Precies op tijd reeds de extra-trein het station Baarn binnen, die dit contingent padvinders het allereerst naar deze ge meente bracht in verband- met bovenge noemd défilé. Hoewel zulks eerst niet het geval zou zijn, stapten aan dit station tevens de 500 padvinders uit, welke dezen dag in de gemeente Soest zouden doorbrengen, doch waarvoor ter elfder ure was bepaald, dat ook zy aan het défilé zouden deelnemen. Overigens bleek het oorspronkelijk aantal van de gasten van de bovengenoemde Gooi- sche gemeenten aanzienlijk te zijn over schreden. Op het perron waren ter begroeting aan wezig de burgemeesters van Baarn, Bussum, Laren en Soest. By het uitstappen uit den trein weerklonk het jamboreelied onder het spelen van de meegebrachte muziek. Langs de Generaal van Heutszlaan door dichte rijen toeschou wers marcheerden de padvinders, waaronder Tsjechen, Joego-Slaven, Noren, Polen, En- gelschen en Grieken, door het bosch naar het paleis Soestdyk. Nadat de deelnemers aan het défilé circa 10 minuten gewacht hadden, kwam de boodschap, dat het prinselijk paar direct op het bordes zou verschijnen. De lange rij padvinders zette zich onder de tonen van de muziek opnieuw in beweging en mar cheerden het paleishek binnen. De eerste groep, de Tsjechen brachten bij het bordes, waarop het prinselijk paar met gevolg had plaatsgenomen, een zwijgenden groet, doch zoodra de Engelschen het bor des naderden, werd er luide geroepen en dit gejuich was niet eerder van de lucht dan toen de laatste Engelsche padvinder uit den paleistuin verdwenen was. Het contingent Polen heeft by monde van zijn leider aan de prinses een tweetal cadeaux overhandigd, bestaande uit een boekwerk in twee deelen, getiteld „Die Handarbeit der Weiber von Schlesien", in leer gebonden, benevens twee tafellakens en twaalf servetten van kant. Deze Polen waren zeer getroffen, toen de prinses de toe spraak van den leider, welke in het Duitsch was gehouden, met eenige woorden in de Poolsche taal beantwoordde. 135. En Anneke moest wel tegen wil en dank lachen om de gekke sprongen die Flipje maakte. Eindelijk had den de kabouters genoeg van de pret en ze zetten Flipje weer op zijn beenen, die woedend de slaapzaal binnen rende. Toen de laatste padvinder langs het bordes was gemarcheerd werd de burgemeester van Baarn nog even op het bordes geroe pen waar de prinses en prins hem de hand drukte en eenige woorden met hem wissel- den. Inmiddels waren de 500 padvinders, die Soest tot bestemming hadden, naar die ge- meente gemarcheerd, terwijl de anderen nog door den burgemeester van Baarn werden toegesproken, die hun een prettige reis door het Gooi toewenschte. Per autobus werd toen de rit aangevan gen. 136. De anderen volgden, lachend en pratend was de laatste die naar binnen zou stappen, tot opeens pang!! daar vloog een groot kussen uit de slaapzaal naar zyn hoofd, en nog een en weer een. Daar had Weeteraae niet op gerekend. weetgraag Flipje opeens DE OVERVAL OP DEN HAAGSCHEN ARTS. Nadere bijzonderheden. Omtrent den overval op dr. de R. aan het Oranjeplein te Den Haag vernemen wij nog het volgende: Zaterdagavond hebben zich ten huize van den dokter reeds dezelfde personen ver voegd, die Dinsdagavond den overval heb ben gepleegd. Zy hebben den dokter toen een brief overhandigd, waarin de naam van een patiënt stond, die dringend genees kundige hulp noodig had. Blijkbaar was het te doen om den genees heer uit zijn huis te lokken om dan een in braak te plegen, want aan het opgegeven adres woonde niemand van dien naam en niemand, die geneeskundige hulp noodig had. Gisteravond zijn de beide mannen naar de dokter opgaf een groote en een kleine, naar schatting 23 a 24 jaar oud terugge komen en hadden opnieuw een brief mee gebracht. Toen de dokter had opengedaan, kwamen zy de trap op, wilden hem den brief overreiken, doch grepen hem op hetzelfde moment 'aan. Volgens verklaring van dr. de R. was de een gewapend met een gummistok en een boks-ijzer of een revolver. Dit laatste staat r.og niet vast. De ander had geen wapen bij zich. Er ontstond een worstelpartij, waarbij plotseling een van de mannen den aangeval lene iets toeschreeuwde van: „Wij willen een schadeloosstelling hebben". Dr. de R. heeft hen daarop zijn portemon- naie gegeven, welke ongeveer 30 gulden bevatte en daarop zijn de mannen onmiddel lijk verdwenen. De dokter had verscheidene wonden in zijn gezicht gekregen, doch deze zijn gelukkig niet van ernstigen aard. Het onderzoek in deze zaak is in vollen gang. Er hebben echter nog geen aanhou dingen plaats gehad. LEGERDAG TE DOETINCHEM. Een imposant schouwspel. Te Doetinchem is gisteren onder groote belangstelling een legerdag gehouden, waartoe een plaatselijk comité het initiatief had genomen. De dag werd ingezet met een défilé van alle troepen, welke aan den legerdag deel namen en die bestonden uit infanterie der IVde infanterie brigade Arnhem), wielrij ders uit Den Bosch met het vrijwillig mu ziekcorps van het reg. wielrijders, een rij dende batterij van het korps rijdende artil lerie uit Arnhem, een peleton pantserwa gens, een escadron huzaren en het muziek corps van het 4e half regiment huzaren uit Deventer. In totaal namen 800 man troepen en 200 paarden aan het défilé en de demonstraties deel. De demonstraties vingen des middags twee uur op het vliegveld Groenendaal aan. Zij werden behalve door vele autoriteiten ook bijgewoond door den commandant van het veldleger, luitenant-generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst. De burgemeester van Doetinchem en de commandant van het veldleger spraken aan het begin van den middag een korte rede uit, waarin zij wezen op de preventieve waarde van een sterke weermacht en waar bij zy allen opriepen de Nederlandsche weermacht met sympathie tegemoet te tre den. De verschillende legeronderdeeler. voerden hierop een aantal demonstraties uit. Begonnen werd met een aanval van pantserwagens en infanterie op een stelling, welke door een sectie tirailleurs en een sectie zware mitrailleurs bezet was. Vooral de werkzaamheid der moderne pantser wagens liet niet na indruk op de toeschou wers te maken. Het detachement wielrijders toonde hier op zijn vaardigheid op het rijwiel. Verschil lende bewegingen werden uitgevoerd, zooals voltes en „de molen". Tenslotte voerden de wielrijders te voet een spiegelgevecht uit, waarbij de mitrailleurs een rol speelden. Een imposant schouwspel bood vervol gens de rijdende batterij van het korps rij dende artillerie, waarbij de pittoreske uni formen van dit oude korps veel bekijks trokken. Behalve een aantal bewegingen in draf en galop, werd het in stelling komen uitgevoerd, terwijl eenige malen bagen vuur werd afgegeven. Ook het escadron huzaren demonstreerde enkele gevechts- en executie-oefeningen in draf en galop, waar na de demonstraties besloten werden met het optreden van een escadrille der lucht- vaartafdeeling, die boven het terrein ver scheen en in escadrille-verband enkele oefe ningen uitvoerde. De escadrille bestond uit 5 Fokkers C 10, afkomstig van Schiphol en staande onder leiding van den eersten luite nant P. J. Janssens. De legerdag werd besloten met het spelen van het Wilhelmus. De verschillende legeronderdeelen maak ten op dezen legerdag een uitstekenden indruk. LORD BADEN-POWELL IN HET VREDESPALEIS. Lord Baden Powell heeft gistermiddag een bezoek gebracht aan het vredespaleis °m zijn dank te btuigen voor de Wateler- vredesprys, welken hy onlangs ontvangen neeft van het bestuur van de carnegie- stichting. Hij werd ontvangen door dr. J. ter Meu- en directeur van de bibliotheek, die na mens het bestuur de dankbetuigingen in ontvangst heeft genomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6