HET BETOVERDE BOS.
£uchtwact
^Bumeniund
Militair vliegtuig neergestort.
Glimlachje
Keuring van motor-koplan
taarns en gloeilampen.
Beide inzittenden verbrand.
Op het vliegveld te Soesterberg heeft
zich gistermiddag omstreeks half vijf
een ernstig ongeluk voorgedaan, dat
twee personen het leven heeft gekost.
Het militaire Koolhoven-vliegtuig F.K.
52 dat boven Soesterberg werd gede
monstreerd door een aantal militaire
autoriteiten, stortte door nog onbeken
de oorzaak brandend neer. In het toe
stel bevonden zich een invlieger en een
mecanicien van de Koolhovenfabrie-
ken, n.1. de Zwitser Bouman en de on
geveer 30-jarige Nederlander Maan.
Vermoedelijk waren zij reeds verbrand
toen het toestel op het vliegveld terecht
kwam.
Van het toestel bleef weinig ge
spaard.
Nadere bijzonderheden.
Omtrent de toedracht van het ongeluk
met de Koolhoven F.K. 52 vernemen we
nog het volgende:
Bouman had met goed gevolg eenige
stunts uitgevoerd. Plotseling maakte hij
een piqué, waarbij tot groote ontsteltenis
der vele toeschouwers, enkele deelen van
#het kielvlak en richtingsnoer van het vlieg
tuig losscheurden. Nog even kwam het toe
stel recht, maakte een vlakke bocht, doch
geraakte daarna op ongeveer honderd me
ter hoogte in een vrille en sloeg te pletter
tegen den grond. Onmiddellijk sloegen de
vlammen hoog uit het wrak van het vlieg
tuig. Met behulp van schuimspuiten mocht
het den leden van den hulpdienst van het
vliegkamp, die dadelijk toesnelden geluk
ken het vuur te blusschen. Naast het toe
stel vond men het geheel verkoolde lijk
van den vlieger, die vermoedelijk bij den
schok uit het vliegtuig was geslingerd.. De
mecanicien zat nog in zijn waarnemers
plaats. Beide lijken werden voorloopig op
gebaard in het toestel van het vliegveld.
Rondom het vliegkamp hadden duizen
den toeschouwers de verrichtingen van den
vlieger gevolgd. Men was zeer onder den
indruk van het ongeluk.
Het Koolhoven-vliegtuig F.K. 52 had een
pegasus-motor van 800 p.k. en een driebla-
dige luchtschroef.
DE POSTVLUCHTEN OP INDIE.
De Ibis (thuisr.) te Medan geland.
DE RAMP MET DE „FLAMINGO".
Het ontploffen van een Oliereser
voir de oorzaak? Veronderstel
lingen, die eiken grond missen.
We lezen in de M.bd.:
Zie hier op grond van welke overwegin
gen de luchtvaartmedewerker van „Het
Laatste Nieuws" als vermoedelijkeoorzaak
van de ramp met de „Flamingo", het ont
ploffen van een oliereservoir aangeeft:
„Het vreeselyk vliegongeluk met het Ne-
derlandsch toestel bij Halle, wordt nog in
alje luchtvaartkringen zeer druk bespro
ken. Alhoewel er talrijke veronderstellin
gen Inzake de vermoedelijke oorzaak van
het ongeluk worden vooruitgezet, is geen
enkele, die zonder gegronde critiek of be
twisting kan blijven.
Men kent alleen het uur van vertrek en
het uur van 't in aanraking komen met den
grond. Verder is er het barogram, dat nage
noeg onbeschadigd werd teruggevonden en
dat zeer leerrijk is. Op vele getuigenissen
kan men echter niet met alle zekerheid in
gaan.
Het staat vast dat het weerbulletin, dat
bjj het vertrek aan den piloot te Brussel
werd bekend gemaakt, onweerswolken op
700 tot 3000 meter aangaf.
,Uit de aanduiding van zyn hoogtemeter
blijkt, dat hij tot in Halle beneden deze
wolken gebleven is.
Het barogram vertoont inderdaad een
regelmatige stijging tot 500 meter, waaruit
blijkt, dat er aan de motoren niets haperde.
Maar plots is de naald, die de hoogte aan
geeft, beginnen te schommelen en van 'n
normale daling is er geen sprake. Het twee-
motorige vliegtuig werd dus blijkbaar plots
ontredderd en stortte neer zonder dat de pi
loot den tijd of de bezinning heeft gehad
om eenige manoeuvre uit te voeren.
Gewaardige getuigen hebben verklaard,
dat zy vóór het toestel neerstortte, een
Er zit een heer in de kamer
op U te wachten, mevrouw!
Je hebt die mijnheer toch
zeker een stoel aangeboden?!
Zeker mevrouw!... maar hij
wil het geheele ameublement heb
benhij zegt dat hij door uw
meubelhandelaar gestuurd is!
groote rookwolk aan een der vleugels op
merkten. De vraag kan gesteld worden, of
een der motoren in brand geraakte en hoe
dit geschiedde.
Bij de gebruikte toestellen bevindt de
olietank zich op een plaats, die, indien hij
moest splijten, gemakkelijker dan bij andere
vliegtuigen brand zou kunnen verwekken.
Het is dus goed mogelijk, dat er olie ont
snapt is, die zich in groote mate op de vleu
gels en op de kajuit verspreidde, in dunne
laagjes, en die, in brand gestoken door een
electrische vonk, afkomstig van de motoren
of van den bliksem, in een geweldige vlam
mende rookwolk veranderde.
De veronderstelling van brand, veroor
zaakt door warme, dunne olie, is stellig
niet te verwerpen en is veel meer aanneem
baar dan een ontploffing door gasuitwase-
mingen. De oliebak, die zich, wij herhalen
het, op een zeer gevaarlijke plaats be
vindt, kan gesprongen zijn en de vlammen
deelden zich misschien ook aan de stuur
vlakken mede, wat het toestel ontredderde.
Dit zou verklaren, waarom er door de
passagiers in de kajuit pogingen gedaan
werden om de ruiten in te slaan. Dit zou
zelfs verklaren, dat de stewardess die zich
gewoonlijk achteraan in het toestel bevindt,
met een sleutel de nooddeur, die enkele
honderden meters van de plaats van de
ramp gevonden werd, opende en wegduw
de.
Wij gelooven niet, dat er brand door gas
in de kajuit ontstaan is. Het toestel was
slechts vijf miniuten in de lucht en die tijd
is niet voldoende om een een zoo ruime
kajuit ontplofbaar te maken. Trouwens
tusschen Rotterdam en Brussel hadden de
passagiers geen last van de lucht onder
vonden.
De ramp heeft zich natuurlijk zeer snel
voltrokken. De snelheid van het .vliegtuig
bedraagt 4 tot 5 k.m. per minuut. In en
kele seconden, na de eerste geziene rook
wolk sloeg het brandende vliegtuig te plet
ter en op den grond heeft zich dan de ge
weldige ontploffing voorgedaan.
Het is voor de veiligheid van het lucht
verkeer te hopen, dat niets zal uit het'oog
verloren worden om de oorzaak op te spo
ren die latere rampen zou kunnen vermij
den."
De meening van de K.L.M.
Naar aanleiding van het bovenstaande
heeft de Mbd. zich gewend tot den tech-
nischen dienst van de K.L.M. en diens mee
ning gevraagd omtrent de veronderstellin
gen geopperd door den luchtvaartmedewer
ker van het „Laatste Nieuws" te Brussel.
De K.L.M. deelde het blad mede, dat deze
veronderstellingen eiken grond missen.
Het onderzoek der deskundigen heeft zeer
beslist uitgewezen, dat de brand is ontstaan
in de cabine van het vliegtuig en dat geen
der motoren kan worden beschouwd als de
oorzaak van deze ramp. Tegelijk metd de
motoren van het vliegtuig zijn ook de olie
reservoirs, die zooals bij elk vliegtuig ook
bij de Douglassen zich vlak bij de motoren
bevinden, onderzocht. Door den schok dien
het vliegtuig kreeg, toen het tegen den
grond sloeg, waren de oliereservoirs welis
waar platgedrukt, maar bij onderzoek is
toch wel kunnen blijken, dat geen lek in de
reservoirs den brand heeft doen ontstaan.
Van een zich verspreiden van de olie over
de vleugels en de cabine van het toestel kan
dus evenmin sprake zijn geweest.
Door het stukje in „Het Laatste Nieuws"
zou de indruk kunnen worden gewekt, dat
de oliereservoirs zich by de Douglastoestel-
len op een ietwat ongewone en in elk ge
val voor de veiligheid van de inzittenden
zeer gevaarlijke placts zouden bevinden.
Dit is evenwel onjuist. Bij eiken motor
bevindt zich een oliereservoir, dat in den
vleugel is ingebouwd. Ook bü de Fokker
vliegtuigen is dit het geval. Het eenige ver
schil tusschen Fokkers en Douglassen be
staat hierin dat bij de eersten de cabine
zich onder de vleugels bevindt en bij de
laatsten er boven.
Men deelde verder nog mede, dat het
geen gebruik is o.n in vliegtuigen een cen
trale olietank te bouwen waaruit alle mo
toren worden bediend. Men doet dit niet
om practische redenen. Wanneer n.1. een
olietank zou barsten of scheuren komen er
metaaldeelen in de olie terecht. De olie,
voor zoover deze nog in de tank zou blijven
zitten, zou in dit geval niet meer bruikbaar
zijn met het gevolg, dat men den motor, die
door de olietank wordt gevoed zou moeten
afzetten. Zou men slechts een enkele olie
tank aan boord hebben, dan zouden alle
motoren automatisch moeten uitvallen en
zou het toestel, waar het zich ook zou mo
gen bevinden, dadelijk een noodlanding
moeten uitvoeren.
Een goed geoefend lichaam is van
groote waarde in „the struggle
life".
H. L. O.-diploma!
Eischen voor rijwielachterlichten.
Strenge verordening.
De minister van waterstaat heeft voor rij
wielachterlichten met reflector thans de keu-
ringseischen vastgesteld:
Aangebracht moeten zijn:
Een in Nederland ingeschreven fabrieks-
of handelsmerk, en een aanduiding van het
type, indien meer van een type van hetzelf
de fabrieks- of handelsmerk wordt voor
zien.
Opschriften en aanduidingen moeten duur
zaam en by geheel gemonteerd achterlicht
goed leesbaar zijn.
Achterlichten moeten zoo zijn samenge
steld, dat een goede werking verzekerd is en
blijft en mogen ten aanzien van de construc
tie of de uitvoering geen ernstige aanwijs
bare gebreken vertoonen.
Het glas of ander lichtdoorlatend gedeelte
moet vast zijn verbonden met:
den spiegel, indien een dergelijk onder
deel aanwezig is;
het huis van het achterlicht, indien geen
spiegel aanwezig is.
Achterlichten moeten zoodanig zijn inge
richt, dat zij op het witte gedeelte van het
achterspatbord en niet hooger dan 0.80 M.
boven het wegdek gemakkelijk dusdanig
kunnen worden bevestigd, dat de optische
as van het achterlicht horizontaal en even
wijdig aan het vlak van het achterwiel is.
Zij moeten druipwaterdicht zijn.
De kleur van het lichtdoorlatend gedeelte
van de achterlichten moet rood zijn.
Alle onderdeelen van het optische systeem
moeten van niet roestend materiaal zijn ver
vaardigd.
Verdere onderdeelen moeten, indien zij
uit roestend materiaal bestaan, deugdelijk
tegen roesten gevrijwaard zijn.
Door den minister van waterstaat zullen
tot wederopzegging worden goedgekeurd die
soorten van achterlichten, ten aanzien waar
van wordt overgelegd een verklaring van de
N.V. tot keuring van electrotechnische ma
terialen te Arnhem, inhoudende, dat de
soort aan de genoemde eischen voldoet.
De achterlichten, behoorende tot een door
den minister goedgekeurde soort, zullen
voorzien moeten zijn van een merk, bestaan
de uit het woord „rijk'skeur" alsmede een
door den minister van waterstaat op te ge
ven volgnummer, een en ander aan te bren
gen op de door of vanwege dien minister
aan te geven wijze.
De minister van waterstaat heeft voor
koplantaarns van motorrijtuigen keurings-
eischen vastgesteld:
Op een hoofdonderdeel van de lantaarns
moeten zijn aangebracht: een in Nederland
ingeschreven fabrieks- of handelsmerk, en
een aanduiding van het type, indien meer
dan een type van hetzelfde fabrieks- of
handelsmerk wordt voorzien.
De lantaarns moeten zoodanig zijn inge
richt, dat in één schakeling van de op de
nominale spanning brandende bijbehooren-
de gloeilamp een niet verblindende, doch
voldoende wegverlichting wordt verkregen.
Het meten van de sterkte der verlichting,
welke geen verblinding mag veroorzaken,
geschiedt op een vlak van 450 c.m. breedte
en 90 c.m. hoogte, verticaal geplaatst op den
grond.
Het vlak moet door twee horizontale lij
nen verdeeld in drie vakken, welke van
boven naar beneden zijn gemerkt met III
II en I.
De hoogte van vak 3 moet 22,5 c.m., die
van vak 2 45 c.m. en die van vak 1 22,5 c.m.
bedragen.
Vak I moet door verticale lijnen met een
onderlingen afstand van 22,5 c.m. zijn ver
deeld in vierkanten. De te meten lantaarn
wordt geplaatst op een afstand van 25 me
ter recht voor het vlak. De hoogte van het
midden van de lantaarn moet 90 c.m. boven
den grond bedragen, waarbij de as met het
optisch systeem horizontaal moet liggen.
Indien de sterkte der verlichting op elke
willekeurige plaats in vak II ten hoogsta
0,7 lux bedraagt, wordt geacht, dat de lan
taarn geen verblinding *zal veroorzaken.
De gemiddelde sterkte der verlichting
moet hierbij in elk der vierkanten van vak
I ten minste 2 lux bedragen.
Tevens moet de sterkte der verlichting
in elk van de vierkanten, van de buitenste
vakken naar het midden toe, gelijkmatig
greoter worden zonder dat zich daarbij
groote sprongen in de sterkte der verlich
ting voordoen.
Onder de as van een optisch systeem
wordt verstaan de hoofdrichting, waarin
het licht wordt uitgestraald in de verblin
dende schakeling van de lantaarn.
Keuringseischen voor gloeilampen
van koplantaarns.
De minister van waterstaat heeft even
eens keuringseischen vastgesteld voor
gloeilampen, aan te brengen in koplan
taarns van motorrijtuigen.
Op de gloeilampen moeten zyn aange
bracht een in Nederland ingeschreven fa
brieks- of handelsmerk.
De nominale spanning in volt en een
aanduiding van het type, indien meer dan
een type van hetzelfde fabrieks- of han
delsmerk wordt voorzien.
Door den minister van waterstaat zullen
tot wederopzegging worden goedgekeurd
die soorten van koplantaarns en gloeilam
pen, ten aanzien, waarvan wordt overlegd
een verklaring van de N.V. tot keuring van
electrotechnisch materialen te Arnhem, in
houdende, dat de soort aan de eischen vol
doet.
De gloeilampen, behoorende tot een door
den minister goedgekeurde soort, moeten
voorzien zijn van een merk, bestaande uit
het woord „rykskeur", alsmede een door
den minister van waterstaat op te geven
volgnummer;
IETS NIEUWS OP HET GEBIED VAN
REPORTAGES.
Phohi-verslag van wichelroede-
onderzoek der onderaardsche
gangen te Gouda.
Er zijn weinig gebeurtenissen onder de
zon, waarvan tot op heden nog nooit een
microfoon-verslag is gegeven.
Wichelroedeloopen is tot dusver steeds
een bezigheid geweest, welke met een my-
sterieuzen sluier was omgeven, maar na
vandaag zal ook van dit beroep deze sluier
zyn weggenomen.
Na het groote cucces der vorige wichel
roede-exploraties, enkele weken geleden,
zal heden, in tegenwoordigheid van talrijke
autoriteiten, een meer uitgebreid onder
zoek plaats vinden.
HET PADVINDERSDEFILE VOOR HET
PRINSELIJK PAAR.
Prinsës Juliana spreekt eenige
woorden Poolsch.
Het Gooi moge dan al niet het voorrecht
hebben gehad, de wereldjamboree in zijn
midden te hebben, toch is deze belangrijke
gebeurtenis in de padvinderswereld niet ge
heel onopgemerkt aan deze streek voorbij
gegaan.
Eergisteren waren het 500 Engelsche en
Deensche padvinders, die een bezoek aan
Hilversum brachten, gisteren kwamen er
350 als gasten van de gemeenten Baarn,
Bussum, Blaricum, Huizen, Laren en Naar-
den naar het Gooi, waarbij het voornaam
ste doel voor hen wel was het défilé voor
het prinselijk paar.
Precies op tijd reeds de extra-trein het
station Baarn binnen, die dit contingent
padvinders het allereerst naar deze ge
meente bracht in verband- met bovenge
noemd défilé. Hoewel zulks eerst niet het
geval zou zijn, stapten aan dit station tevens
de 500 padvinders uit, welke dezen dag in
de gemeente Soest zouden doorbrengen,
doch waarvoor ter elfder ure was bepaald,
dat ook zy aan het défilé zouden deelnemen.
Overigens bleek het oorspronkelijk aantal
van de gasten van de bovengenoemde Gooi-
sche gemeenten aanzienlijk te zijn over
schreden.
Op het perron waren ter begroeting aan
wezig de burgemeesters van Baarn, Bussum,
Laren en Soest.
By het uitstappen uit den trein weerklonk
het jamboreelied onder het spelen van de
meegebrachte muziek. Langs de Generaal
van Heutszlaan door dichte rijen toeschou
wers marcheerden de padvinders, waaronder
Tsjechen, Joego-Slaven, Noren, Polen, En-
gelschen en Grieken, door het bosch naar
het paleis Soestdyk.
Nadat de deelnemers aan het défilé circa
10 minuten gewacht hadden, kwam de
boodschap, dat het prinselijk paar direct
op het bordes zou verschijnen. De lange rij
padvinders zette zich onder de tonen van
de muziek opnieuw in beweging en mar
cheerden het paleishek binnen.
De eerste groep, de Tsjechen brachten bij
het bordes, waarop het prinselijk paar met
gevolg had plaatsgenomen, een zwijgenden
groet, doch zoodra de Engelschen het bor
des naderden, werd er luide geroepen en dit
gejuich was niet eerder van de lucht dan
toen de laatste Engelsche padvinder uit
den paleistuin verdwenen was.
Het contingent Polen heeft by monde
van zijn leider aan de prinses een tweetal
cadeaux overhandigd, bestaande uit een
boekwerk in twee deelen, getiteld „Die
Handarbeit der Weiber von Schlesien", in
leer gebonden, benevens twee tafellakens
en twaalf servetten van kant. Deze Polen
waren zeer getroffen, toen de prinses de toe
spraak van den leider, welke in het Duitsch
was gehouden, met eenige woorden in de
Poolsche taal beantwoordde.
135. En Anneke moest wel tegen wil en dank lachen
om de gekke sprongen die Flipje maakte. Eindelijk had
den de kabouters genoeg van de pret en ze zetten Flipje
weer op zijn beenen, die woedend de slaapzaal binnen
rende.
Toen de laatste padvinder langs het bordes
was gemarcheerd werd de burgemeester
van Baarn nog even op het bordes geroe
pen waar de prinses en prins hem de hand
drukte en eenige woorden met hem wissel-
den.
Inmiddels waren de 500 padvinders, die
Soest tot bestemming hadden, naar die ge-
meente gemarcheerd, terwijl de anderen nog
door den burgemeester van Baarn werden
toegesproken, die hun een prettige reis
door het Gooi toewenschte.
Per autobus werd toen de rit aangevan
gen.
136. De anderen volgden, lachend en pratend
was de laatste die naar binnen zou stappen, tot opeens
pang!! daar vloog een groot kussen uit de slaapzaal naar
zyn hoofd, en nog een en weer een. Daar had Weeteraae
niet op gerekend. weetgraag
Flipje
opeens
DE OVERVAL OP DEN HAAGSCHEN
ARTS.
Nadere bijzonderheden.
Omtrent den overval op dr. de R. aan het
Oranjeplein te Den Haag vernemen wij nog
het volgende:
Zaterdagavond hebben zich ten huize van
den dokter reeds dezelfde personen ver
voegd, die Dinsdagavond den overval heb
ben gepleegd. Zy hebben den dokter toen
een brief overhandigd, waarin de naam van
een patiënt stond, die dringend genees
kundige hulp noodig had.
Blijkbaar was het te doen om den genees
heer uit zijn huis te lokken om dan een in
braak te plegen, want aan het opgegeven
adres woonde niemand van dien naam en
niemand, die geneeskundige hulp noodig
had.
Gisteravond zijn de beide mannen naar
de dokter opgaf een groote en een kleine,
naar schatting 23 a 24 jaar oud terugge
komen en hadden opnieuw een brief mee
gebracht. Toen de dokter had opengedaan,
kwamen zy de trap op, wilden hem den brief
overreiken, doch grepen hem op hetzelfde
moment 'aan.
Volgens verklaring van dr. de R. was de
een gewapend met een gummistok en een
boks-ijzer of een revolver. Dit laatste staat
r.og niet vast. De ander had geen wapen
bij zich.
Er ontstond een worstelpartij, waarbij
plotseling een van de mannen den aangeval
lene iets toeschreeuwde van: „Wij willen
een schadeloosstelling hebben".
Dr. de R. heeft hen daarop zijn portemon-
naie gegeven, welke ongeveer 30 gulden
bevatte en daarop zijn de mannen onmiddel
lijk verdwenen. De dokter had verscheidene
wonden in zijn gezicht gekregen, doch deze
zijn gelukkig niet van ernstigen aard.
Het onderzoek in deze zaak is in vollen
gang. Er hebben echter nog geen aanhou
dingen plaats gehad.
LEGERDAG TE DOETINCHEM.
Een imposant schouwspel.
Te Doetinchem is gisteren onder groote
belangstelling een legerdag gehouden,
waartoe een plaatselijk comité het initiatief
had genomen.
De dag werd ingezet met een défilé van
alle troepen, welke aan den legerdag deel
namen en die bestonden uit infanterie der
IVde infanterie brigade Arnhem), wielrij
ders uit Den Bosch met het vrijwillig mu
ziekcorps van het reg. wielrijders, een rij
dende batterij van het korps rijdende artil
lerie uit Arnhem, een peleton pantserwa
gens, een escadron huzaren en het muziek
corps van het 4e half regiment huzaren uit
Deventer.
In totaal namen 800 man troepen en 200
paarden aan het défilé en de demonstraties
deel.
De demonstraties vingen des middags
twee uur op het vliegveld Groenendaal aan.
Zij werden behalve door vele autoriteiten
ook bijgewoond door den commandant van
het veldleger, luitenant-generaal J. J. G.
baron van Voorst tot Voorst.
De burgemeester van Doetinchem en de
commandant van het veldleger spraken aan
het begin van den middag een korte rede
uit, waarin zij wezen op de preventieve
waarde van een sterke weermacht en waar
bij zy allen opriepen de Nederlandsche
weermacht met sympathie tegemoet te tre
den. De verschillende legeronderdeeler.
voerden hierop een aantal demonstraties
uit. Begonnen werd met een aanval van
pantserwagens en infanterie op een stelling,
welke door een sectie tirailleurs en een
sectie zware mitrailleurs bezet was. Vooral
de werkzaamheid der moderne pantser
wagens liet niet na indruk op de toeschou
wers te maken.
Het detachement wielrijders toonde hier
op zijn vaardigheid op het rijwiel. Verschil
lende bewegingen werden uitgevoerd, zooals
voltes en „de molen". Tenslotte voerden de
wielrijders te voet een spiegelgevecht uit,
waarbij de mitrailleurs een rol speelden.
Een imposant schouwspel bood vervol
gens de rijdende batterij van het korps rij
dende artillerie, waarbij de pittoreske uni
formen van dit oude korps veel bekijks
trokken. Behalve een aantal bewegingen in
draf en galop, werd het in stelling komen
uitgevoerd, terwijl eenige malen bagen
vuur werd afgegeven. Ook het escadron
huzaren demonstreerde enkele gevechts- en
executie-oefeningen in draf en galop, waar
na de demonstraties besloten werden met
het optreden van een escadrille der lucht-
vaartafdeeling, die boven het terrein ver
scheen en in escadrille-verband enkele oefe
ningen uitvoerde. De escadrille bestond uit
5 Fokkers C 10, afkomstig van Schiphol en
staande onder leiding van den eersten luite
nant P. J. Janssens.
De legerdag werd besloten met het spelen
van het Wilhelmus.
De verschillende legeronderdeelen maak
ten op dezen legerdag een uitstekenden
indruk.
LORD BADEN-POWELL IN HET
VREDESPALEIS.
Lord Baden Powell heeft gistermiddag
een bezoek gebracht aan het vredespaleis
°m zijn dank te btuigen voor de Wateler-
vredesprys, welken hy onlangs ontvangen
neeft van het bestuur van de carnegie-
stichting.
Hij werd ontvangen door dr. J. ter Meu-
en directeur van de bibliotheek, die na
mens het bestuur de dankbetuigingen in
ontvangst heeft genomen.