JiuHst £H Wetenschap
Onae Jioloniën
JSucqetüike Stand
Jieck School
n Mieuw bord.
De inbraak in het Haagsche „Ringenhuis".
Voor de Huisvrouw.
Rechtszaken
Tegen een paar geroutineerde inbrekers
twee en een half jaar gevorderd.
Verdachten blijven ontkennen.
DE DIJK.
(Schagen), gediskwalificeerd, 1 min. 43.6
sec.
50 M. rugslag heeren: 1. A. Zuurmond,
Bruinv., 41.4 sec.; 2. H. v. d. Meer. H.H.W.,
42 sec.; 3. T. Mulder, Bruinv., 45.2 sec.
50 M. rugslag dames; 1. A. Vermeulen,
Bruinv., 46.4 sec.; 2. D. van Os, Bruinv.,
48 sec.; 3. B. Goedhart, Bruinv. 50 sec.
4 X 50 M. estafette gemengd: 1. Bruin-
visschen I, 3 min. 43 sec.; 2. Heerhugo-
waard, 2 min. 44.4 sec.
Voetbal
GEMEENTE-AMBTENAREN—SCHEIDS
RECHTERS 4—5.
De barrage-wedstrijd tusschen bovenge
noemde elftallen, gisteravond op het Boys
terrein gespeeld, hee.ft een kleine maar
verdiende overwinning voor de scheids
rechters opgeleverd.
Het was een mooie en spannende wed
strijd, 'en voor de rust konden de scheids
rechters een kleinen voorsprong behalen.
Direct na de rust werd het 22, maar toen
werden de scheidsrechters wakker en di
rect na elkaar doelpuntten Horst en Hart-
land. Dat scheen echter te veel weelde te
zijn, want van een verslapping bij de
scheidsrechters maakten de ambtenaren ge
bruik, om nogmaals gelijk te maken.
Nog 4 minuten waren er te spelen en in
die resteerende minuten maakte Mulder
het winnende doelpunt!
De scheidsrechters kwamen uit in de vol
gende formatie;
Rijkers
Koelink Wallaart
Stokman de Leeuw Bloothoofd
Peek Horst Hartland Mulder Snijders
ORGELCONCERTEN FEIKE ASMA.
A.s. Donderdag hoopt de heer Feike
Asma 's avonds te 8.15 uur zijn vierde
orgelvoordracht te geven in de gerefor
meerde kerk aan de Oudegracht. Het
programma bestaat uit de volgende wer
ken: Fantasie Psalm 24 en Orgelkoraal
Psalm 91 van Jan Zwart, Praeludium et
Fuga c moll van Joh. Seb. Bach, Allegretto
Scherzo Symphonique en Intermezzo van
Alex. Guilmant, Paraphrase over bekende
melodieën, Feike Asma, Meditation en
Toccata van Jos. Ca'laerts, orgelkoraal
Psalm 16 en Finale: „Dankt, dankt nu allen
God", van Feike Asma.
Na afloop zal een collecte voor de kerk
worden gehouden.
Donderdag 2 September a.s. 's avonds
8.15 uur zal nog een laatste orgelbespeling
worden gegeven, bestaande uit verzoek
nummers.
DE BRAND TE BATAVIA.
Door den brand, welke gistermiddag in
de buurt van Tanah Tinggi bij Batavia
woedde, zijn 1653 personen dakloos.
De schade bedraagt ruim 27.090.
ALKMAAR.
GEBOREN:
Willem Johan, z. van Jacob Luinge en
Wilhelmina Johanna Caro.
GETROUWD:
Hendrik Dirk Soeting en Engelina Cortie.
OVERLEDEN:
Agatha Maria Korver, gehuwd met Engel
Bijpost, 39 jaar.
De heer P. A. Vendel te Schermer-
hom is benoemd tot onderwijzer aan de r.k.
Jongensschool te Assendelft.
EEN PRACTISCHE BROODBELEGGING.
Voor hen, die het laatste deel van den
„vacantietijd" nog willen benutten voor
een flinken fietstocht of een picnic, komt
de vraag aan de orde, hoe de mee te nemen
proviand het best gekozen en het doelma
tigst tijdens den tocht bewaard wordt.
Boterhammen en broodjes, belegd en in
boterhampapier verpakt, brengen ons al
een heel eind in de goede richting; alleen
ze hebben nogal wat te lijden van de
warmte: ze worden droog en wat er tus
schen de sneedjes is gespreid, verliest aan
oorspronkelijke frischheid.
Kaas is misschien wel de meest gekozen
„belegging". Geen wonder, want ze helpt
daadwerkelijk onze wandelaars en fietsers
aan een waardevolle aanvulling van de
verbruikte krachten; maar het plakje
kaas, dat er thuis zoo aanlokkelijk uitzag,
boet op de reis wel wat van zijn uiterlijk in.
Kunnen we daaraan iets veranderen?
Ja!
Probeert U 't eens met de hulp van een
paar tomaten of een kropje sla beide
intusschen ook nog prachtmiddeltjes tegen
den dorst.
Hoe?
U legt op een gesmeerde snee brood
een paar plakjes tomaat of een frisch blad
kropsla; daar op komt het plakje kaas en
er overheen wordt een tweede boterham
gelegd, ook weer eeist bedekt met tomaat
of sla.
Op die manier droogt de kaas niet uit tot
het beruchte vettige harde plakje: ze blijft
zacht en soepel, terwijl èn de smaak van de
tomaat èn het frissche van de sla uitstekend
passen bij het hartige van de kaas.
Deze roode driehoek, met
de punt naar beneden be-
teekent, dat men een voor-
rangsweg nadert, waarop
ook het verkeer, dat van
links nadert, voorrang heeft.
Voor de Haagsche rechtbank, gepre
sideerd door mr. H. Haga, stonden van
morgen terecht de 44-jarige acrobaat J.
A. V. en de 26-jarige H. J. C. H., die
verdacht worden de geruchtmakende in
braak in het „Ringenhuis" aan de Prin
sestraat te 's-Gravenhage gepleegd te
hebben, waarbij voor 14.000 aan gou
den ringen, horloges en andere sieraden
werd buitgemaakt.
Naar men zich zal herinneren, hebben de
inbrekers in den nacht van 9 op 10 Mei zich
tot den juwelierswinkel toegang verschaft
door eerst met een looper in een onbewoond
bovenhuis boven den winkel binnen te drin
gen. Door een gat in het plafond te zagen,
lieten zij zich daarop in den winkel zakken,
en deze wijze van werken deed de Haag
sche recherche in de richting van gerouti
neerde inbrekers zoeken.
Op 21 Mei werd de acrobaat V. gearres
teerd, die men zeer geschikt achtte om een
dergelijk karweitje te volvoeren en drie da
gen later hield de politie den chauffeur H.
aan. Eenigen tijd later volgden nog enkele
arrestaties. V. en H. bleven in arrest, doch
de anderen liet de politie weer op vrije voe
ten.
Onder hen was een juffrouw, die ver
klaard heeft, dat zij van H. een pakje heeft
ontvangen, waarin zij, na het opengemaakt
te hebben, een groot aantgl juweelen, af
komstig van de diefstal, vond. Bij de instruc
tie is zij echter grootendeels weer op haar
verklaring teruggekomen. Zij deelde n.L bij
den rechter-commissaris mede, dat zij het
pakje op 7 Mei dus voor de inbraak
had ontvangen en dat zij niet gezien had, dat
er juweelen in zaten.
Een andere bezwarende verklaring voor
de verdachten was die van den chauffeur T.,
die de beide mannen op 13 Mei in een auto
naar Amsterdam heeft gereden en gezien
heeft, dat zij toen een pakje by zich hadden.
Toen zij naar den Haag terugreden, hadden
zy geen pakje meer.
Tenslotte beweerde de pensionhoudster,
mevr. B., dat zij op den bewusten avond des
nachts om bij half één voor het Ringenhuis
twee ongunstige individuen heeft gezien, die
ze absoluut als de beide verdachten herkent.
Ondanks deze verklaringen blijven de
verdachten hardnekkig ontkennen. t
Door het O.M. waren negen getuigen, door
de verdediging acht personen gedagvaard.
Als eerste getuige werd gehoord de eige
naar van den juwelierswinkel, de heer P.
Teerling, van wien wij het geheele verhaal
van de ontdekking van de inbraak weer te
hooren krijgen.
Rechercheur van der Vaart deelde vervol
gens mede, dat hij de beide verdachten op
7 Mei, dus twee dagen vóór den inbraak, in
de buurt van het „Ringenhuis" heeft zien
staan. Op den avond van de inbraak zelf zijn
beide verdachten door de pensionhoudster
mevr. B. gezien ,die juist een café in de na
bijheid verliet, omdat het sluitingsuur aan
gebroken was.
Voor de rechtbank verklaarde zij thans
V.'s gezicht duidelijk te herkennen. Wat H.
betreft was haar meer het postuur opgeval
len.
Toen zij den volgenden dag het bericht
van de inbraak in de courant las, bracht zij
de ontmoeting van den vorigen avond da
delijk daarmee in verband.
Zij heeft niet dadelijk aangifte gedaan bij
de politie, omdat zij zich niet in de zaak wil
de mengen. Later toen zij hoorde, dat T. niet
verzekerd was,, heeft zij zich echter bedacht
en alles medegedeeld.
Hoe zwaar was het pakje?
De chauffeur T., die op 13 Mei beide ver
dachten naar Amsterdam heeft gereden,
heeft het pakje, dat zy bij zich hadden, op
zij moeten leggen, toen hij gereedschap
noodig had voor het repareeren van een
band.
Voor de rechtbank verklaarde hij thans,
dat het eerder mogelijk was, dat er papier
in het pakje heeft gezeten, dan metaal.
Een dergelijke verklaring gaf ook mej.
de L„ die het pakje voor verdachte H. be
waard heeft.
President mr. Haga: „Voor de politie
hebt U gezegd, dat U het pakje hebt open
gemaakt en er ringen in hebt gevonden".
Getuige: „Ik werd zoo slecht behandeld
en toen heb ik maar alles gezegd, wat ze
wilden, om maar thuis te komen".
President: „Dus U hebt het pakje niet
opengemaakt?"
Getuige: „Neen, Edelachtbare".
Het getuigenverhoor a décharge.
Het getuigenverhoor a décharge was er
voornamelijk op gebaseerd om het alibi
van de verdachten te bepalen.
De hospita van V. deelde de rechtbank
mede, dat deze op den bewusten avond om
ongeveer half twaalf dronken is thuisge
komen en dat zij hem daarna niet meer
heeft uit hooren gaan.
Des morgens was zijn bed ook beslapen.
Wat verdachte H. betreft, deze zou op
den avond van de inbraak met een ge
stolen auto naar Amsterdam zijn gegaan
om dit voertuig te verkoopen.
Dit bleek echter mislukt te zijn.
Oud-inspecteur van politie Van der
Meulen had ten slotte met den verdediger
mr. Huygens in de Prinsestraat des avonds
proeven genomen in hoeverre men daar
iemand kan herkennen. Het onderzoek
had negatieve resultaten afgeworpen.
Verdachten blijven ontkennen.
„Ik ben onschuldig", verklaarde ver
dachte V„ toen de president zich tot hem
richtte. „Ik ben den geheelen avond thuis
geweest. Op 13 Mei ben ik naar Amster
dam met H. meegegaan, die cigaretten-
papier wilde smokkelen".
Deze verklaring werd door verdachte H.
ondersteund.
President mr. Haga: „U hebt eerst ge
zegd, dat u een wild-vreemden man mee
genomen hebt, maar U kende v. Langen.
Waarom hebt U eerst gelogen?"
Verdachte: „Ik had met de zaak niets
te maken".
President: Reden temeer om de waar
heid te spreken".
„Waar bent U in den nacht van 9 op
10 Mei in Amsterdam geweest?"
Verdachte wilde dat niet zeggen.
„Ik ben aan de heele zaak onschuldig,
maar nu komen bij de ondervraging aller
lei dingen aan het licht, die ik aan nie
mand had willen zeggen".
President: „Maar je spreekt onwaar
heid ook over dingen, die je niet in gevaar
kunnen brengen".
Requisitoir.
Hierna nam de officier van justitie, mr.
Cohen Tervaert, requisitoir.
Uit de verschillende getuigenverklarin
gen concludeerde de officier tot de schuld
van verdachten.
Getuigen hebben gezien, dat verdachten
op den bewusten avond bij het perceel zijn
geweest. Getuigen hebben ook gezien, dat
ze zeer geheimzinnig met een pakje zijn
omgegaan.
Spr. was van meening, dat het bedoelde
pakje zeer goed een deel van den buit kan
hebben bevat. Relatief noemde de chauf
feur misschien het pakje licht, maar hij was
gewend aan de zware reparatie-werktui
gen. Verdachten leggen steeds andere ver
klaringen af, hetgeen de zaak voor hen
er niet beter op maakt.
Men heeft hier te doen met een paar
geroutineerde inbrekers en de officier vor
derde daarom een zware straf, n.1. twee
jaar en zes maanden tegen beide
verdachten.
Pleidooi.
„Welk bewijs is er", zoo vroeg de verdedi
ger mr. M. H. Huygens, „dat deze verdach
ten de inbraak hebben gepleegd?"
Mevrouw B. heeft hen vóór den juwe
lierswinkel gezien en daaruit zou men
hoogstens een „op den uitkijk staan" kun
nen afleiden. Maar van de werkelijke da
ders is dan geen spoor gevonden, noch van
de betrekking, waarin deze tot verdachten
stonden.
Dit alles nog, wanneer men aan de her
kenning van mevr. B. eenige waarde hecht,
hetgeen pleiter betwijfelde, mede in ver
band met de herkenningsproeven met oud
inspecteur van der Meulen.
Voorts laakte mr. Huygens de houding
van de politie, die eenige getuigen heeft
vastgehouden door ze als verdachten te be
schouwen.
Hierdoor is mej. de L. tot haar tegen
strijdige verklaringen gekomen. Aan haar
verklaring van heden, onder eede voor de
rechtbank afgelegd, hechtte pleiter dan ook
de meeste waarde. Zelfs zonder de verkla
ringen van de getuigen a décharge meende
pleiter, dat het bewijs van de schuld van
verdachten geleverd is.
Verdachte V., aldus pleiter, wordt van
haast iedere inbraak, die in de residentie is
gepleegd, beschuldigd. Drie maal is hij
wegens diefstal gearresteerd, drie maal ging
hij vrij uit.
Slechts van den laatsten juweelendiefstal,
r.1. in de Spuistraat, kan men hem niet ver
denken, omdat hij toen in voorarrest zat.
Pleiter drong met klem op vrijspraak aan
en verzocht onmiddellijke invrijheidstelling.
Ten aanzien van verdachte V. beval de
rechtbank opheffing van de preventieve
hechtenis. Verdachte H. bleef in voorarrest.
Uitspraak 30 Augustus.
ZAKEN VOOR HET HOOG MILITAIR
GERECHTSHOF.
Met een streng touw geslagen.
Toen de gewoon dienstplichtigsoldaat
van de 2e schoolbatterij van het korps rij
dende artillerie te Arnhem, J. K., zekeren
H. C. Jansen op 17 Mei in de Bergstraat
te Arnhem ontmoette, voegde hij Jansen
toe: „Nu moet jij blijven staan, wij zijn nu
onder vier oogen en zullen nu uitmaken,
wat wij met elkaar hebben".
Jansen was bereid het uit te maken, als
K. zijn mes weggooide.
K. heeft Jansen toen met een streng touw
op zijn hoofd geslagen ter vergelding van
een oude veete, bewerende, dat de familie
Jansen zijn vrouw lastig viel.
Wegens mishandeling veroordeelde de
krijgsraad te 's-Hertogenbosch K. tot 20
boete subsidiair 10 dagen hechtenis, van
welk vonnis K. in beroep kwam.
De advocaat-fiscaal, mr. Rombach, ge
loofde niet dat Jansen den eersten klap heeft
gegeven, zooals beklaagde blijft volhouden.
Van noodweer of een aanval van Jansen
is niets gebleken. De advocaat-fiscaal
vroeg bevestiging van het gewezen vonnis.
De raadsman van beklaagde, mr. E. A.
Kan, achtte de opgelegde straf, die in dit
geval op hechtenis neerkomt, te zwaar en
pleitte clementie,
Ongehoorzaam geweest in dienst.
Aan korporaal Hendrikse's bevel in de
houding te gaan staan had H. T., gewoon
dienstplichtig soldaat van de le schoolbat
terij van het 5e regiment veldartillerie te
Amersfoort, niet voldaan en toen de kor
poraal den soldaat in arrest stelde, zou de
laatste gezegd hebben: „Ga maar eens mee
buiten de stad".
Wegens opzettelijke beleediging meer
malen gepleegd en het met eenig kwaad
bedreigen van zijn meerdere veroordeelde
de krijgsraad te 's-Hertogenbosch T. tot 3
weken gevangenisstraf, tegen welk vonnis
de veroordeelde in beroep kwam.
Beklaagde zeide dat het „Ga maar eens
mee buiten de stad" geen bedreiging in
hield. Hij bedoelde met deze uitlating, da?
hy wel buiten de stad wilde groeten, maar
niet ter plaatse van de ontmoeting, waar
veel publiek aanwezig was, waarvoor hij
zich schaamde.
De advocaat-fiscaal, mr. Rombach, ge
loofde deze uitlegging niet.
De bedoeling van dit gezegde was de
zaak buiten eens uit te vechten en spr.
vroeg bevestiging van het gewezen vonnis.
Het Hof zal later uitspraak doen.
Opzettelijke ongehoorzaamheid in
dienstverband.
De krijgsraad te 's-Hertogenbosch legde
A. J. S., gewoon dienstplichtig huzaar bij
het 4e escadron van het 2e regiment huza
ren te Breda, twee weken gevangenisstraf
op, omdat S., die op 11 Juni j.L met zwaar
arrest gestraft was, ondanks het verbod van
den wachtcommandant, korporaal van der
Kolk, de kazerne heeft verlaten omdat hij
meende, dat het arrest ten onrechte was
opgelegd.
Beklaagde stond vervolgens terecht van
een vonnis, waarbij de krijgsraad hem tot
4 weken gevangenisstraf had veroord., om
dat S. het bevel van den korporaal Boluijt,
om het hoofdstel van een paard te poetsen
niet heeft opgevolgd en den korporaal be
dreigd heeft, toen deze hem in arrest wilde
stellen.
De advocaat-fiscaal vroeg bevestiging van
beide vonnissen. Het hof zal later uitspraak
doen.
Marinier tweemaal in slaap gevallen.
Toer. de marinier 3e klasse J. B. J. S. op
wacht stond voor de marinierskazerne te
Rotterdam, is hij in slaap gevallen in het
portiershuisje.
De marinier le klasse H. J. van Zeben
trof S. slapende aan, maakte hem wakker
en gaf hem den raad wat heen en weer te
gaan loopen.
S. is echter toch weer in het huisje gaan
zitten en voor de tweede maal onder zeil
gegaan.
De zeekrijgsraad te Willemsoord veroor
deelde den slaperigen schildwacht tot een
maand gevangenisstraf.
De advocaat-fiscaal vond de straf niet te
hoog en het plichtsverzuim ernstig. Hij
vroeg bevestiging van het vonnis. Het hof
zal later uitspraak doen.
AANSLAG OP VROUW GEPLEEGD.
Clemente straf opgelegd.
De vacantiekamer der Amsterdam-
sche rechtbank veroordeelde vandaag
een 50-jarigen man, die met een revol
ver een aanslag had gepleegd op de
vrouw, waarmede hij geruimen tijd
had samengeleefd, wegens poging tot
doodslag tot zes maanden gevangenis
straf met aftrek van voorarrest. Het
O. M. had anderhalf jaar gerequireerd,
doch gezien de vele verzachtende om
standigheden legde de rechtbank een
clemente straf op.
INBREKERS VOOR DE RECHTBANK.
Een jaar tegen beide verdachten
gevorderd.
De beide mannen, een 42-jarige kellner
en een 40-jarige varensgezel uit Amster
dam, die vandaag voor de vacantiekamer
der Amsterdamsche rechtbank terechtston
den, wegens een reeks diefstallen en in
braken te Hilversum en Utrecht gepleegd,
leeden een volledige bekentenis af.
In den nacht van 20 op 21 Mei waren zij
een villa aan den Joh. Geradtsweg te Hil
versum binnengedrongen. De een had een
ruit van het keukenraam ingedrukt en zijn
compagnon had het spanjolet omgedraaid.
Het liep het tweetal niet mee. in de wo
ning vonden Zij slechts een bedrag van 2
kleingeld. Uit de garage, die zij met een
valschen sleutel hadden geopend, namen
zij en passant nog twee fietsen mee. Groo-
ter was de buit. behaald in de villa
Utrechtscheweg 119. Ook hier drongen zij
via het keukenraam binnen. Een kostbare
hoeveelheid tafelzilver, enkele sieraden en
een geldkistje met 125 waren den volgen
den morgen verdwenen.
Te Utrecht brachten de Amsterdammers
in den nacht van 1 op 18 Aoril een bezoek
aan een wonirig in de Kanaalstraat. De deur
werd met een looüer bewerkt en met twee
fietsen, een stofzuieer en eenige rijwiellan
taarns verdwenen zij.
Beide verdachten verklaarden, dat zij den
buit hadden verkocht aan M. van der S.
wonende in de van Ostadestraat te Am
sterdam, een man die reeds herhaaldelijk
wegens heling is veroordeeld.
Uit het strafregister blijkt, dat ook de
kellner reeds zeven veroordeelingen achter
den rug heeft wegens vermogensdelicten.
De varensgezel heeft zes straffen wegens
verduistering en diefstal ondergaan.
De officier van justitie mr. Bosch,
vorderde tegen beide verdachten we
gens diefstal met braak meermalen
gepleegd, een jaar gevangenisstraf.
De heler staat terecht.
Vervolgens stond de 55-jarige boekdruk
ker M. H. van der S., een bekende figuur
in donker Amsterdam, terecht wegens
heling. Hij heeft een bijzonder welvoorzien
strafregister en in totaal bracht hy 23 jaar
van zijn leven binnen de gevangenismu
ren door.
Aanvankelijk had hij ontkend zich aan
heling te hebben schuldig gemaakt, hoewel
de gestolen goederen in zijn woning zijn
gevonden. Ook voor den rechter-commissa
ris hield hij zijn onschuld vol. Doch thans
ter zitting legde de man een beken
tenis af wat betreft het te Hilversum en
Utrecht ontvreemde.
De officier had hem echter ook heling
van een zestal fietsen, op verschillende da
gen en plaatsen te Amsterdam gestolen
ten laste gelegd. Hij ontkende echter dit
deel der dagvaarding.
Pres. (tot verd.) U hebt heel wat op Uw
kerfstok. U hebt een belangrijk deel van
Uw leven in de gevangenis doorgebracht.
Verd.: Ik heb nu juist bekend, omdat
van plan ben m'n leven te beteren, ni'n
vrouw heeft een goeden invloed op me.
De officier had weinig vertrouwen in de
goede voornemens. Verd. staat bijzonder
ongunstig bekend en vele dieven zijn ge.
woon hun buit naar hem te brengen. Spr.
requireerde wegens heling een gevange
nisstraf van drie jaar.
Vonnis 30 Augustus.
Wie in deze vacantieweken of in welk
getijde ook de natuur zoekt, die zoek!
meestal de bosschen en de duinen, de me
ren, de heiden en de stranden. Hy zoekt
niet bij voorkeur de weiden en de bouw
landen, hij gaat ook niet in de eerste plaats
naar de dijken langs Hollands kusten.
Toch ligt daar langs de oevers van onze
zeeën en rivieren, over een oppervlakte
van vele, vele kilometers, in den vorm van
die groen begroeide aarden dammen, die
de Nederlandsche dijken zijn, een prachtig
stuk natuurschoon, verscholen niet, open
en bloot veeleer, maar minder bekend en
te weinig gezocht toch vaak wel, een prach
tig gebied van natuurrijkdom, dat alles
zins onze aandacht verdient.
Wij, die ijveren met kracht en klem voor
het ongerept behoud voor tijdgenoot en na
geslacht van onze venen en heiden, onze
duinen, bosschen en meren, voor die plek
ken, die uitgebreide gebieden, waar een
oorspronkelijke wildgebleven of wild ge-
worden natuur zich ontplooien kan, wij
willen toch ook ons oog geopend houden
voor de schoonheid die het cultuurland
schap: het park, de wal, de akker, de weide
en de dijk hebben te bieden.
Er is kortgeleden door Jan Engelman,
een van de besten van onze jongere dich
ters, een vers geschreven, als declamato-
rium bij een prijsvraag van een onzer om-
roepvereenigingen, met algemeene stemmen
met den eersten prijs bekroond, een vers
„De Dijk", dat, zoo wij het niet mochten
weten, ons met zijn krachtige, gespierde,
bezielde taai, duidelijk voor oogen stelt,
wat de dijk beteekent in den strijd, de
roem, het leven, de schoonheid van ons
volk en land.
Het is een lang vers van zes-en-dertig
coupletten, maar een enkele aanhaling
moge u een indruk geven van de forsche
en tegelijk subtiele pracht van dit meester
lijke gedicht.
De dijk ligt tusschen 't land en 't water,
met palen en bazalt.
Hier ligt hij nu, hier ligt hij later,
totdat de aarde valt.
Hij is gestegen uit de vloeden,
met norsche langzaamheid.
Hij is tot schutten en tot hoeden,
tot worstelen bereid.
Ja, zoo ligt de dijk daar langs onze vele
en lange kusten, overal waar niet de na
tuurlijke beschutting der duinen voldoende
zeewering bood. Hier lag hij, de eeuwen
door, maar zwak eerst, steeds sterker later.
Aan den Harlinger zeekant getuigt het Cas-
par-de-Roblesmonument van dat sterker
worden der zeeweringen, van hulde aan een
Spanjaard, wiens arbeid niet enkel tot on
heil strekte, maar ook zegen bracht. Met en
na hem werkten anderen er toe mee om
deze dijken steeds betrouwbaarder te ma
ken.
Hier lag de dijk de jaren de eeuwen door,
hier ligt hij nu, hier ligt hij later, en de
kinderen spelen op zijn hellingen, de man
nen staan uit te zien op zijn kruinen, de
vrouwen turen naar de verten, de geslach
ten komen en gaan. Maar hij ligt er, de
dijk, de jaren, de eeuwen door. De made
lieven bloeien langs zijn flanken, de grassen
groenen en geuren, de regen slaat, de hagel
striemt, de sneeuw bedekt hem. Onbewogen
strekt hij zich uit en doet zijn taak en schut
en behoedt in stormen en vlagen tegen het
aanstormend zeegeweld.
Altijd is het er mooi, altijd belangwek
kend op en om den dijk. Hoe grootsch is
het vergezicht over land en zee. Hoe hoog
en statig varen er de wolken! Mooi is het
wilde land en wij willen het niet missen,
wij willen op de bres staan voor het behoud
ervan. Maar prachtig kan ook het kanaal
zijn, het bouwland, de siertuin, het Park'
de oude stadswal, waar menschen streefden
en werkten en het aangezicht der aarde
veranderden en zetten naar hun land.
Zoo is het ook met den dijk. Hij is,
eiken kubieken meter, door menschen-
handen daar neergelegd. Menschen groe"
ven en torsten en zwoegden, menschen
droegen met hun werktuigen de zware
keien en bazaltblokken aan, menschen
verplaatsten de zware aarde en de gewel
dige steenblokken. Wel legde de natuur er
haar grastapijt over en haar bloemen tooi.
Wel raakte Gods hand den dykrand aan
en legde een mantel vol liefelijkheid over
het barre zand en bij de naakte steenen.
Maar toch, hier ligt, zwaar en grootsch,
geen oorspronkelijk kunstwerk van de
schepping. Hier ziet ons oog met bewonde
ring het werk van menschenhand. Maar he
werd evenzeer schoon en geweldig, het
werd niet alleen een nuttig werk, het werd
ook een prachtig stuk landschap, een on
misbaar deel van ons onvolprezen Neder
land, het kleine land met zijn groote
schoonheid, dat ook in dien dijk een stuk
van die schoonheid bezit.
Hij ligt er pas of ligt er eeuwen,
maar in zijn visioen,
Doorklapwiekt van de zilvermeeuwen.
Ziet hij de daden doen.
Hij overheerscht het wild gewemel
en temt den grooten wind.
Hij doet ons droomen van den hemel,
zoo zorgloos als een kind
A. L. B-