DE GQUDEN ABDIJSIROOP Stop dien hoest Financieel Overzicht. UITGEEST AKKER's verstèrkie Streeksgewijze bestudeering der vogelwereld. JUchUzaken BEDREIGING MET DOODSLAG. De officier van justitie te As6en eischte tegen J. S. te Barger-Oosterveen, gemeente Emmen, een gevangenisstraf van acht maanden wegens poging tot doodslag, op 13 Juni aldaar gepleegd. Hy zou n.1. de J. al daar met een bijl hebben bedreigd ondier het uitroepen van de woorden: „Man, ik zal je de hersens inslaan". Bovendien had verdachte, die reeds meer dere malen veroordeeld is, zich bevonden in het z.g. bewakingsgebied aan de grens, terwijl de toegang tot dat gebied hem ont zegd was wegens smokkelaffaires. Eveneens stond wegens bedreiging met doodslag terecht Geert P. uit Beemster, ge meente Dwingeloo. Hy zou zijn zuster en broer, bij wien hij inwoonde, met een mes hebben bedreigd. Tegen hem eischte de of ficier van justitie vier maanden gevange nisstraf. MEINEED. Jan Z. uit Zuidlaren hoorde een gevange nisstraf tegen zich eischen, omdat hij op 20 Mei als getuige in een civiele procedure een meineed zou hebben afgelegd. Uitspraak over veertien dagen. £aMd? en Huin&ouu) CONSUMPTIEMELK REGEERINGS- CONTRACT. Nederlandsche auivelcentrale, 22 tot en met 28 Augustus. Consumptiemelk regee- ringscontract, taxe-gedeelte 6.75 cent, eventueel verhoogd met premie of vermin derd met kwaliteitsafdrach. Overmelk regeerings-minimumprys 5.70 cent. Afdracht bij levering in consumptie van andere dan taxemelk 2.50 cent. CemeeHiecaden De raad dezer gemeente vergaderde ten gemeentehuize onder voorzitterschap van den loco-burgemeester, den heer P. Twaalfhoven. Afwezig was de heer A. van der Eng (r.k.) Goedgekeurd werd de overname van een strook grond langs de Wilhelmina- straat van den heer K. Zaadnoordijk voor den prijs van 50 om tot verbreeding van deze straat te kunnen overgaan. Het verzoek om ontheffing der straat- belasting van J. Fritsche te Amsterdam en het voorstel tot verbetering van den weg UitgeestLimmen en deze verbetering op te dragen aan het hoogheemraadschap om in werkverschaffing uit te voeren, werden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Van Ged. Staten was bericht inge komen, dat het door het gemeentebestuur genomen besluit inzake de te hooge uit gaven voor administratie van de r.k. scholen in deze gemeente in hoogere in stantie geen kans van slagen heeft en dat de betreffende schoolbesturen in het gelijk zullen worden gesteld, reden, waarom Ged. Staten adviseerden het raadsbesluit alsnog in te trekken. B. en W, .waren van oordeel, dat het onbillij' is dat een dus danig hoog bedrag in rekening wordt ge bracht en adviseerden drarom het besluit niet in te trekken. Na eenlge discussie werd het voorstel van B. en W. aangenomen met 8 tegen 2 stemmen, die van de heeren van Montfoord en Klaver tegen. Een verzoek om vergoeding van spoor- gelden voor een leerling der r.k. Ulo school van A. van Eerden en een verzoek om ontheffing van straatbelasting door W. Noom te Markenbinnen, werden zonder hoofdelijke stemming ingewilligd. Een verordening betreffende het auto vervoer van personen werd vastgesteld en eenlge processen-verbaal van kasopneming werden voor kennisgeving aangenomen. Alzijdige harmonische, sportieve oefening om gezond en krachtig te blijven. H. L. O-'diplomal welke U overdag kwelt en 's nachts belet te slapen. Stop dien hoest direct, maar bedenk dat die hardnekkige hoest-buien alleen maar kunnen worden verdreven door een krachtig en doeltreffend werkend mid del: de nieuwe verstirkte Abdijsiroop. Abdijsiroop is vanoud* aan natuurlijk kruiden- middel, bereid uit oude beproefde geneeskruiden, welker verrassende werking op aandoeningen der ademhailnga-organen wordt erkend *n geroemd. Bovendien echtar la in de nieuw* Abdtjairoop nu nog toegevoegd de krachtigste hoest-bedwingen- de stof walk* er beataat, namelijk de „oodeïne". De nieuwe versterkte Akker's Abdijsiroop ver- eenigt dus nu in aich da xacht* maar grondige werking der geneeskruiden en de snelle seer krachtig* werking der codeïne en daarom noemt men Abdijsiroop..'s Warelda béate Hoest-siroop". Flacon 80 et.. fl.SO, f J.40, f4.90. Overat verkrijgbaar. Hoe grooter flacon, hoe voordeailgar het gebruik. Een pensioensgrondslag van den oud- burgemeester en een begrootingswijziging van het electrisch bedrijf gingen eveneens onder den hamer door. Mededeeling werd gedaan van een Inge komen schrijven vaan de afd. Uitgeest der Middenstandsvereeniging De Hanze, in houdende het verzoek om de inkoopen voor de gemeente zooveel mogelijk in de plaats zelve te doen. De voorzitter zei, dat aan dit verzoek reeds langen tijd wordt voldaan. Uit de gemeenterèkening voor 1935 is vastgesteld door Ged. Staten en werden tot leden van een commissie tot nazien der gemeenterekening 1936 benoemd de heeren Kingma, Twisk en Zaadnoordijk en van der Stok. Bij de rondvraag verzocht de heer van Montfoord of de politie zou willen toezien op het snelle rijden op den Middelweg. De voorzitter zei, dat zulks reeds gebeurt. Onlangs zijn op één>- dag 20 processen verbaal gemaakt. Wanneer ik het bekende werk van Ter HaarKeer, Onze Vlinders, doorblader, dan treft het mij dikwijls, dat bepaalde soorten zeldzaam of zelfs zeer zeldzaam voor ons land worden genoemd en in verband daar mee slechts enkele vindplaatsen worden op gesomd. Soest wordt daarbij meestal niet vermeld en toch kom ik in mijn woon plaats meermalen zeldzaam geheeten soor ten als vry gewone verschijningen tegen. Toch geloof ik niet, dat Soest in entomo logisch opzicht, vergeleken bij tal van an dere streken in ons land, waar de land- BChapsvoorwaarden vrijwel dezelfde zijn, bevoorrecht is. De waarneming van allerlei interessante vertegenwoordigers der schub- vleugelen is m.i. hoofdzakelijk te danken aan een stelselmatig en hardnekkig onder zoek. En wanneer dan bovendien het geluk nog een beetje dient, komt men voor een beperkt gebied tot een verrassend groot aantal soorten. Wanneer ik de door mij verzamelde vlin ders anderen toon, wordt mij meermalen gevraagd: „Waar heb je die allemaal ge kocht?" Het kost ml) dan dikwijls heel veel moeite den ondervrager duidelijk te maken, dat de collectie alleen bestaat uit exem plaren, gevangen by mij woning of verder op in de gemeente Soest. Ofschoon het aantal vlindersoorten in Ne derland aanmerkelijk veel grooter is dan dat der vogels, is het natuurlijk veel moei lijker geregelde ontmoetingen met hen te hebben dan met eenzelfde percentage der Nederlandsche vogels, omdat de insecten zich door hun kleinheid en het verborgene van hun leven niet zelden aan onze blikken onttrekken. Toch ontbreken er ook met be trekking tot de bestreiding onzer vogels nog altijd bepaalde gegevens, al kan niet worden ontkend, dat de steeds meer toe nemende belangstelling voor onze avifauna tot allerlei boeiende ontdekkingen heeft ge leid en veel licht heeft verspreid over de vaste en vlottende vogelbevolking van tal- loozen Nederlandsche terreinen. Toch valt er zelfs in ons eigen dicht bevolkte land nog veel op de sporen en wanneer heel Ne derland in een groot aantal gebieden werd „verdeeld", waarvan elk systematisch door bekwame vogel speurders werd gecontro leerd, zou men op nog menige verrassende vondst kunnen rekenen. ,Ondertusschen mag men er zich over ver heugen, dat de ernstige en geregelde waar nemingen, in sommige streken van ons land gedaan, reeds zijn vastgelegd in meer of minder uitvoerige publicaties. De club Hi- rundo kwam indertijd voor den dag met een lijst, die zich bezig houdt met de vogel soorten, welke in Gouda en den naasten omtrek voorkomen, terwijl het vierman schap Van Beusekom, Kooymans, Rutten en Tinbergen een schitterend en allengs ver maard geworden boek, met zeer bizondere illustraties, Het Vogeleiland, wijdde aan De Beer. Ook de door J. Vijverberg geschreven en bij W. L. en J, Brusse's Uitgevers- Maatschappy verschenen werkjes kunnen in hoofdzaak als ornithologische „streek"- boeken beschouwd, omdat zij veelal het vogelleven op Schouwen tot onderwerp hebben. Evenmin mag verzuimd worden de aandacht te vestigen op het kloeke en be langwekkende werk Texel, waarin J. Dry ver zich met de vogelwereld van genoemd eiland bezig houdt; elf jaar geleden publi ceerde P. A. Hen zijn Avifauna der Neder landsche provincie Limburg en dezer dagen verraste de afdeeling Amsterdam der Neder landsche Natuurhistorische Vereeniging de natuurvrienden met een geïllustreerd ver slag, getiteld Vogels van Amsterdam, waarin de opmerkelijke uitkomsten van drie jaren speuren en waarnemen In het hoofdstedelijk gebied zijn neergelegd. Speciaal wenschen wij ditmaal de aandacht te vragen voor een reeds van 1929 dateerende publicatie, die zich bezig houdt met de vogelwereld onzer residentie en haar omgeving: 's-Graven- hage als vogelstad, een werk, dat door W. Tolsma is geschreven. De schrijver is onder de vogelvrienden en vogelkenners een nog al merkwaardige en aparte figuur: hij heeft temperament en geestdrift is hem verre van vreemd; vooral de wettelijke bescherming onzer vogels heeft Tolsma's belangstelling en omdat men zijn voortvarendheid op dit gebied de maat regelen, die hij door de overheden gaarne zag genomen, geenszins steeds gelijken tred hielden, zijn zijn dagblad-artikelen niet zel den van meer of minder polemischen aard. Hij ontziet zich dan evenmin en dit is sympathiek, want het getuigt van moed en karakter vogelkundigen van naam, wier gezag in menig opzicht onbetwisbaar is, maar die vogelbescherming niet zoover wil len uitstrekken als Tijlsma dit doet, of die zich met diens tempo niet kunnen vereeni gen, te lijf te gaan. Ofschoon de schrijver, die wel nimmer tot éerelid der Club van Vogelkundigen zal worden benoemd, in 's-Gravenhage als vogelstad zyn beginselen geenszin» verloochend, kenmerkt zijn ge schrift een verrassende gematigdheid: de man met de wilde haren is naar de kapper gegaan en ziet er in net gezelschap nu even eens presentabel uit. In zekeren zin kan men dit betreuren; in zekeren zin kan mij zich hierover verheugen. De beheerachter vorm heeft het nu in elk geval mogelyk gemaakt dat de eerste afdeeling van het boek, die zich met de broedvogels bezig houdt niet minder dan vier en tachtig soorten in Den Haag zelf alsmede in zijn allernaaste omge ving als afzonderlijke uitgaaf het licht heeft gezien, om op de scholen in de resi dentie te worden gebruikt. Dit ia een niet te onderschatten winst, om dat op deze wyze de Haagsche jeugd op buitengewoon sympathieke wyze en onder deskundige leiding Tolsma toch spreekt met kennis van zaken nader wordt ge bracht tot één der boeiendste onderdeelen onzer fauna. Het kan niet anders, of de op deze wijze bij de jeugd gewekte belangstel ling moet leiden tot liefde voor de vogels en het natuurlijke uitvloeisel hiervan is hun daadkrachtige bescherming, waarvoor ook Tolsma zelf voortdurend met zooveel over tuiging en volhardendheid opkomt. Het is dan ook te hopen^dat het voorbeeld der Haagsche schoolautoriteiten in andere ge meenten navolging moge vinden, opdat overal in ons land het opkomende geslacht ervan doordrongen wordt, dat de vogels tot de verrukkelijkste wezens der aarde be- hooren, naar wie niet alleen onze weten schappelijke en aesthetische belangstelling behoort uit te gaan, maar tevens, wanneer zij in nood verkeeren, onze zorgzaamheid en deernis. De verschijning van Tolsma's boek, dat op onderhoudende wijze tientallen vogels de revue laat passeeren, van wie allerlei aar dige levensbizonderheden worden medege deeld, valt overigens alleen reeds toe te juichen om deze redenen, dat het ertoe bij kan dragen het sprookje voor goed uit de wereld te helpen, als zou de stedeling zich een rijkverscheiden natuurgenot per se moe ten ontzeggen. Tal van onze steden kunnen op een schitterend natuurschoon bogen en gewoonlijk weten de vogels den weg naar deze mooie oorden wel te vinden.. Onder- tusschen blijft het een feit, dat Den Haag en omgeving, vergeleken bij andere stads gemeenten, den vogelvrienden wel mede de beste waarnemingskansen biedt. Dit is te danken aan de bosschen en parken, de vijvers en andere waterpartijen en tevens aan de nabijheid van strand en zee. Boven dien wisselen in de buurt der stad de bos schen met d* weiden af en zoodoende zijn er allerlei voorwaarden geschapen voor de vestiging van vele vogelsoorten, terwijl ook allerlei trekkers Den Haag en zijn omstre ken in hun reisroute opnemen. Het Haagsche ornithologische streekboek nu, evenals de andere geschriften, die wij hoemden, mogen de voorlooper zijn van nog talrijke andere soortgelijke publicaties; alleen door een systematische bestudeering der vogelwereld in de meest uiteenloopen- de gedeelten van ons land kunnen de gege vens verkregen worden, die een zuiver beeld geven van de Nederlandsche vogel bevolking. RINKE TOLMAN. Het verloop op de Nederlandsche beurzen is een geheel andere dan dat op de andere internationale beurzen. Het gewapende conflict in het Verre Oosten doet zijn onmisken- baren invloed gevoelen. Gewijzigd reorganisatieschema van de Cultuur Maatschappij der Vorstenlanden. Stelt men het verloop op het meerendeel der internationale beurzen tegenover dat op de Ameterdamsche markt, dan treedt duidelijk naar voren, dat de Amsterdam- sche beurs om zoo te zeggen haar eigen weg gaat. Wat de New-Yorksche beurs be treft, schijnt het wel of zij niet meer uit haar stemming van apathie kan worden los gerukt. Wel heeft soms plotseling een niet onbeduidend koersherstel plaats, maar en kele dagen daarna valt de beurs toch meestal in haar loome itemming terug. Te verwonderen behoeft dit niet; het vertrou wen wil na de groote arbeidsconflicten nog maar steeds niet terugkeeren; bovendien zint de Amerikaansche regeering nog steeds op nieuwe maatregelen op elk gebied en de ervaring welke men daaromtrent tot nu toe heeft opgedaan wettigt de vree» dat zij alle zullen gaan in een steeds verder aan ban den leggen van de onbeperkte bewegings vrijheid van den ondernemer en zulks kan voor de financieel bij dergelijke bedrijven betrokkenen nimmer aanleiding zijn met veel vertrouwen hun gelden in deze onder nemingen te steken. Zoo blijkt de regeering toeh nog steeds haar strijd tegen het berucht# „hot money" niet te willen opgeven en naar verluidt, zou zij in de Januari-zitting van het con gres met een voorstel komen waarby de Federal Reserve Board zou worden ge machtigd om van de banken te eiachen, dat zij een speciaal hoog percentage van de buitenlandache deposito's by de Reserve Banks storten. Hierdoor zou echter alleen worden bereikt dat indien de buitenland- gche deposito's t.z.t. zouden worden opge vraagd, hierdoor geen extra zware druk op de geldmarkt zou ontstaan, omdat door de beoogde maatregelen een groot deel van de betreffende gelden in liquiden vorm bij de Reserve Banks aanwezig zou zijn. Voorts blijven ook de geruchten omtrent een be lasting op door buitenlanders te maken kapitaalwinst hardnekkig de ronde doen- Reeds meerdere malen wezen wy er op, dat het in dezen wel bij het voornemen zal moeten blijven, omdat het buitenlandsche bezit, voorzoover het niet onder bereik van den Amerikaanschen fiscus valt, alleen kan worden getroffen wanneer de belasting» aan de bron geheven kunnen worden. Ook de Parijsche beurs blijft een weinig opgewekt beeld vertoonen. Ook hier spelen evenals op de andere internationale beur zen, politieke factoren wel de eerste viool, zij het dan misschien niet in die mate als op de Londensche beurs, waarop welke de scherpe toespitsing van het Chineesch-Ja- pansche conflict, zeer sterk haar stempel drukt. Te begrijpen is dit overigen alles zins: Engelands directe belangen in China vertegenwoordigen een bedrag van om en nabij de 250.000.000, waarvan alleen reeds 180.000.000 is belegd in de stad, welke thans het centrum van de verwoestingen vormt, t.w. Sjanghai. De verbetering in den toestand in Fran- rijk schijnt ook al niet meer aan te houden getuige het feit dat de Fr arische Franc welke de laatste weken beduidend vaster ln de merkt lag, thans, wat de termijnnotee* ringen betreft weer flauw wordt genoteerd. En zulks niettegenstaande de offieieele ki- stantie's den termynkoers steunen doot zooveel mogelijk de aangeboden termen- francs op te nemen. Wat ons land betreft vallen twee zeer gunstige momenten te releveeren: Ten eerste de sterk verbeterde handelsbeweging en voorts de waarlijk enorme verbetering van 's Rijks middelen. Wat onze handelsbeweging betreét, deze vertoont voor de eerste 6 maanden van 1937 een verbetering ten opzichte ven de overeenkomstige periode van het vorige jaar van f 148 millioen. Een zelfde ver schijnsel kunnen we constateeren bij dep invoer. Hoewel deze procentueel niet in die mate toenam als onze uitvoer, was de abeo- lute stijging uiteraard grooter dan bij den uitvoer, omdat onze invoer zich nu eenmeel op een veel hooger niveau beweegt. De in voer vermeerderde dan ook met 214 mQ- lioen; m.a.w. onze betalingsbalans ver slechterde in deze periode ten opzichte van het vorige jaar met 86 millioen. Wél nie mand, die nog niet het geheele geloof in da waarde van het invoer- en uitvoer argu ment heeft verloren, zal dit feit betreuren. Integendeel, een dergelijke gang van zaken past volkomen bü de structuur van onze nationale economie, terwijl uit zuiver beta lingsbalansoogpunt de vermeerdering van ons Importoverschot ook daarom zoomaar moet worden toegejuicht, omdat hierdoor een welkom tegenwicht wordt gevormd tegen den toch reeds zoo grooten goudtoe voer naar ons land. Het tweede verblijdende symptoom vormt de reeds genoemde aanmerkelijke verbete ring van de budgetpositie. Voor de maand Juli toch blijken de ontvangsten niet minde* dan ƒ15 millioen hooger te liggen dan in de zelfde mand van het vorige jaar en de totale verbetering over de eerste 7 maanden kan thans reeds veilig op een goede f 50 millioen worden geschat. Geen wonder dan ook dat de vlottende schuld van het Rijk welke nog niet zoo heel lang geleden nog ca. 600 millioen bedroeg thans reeds bijna is gehalveerd, al zij daarbij aanstonds aan- geteekend dat verreweg het grootste ge deelte van de verbeterde budgetpositie op rekening komt van het snel inloopen door het gouvernement van Nederlandsch-IndHÉ op het destijds door Nederland toegestane voorschot, hetwelk een oogenblik zelfs da enorme hoogte van 350.000.000 had b#« reikt. Thans mag de kolonie zich er in ver heugen, dat de schuld op enkele tientallen millioenen guldens na geheel is afbetaald. Om thans tot de Amsterdamsche beu** terug te keeren: deze vertoonde in de afge- loopen week een zeer levendig beeld, waar bij echter ook ditmaal scheepvaart waarden uiteraard op den voorgrond stonden. Uiter aard, omdat we door de Chineeseh-Japan- sche verwikkelingen, welke thans zeer dui delijk het karakter van een oorlog gaan dragen, voor de scheepvaart een vrijwel analoge ontwikkeling mogen verwachten als ten tijde van het Italiaansch-Abessini- sche conflict. Ook toen demonstreerde zich' reeds spoedig een tekort aan tonnenmaat. Speciaal voor Japan is de behoefte aan schepen momenteel zeer acuut En waar een groot deel van de schepen van het lijn- en wildevaartbedrijf thans in dienst zijn ge» HeuiUetoH Naar het Engelsch A A "T" van PAUL TRENT L/ M I dooi J. SCHOUTEN l\ in 1») Een half uur daarna reed de inspecteur, gekleed in een keurige uniform, in een groote limousine naar een rustig café in Mayfair, Eerst parkeerde hy zyn auto in een steegje in de buurt cn toen slenterde hij de bar binnen. De mannen, die daar iets zaten te drinken zagen er allen zeer respectabel uit, daar het meerendeel be stond uit bedienden van de deftige huizen Uit de buurt en Graves bestelde iets t# drinken. Het duurde niet lang, of hy nam deel aan de conversatie en men beschouw de hem inderdaad als een bijzonder keurig gekleeden chauffeur, dien hij voorgaf te 2Ün. Het duurde echter nog ruim een uur voor de man, dien hij verwachtte, ver scheen. Het was een zelfverzekerde jonge "jan, die nonchalant groette, terwijl hij ging zitten en iets te drinken bestelde. -Wat willen jullie drinken, jongens?" vzoag hij, en keek erloops naar Graves Hè een nieuweling. Wat zal het zijn?" „Een whisky-soda, graag", antwoordde de inspecteur onmiddellijk. HOOFDSTUK VI. Desbrook kwam spoedig tot de ontdek king, dat het nutteloos zou zijn, te probee- ren met geweld uit zijn gevangenis te ont snappen, want de hut was een ware vesting. Waarom had Grafton hem gevangen lïten nemen? Er bestond slechts één antwoord op deze vraag het was duidelijk, dat hij tot de ontdekking moest zijn gekomen met welk doel zijn secretaris bij hem in dienst gekomen was. Ralph had van het begin af aan geweten, dat hij voortdurend de kans liep herkend te worden, maar hij had be sloten het er op te wagen. Wat stond hem nu te wachten? Grafton kende niet al te veel waarde toe aan het leven van zyn medemenschen, hij moest op alles voorbe reid zijn. De deur werd geopend en kapitein Broek- dorf verscheen, met zijn revolver in de hand. „Hier is een pyama voor u. De steward zal' u morgenochtend wel scheer-gerei brengen. Ik zou me maar geen ongepaste vrijheden met hem veroorlooven, als ik u was, want Taylor is een stevige klant en hij kent zyn bevelen. Waarom geeft u uw woord niet? Dan kon ik u aan boord uw gang laten gaan en u zou een veel pretti ger leventje hebben", zei Brockdorf. U kent mijn antwoord. Wat bent u van plan met mij uit te voeren? vroeg Des brook norsch. ,Ik heb er geen flauw idee van. Ik ben alleen maar een werktuig jn de handen van Grafton. Ik weet niets van zijn plannen af. Hij betaalt mij goed en ik voer zijn bevelen zoo goed mogelijk uit. Dat is alles. Om u de waarheid te zeggen, heb ik niet veel last van nieuwsgierigheid. Hoe heeft u het zoo met den baas aan den stok gekregen?" „Weet u wat voor soort werk ik in Rus land deed, toen wij elkaar daar ontmoet ten?" „Toen u mü het leven redde, was u bij den Engelschen geheimen denst. denk ik. Dus Grafton heeft ontdekt, dat u hem op het spoor was, en dacht dat het veiliger zou zijn om u op te bergen. Dat kan ik hem niet kwalijk nemen, wetend wat u voor iemand bent. Wilt u mij niet eens vertellen wat er gebeurd is? Misschien kan ik u een goeden raad geven. Ik ben er de man niet naar om een mij bewezen dienst gauw te vergeten en als ik u op de een of andere manier kan helpen, zal ik het niet laten. Als ik den plicht tegenover den man, die mij betaalt, tenminste niet behoef te ver zaken", zei Brockdorf kalm. „Ik veronderstel, dat u weet, dat Grafton een van de grootste schurken Is, de er be staan?" „Ik heb wel verhalen over hem gehoord, maar ik geloof niet alles wat ik hoor. Hij is altijd eerlijk tegenover mij geweest en heeft me fatsoenlijk behandeld". „Ik begrijp wel, dat hy ook zijn goede zijde heeft. Vertal me eens, heeft u nog an dere gevangenen aan boord?" „De Emerald heeft veel gasten gehad", antwoordde Brockdorf droogjes. „En kort geleden nog een Russischen groothertog, niet?" „U zult van mij niets te weten komen, vriend. U ziet er vermoeid uit. Ik zal u niet langer uit uw bed houden. Goeden nacht, mijn waarde", zei Brocdorf en vertrok met een vriendelijken glimlach op zyn gezicht. Desbrook was gewoon, als hij in gevaar verkeerde, ieder rustig oogenblik te benut ten om te slapen en hij ontkleedde zich snel, maar hy bleef nog een poos wakker liggen, zinnend op een uitweg. Hij zag wel in, dat het geen nut had de verzenen tegen de prikkel» te slaan en het eenige wat hem te doen stond was de komende ge beurtenissen met het grootst mogelijke ge duld af te wachten. Wat zou Jane wel denken van zyn plotselinge verdwijning? Waarschijnlijk zou zij zich niet ongerust maken, want Grafton zou wel een aanne melijke reden voor zijn vertrek hebben op gegeven. Eindelijk viel hij in slaap en werd niet wakker, voordat de steward hem den vol genden morgen zijn thee kwam brengen. Teylor was een forsch man, van ongeveer dertig jaar, gemelijk en zwijgzaam, die de hem gestelde vragen zoo kort mogelijk be antwoordde en, ongevraagd, geen enkele opmerking maakte. „Jij bent bij de marine geweest sprak Desbrook met overtuiging. „Ja, mijnheer", klonk het onwillige ant woord. „Heb je niet onder mij gediend?" „Ik geloof het niet, mijnheer". „Ben je niet op de Albatroe geweest?" „Wilt u nu uw bad nemen?" „Dus het is mij toegestaan een bad te nemen?" zei Ralph glimlachend. „De badkamer is hier naast en ik zal op de gang wachten, voor het geval, dat u mij noodig heeft", antwoordde Taylor kalm. Desbrook nam een bad en kleedde zich aan. Even later kwam kapitein Brockdorf zijn hut binnen en ging, vriendelijk glim lachend, zitten. Hy haalde een handvol si garen te voorschijn en wierp ze op het bed. „Ze zullen u wel smaken. Wel, captain, ik heb er nog eens over nagedacht en ik zou u graag een dienst bewijzen, als ik dat kon". „Er is maar één goeie dienst, dien u nvt bewijzen kunt en het is mij vry te laten", zei Desbrook rustig. „Ik heb u al uitgelegd, dat dat onmoge lijk is". „Geef me een kans om te ontvluchten. U zou het zoo kunnen ensceneeren, dat Grafton u er niet verantwoordelijk voor kan stellen". „Grafton is er de man niet naar, om een excuus aan te nemen, al is het nog zoo billijk. Ik wil al het mogelijke doen om u te helpen, zoolang ik er mijn haehje niet aan waag. Als ik u liet ontvluchten, zou ik mijn straf gauw te pakken hebben. Ik zou een lijk zijn binnen een uur nadat de baa* gehoord had, dat u ontsnapt waa", ver klaarde Brockdorf droogjes. „Bedoelt u, het Grafton u in koeien bloe de zou vermoorden?" „Hij zou het geen vermoorden noemen. Hij zou zeggen, dat ik mijn gerechte straf kreeg". „Hecht hy geen waarde aan het leven van een mensch?" „In het minst niet, als dat mensch rijn plannen in de war stuurde. Als ik u een raad mag geven, accepteer dan zijn voor waarden, welke deze ook zyn mogen. Ik zeg u dit als vriend, went ik kan niet ver geten, wat ik aan u verschuldigd ben. Zal ik me met hem in verbinding stellen en hem laten weten, dat u bereid bent op vriendschappelyken voet met hem te on derhandelen?" (Wordt vervplgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 11