QE JOUDEN fand- ett Jmm&ouw Radionieuws JUMicaties Ümitteton Financieel Overzicht. Geef voor dien bloffenden hoest dodelijk Akker's Abdijsiroop. Per flacon 90 cent en f. 1.50 EGMOND BINNEN Het behoeft geen kinkhoest te rijn, maar een kinderhoest moet niet verwaarloosd worden. Waarom Uw kind noodeloos te laten lijden. Waarom soudl Ge niet juist nog op tijd het beste en meest krachtige middel geven. Dal middel is toch Akker's Abdij siroop, die reeds roovelen geholpen heeft 1 Heeft Uw kindje het benauwd Slaapt het 's nachts niet door hoesten, kuchen of piepen op het borstje? Abdijsiroop xal Uw iina helpen, die slijm losmaken, de hoest rijp maken en stoppen. En morgen liet Ge niet meer de traantjes in de oogen door dat afmattend hoesten. De afmatting van de ademhalingsorganen is weggenomen, de ademhaling zal weer ruim en diep zijn. Donderdagavond kwam de raad dezer gemeente in vergadering bijeen. Tegenwoor dig waren alle leden. De voorstellen van B. en W. tot conversie- en tot verlaging der rente voor verschillen de geldleeningen werden aanvaard. Hier door wordt de rente van drie geldleeningen verlaagd tot 3% en 4 geldleeningen tot 3»/, Van Ged. Staten was voorts bericht bin nen gekomen, houdende goedkeuring der gemeentebegrooting dienstjaar 1936. Even eens werden van genoemd college goedge keurd terug ontvangen de derde suppl. be- grooting 1936, de verordening op de heffing van schoolgeld en de verordening op de heffing van opcenten op de gemeentefonds' belasting. Aangaande de begrooting 1937 merkten Ged. Staten op, dat indien de gemeente de door de begrootingscommissie voorge schreven bemerkingen in de begrooting aanbracht, het tekort op de begrooting dan beperkt kunnen worden tot 10.100. Voorts had de regeering nog niet beslist ia hoeverre voorschotten, in de plaats van bijdragen a fonds-perdu zullen verstrekt kunnen worden. Zoodra dit het geval was, zouden Ged. Staten het bedrag berekenen, dat vermoedelijk als bijzondere bijdrage uit het Werkloosheidssubsidiefonds ter ge- heele of gedeeltelijke dekking van genoemd tekort zal worden verstrekt. De voorzitter deelde mede, dat, indien de wijzigingen zullen zijn aangebracht, er nog 700 geheel ongedekt zal blijven. Een bij zondere bijdrage zal derhalve noodig zijn. Hierna werden B. en W. gemachtigd, de wijzigingen in de begrooting van 1937 aan te brengen. De voorzitter deelde hierna mede, dat door de automatiseering der telefoon het bovengrondsche net moet verdwijnen. De radio-distribuant J. H. Kareis alhier heeft het echter kunnen overnemen, onder voor waarde, dat hij dan de geheele gemeente van radio-distributie zal dienen te voor zien. B. en W. stelden voor de oude vergun ning van J. H. Kareis in te trekken, en hem een nieuwe vergunning te verleenen, waar in zekere eischen van den minister van binnenlandsche zaken zijn opgenomen. Al dus werd besloten na eenige discussie. Bij ministerieele beschikking werden de extra- en de belastingbij dragen resp. vast gesteld op 1322,40 en 2355, beiden be treffende het dienstjaar 1936. Aangezien deze bedragen na 30 Juni 1937 ont vangen werden, mogen zij niet meer in de rekening 1936 worden opgenomen, met als gevolg, dat die rekening daardoor een na- deelig slot zal opleveren van pl.m. 7000. Hierna werd de 4e suppletoire begrooting, dienstjaar 1936, vastgesteld. Kampeeren. De voorzitter deelde mede, dat voor schriften aangaande 't kampeeren in deze gemeente noodig worden. Zooals de toe stand thans is, is het niet goed. Het is niet de bedoeling het kampeeren te verbieden, doch daarin ordening te brengen. Het ge meentebestuur moet voor den goeden gang van zaken weten, wie er in de gemeente komt kampeeren. Om dit te weten te komen, zal er een ver gunning van B. en W. vereischt moeten worden, welke tevens worden afgegeven tot wederopzegging. Zij zullen slechts een ge ringen prijs van b.v. 0.20 voor een geheel seizoen moeten kosten. De heer Zentveld vroeg of ook de parti culieren, die kampeerders op hun terrein toelaten, een vergunning moeten hebben. De voorzitter beantwoordde dit ontken nend. Alleen zij, die komen kampeeren, zullen een vergunning noodig hebben. De heer Simons vroeg, of ook op de klee ding gelet zal worden, opdat de kampeer ders op particuliere gronden niet daarin vrij zyn. De voorzitter zeide, dat dit inderdaad het geval zal zijn. Het gemeentebestuur heeft daarvoor als wapen het tot wederopzeggens verleenen van elke vergunning. Hierna werd besloten tot de vaststelling eener verordening, regelende het kampee ren in de gemeente Egmond-Binnen. De openbare lagere school blijft. Aangaande dit punt, deelde de voorzitter mede, dat volgens de nieuwe wijzigingen der Lager Onderwijswet in deze gemeente de openbare lagere school opgeheven zal moeten worden, op grond dat zij minder dan 50 leerlingen telt. Indien de openbare school echter in stand wil blijven, zal haar in standhouding moeten gevorderd worden. Alsdan zal de raad een besluit moeten nemen tot handhaving. Dit besluit behoeft echter de goedkeuring van Ged. Staten. De heer Simons achtte instandhouding niet meer dan billijk. Het bijzonder onder wijs is vrij, ook het openbaar onderwijs moet vrij blijven. Bovendien zal de ophef fing voor de gemeente duur te staan ko men, daar in dat geval de gemeente veel aan vervoerkosten zal moeten besteden. Hierna werd tot handhaving er openbare lagere school besloten. Ter sprake werd gebracht de toestand van de woning van 't hoofd der openbare school. De voorzitter zeide, dat de woning vele gebreken heeft. De gemeente-opzichter is van oordeel, dat er voor pl.m. 3000 aan verbouwd zal dienen te worden. En of het dan geheel in orde is, wordt nog door hem betwijfeld. Misschien is 't beter 't huis tegen den grond te gooien en een nieuw te bouwen. Intusschen dient er eerst afgewacht te worden, of de school zal blijven bestaan en verder hoe 't dan met 't plan van de pro vincie afloopt. Werkverschaffing. Nadat de voorzitter eenige mededeelingen had gedaan omtrent de werkverschaffings objecten, vroeg de heer Simons, of er geen werkverschaffingsobject in eigen gemeente op touw gezet kan worden, b.v. de verbe tering van verschillende wegen alhier. De toestand van sommige wegen maakt dat wel noodig. De voorzitter antwoordde, dat de ge meente dan met een plan moet komen bij den minister. Zoo'n plan in elkaar te zetten is zeer moeilijk. De gemeente-opzichter zag er ten minste geen kans toe. De heer de Reep vroeg, hoe 't met de slechting der wallen van den St. Adelber- tusweg staat. De voorzitter zeide, dat hij de eigenaren heeft aangeschreven. Twee hunner keuren het goed. Eén weigert, op grond van verlies van natuurschoon, waarmede enkele raads leden accoord gaan. En een ander heeft nog geen antwoord ingezonden. Hierna vroeg de voorzitter, of de raad er in toestemt, dat den minister verzocht wordt de baggerregeling en de diepspit- regeling in November weer in werking te doen treden. Dit voorstel werd aangenomen. Daarna stelde de voorzitter voor, den administrateur van het gasbedrijf voor vast te benoemen. Besloten was hem op een proeftijd aan te nemen van drie maanden. Deze proeftijd is nu om. De heer Apeldoorn vond 't gevaarlijk, 't Bedrijf is niet rendabeL De voorzitter zei, dat het inderdaad zoo is, dat het bedrijf niet rendabel is. De heer de Waard wilde de benoeming zien gedaan. De voorzitter merkte op, dat dit niet gaat; de wet kent alleen tijdelijke of vaste ambtenaren. Het tijdelijke is nu voorbij, nu moet de vaste aanstelling volgen. Na eenige discussie werd besloten, de ad ministrateur voor vast aan te stellen. Voor den tuinbouwcursus, gedurende de laatste twee winters gehouden, was te Egmond-Binnen het patronaatsgebouw ge huurd moeten worden, waarvan de huur 30 per winter bedroeg. Besloten werd een subsidie daarvoor te verleenen. Rondvraag. De heer Simons vroeg om inzending van een adres, via de Vereeniging van Neder- landsche Gemeenten, aan den minister om kindertoeslag voor arbeiders in de werk verschaffing. De voorzitter zei, dat dan de grondloonen verlaagd zullen worden, waardoor de ar beiders zonder kinderen gedupeerd zullen worden. Bovendien zal door de invoering van den kindertoeslag een werklooze met veel kinderen, ongeveer tot een loon kunnen komen van 18; en dit zal weer in botsing komen met 't loon in 't vrije bedrijf, welk loon toch de maatstaf dient te blijven. Dezelfde spreker vroeg, of de toestand van den nieuwen weg zoo blijft. De voorz. zeide van neen. De bestaande toestand is een tijdelijke, voor dezen zomer slechts. Tenslotte informeerde genoemde spr. naar de afwatering van dien nieuwen weg. De voorzitter deelde mede, dat de inge nieur van den Waterstaat er bij geweest is. Deze heeft echter nog geen advies gegeven. Wel komt er een riool, doch alleen onder den weg. Voor de eigenaren der perceelen, die aan dien nieuwen weg belenden, zal niet gezorgd worden. Die hebben de aan bieding, hun gedaan, voorbij laten gaan. De heer Simons zei, dat de polder (De Oningepolderde landen) daarvoor zorg had moeten dragen. Nadat de voorzitter de stellers der vragen de toezegging had gedaan, 't zijne voor één en ander te zullen doen, ging de raad in geheime zitting over. UITVOER VAN VARKENS. De heer van der Weijden heeft tot den minister van economische zaken de volgen de vragen gericht: Is het waar, dat de veehouderij-centrale aan een bepaalde firma voor uitvoer naar Zwitserland, 6.632 varkens van bijzondere kwaliteit heeft geleverd voor 22 procent minder dan aan anderen werd berekend, en zoo ja, welke firma was dit? Indien deze vraag in bevestigenden zin moet worden beantwoord, was deze gefor ceerde uitvoer voor aeer lage prijzen dan naar 's ministers oordeel verantwoord, waar toen reeds gemakkelijk te voorzien was, dat het spek-contingent naar Duitschland voor hoogere prijzen niet ten volle ge leverd zou kunnen worden? Is de minister bereid mede te deelen, welke overwegingen hebben doen besluiten tot bedoelde transactie, waarbij ten voor- deele van een bepaalde firma van algemeen geldende regelen is afgeweken? RADIO-AMATEURISME. Proeven op 5 meter golflengte. Heden en morgen organiseert de Neder- landsche Vereeniging voor Internationaal Radioamateurisme (N.V.I.R.) een belang rijke proef op 5 metergebied. Op die dagen zullen namelijk een groot aantal deelnemers in verschillende deelen van ons land trachten met elkander in ver binding te komen op deze zeer korte golf lengte. Zooals bekend mag worden veron dersteld, planten de golven beneden 10 meter golflengte zich in theorie uitsluitend voort in rechte lijn; zij worden dus niet, zooals de golven van langere golflengte, ge reflecteerd door de heaviside laag, maar door deze laag geabsorbeerd, zoodat, vol gens deze theorie, ontvangst alleen moge lijk is, indien zend- en ontvangantenne „el kander kunnen zien". De practyk heeft echter aangetoond, dat deze theorie niet altijd opgaat. In Amerika hebben amateurs op 5 meter reeds belangrijke afstanden overbrugd, terwijl bij de vorige 5 meter proeven der N.V.I.R. ook merkwaardige resultaten zijn bereikt; o.a. werd een sta tion, gelegen in Vaals, gehoord op Schier monnikoog, een afstand van circa 300 K.M. Aangemoedigd door deze belangwekkende resultaten, heeft de N.V.I.R. de dit jaar te houden proeven op groote schaal opgezet en daartoe de medewerking verzocht en ver kregen van haar zustervereenigen in België, Frankrijk, Zwitserland, Engeland en Dene marken (in Duitschland is de 5 meter-band nie voor amateurs beschikbaar). Een proef van een dergelijke grootte op 5 meter-ge bied is in Europa nog niet gehouden. Met belangstelling worden derhalve ons land, maar ook in de medewerkende landen. Rapporten over deze proeven, ook van niet-leden der N.V.I.R., worden gaarne ont vangen aan het secretariaa der vereeniging, postbus 150, Den Haag. De proeven vangen aan Zaterdag 28 Au gustus te 16 uur en eindigen Zondag 29 Augustus te 18 uur A.Z.T. HINDERWET. Bij besluit van 27 Augustus 1937 is aan den heer J. Met Jr., alhier, vergunning ver leend tot het oprichten van een smederij, met plaatsing daarin van twee electromoto- ren, resp. van 2 en pl.m. Yi P.K., tot aan drijving van diverse machines en werktui gen in het perceel Nieuwpoortslaan nr. 69, alhier. Alkmaar, 28 Augustus 1937. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, H. KLAVER, lo.-Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. Weinig bemoedigend verloop op de New-Yorksche beurs. De gestaf felde ren voor de hypotheekbanken. Emissie van de Norsk Hydro. De economische activiteit welke in het Amerikaansche bedrijfsleven nog steeds valt waar te nemen, staat wel in scherp contrast met de berichten welke men over de Amerikaansche beurs verneemt en het is dan ook geen wonder dat deze een bui tengewoon weinig geanimeerd beeld blijft te zien geven. Vrijwel iederen dag komt New-York lager ai en de kleine koersver- beteringen welke soms te zien zijn, worden meestentijds den daaropvolger.den dag al weer door een sterkere daling ingehaald. Desondanks raamt het bekende weekblad „Iron Age" de gemiddelde staalproductie in de afgeloopen week weer op 83 een percentage dat ongetwijfeld zeer bevredi gend mag worden genoemd. Zooals wij te dezer plaatse reeds eerder uiteenzetten zijn het dan ook niet zoozeer de economische dan wel de politieke factoren welke dit on gunstig verloop in de hand werken en die maken dat sommige Amerikaansche fondsen in de afgeloopen week den laagsten stand van het jaar registreerden. Van de politieke factoren zijn het vn.1. die van binnenland- schen aard welke alles overstemmen, hoe wel het natuurlijk duidelijk is dat de steeds grootere spanning in het Verre Oosten, ook al legt de Amerikaansche regeering een buitengewone gedesinteresseerdheid aan den dag, haar stempel drukken. Van belang zal het zijn af te wachten of de Amerikaan sche regeering in deze houding kan blijven volharden wanneer het inderdaad tot een „oorlog" tusschen China en Japan mocht komen. Naar men weet is daar nog steeds geen sprake van ten bewijze waarvan wordt aangevoerd dat de Chineesche am bassadeur te Tokio nog steeds niet is terug geroepen en in contact blijft met de Japan- sche autoriteiten. Dat deze geheele toestand intusschen een verlammenden invloed op de handelsbeweging van beide landen moet hebben, spreekt van zelf. En het lijkt wel niet te veel gezegd dat Japan het grootste nadeel hiervan zal ondervinden. De goud verschepingen van dit land naar Amerika, ten einde kas te maken, duren nog onafge broken voort en de tijd zal niet ver meer zijn dat het land nog slechts door een zeer rigoureuse deviezen-restrictie in staat zal blijken de waarde van zijn ruilmiddel eeni- germate op peil te houden. Tiouwens reed3 lang voor de Japansch-Chineesche verwik- kelingen was het land economisch gesproken „au bout de son latin" van wege de defici- taire budgetpolitiek der regeering, die in haar streven om het militaire apparaat op permachtig te maken, het circulatiecrediet dienstbaar maakte aan de behoeften van den Staat. Tot de factoren van binnenlandschen politieken aard in Amerika kan men reke nen de blijvende onzekerheid omtrent het geen de regeering met betrekking tot het bedrijfsleven nog in het vet heeft; maar dat men op iets dient voorbereid te zijn wan neer het congres in November in buitenge wone zitting bijeen zal komen, staat wel vast. Zooals algemeen werd verwacht, heeft de voorzitter van de C.I.O. zich eindelijk op het terrein van de politiek begeven. In ds tot het hem vanwege de socialistische par ty van den staat New-York, gerichte uitnoo- diging wordt de wensch uitgesproken, dat Lewis een arbeiders- en boerenpartij zal stichten, welke bij de presidentsverkiezin gen van 1940 met een candidaat zal uitko men. Hiermede wordt de nieuw te stichten partij dus het politieke instrument van de C.I.O. Opmerkelijk is dat eindelijk, na vele jaren, van de zijde van het Amerikaansche bedrijfsleven een grooter beroep op de ban ken wordt gedaan om bedrijfscredieten. En in dit licht moet men ook bezien de ver laging van het disconto van enkele belang rijke reserve-banks met tot 1M waar door dit b.v. voor New-York is geko men op het laagste niveau dat ooit werd waargenomen sedert de Reserve Banks werden opgericht. Hieruit blijkt dus wel dat de regeering ondanks alles ook dus by gestegen credietvraag het rente-niveau laag wil houden. Voor de Amerikaansche banken als geheel kon deze politiek in zoo verre wel eens verstrekkende gevolgen hebben, dat hierdoor een steeds grooter stre ven naar concolidatie waarneembaar wordt. Immers juist de gedecentraliseerdheid van het syseem maakt dat vele banken feitelijk haar bestaansrecht hebben verloren; zij moeten met zeer geringe rente genoegen nemen, terwijl anderzijds hare dekkingsver plichtingen bij de Reserve banks zeer hoog zyn. Men voelt hier ook het dualistische in de geheele Amerikaansche monetaire politiek; eenerzijds wil de regeering een inflatie tegengaan getuige haar beperkende bepalingen op het gebied van de dekkings verplichtingen van de banken; anderzijds eischt zij dat met de politiek van goedkoop geld, welke zich natuurlijk ten volle aan sluit bij de financieele behoeften van den Staat, wordt voortgegaan. Deze politiek zou echter met zich brenen dat de banken zoo vrij mogelijk zijn ten aanzien van de be stemming harer gelden. Hier te lande begint men zich allengs vertrouwd te maken met de idee dat het niet langer mogelijk zal zijn het 3 rente type tegen te houden; ook niet door een grootere belangstelling van de zijde van het beleggend publiek voor aandeelen. De 3 staatsleening 1936 noteert eenige procenten boven pari hetgeen ook het geval is met enkele prima provinciën. Opmerkelijk is echter dat de 3 pCt. 14 millioen groote conversieleening den Haag, waarover wij de vorige week schreven, niet die ontvangst is te beurt gevallen, welke men zich daaromtrent algemeen had voorge steld. Het vraagstuk van den z.g. „gestaffel- den rentevoet", d.w.z. de vraag of in de toe komst leeningscontracten een clausule moe ten bevatten waarbij de mogelijkheid wordt opengelaten, na zekeren tijd een hoogere rente te eischen, b.v. na 5 jaren 3% pCt. en na 10 jaren 4 pCt., ten einde langs dezen weg den houder schadeloos te stellen voor eventueele kapitaalsverliezen voortvloeiende uit een stijgende rentestand na het afsluiten der leening, staat nog steeds in het middel punt der belangstelling. Terecht heeft dit probleem de meeste beteekenis voor den particulieren belegger. Voor hem ligt het bezwaar zoowel bij de dalende inkomsten als bij het kapitaalsverlies welke laatste factor voor de groote geldbeleggende instellingen als levensverzekeringmaatschappijen en spaarbanken natuurlijk niet spreekt, althans lang niet in die mate. Voor de hypotheekbanken ligt de zaak Naar het Engelsch van PAUL TRÊNT door J. SCHOUTEN 21) HOOFDSTUK VIII. Desbrook zat naast Jane, met prinses Nadine aan zijn andere zijde. Het was een ronde tafel en Grafton zat naast Jane. „Ik hoop, dat u een prettige reis gehad beeft", vroeg de prinses aan Desbrook. Sir Charles, die naast haar zat, boog zich voorover en sprak Rulph aan. „Ik hoor, dat u naar het vasteland ge weest bent", merkte hij op. „Ik ben een paar dagen op reis geweest", klonk het ontwijkende antwoord. „U weet het natuurlijk al van Fraser? Hij was een vriend van u, nietwaar?" vervolgde de commissaris. „Ja, wy hebben op dezelfde boot gevaren. Heeft u eenig idee wat er met hem gebeurd kan zijn?" „Wij hebben gehoord, dat hij waardevolle obligaties bij zich had, ten tijde van zijn verdwijning. Het lijkt een geval van be- rooving." „Ik weet, dat hij obligaties by zich had, want hy vertelde het mij. Ik waarschuwde hem, dat het dwaasheid was, ze by zich te dragen, maar hy nam geen notitie van wat ik zei", viel de Prinses in. „Wat voor een soort man is hij?" vroeg sir Charles. De vraag was tot Desbrook gericht, maar het was Jane, die haar beantwoordde. „Bill is een beste jongen. Alleen den laatsten tijd, nadat hij het fortuin van oom geërfd heeft, is hij een beetje roekeloos geweest. Ik begon my bezorgd over hem te maken, juist voordat hy verdween." „Ik geloof zeker, dat mr. Fraser over een paar dagen vroolijk en wel te voorschijn zal komen. Ik kreeg den indruk, dat hij 'n jon geman is, die best op zichzelf kan passen. Wij hebben ons ook ongerust gemaakt over Captain Desbrook, maar zooals je ziet, is hij weer veilig in ons midden teruggekeerd. Waarschijnlijk heeft uw broer een even ge gronde reden voor zijn afwezigheid als cap tain Desbrook dit had" zei prinses Nadine glimlachend. „Maar Bill heeft zoo'n groote som geld bij zich. Daarom vrees ik, dat er misdaad in het spel is." Grafton boog zich naar Jane over. „U moet vanavond niet meer aan uw broer denken. Ik zou graag zien, dat u zich amuseerde. Ik verzeker u, dat u binnen een paar uur uw broer zult terugzien", deelde hij haar rustig mee. „Meent u dat werkelijk?" riep ze ver heugd. „Ik meen gewoonlijk wat ik zeg". „Dan geloof ik, dat u uw belofte zult houden en ik zal zooveel mogelijk van alles genieten." De prinses had naar Grafton's woorden geluisterd en wierp hem snel 'n vragenden blik toe, dien hy echter niet opmerkte. Het diner duurde niet lang en toen de koffie geserveerd werd, begonnen eenigen van hen te dansen. Desbrook voerde onmiddellijk Jane weg en zij zuchtte van tevredenheid, toen hij zijn arm om haar heen sloeg en zij begonnen te fox-trotten. „Oh, lieveling, ik heb me zoo ongelukkig gevoeld. Ik dacht, dat ik je voor altijd ver loren had. Inspecteur Graves zal wel ver baasd zijn als hij hoort, dat je terug bent. Hij is zoo vriendelijk voor mij geweest, dat ik heusch vind, dat ik hem even moet op bellen om hem te laten weten dat je terug bent", zei Jane en hield op met dansen, toen zij bij de deur kwamen. „Vind je, dat het noodig is? Zyn chef is hier bij ons, het is toch wel voldoende, dat hij het weet, denk ik". „Maar hij en ik zijn vandaag naar het jacht van mr. Grafton geweest en „Oh, dat wist ik niet. Hoe kwam Graves erby, jou daar naar toe mee te nemen? Het was voor jou niet van gevaar ontbloot. Jane, ik wou, dat je rustig thuis bleef wachten, wat er ook gebeuren mag. Ik moet Londen al weer heel gauw verlaten. De mogelijkheid bestaat, dat ik geruimen tijd wegblijf en niet in staat zal zijn je te schrijven. En ik zal geen rust hebben, als ik moet denken, dat jij je in allerlei avon turen stort. Laten we in de lounge gaan z^*en' moet met je praten en dit is misschien onze laatste kans", zei hy op ge spannen toon. „Onzin. Wij hebben nog den heelen avond voor ons en ik ben niet van plan met iemand anders te dansen", zei ze beslist. „Je bent niet heelemaal vrij om te doen of te laten wat je wilt, liefste. Grafton is je gastheer en de meeste menschen doen wat hij wil". „Ralph, ik wou, dat je ophield met voor hem te werken. Ik ben er zeker van, dat hy door en door slecht is. Ik vertrouw hem niet. Dien hem vanavond nog je ontslag in", zei ze heftig. „Zoo eenvoudig gaat dat niet". „Het is de eerste gunst, die ik aan je vraag. Ik vraag je in allen ernst, van avond nog je connecties met hem te ver breken. „Ik begrijp niet hoe je jezelf zoo kunt vernederen, met voor zoo'n man te willen werken. Tenslotte is geld toch niet alles. Als je het voor mij doet, laat ik je dan zeggen, dat ik niets om weelde geef. Zoo lang ik jou maar heb, ben ik volmaakt ge lukkig". „Het is lief van je, om dat te zeggen, lieveling". „Maar ik ben bang om je te verliezen en ik geloof, dat je in gevaar verkeert. In specteur Graves denkt „Het kan me niets schelen wat hij denkt en hij is een groote idioot om tegen jou over mij te praten. Ik wou, dat hij zich met zijn eigen zaken bemoeide", riep Des brook ongeduldig uit. „Dat heeft hij juist gedaan. Ralph, je moet me belooven Zij hield op met spreken, toen zij be merkte, dat Grafton hen ongemerkt reeds dicht genaderd was. „U moet ons niet zoo lang in den steek laten, miss Fraser. Ik ben er zeker van, dat Desbrook niet zoo egoïstisch zal zyn den geheelen avond beslag op u te leggen. Bovendien wilde de prinses hem graag spreken over zaken", voegde Grafton er veelbeteekenend aan toe. „Miss Fraser, mag ik de neer hebben dezen dans met u te doen? zei hy op zoetsappigen toon. Jane aarzelde, maar kon geen excuus vinden om te weigeren. Desbrook stond hen met gefronste wenkbrauwen na te kijken, terwijl zij wegdansten. totdat hij een zacht spottend lachje achter zich hoor de en toen hy zich met een ruk omkeerde, zag hij dat de prinses achter hem stond. „Kijk niet zoo boos naar mij, Ralph. Om je de waarheid te zeggen, heb ik niet de minste behoefte aan je gezelschap, maar, evenals jjj moet ik de bevelen gehoorza men. Dus je bent werkelijk verliefd op Jane? Nu moet ik zeker zeggen, dat ik dol- jaloersch ben? We zyn eindelijk eens al leen, vertel me nu eens wat je allemaal beleefd hebt. Waar ben je eigenlijk ge weest?" vroeg zy vroolijk. „Als je daar antwoord op wenscht, raad ik je aan het aan Grafton te vragen", ant woordde Desbrook droogjes. „Tusschen twee haakjes, wat heb je met Fraser uitge voerd?" „IkNiets. Wat een vreemde vraag"- „Wie heeft zijn geld? Jy of Grafton?" vroeg hy kortaf. „Denk je, dat wij struikroovers zijn? J« stelt heel vreemde vragen. Hallo! Daar komt onze waarde hoofdcommissaris van politie naar ons toe. Ik geloof werkelijk, dat hij voor mijn charmes bezweken is". „Dan zal ik zoo vrij zijn mij terug te trekken". „Neen. Blijf waar je bent. Hij zou me allerlei vragen kunnen stellen, die ik moei lijk zou kunnen beantwoorden als wij al" leen waren. Ik heb zoo'n idee, dat ®'r Charles hier vanavond niet alleenn is om zich te vermaken. Hij is een slimme oude heer". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9