QE JOUDEN
fand- ett Jmm&ouw
Radionieuws
JUMicaties
Ümitteton
Financieel Overzicht.
Geef voor dien bloffenden hoest
dodelijk Akker's Abdijsiroop.
Per flacon 90 cent en f. 1.50
EGMOND BINNEN
Het behoeft geen kinkhoest te rijn, maar
een kinderhoest moet niet verwaarloosd
worden. Waarom Uw kind noodeloos te
laten lijden. Waarom soudl Ge niet juist nog
op tijd het beste en meest krachtige middel
geven. Dal middel is toch Akker's Abdij
siroop, die reeds roovelen geholpen heeft 1
Heeft Uw kindje het benauwd Slaapt het
's nachts niet door hoesten, kuchen of
piepen op het borstje? Abdijsiroop xal Uw
iina helpen, die slijm losmaken, de hoest
rijp maken en stoppen. En morgen liet Ge
niet meer de traantjes in de oogen door
dat afmattend hoesten. De afmatting van
de ademhalingsorganen is weggenomen, de
ademhaling zal weer ruim en diep zijn.
Donderdagavond kwam de raad dezer
gemeente in vergadering bijeen. Tegenwoor
dig waren alle leden.
De voorstellen van B. en W. tot conversie-
en tot verlaging der rente voor verschillen
de geldleeningen werden aanvaard. Hier
door wordt de rente van drie geldleeningen
verlaagd tot 3% en 4 geldleeningen tot
3»/,
Van Ged. Staten was voorts bericht bin
nen gekomen, houdende goedkeuring der
gemeentebegrooting dienstjaar 1936. Even
eens werden van genoemd college goedge
keurd terug ontvangen de derde suppl. be-
grooting 1936, de verordening op de heffing
van schoolgeld en de verordening op de
heffing van opcenten op de gemeentefonds'
belasting.
Aangaande de begrooting 1937 merkten
Ged. Staten op, dat indien de gemeente
de door de begrootingscommissie voorge
schreven bemerkingen in de begrooting
aanbracht, het tekort op de begrooting dan
beperkt kunnen worden tot 10.100.
Voorts had de regeering nog niet beslist ia
hoeverre voorschotten, in de plaats van
bijdragen a fonds-perdu zullen verstrekt
kunnen worden. Zoodra dit het geval was,
zouden Ged. Staten het bedrag berekenen,
dat vermoedelijk als bijzondere bijdrage
uit het Werkloosheidssubsidiefonds ter ge-
heele of gedeeltelijke dekking van genoemd
tekort zal worden verstrekt.
De voorzitter deelde mede, dat, indien de
wijzigingen zullen zijn aangebracht, er nog
700 geheel ongedekt zal blijven. Een bij
zondere bijdrage zal derhalve noodig zijn.
Hierna werden B. en W. gemachtigd, de
wijzigingen in de begrooting van 1937 aan
te brengen.
De voorzitter deelde hierna mede, dat
door de automatiseering der telefoon het
bovengrondsche net moet verdwijnen. De
radio-distribuant J. H. Kareis alhier heeft
het echter kunnen overnemen, onder voor
waarde, dat hij dan de geheele gemeente
van radio-distributie zal dienen te voor
zien.
B. en W. stelden voor de oude vergun
ning van J. H. Kareis in te trekken, en hem
een nieuwe vergunning te verleenen, waar
in zekere eischen van den minister van
binnenlandsche zaken zijn opgenomen. Al
dus werd besloten na eenige discussie.
Bij ministerieele beschikking werden de
extra- en de belastingbij dragen resp. vast
gesteld op 1322,40 en 2355, beiden be
treffende het dienstjaar 1936. Aangezien
deze bedragen na 30 Juni 1937 ont
vangen werden, mogen zij niet meer in de
rekening 1936 worden opgenomen, met als
gevolg, dat die rekening daardoor een na-
deelig slot zal opleveren van pl.m. 7000.
Hierna werd de 4e suppletoire begrooting,
dienstjaar 1936, vastgesteld.
Kampeeren.
De voorzitter deelde mede, dat voor
schriften aangaande 't kampeeren in deze
gemeente noodig worden. Zooals de toe
stand thans is, is het niet goed. Het is niet
de bedoeling het kampeeren te verbieden,
doch daarin ordening te brengen. Het ge
meentebestuur moet voor den goeden gang
van zaken weten, wie er in de gemeente
komt kampeeren.
Om dit te weten te komen, zal er een ver
gunning van B. en W. vereischt moeten
worden, welke tevens worden afgegeven tot
wederopzegging. Zij zullen slechts een ge
ringen prijs van b.v. 0.20 voor een geheel
seizoen moeten kosten.
De heer Zentveld vroeg of ook de parti
culieren, die kampeerders op hun terrein
toelaten, een vergunning moeten hebben.
De voorzitter beantwoordde dit ontken
nend. Alleen zij, die komen kampeeren,
zullen een vergunning noodig hebben.
De heer Simons vroeg, of ook op de klee
ding gelet zal worden, opdat de kampeer
ders op particuliere gronden niet daarin vrij
zyn.
De voorzitter zeide, dat dit inderdaad het
geval zal zijn. Het gemeentebestuur heeft
daarvoor als wapen het tot wederopzeggens
verleenen van elke vergunning.
Hierna werd besloten tot de vaststelling
eener verordening, regelende het kampee
ren in de gemeente Egmond-Binnen.
De openbare lagere school blijft.
Aangaande dit punt, deelde de voorzitter
mede, dat volgens de nieuwe wijzigingen
der Lager Onderwijswet in deze gemeente
de openbare lagere school opgeheven zal
moeten worden, op grond dat zij minder dan
50 leerlingen telt. Indien de openbare school
echter in stand wil blijven, zal haar in
standhouding moeten gevorderd worden.
Alsdan zal de raad een besluit moeten
nemen tot handhaving. Dit besluit behoeft
echter de goedkeuring van Ged. Staten.
De heer Simons achtte instandhouding
niet meer dan billijk. Het bijzonder onder
wijs is vrij, ook het openbaar onderwijs
moet vrij blijven. Bovendien zal de ophef
fing voor de gemeente duur te staan ko
men, daar in dat geval de gemeente veel
aan vervoerkosten zal moeten besteden.
Hierna werd tot handhaving er openbare
lagere school besloten.
Ter sprake werd gebracht de toestand
van de woning van 't hoofd der openbare
school. De voorzitter zeide, dat de woning
vele gebreken heeft. De gemeente-opzichter
is van oordeel, dat er voor pl.m. 3000 aan
verbouwd zal dienen te worden.
En of het dan geheel in orde is, wordt nog
door hem betwijfeld. Misschien is 't beter 't
huis tegen den grond te gooien en een nieuw
te bouwen.
Intusschen dient er eerst afgewacht te
worden, of de school zal blijven bestaan en
verder hoe 't dan met 't plan van de pro
vincie afloopt.
Werkverschaffing.
Nadat de voorzitter eenige mededeelingen
had gedaan omtrent de werkverschaffings
objecten, vroeg de heer Simons, of er geen
werkverschaffingsobject in eigen gemeente
op touw gezet kan worden, b.v. de verbe
tering van verschillende wegen alhier. De
toestand van sommige wegen maakt dat
wel noodig.
De voorzitter antwoordde, dat de ge
meente dan met een plan moet komen bij
den minister.
Zoo'n plan in elkaar te zetten is zeer
moeilijk. De gemeente-opzichter zag er ten
minste geen kans toe.
De heer de Reep vroeg, hoe 't met de
slechting der wallen van den St. Adelber-
tusweg staat.
De voorzitter zeide, dat hij de eigenaren
heeft aangeschreven. Twee hunner keuren
het goed. Eén weigert, op grond van verlies
van natuurschoon, waarmede enkele raads
leden accoord gaan. En een ander heeft nog
geen antwoord ingezonden.
Hierna vroeg de voorzitter, of de raad er
in toestemt, dat den minister verzocht
wordt de baggerregeling en de diepspit-
regeling in November weer in werking te
doen treden. Dit voorstel werd aangenomen.
Daarna stelde de voorzitter voor, den
administrateur van het gasbedrijf voor vast
te benoemen.
Besloten was hem op een proeftijd aan te
nemen van drie maanden. Deze proeftijd is
nu om.
De heer Apeldoorn vond 't gevaarlijk,
't Bedrijf is niet rendabeL
De voorzitter zei, dat het inderdaad zoo
is, dat het bedrijf niet rendabel is.
De heer de Waard wilde de benoeming
zien gedaan.
De voorzitter merkte op, dat dit niet
gaat; de wet kent alleen tijdelijke of vaste
ambtenaren. Het tijdelijke is nu voorbij, nu
moet de vaste aanstelling volgen.
Na eenige discussie werd besloten, de ad
ministrateur voor vast aan te stellen.
Voor den tuinbouwcursus, gedurende de
laatste twee winters gehouden, was te
Egmond-Binnen het patronaatsgebouw ge
huurd moeten worden, waarvan de huur
30 per winter bedroeg. Besloten werd een
subsidie daarvoor te verleenen.
Rondvraag.
De heer Simons vroeg om inzending van
een adres, via de Vereeniging van Neder-
landsche Gemeenten, aan den minister om
kindertoeslag voor arbeiders in de werk
verschaffing.
De voorzitter zei, dat dan de grondloonen
verlaagd zullen worden, waardoor de ar
beiders zonder kinderen gedupeerd zullen
worden. Bovendien zal door de invoering
van den kindertoeslag een werklooze met
veel kinderen, ongeveer tot een loon kunnen
komen van 18; en dit zal weer in botsing
komen met 't loon in 't vrije bedrijf, welk
loon toch de maatstaf dient te blijven.
Dezelfde spreker vroeg, of de toestand
van den nieuwen weg zoo blijft. De voorz.
zeide van neen. De bestaande toestand is
een tijdelijke, voor dezen zomer slechts.
Tenslotte informeerde genoemde spr.
naar de afwatering van dien nieuwen weg.
De voorzitter deelde mede, dat de inge
nieur van den Waterstaat er bij geweest is.
Deze heeft echter nog geen advies gegeven.
Wel komt er een riool, doch alleen onder
den weg. Voor de eigenaren der perceelen,
die aan dien nieuwen weg belenden, zal
niet gezorgd worden. Die hebben de aan
bieding, hun gedaan, voorbij laten gaan.
De heer Simons zei, dat de polder (De
Oningepolderde landen) daarvoor zorg had
moeten dragen.
Nadat de voorzitter de stellers der vragen
de toezegging had gedaan, 't zijne voor één
en ander te zullen doen, ging de raad in
geheime zitting over.
UITVOER VAN VARKENS.
De heer van der Weijden heeft tot den
minister van economische zaken de volgen
de vragen gericht:
Is het waar, dat de veehouderij-centrale
aan een bepaalde firma voor uitvoer naar
Zwitserland, 6.632 varkens van bijzondere
kwaliteit heeft geleverd voor 22 procent
minder dan aan anderen werd berekend, en
zoo ja, welke firma was dit?
Indien deze vraag in bevestigenden zin
moet worden beantwoord, was deze gefor
ceerde uitvoer voor aeer lage prijzen dan
naar 's ministers oordeel verantwoord, waar
toen reeds gemakkelijk te voorzien was,
dat het spek-contingent naar Duitschland
voor hoogere prijzen niet ten volle ge
leverd zou kunnen worden?
Is de minister bereid mede te deelen,
welke overwegingen hebben doen besluiten
tot bedoelde transactie, waarbij ten voor-
deele van een bepaalde firma van algemeen
geldende regelen is afgeweken?
RADIO-AMATEURISME.
Proeven op 5 meter golflengte.
Heden en morgen organiseert de Neder-
landsche Vereeniging voor Internationaal
Radioamateurisme (N.V.I.R.) een belang
rijke proef op 5 metergebied.
Op die dagen zullen namelijk een groot
aantal deelnemers in verschillende deelen
van ons land trachten met elkander in ver
binding te komen op deze zeer korte golf
lengte. Zooals bekend mag worden veron
dersteld, planten de golven beneden 10
meter golflengte zich in theorie uitsluitend
voort in rechte lijn; zij worden dus niet,
zooals de golven van langere golflengte, ge
reflecteerd door de heaviside laag, maar
door deze laag geabsorbeerd, zoodat, vol
gens deze theorie, ontvangst alleen moge
lijk is, indien zend- en ontvangantenne „el
kander kunnen zien". De practyk heeft
echter aangetoond, dat deze theorie niet
altijd opgaat. In Amerika hebben amateurs
op 5 meter reeds belangrijke afstanden
overbrugd, terwijl bij de vorige 5 meter
proeven der N.V.I.R. ook merkwaardige
resultaten zijn bereikt; o.a. werd een sta
tion, gelegen in Vaals, gehoord op Schier
monnikoog, een afstand van circa 300 K.M.
Aangemoedigd door deze belangwekkende
resultaten, heeft de N.V.I.R. de dit jaar te
houden proeven op groote schaal opgezet en
daartoe de medewerking verzocht en ver
kregen van haar zustervereenigen in België,
Frankrijk, Zwitserland, Engeland en Dene
marken (in Duitschland is de 5 meter-band
nie voor amateurs beschikbaar). Een proef
van een dergelijke grootte op 5 meter-ge
bied is in Europa nog niet gehouden. Met
belangstelling worden derhalve ons land,
maar ook in de medewerkende landen.
Rapporten over deze proeven, ook van
niet-leden der N.V.I.R., worden gaarne ont
vangen aan het secretariaa der vereeniging,
postbus 150, Den Haag.
De proeven vangen aan Zaterdag 28 Au
gustus te 16 uur en eindigen Zondag 29
Augustus te 18 uur A.Z.T.
HINDERWET.
Bij besluit van 27 Augustus 1937 is aan
den heer J. Met Jr., alhier, vergunning ver
leend tot het oprichten van een smederij,
met plaatsing daarin van twee electromoto-
ren, resp. van 2 en pl.m. Yi P.K., tot aan
drijving van diverse machines en werktui
gen in het perceel Nieuwpoortslaan nr. 69,
alhier.
Alkmaar, 28 Augustus 1937.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
H. KLAVER, lo.-Burgemeester.
A. KOELMA, Secretaris.
Weinig bemoedigend verloop op de
New-Yorksche beurs. De gestaf
felde ren voor de hypotheekbanken.
Emissie van de Norsk Hydro.
De economische activiteit welke in het
Amerikaansche bedrijfsleven nog steeds
valt waar te nemen, staat wel in scherp
contrast met de berichten welke men over
de Amerikaansche beurs verneemt en het
is dan ook geen wonder dat deze een bui
tengewoon weinig geanimeerd beeld blijft
te zien geven. Vrijwel iederen dag komt
New-York lager ai en de kleine koersver-
beteringen welke soms te zien zijn, worden
meestentijds den daaropvolger.den dag al
weer door een sterkere daling ingehaald.
Desondanks raamt het bekende weekblad
„Iron Age" de gemiddelde staalproductie in
de afgeloopen week weer op 83 een
percentage dat ongetwijfeld zeer bevredi
gend mag worden genoemd. Zooals wij te
dezer plaatse reeds eerder uiteenzetten zijn
het dan ook niet zoozeer de economische
dan wel de politieke factoren welke dit on
gunstig verloop in de hand werken en die
maken dat sommige Amerikaansche fondsen
in de afgeloopen week den laagsten stand
van het jaar registreerden. Van de politieke
factoren zijn het vn.1. die van binnenland-
schen aard welke alles overstemmen, hoe
wel het natuurlijk duidelijk is dat de steeds
grootere spanning in het Verre Oosten, ook
al legt de Amerikaansche regeering een
buitengewone gedesinteresseerdheid aan
den dag, haar stempel drukken. Van belang
zal het zijn af te wachten of de Amerikaan
sche regeering in deze houding kan blijven
volharden wanneer het inderdaad tot een
„oorlog" tusschen China en Japan mocht
komen. Naar men weet is daar nog steeds
geen sprake van ten bewijze waarvan
wordt aangevoerd dat de Chineesche am
bassadeur te Tokio nog steeds niet is terug
geroepen en in contact blijft met de Japan-
sche autoriteiten. Dat deze geheele toestand
intusschen een verlammenden invloed op de
handelsbeweging van beide landen moet
hebben, spreekt van zelf. En het lijkt wel
niet te veel gezegd dat Japan het grootste
nadeel hiervan zal ondervinden. De goud
verschepingen van dit land naar Amerika,
ten einde kas te maken, duren nog onafge
broken voort en de tijd zal niet ver meer
zijn dat het land nog slechts door een zeer
rigoureuse deviezen-restrictie in staat zal
blijken de waarde van zijn ruilmiddel eeni-
germate op peil te houden. Tiouwens reed3
lang voor de Japansch-Chineesche verwik-
kelingen was het land economisch gesproken
„au bout de son latin" van wege de defici-
taire budgetpolitiek der regeering, die in
haar streven om het militaire apparaat op
permachtig te maken, het circulatiecrediet
dienstbaar maakte aan de behoeften van den
Staat.
Tot de factoren van binnenlandschen
politieken aard in Amerika kan men reke
nen de blijvende onzekerheid omtrent het
geen de regeering met betrekking tot het
bedrijfsleven nog in het vet heeft; maar dat
men op iets dient voorbereid te zijn wan
neer het congres in November in buitenge
wone zitting bijeen zal komen, staat wel
vast. Zooals algemeen werd verwacht, heeft
de voorzitter van de C.I.O. zich eindelijk op
het terrein van de politiek begeven. In ds
tot het hem vanwege de socialistische par
ty van den staat New-York, gerichte uitnoo-
diging wordt de wensch uitgesproken, dat
Lewis een arbeiders- en boerenpartij zal
stichten, welke bij de presidentsverkiezin
gen van 1940 met een candidaat zal uitko
men. Hiermede wordt de nieuw te stichten
partij dus het politieke instrument van de
C.I.O. Opmerkelijk is dat eindelijk, na vele
jaren, van de zijde van het Amerikaansche
bedrijfsleven een grooter beroep op de ban
ken wordt gedaan om bedrijfscredieten. En
in dit licht moet men ook bezien de ver
laging van het disconto van enkele belang
rijke reserve-banks met tot 1M
waar door dit b.v. voor New-York is geko
men op het laagste niveau dat ooit werd
waargenomen sedert de Reserve Banks
werden opgericht. Hieruit blijkt dus wel dat
de regeering ondanks alles ook dus by
gestegen credietvraag het rente-niveau
laag wil houden. Voor de Amerikaansche
banken als geheel kon deze politiek in zoo
verre wel eens verstrekkende gevolgen
hebben, dat hierdoor een steeds grooter stre
ven naar concolidatie waarneembaar wordt.
Immers juist de gedecentraliseerdheid van
het syseem maakt dat vele banken feitelijk
haar bestaansrecht hebben verloren; zij
moeten met zeer geringe rente genoegen
nemen, terwijl anderzijds hare dekkingsver
plichtingen bij de Reserve banks zeer hoog
zyn. Men voelt hier ook het dualistische
in de geheele Amerikaansche monetaire
politiek; eenerzijds wil de regeering een
inflatie tegengaan getuige haar beperkende
bepalingen op het gebied van de dekkings
verplichtingen van de banken; anderzijds
eischt zij dat met de politiek van goedkoop
geld, welke zich natuurlijk ten volle aan
sluit bij de financieele behoeften van den
Staat, wordt voortgegaan. Deze politiek zou
echter met zich brenen dat de banken zoo
vrij mogelijk zijn ten aanzien van de be
stemming harer gelden.
Hier te lande begint men zich allengs
vertrouwd te maken met de idee dat het
niet langer mogelijk zal zijn het 3 rente
type tegen te houden; ook niet door een
grootere belangstelling van de zijde van het
beleggend publiek voor aandeelen. De 3
staatsleening 1936 noteert eenige procenten
boven pari hetgeen ook het geval is met
enkele prima provinciën.
Opmerkelijk is echter dat de 3 pCt. 14
millioen groote conversieleening den Haag,
waarover wij de vorige week schreven, niet
die ontvangst is te beurt gevallen, welke
men zich daaromtrent algemeen had voorge
steld. Het vraagstuk van den z.g. „gestaffel-
den rentevoet", d.w.z. de vraag of in de toe
komst leeningscontracten een clausule moe
ten bevatten waarbij de mogelijkheid wordt
opengelaten, na zekeren tijd een hoogere
rente te eischen, b.v. na 5 jaren 3% pCt. en
na 10 jaren 4 pCt., ten einde langs dezen
weg den houder schadeloos te stellen voor
eventueele kapitaalsverliezen voortvloeiende
uit een stijgende rentestand na het afsluiten
der leening, staat nog steeds in het middel
punt der belangstelling. Terecht heeft dit
probleem de meeste beteekenis voor den
particulieren belegger. Voor hem ligt het
bezwaar zoowel bij de dalende inkomsten als
bij het kapitaalsverlies welke laatste factor
voor de groote geldbeleggende instellingen
als levensverzekeringmaatschappijen en
spaarbanken natuurlijk niet spreekt, althans
lang niet in die mate.
Voor de hypotheekbanken ligt de zaak
Naar het Engelsch
van PAUL TRÊNT
door J. SCHOUTEN
21)
HOOFDSTUK VIII.
Desbrook zat naast Jane, met prinses
Nadine aan zijn andere zijde. Het was een
ronde tafel en Grafton zat naast Jane.
„Ik hoop, dat u een prettige reis gehad
beeft", vroeg de prinses aan Desbrook.
Sir Charles, die naast haar zat, boog zich
voorover en sprak Rulph aan.
„Ik hoor, dat u naar het vasteland ge
weest bent", merkte hij op.
„Ik ben een paar dagen op reis geweest",
klonk het ontwijkende antwoord.
„U weet het natuurlijk al van Fraser? Hij
was een vriend van u, nietwaar?" vervolgde
de commissaris.
„Ja, wy hebben op dezelfde boot gevaren.
Heeft u eenig idee wat er met hem gebeurd
kan zijn?"
„Wij hebben gehoord, dat hij waardevolle
obligaties bij zich had, ten tijde van zijn
verdwijning. Het lijkt een geval van be-
rooving."
„Ik weet, dat hij obligaties by zich had,
want hy vertelde het mij. Ik waarschuwde
hem, dat het dwaasheid was, ze by zich te
dragen, maar hy nam geen notitie van wat
ik zei", viel de Prinses in.
„Wat voor een soort man is hij?" vroeg
sir Charles.
De vraag was tot Desbrook gericht, maar
het was Jane, die haar beantwoordde.
„Bill is een beste jongen. Alleen den
laatsten tijd, nadat hij het fortuin van oom
geërfd heeft, is hij een beetje roekeloos
geweest. Ik begon my bezorgd over hem te
maken, juist voordat hy verdween."
„Ik geloof zeker, dat mr. Fraser over een
paar dagen vroolijk en wel te voorschijn zal
komen. Ik kreeg den indruk, dat hij 'n jon
geman is, die best op zichzelf kan passen.
Wij hebben ons ook ongerust gemaakt over
Captain Desbrook, maar zooals je ziet, is hij
weer veilig in ons midden teruggekeerd.
Waarschijnlijk heeft uw broer een even ge
gronde reden voor zijn afwezigheid als cap
tain Desbrook dit had" zei prinses Nadine
glimlachend.
„Maar Bill heeft zoo'n groote som geld
bij zich. Daarom vrees ik, dat er misdaad
in het spel is."
Grafton boog zich naar Jane over.
„U moet vanavond niet meer aan uw
broer denken. Ik zou graag zien, dat u zich
amuseerde. Ik verzeker u, dat u binnen een
paar uur uw broer zult terugzien", deelde
hij haar rustig mee.
„Meent u dat werkelijk?" riep ze ver
heugd.
„Ik meen gewoonlijk wat ik zeg".
„Dan geloof ik, dat u uw belofte zult
houden en ik zal zooveel mogelijk van alles
genieten."
De prinses had naar Grafton's woorden
geluisterd en wierp hem snel 'n vragenden
blik toe, dien hy echter niet opmerkte. Het
diner duurde niet lang en toen de koffie
geserveerd werd, begonnen eenigen van hen
te dansen. Desbrook voerde onmiddellijk
Jane weg en zij zuchtte van tevredenheid,
toen hij zijn arm om haar heen sloeg en zij
begonnen te fox-trotten.
„Oh, lieveling, ik heb me zoo ongelukkig
gevoeld. Ik dacht, dat ik je voor altijd ver
loren had. Inspecteur Graves zal wel ver
baasd zijn als hij hoort, dat je terug bent.
Hij is zoo vriendelijk voor mij geweest, dat
ik heusch vind, dat ik hem even moet op
bellen om hem te laten weten dat je terug
bent", zei Jane en hield op met dansen,
toen zij bij de deur kwamen.
„Vind je, dat het noodig is? Zyn chef is
hier bij ons, het is toch wel voldoende, dat
hij het weet, denk ik".
„Maar hij en ik zijn vandaag naar het
jacht van mr. Grafton geweest en
„Oh, dat wist ik niet. Hoe kwam Graves
erby, jou daar naar toe mee te nemen? Het
was voor jou niet van gevaar ontbloot.
Jane, ik wou, dat je rustig thuis bleef
wachten, wat er ook gebeuren mag. Ik
moet Londen al weer heel gauw verlaten.
De mogelijkheid bestaat, dat ik geruimen
tijd wegblijf en niet in staat zal zijn je te
schrijven. En ik zal geen rust hebben, als
ik moet denken, dat jij je in allerlei avon
turen stort. Laten we in de lounge gaan
z^*en' moet met je praten en dit is
misschien onze laatste kans", zei hy op ge
spannen toon.
„Onzin. Wij hebben nog den heelen avond
voor ons en ik ben niet van plan met
iemand anders te dansen", zei ze beslist.
„Je bent niet heelemaal vrij om te doen
of te laten wat je wilt, liefste. Grafton is
je gastheer en de meeste menschen doen
wat hij wil".
„Ralph, ik wou, dat je ophield met voor
hem te werken. Ik ben er zeker van, dat
hy door en door slecht is. Ik vertrouw hem
niet. Dien hem vanavond nog je ontslag
in", zei ze heftig.
„Zoo eenvoudig gaat dat niet".
„Het is de eerste gunst, die ik aan je
vraag. Ik vraag je in allen ernst, van
avond nog je connecties met hem te ver
breken.
„Ik begrijp niet hoe je jezelf zoo kunt
vernederen, met voor zoo'n man te willen
werken. Tenslotte is geld toch niet alles.
Als je het voor mij doet, laat ik je dan
zeggen, dat ik niets om weelde geef. Zoo
lang ik jou maar heb, ben ik volmaakt ge
lukkig".
„Het is lief van je, om dat te zeggen,
lieveling".
„Maar ik ben bang om je te verliezen
en ik geloof, dat je in gevaar verkeert. In
specteur Graves denkt
„Het kan me niets schelen wat hij denkt
en hij is een groote idioot om tegen jou
over mij te praten. Ik wou, dat hij zich
met zijn eigen zaken bemoeide", riep Des
brook ongeduldig uit.
„Dat heeft hij juist gedaan. Ralph, je
moet me belooven
Zij hield op met spreken, toen zij be
merkte, dat Grafton hen ongemerkt reeds
dicht genaderd was.
„U moet ons niet zoo lang in den steek
laten, miss Fraser. Ik ben er zeker van,
dat Desbrook niet zoo egoïstisch zal zyn
den geheelen avond beslag op u te leggen.
Bovendien wilde de prinses hem graag
spreken over zaken", voegde Grafton er
veelbeteekenend aan toe. „Miss Fraser, mag
ik de neer hebben dezen dans met u te
doen? zei hy op zoetsappigen toon.
Jane aarzelde, maar kon geen excuus
vinden om te weigeren. Desbrook stond
hen met gefronste wenkbrauwen na te
kijken, terwijl zij wegdansten. totdat hij
een zacht spottend lachje achter zich hoor
de en toen hy zich met een ruk omkeerde,
zag hij dat de prinses achter hem stond.
„Kijk niet zoo boos naar mij, Ralph. Om
je de waarheid te zeggen, heb ik niet de
minste behoefte aan je gezelschap, maar,
evenals jjj moet ik de bevelen gehoorza
men. Dus je bent werkelijk verliefd op
Jane? Nu moet ik zeker zeggen, dat ik dol-
jaloersch ben? We zyn eindelijk eens al
leen, vertel me nu eens wat je allemaal
beleefd hebt. Waar ben je eigenlijk ge
weest?" vroeg zy vroolijk.
„Als je daar antwoord op wenscht, raad
ik je aan het aan Grafton te vragen", ant
woordde Desbrook droogjes. „Tusschen
twee haakjes, wat heb je met Fraser uitge
voerd?"
„IkNiets. Wat een vreemde vraag"-
„Wie heeft zijn geld? Jy of Grafton?"
vroeg hy kortaf.
„Denk je, dat wij struikroovers zijn? J«
stelt heel vreemde vragen. Hallo! Daar
komt onze waarde hoofdcommissaris van
politie naar ons toe. Ik geloof werkelijk,
dat hij voor mijn charmes bezweken is".
„Dan zal ik zoo vrij zijn mij terug te
trekken".
„Neen. Blijf waar je bent. Hij zou me
allerlei vragen kunnen stellen, die ik moei
lijk zou kunnen beantwoorden als wij al"
leen waren. Ik heb zoo'n idee, dat ®'r
Charles hier vanavond niet alleenn is om
zich te vermaken. Hij is een slimme oude
heer".
(Wordt vervolgd).