BETOVERDE BOS.
^Binnenland
I
Het „Schandaal" van de
Nationale Bank van
België.
Een uitvoerige uiteenzetting van
den minister van financiën.
Glimlachje
Ridder Davids gehuldigd.
Veel regen in den herfst?
Voorspelling van de Bilt.
(Van onzen correspondent.)
Brussel, 29 Augustus 1937
Wij hebben u onlangs geschreven over het
„schandaal" van de Nationale Bank van Bel
gië. Thans heeft de regeering een rapport
goedgekeurd dat door den socielistischen
minister van financiën, H. de Man, ingevolge
een nauwkeurig onderzoek, is opgesteld en
dit rapport is vanavond gepubliceerd. Men is
van meening, dat het wat laat is gekomen,
want in tusschen hebben al degenen die er
in de eerste plaats op uit zyn om de regee
ring te kelderen, vrij spel gehad. Doch het
is beter laat dan nooit. De zaak is van betee-
kenis, al is het dan hoofdzakelijk voor de
binnenlandsche politiek, omdat het een re-
geeringszaak is. De reputatie van eerste-
minister van Zeeland is er immers bij be
trokken. Deze reputatie is nu voor goed van
allen laster vrij, voor wie nog meende dat
Wantrouwen gerechtvaardigd was.
Samenvattend dient er aan herinnerd, dat
het hier nog steeds gaat over de gevolgen
van de interpellatie van den gewezen minis
ter van financiën, Gust. Sap, waarin hij in
sinueerend over de verhouding van den heer
van Zeeland tot de Nationale Bank had ge
sproken en het daaropvolgende lasterproces
dat door den heer Sap tegen enkele katho
lieke Kamerleden werd gewonnen. Dit pro
ces werd gevoerd omdat de verweerders no
pens de interpellatie van den heer Sap had
den verklaard dat hij gelasterd had. De heer
Sap verklaarde dat, indien zij niet konden
bewijzen dat hij had gelasterd, zij zelf las
teraars waren. En daar, volgens de recht
bank, dit bewijs niet werd geleverd, won de
heer Sap zijn proces, waarbij de rechtbank
zekere handelingen nopens de vergoedingen
aan het directiepersoneel scherp ontleedde,
ja veroordeelde, handelingen die verband
hielden met het vertrek van den heer van
Zeeland als vice-gouverneur uit de bank, om
den post van eerste-minister waar te nemen.
De heer van Zeeland genoot als vice-gouver
neur een hooge vergoeding en na zijn ver
trek was deze som nog op de begrooting ge
bleven van de bank. De interpellatie Sap, ge
houden tijdens den verkiezingstrijd tegen
Degrelle, had reeds geïnsinueerd. Na dit von
nis en als afleiding in verband met zijn ver
oordeeling wegens laster inzake M. H. Jaspar,
heeft Degrelle zich meester gemaakt van het
dossier der Nationale Bank om weer hevige
aanvallen te richten tegen den eerste-minis
ter, waaraan een aantal andere organen die
van Zeeland niet in het hart dragen hebb-1
meegedaan, terwijl sommige andere bladen,
alhoewel op hun hoede zijnde, toch volledige
opheldering eischten nopens de Nationale
Bank. Deze opheldering is er nu.
Het pijnlijke in heel het geval is dat een
man als van Zeeland verplicht is met cijfers
voor den dag te komen nopens zijn inkom
sten. Er is immers moedwillig verwarring
gesticht tusschen het geval van de Nationale
Bank en dat van den eerste-minister, een
verwarring waar toch immers iets van over
blijft. De openbare meening is eensgezind,
nu alle stukken van het dossier verzameld
zijn, om te besluiten dat in de Bank een on
gezonde toestand heerschte, al was deze
wettelijk in orde en traditioneel, ongezond
omdat hy indruischte tegen moreele gevoe
lens. Dat deze werden aangeklaagd was nor
aal. Doch wat men den heer Sap immer
kwalijk zal blyven nemen zijn de omstan
digheden waarin hij gemeend heeft hiermee
voor den dag te moeten komen en de wijze
waarop hij er toe heeft bijgedragen de inte
griteit van den eerste-minister in het ge
drang te brengen. Dit heeft er aanleiding
toe gegeven dat de eerste-minister werd ver
dacht gemaakt van met de heeren van de
Nationale Bank accoord te zyn geweest om
zijn goed betaalde functie bij de Bank vrij
te houden, en wat meer is, om ook zekere
sommen vrij te houden, tot wanneer hij als
eerste-minister zou afgetreden zijn, sommen
die verband hielden met den post van vice-
gouverneur.
Van het zeer uitvoerig rapport van den mi
nister van financiën kan worden onthouden
dat drie feiten tegen de Nationale Bank wer
den aangevoerd, namelijk dat zij den heer
van Zeeland niet heeft vervangen toen deze
als vice-gouverneur is afgetreden; dat zijn
vergoeding, die door den eerste-minister
niet werd ontvangen en die in totaal
1.715.000 fr. bedroeg, onder den gouverneur,
staatsminister L. Franck, en de directeurs
werd verdeeld, niet volledig maar voor een
bedrag van 609.000 fr. en ten slotte het be
leid van de bank in de zaak van credieten
aan de ondernemingen van Barmat, die op
een millioenenverlies zijn te staan gekomen.
Het rapport houdt zich niet bezig met de
Voorstel tot bescherming van
scheidsrechters bij voetbalwedstrij
den.
zaak Barmat. Er is nopens deze aangelegen
heid een onderzoek aan den gang door het
gerecht en de uitslag hiervan moet worden
afgewacht. Na het rechterlijk verlof zal het
proces voor de rechtbank komen en zal men
kunnen oordeelen welke de rol was van de
Nationale Bank. Alle omstandigheden die de
andere feiten omringen werden uitvoerig, in
alle bijzonderheden door den minister on
derzocht, aan de hand van al de documenta
tie die gewenscht was. Hieruit blijkt dat se
dert Januari 1927 de bank 3.500.000 Fr. ter
beschikking stelde voor de vergoeding der
hoogere administratie, welk bedrag volgens
de eigen overeenkomsten der betrokken per
sonen werd verdeeld. Wanneer nu iemand
van deze administratie verdween bleef de
som geldig ingeschreven op de begrooting en
kon zij onder de andere beheerders worden
verdeeld, steeds volgens hun eigen overeen
komsten. Dat is herhaaldelijk zoo gebeurd.
Toen de heer van Zeeland de bank heeft
verlaten is zyn vergoeding op deze rekening
gekomen en werd er op dezelfde wijze mee
omgegaan. Welnu uit de boekhouding van
de bank is duidelijk gebleken dat de gouver
neur van de 1.715.000 fr. die aan van Zee
land toekwamen en die hij niet heeft ontvan
gen, wegens zijn ontslag, 182.000 fr. heeft
opgestreken, een directeur 214.500 fr. en nog
een ander directeur 212.000 fr. Dit is niet ge
beurd nadat de heer Sap met zijn campagne
was begonnen, maar in den loop van het
jaar. Dat stelt dus een einde aan het verhaal
dat de genoemde som moest ter beschikking
blijven van den heer van Zeeland. Aan een
directeur, die gedeeltelijk het werk van den
heer van Zeeland overnam werd 270.000 fr
betaald. Aan den aankoop van kunstwerken
voor de bank en aan een pensioen voor de
weduwe van een directeur werd 502.809 fr,
uitgegeven. Het overige staat nog immer op
de rekening geboekt. De heer van Zeeland
heeft dus niets ontvangen.
Minister de Man geeft toe dat de leiders
van de Bank het er op aangelegd hebben om
den heer van Zeeland later opnieuw in zijn
functie te herstellen. Doch dit had zonder
omwegen moeten gebeuren. Men had beter
gedaan den vice-gouverneur een verlof te
geven zonder vergoeding om hem later terug
te benoemen tot vice-gouverneur. Iedereen
moet aanvaarden dat de heer van Zeeland,
door den post van eerste minister te bezet
ten 1.700.000 fr. minder heeft ontvangen dan
hy had kunnen ontvangen. Dat is, als opof
fering, ruimschoots voldoende. Hierbij nog
de onmogelijkheid voegen van opnieuw in
deze functie te worden benoemd, ware een
onrechtvaardige dwaasheid. Doch dat neemt
niet weg dat de administrateurs van de bank
voordeel hebben gehaald uit den toestand
en dat is een omstandigheid welke, met hun
goedvinden overigens voor de toekomst zal
worden ongedaan gemaakt. Het fonds van
.500.000 fr. zal verdwijnen en de vergoe
dingen voor de administratie zullen vast
worden bepaald: 750.000 fr. voor den gou
verneur, 600.000 fr. voor den vice-gouver
neur en 500.000 fr. voor ieder van de vier
directeurs. Het huidige overschot van het ge
noemde fonds zal opnieuw in de kas van de
bank worden gestort. Aanleiding tot per
soonlijke sancties bestaat er volgens de re
geering niet.
Aldus het „schandaal" dat hier zooveel be
roering heeft verwekt. Er zijn andere schan
dalen geweest dan deze. De heer van Zee
land komt triomfantelijk uit het kabaal te
voorschijn. Nu is duidelijk in cijfers uitge
drukt welke opofferingen hij persoonlijk
heeft gedaan. Wat de sancties betreft, waar
toe officieel geen aanleiding bestaat, is het
toch een feit dat deze officieus wel in de
lucht hangen. In het socialistische orgaan
„Le Peuple" wordt vanavond geschreven dat
het rapport onbetwistbaar een blaam bevat
voor den heer Franck. Het blad van de par
tij waartoe de minister van financiën be
hoort stelt dan openlijk de vraag waarop
de gouverneur wacht om ontslag te nemen.
Er is door de regeering reeds een maatregel
in het vooruitzicht gesteld waardoor de leef
tijdsgrens wordt gewijzigd en waardoor de
gouverneur zou worden getroffen. Het blad
vraagt dat de gouverneur hierop niet zou
wachtenPractisch komt de regeering
versterkt uit deze zaak.
Het Kon. Ned. Meteor. Instituut te de
Bilt heeft de volgende seizoensver
wachting voor den herfst opgemaakt:
De berekeningen omtrent het karakter
van den herfstneerslag leiden tot dusver
tot de uitkomst, dat de maanden Sep
tember, October en November gezamen
lijk een neerslag merkbaar boven nor
maal zouden opleveren de berekende
afwijking bedraagt ongeveer 25 procent.
Een van de hulpmiddelen ter bereke
ning komt eerst later ter beschikking,
zoodat wellicht nog een nadere mede-
deeling zal volgen.
Ook de neerslag over Augustus is be
neden normaal gebleven, zoodat het ge-
heele zomerseizoen een neerslag eenigs-
zins onder normaal heeft opgeleverd,
terwijl die volgens de berekening onge
veer normaal had moeten zijn.
DU1TSCH OPLEIDINGSSCHIP TE
DEN HELDER.
Gisteren is te den Helder in de haven aan
gekomen het Duitsche opleidingsschip Gorch
Fock. Het schip heeft ligplaats genomen voor
de marinekazerne. Op de reede van Texel
is per marinebarkas een officier van piket
aan boord gebracht, die de Gorch Fock na
mens den commandant van de marine ver
welkomde. Er was voor de binnenkomst van
het mooie zeilschip van de zijde van het pu
bliek groote belangstelling. Honderden men-
schen waren aan de buitenhaven, toen de
bark de haven op eigen kracht binnenliep.
De zeilen waren echter geborgen, hetgeen
wel een teleurstelling was voor de vele be
langstellenden.
De groote artist gevoelt zich
verlegen.
Het was bij den aanvang van het
optreden van het „Kurhaus cabaret"
te Scheveningen reeds te merken, dat
het publiek geheel op de hoogte was
met de onderscheiding, welke den
populairen leider Louis Davids ten
deel was gevallen.
By zyn eerste verschijning gisteravond
werd hij dadelijk met een donderend ap
plaus ontvangen, dat hy slechts kon be
antwoorden met de eenvoudige woorden
„Ik heb toch nog niets gedaan?"
Later op den avond werd op de onder
scheiding nog eens gezinspeeld door den
Weenschen conferencier Hans Kolisher,
doch de werkelijke huldiging geschiedde
pas na Davids optreden voor de pauze.
De cabaretier Max Peltini bood den ge
ridderde namens de Maatschappij Zeebad
een enorm bloemstuk aan en sprak eenige
hartelijke woorden tot zyn collega.
De pianist zette daarop het Wilhelmus
in, dat door het publiek staande werd
meegezongen.
HToen deze hulde was verklonken sprak
Louis Davinds zelf nog eenige woorden
„Hoewel ik niet verlegen van aard ben,
gevoel ik mij bij gelegenheden als deze
geen held. Ik breng dank in de eerste
plaats aan H. M. de koningin, die my deze
onderscheiding heeft verleend, want ik
voel mij daarmee zeer gelukkig. Ik zie
hierin niet alleen een persoonlijke waar
deering, maar ook een officiëele erkenning
van de kleinkunst, die mij zoo lief en dier
baar is. Uit alle deelen van het land heb ik
vandaag brieven en telegrammen gekre
gen
Ir. het kort releveerde Louis Davids zijn
loopbaan van zijn optreden in een klein
café'tje af tot nu in het Kurhaus-cabaret.
„Ik zal alles doen", zoo besloot Davids,
„om het mijn publiek naar den zin te
maken en goede kleinkunst te geven."
Het publiek gaf blijk, deze eenvoudige
woorden van den onderscheiden klein
kunstenaar ten zeerste te waardeeren.
ROEIBOOTJE OVERVAREN.
Gistermiddag is op het Noordzeekanaal
ter hoogte van de superfosfaatfabriek te
Amsterdam, een roeibootje, waarin twee
mannen uit de Spaarndammerbuurt zich
aan hun liefhebberij van het visschen
wijdden, door een Urker-botter overvaren.
De mannen, die met hun boot dicht by de
vaargeul lagen, bemerkten te laat, verdiept
als zij waren in hun liefhebberij, dat de
botter recht oi hen aanstevende.. Aan
boord van den botter scheen men niets in
de gaten te hebben, ook niet, nadat de
roeiboot was overvaren en de beide man
nen in het water spartelden. Met onver
minderde snelheid voer de botter verder.
De visschers konden zich met groote
mceite op hun omgeslagen boot in veilig
heid stellen. Zoo werden zij opgemerkt
doo:r den veerman van de pont Tuindorp
Oostzaan-Spaarndammerbuurt. Hij bracht
de mannen, die vrijwel ongedeerd waren,
doch alleen eenige kleedingstukken hadden
verloren, naar den wal. Het nummer van
de Urker botter is bekend.
Woensdag 1 September.
HILVERSUM, 1875 M. (VARA-
uitz.) 8.Gr.pl. 9.30 Keukenpr.
10.VPRO-morgenwijding. 10.20
Nieuws, causerie (gr.pl.) en gr.pl.
12.Gr.pl. 12.30 Orgelspel. 1.15
1.45 Fantasia. 2.— Gr.pl. 3.— Voor
de kinderen. 5.30 Gr.pl. 6.Orgel
spel. 6.30 Gr.pl. 6.40 Landbouwpr.
7.Zang. 7.30 VPRO: Vryz, Pro
testanten in Zeeland, causerie. 8.
Herh. SOS- ber. 8.03 ANP-ber,
VARA-Varia. 8.15 VAR A-orkest.
9.Zaansch progr. 9.30 Verv. con
cert. 10.ANP-ber. 10.05 Sport-
praatje. 10.20 Fantasia. 10.30 ANP-
ber. 11.—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301 M. (NCRV-uitz.)
8.Schriftlezing, meditatie, ge
wijde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pl.
9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gr.pl.
10.30 Morgendienst. 11.Ensem
ble v. d. Horst. 12.Ber. 12.15
Gr.pl. 12.30 Vervolg concert. 1.30
Gr.pl. 2.Sopraan en piano. 3.
Christ. lectuur. 3.30 Solistencon
cert. 4.45 Felicitaties. 5.Kinder
uur. 5.45 Orgelconcert. (6.30 On
derwijsfonds voor de Scheepvaart:
Causerie over het Binnenaanva-
ringsregl. en stoommachines). 7.
Ber. 7.15 Terug op de schoolban
ken, causerie. 7.45 Rep. 8.ANP-
ber., herh. SOS-ber. 8.15 Russisch
Kerkkoor en orgel. 9.45 Amster-
damsch Salonorkest. (10.ANP-
ber.) 10.45 Gymnastiekles. 11.
Verv. concert. 11.3012.Gr.pL
Hierna Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel
spel. 11.35 Gr.pl. 12.20 BBC-
Schotsch Orkest en soliste. 1.20 Het
Gwauncaegurwen Prize Orkest en
solist. 2.05 Gr.pl. 2.35 Het Mac-
ArtHur kwintet. 3.05 Causerie over
Amerikaansche nachtclubs. 3.50
Pianorecital. 4.20 Vesper. 5.10 Gr.pl.
5.20 H. Hall en zyn Band. 6.20 Ber.
6.40 Falkman's Apachen-orkest.
7.20 BBC-Harmonie-orkest. 8.
Boekbespr. 8.20 BBC-Symph.-
orkest en solist. 9.20 Alvin Saxon
en zijn Band. 10.Ber. 10.20
Science at your service, causerie.
10.40 BBC-Revueorkest, koor en
solisten. 11.20 Causerie en deel.
11.35 H. Hall en zijn Band. 11.50
12.20 Jazzmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 7.10, 8.20
en 10.35 Gr.pl. 12.20 Gras-orkest
en zang. 2.20 Gr.pl. 4.05 Zang. 5.20
Populair concert. 7.50 Zang. 8.50
L'amourmédecin, operette. 10.50
Gr.Ml.
KEULEN, 456 M. 6.50 H. Hage-
stedt's orkest. 8.50 Omroeporkest.
12.20 NSDAP-orkest. 2.35 Gev. con
cert. 4.50 Omroeporkest en solis
ten. 7.20 Gr.pl. 8.30 Omroeporkest
en solisten. 10.5012.20 H. George's
Dansorkest en soliste.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.30
Omroeporkest. 1.502.20 Gr.pl. 6.20
Salonorkest en soliste. 7.20 Zang.
8.20 Omroeporkest. 10.30—11.20
Omroepdansorkest. 484 M.: 12.20
Gr.pl. 12.50 Omroeporkest. 1.30 Sa
lonorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20
Dansmuziek. 6.Kwartetconcert.
8.20 Duetten. 8.50 Symph.-concert
mmv. soliste. 11.1511.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
8.20 Ber. 8.30 Berlijnsch Philhar-
monisch Orkest. 9.20 Sportpr. 9.35
E. Wolff's orkest. 10.20 Ber. 10.50
Cello en piano. 11.05 Weerbericht.
11.2012.20 Fr. Hauck's orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.50, Luxem
burg 9.50—10.05, Keulen 10.05—
10.20, Luxemburg 10.2010.35, Pa
rijs R. 10.3511.35, Lond. Reg.
11.35—12.20, Brussel (VL) 12.20—
13.30,Keulen 13.3015.20, Norman-
dië 15.20—15.35, D.sender 15.35
16.20, Lond. Reg. 16.20—17.30, Pa
rijs R. 17.3018.20, Brussel VL
18.2019.05, Brussel Fr. 19.05—
19.20, Keulen 19.20—20.05, Paryi
R. 20.05—20.20, Lond. Reg. 20.20—
20.50, Brussel Fr. 20.5023.05, Ber
lijn 23.05—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor-
mandië 9.2010.35, Droitwich 10.35
—12.20, Lond. Reg. 12.20—14.35,
Droitwich 14.3518.20, Normandië
18.20—18.40, Droitwich 18.40—22.20
Brussel VI. 22.2023.35, Droitwich
23.35—24.—.
Lijn 5: Diversen.
GESLAAGDE PROEFVLUCHT
VAN DE „RODAS".
Schip bestemt' voor West-Indië.
In Augustus 1936 plaatste de Koninklij
ke Shell-groep een order voor een tanker
met een draagvermogen van ongeveer 4000
ton, bij de Nederlandsche Dok-maatschap
pij N.V. te Amsterdam.
Dit schip, de „Rodas", werd op 17 Juli
te water gelaten en gister maakte het schip
n geslaagden proeftocht op de Noordzee.
Onmiddellijk nadat het schip zijn be
manning aangemonsterd, proviand en zoet
water aan boord genomen zal hebben, zal
het naar Curagao vertrekken, waar het
in de geregelden dienst zal varen van de
olie-centra bij het meer van Maracaibo,
als nieuwe eenheid in de speciaal daarvoor
gebouwde vloot en de Curagaosche raffi
naderijen van de Koninklijke Shell-groep.
De voornaamste afmetingen en gegevens
van dit schip zijn: lengte tusschen de lood
lijnen 335 voet, lengte over alles 343 voet,
breedte 56 voet, holte tot bovendek 14'
9K", draagvermogen bij 13' 6 H", diepgang
4000 tons, dienstsnelheid 11 knoopen.
De machines zijn eveneens vervaardigd
door de Nederlandsche Dok-maatschappij
en kunnen 2400 i.h.p. ontwikkelen.
Stoom wordt geleverd door twee water
pijpketels van het Babcock and Wilcox
type, gemaakt door Stork, Hengelo.
De constructie van casco en machines is
overeenkomstig de door de reeders ver
strekte teekeningen en bestek, waarin de
laatste technische vindingen verwerkt zijn,
de scheepslijnen zijn aangepast aan de
speciale vaart.
Bijzondere aandacht is besteed aan de
accomodatie van den kapitein, machinisten,
officieren en bemanning. De kapitein en
de eerste machinist hebben verblijven be
staande uit zit-, slaap- en badkamer. Alles
is gedaan, om een comfortabele inrichting
te verkrijgen en uiterste zorg is besteed
aan de veiligheid van officieren en beman
ning aan boord.
Voor den dienst in de tropen is aan de
isolatie van de hutten en de kunstmatige
ventilatie speciale aandacht besteed.
Een aantal schepen van hetzelfde type
en klasse zijn reeds tot volle tevredenheid
in geregelden dienst.
De Koninklijke Shell-groep was, bij af
wezigheid van den marine-superintendent
C. Zuiver, vertegenwoordigd door den heer
J. Mulder, inspecteur Nederlandsch-Indi-
sche Tank Stoomboot Maatschappij, die
het schip op zee van de bouwers, na een
succesvolle beëindiging van den proeftocht,
overnam.
De werf van aanbouw, de Nederland
sche Dok Maatschappij N.V., was vertegen
woordigd door den directeur, J. H. C.
Salberg, terwijl verder aan boord waren
vertegenwoordigers van Lloyds, scheep
vaartinspectie en eenige „distinguished
guests" van de Koninklijke Shell Groep.
DE MIJNVEGERS VERTROKKEN.
Hartelijk afscheid uit Vlissingen.
Gistermiddag zijn van Vlissingen naar
Nederlandsch Oost-Indië vertrokken de
mynvegers H. M. Pieter de Bitter, de Jan
van Amstel, de Eland Dubois en de Abra
ham Crijnssen.
Voor het vertrek der schepen heerschte
er aan de aanlegplaatsen in de buitenha
ven te Vlissingen een geweldige drukte.
Ontroerend was het afscheid van vrouwen,
kinderen, verloofden en verdere familie
leden. Velen konden hun tranen niet be
dwingen, nu'hun vader of zoon de verre
reis ging ondernemen en voor eenige jaren
uit den familiekring zou worden getrok
ken.
Te ruim half twee kwam de onder
commandant van de marine in Zeeland,
kapitein-ter-zee H. J. van der Stad, aan
boord van de Pieter de Bitter, waar hij op
het achterdek de volgende toespraak hcaft
gehouden:
„Divisie-commandant, officieren, onder
officieren en manschappen. Gij zijt op hat
punt naar Nederlandsch Oost-Indië te
vertrekken. Dit vertrek heeft thans een
bijzondere beteekenis, omdat gij deze
nieuwe schepen zult uitvaren, welke sche
pen een versterking zullen zijn voor harer
majesteit's weermacht in Indië. Echter
deze schepen alleen beteekenen niets. Zy
krijgen pas waarde door de bemanning en
eerst nadat zij in haar geheel goed ge
oefend is en er aan boord een goede krijgs
tucht heerscht, zyni deze schepen een
versterking voor de weermacht.
leder van u beteekent een radertje van
het geheel. Het moge voor u een voldoe
ning zijn het beste werk te hebben ver
richt.
Ik wensch u toe een goede aankomst in
Indië en een behouden terugkeer in
Nederland. Leve de koningin", waarna een
driemaal hoera weerklonk.
De divisie-commandant jhr. de Jonge
van Beek en Donk heeft daarop dank ge
bracht, „zy allen, onze versterking en u
kunt op ons rekenen."
Hiermede was het officieele gedeelte
geëindigd.
Nog even kreeg de familie gelegenheid
om met een handdruk afscheid te nemen en
dan stoomen de vier schepen achter elkaar
de haven uit.
Plechtig klinkt het Wilhelmus, gespeeld
door het muziekcorps van de marine, dat
op den westelijken havenberm staat opge
steld. Daar bevinden zich ook tal van
autoriteiten, waaronder de commissaris
van de koningin in Zeeland, jhr. mr. J. W.
Quarles van Ufford, de burgemeester van.
Vlissingen, de heer C. A. van Woelderen,
en talrijke officieren, de meesten vergezeld
van hun dames, terwyl ook kapitein van
der Stad zich by dit gezelschap voegde.
Een duizendkoppige menigte zwaaide met
hoeden, mutsen en zakdoeken. Het is een
ontroerend schouwspel. Statig varen de
mynvegers de Schelde op, begeleid door
H. M. Brinio. Allen turen ze na, tot zij uit
het gezicht zijn verdwenen. Vlissingen
heeft op waarlijk indrukwekkende wijze
afscheid van de oorlogsbodems genomen.
167. Anneke stopte al de aardige cadeaux en de brief in het
mandje. Hansje mocht naast haar zitten. Daar klapte Flipje
met zijn zweep en voort ging het, de avonturen tegemoet.
Zolang ze nog iets kon zien, wuifde Anneke de achterblijven-
den tot afscheid toe.
kLi"!,- TS hJ'erlLik W6er en het «>™etje scheen vrolijk.
raaWgie hep dat het een lust was. Flipje begon uit volle
verbaasd" aankeken.2'"^"' V°*els 'D de bomen elka*r