mm Waar het recht zijn loop heeft Jffl) DE JOUDEN NEEM VOOR DE WASMACHINE ALLÉÉN „OVERVETTE RINSO"! ,ov€cüdte"RinS0 speciaal voor de wasmachine esa ssesesoJLldiopcCQCMiiMa Beleediging van een onderwijzer. Alhmaarsche Politierechter De ruitentikker van V. en De Maandagsche zitting van den Alkmaar schen politierechter telde dezen keer slechts een pleitende advocaat en wel mr. Prins, die de taak had de zwaar gewicht mijnheer Gerardus L. uit Zoeterwoude, grondwerker van beroep, te verdedigen. Gerardus was de man, die in den nacht van 15 op 16 Juli j.1. de vijf groote spiegelruiten van V. en D aan de Laat te Alkmaar met vijf groote straatklinkers aan gruzelementen gooide, zonder dat men er achter kon komen, welke reden hij daartoe wel had. Gerardus, die, gelijk men weet, aanvan kelijk een valschen naam had opgegeven verscheen welgemoed voor den politierech ter. Hij ontkende ook maar iets met de ruiten van V. en D. te maken te hebben gehad. Hi was op zijn zwerftocht in Alkmaar terecht gekomen en had zich voor den nacht ter ruste gelegd op een bank in het Kennemer- park. Blijkbaar hield hij van slapen in open lucht, want hij had geld voldoende om in een slaapstee een onderkomen te kunnen vin den. Zijn kansen op een vrijspraak leken gun stig te staan, toen getuige Annagiet Fran sen, die op het tijdstip van het stuk gooien zich in de Ridderstraat bevond, was uitge sproken. Deze getuige» kon niets anders ver klaren, dan dat zij aanvankelijk dacht, dat een auto ergens tegen aan was gereden, het geen achteraf niet het geval bleek te zijn. voorts had zij 'n grooten zwaren man gezien met een pet op en met z'n handen op den rug, die den hoek bij V. en D. om kwam zet ten. Zij durfde evenwel niet te zeggen, dat verdachte dien man was geweest. Leelyker zag het er voor Gerardus uit, toen mej. J. Smit-Klein, die ook in de Rid derstraat was, kwam vertellen, dat zij twee klappen had gehoord en had gezien, dat vijf ruiten stuk waren. Ook zij had een grooten man gezien, maar hem tevens goed opgeno men. Hij had een gestreepte broek aan, een manchestersche jas en een pet op, terwijl hij een rood gezicht had, kortom, haar beschrij ving klopte volkomen met het voorkomen van verdachte, die zij ter rechtszitting posi tief herkende. De juffrouw had ook nog den man nage keken en gezien, dat hij het Kenr.emerpark in ging. De laatste schakel in het bewijs werd ge leverd door den heer Roobeek, stoffeerder en wonende op de Laat, die voor den vol genden dag zijn zonnenschermen aan het ophangen was en zag, dat een groote man gooiende bewegingen maakte, op welke be wegingen telkens glasgerinkel volgde. De man ging toen de Ridderstraat in. Bovendien verklaarden alle drie getuigen, dat niemand anders zich op straat bevond dan die eene groote man. Verdachte vond, dat de juffrouw zich ver keken had. Hij had al een heele poos op een bank in het Kennemerpark liggen slapen, toen de politie hem kwam arresteeren. De officier, mr. v. d. Feen de Lille achtte uit de getuigenverklaringen het wettig be wijs van verdachte's schuld geleverd en eischte één maand gevangenisstraf voor de ongemotiveerde handeling van verdachte. Mr. Prins kon niet in de schuld van Ge rardus gelooven, omdat die geen enkel mo tief voor het ingooien van de ruiten kon hebben en omdat de getuigenverklaringen z.i. niet overtuigend waren. Bovendien had verdachte twee maanden voorarrest geriS' keerd door halsstarrig te blijven ontkennen, hetgeen men niet doet, wanneer men door bekennen eerder vrij kan komen. Pleiter vroeg daarom vrijspraak en voor het geval, dat de rechter anders mocht beslissen, cle mentie in verband met het voorarrest. De rechter vond dat verdachte schuldig was en veroordeelde hem conform den eisch. Nog een ruitentikker. De ruim dertig jarige arbeider Nicolaas L., zonder vaste woonplaats, werd beschuldigd van landlooperij te Nibbixwoud en van het ingooien van een ruit in het gemeentehuis; alles gepleegd in de maand Augustus. Nico laas ontkende zich aan landlooperij te heb ben schuldig gemaakt; hij logeerde bij zijn zuster te Nibbixwoud. Dat hij de ruit van de secretarie had kapot gegooid, erkende hij; hij had het uit protest gedaan, omdat hij géén steun kreeg. De officier geloofde verdachte, vroeg vrij spraak voor de landlooperij en 15 boete voor de kapotte ruit. De rechter sprak Nicolaas van het eerste punt vrij en veroordeelde hem voor de ver nieling tot 1 maand gevangenisstraf met af trek van 1 maand preventief, zoodat de man direct weer in rvyhèid kon worden gesteld. Hij boft nog extra, doordat hij een baantje kan krijgen. Hij nam een ketting mee. Minder goed kwam de 62-jarige Christiaan v. d. B. uit Hoorn er af. Die had ten nadeele van J. Breed te Wieringen een ijzeren ket ting van de kade meegenomen en zich toe geëigend. De oude man vertelde wel, dat hij de ketting van een zekeren Jan Adriaans- zoon had gekocht, die deed, alsof het diens ketting was, maar het bleek, dat nergens ter wereld een mijnheer Jan Adriaanszoon be kend was, zoodat 't verhaaltje van den han- digen oude sterk in twijfel werd getrokken. De officier eischte veertien dagen gevange^ nisstraf en de rechter, die het gepleegde feit een brutaal stukje van den verdachte noem de die had op klaarlichten dag de ketting op een handwagen geladen en meegenomen veroordeelde conform den eisch. Vervaagd mijn en dijn-begrip. Twee, die het verschil tusschen mijn en dijn niet al te scherp meer zagen, althans bij bepaalde gelegenheden niet, waren de Alkmaarders Pieter O. en Cornelis K., res pectievelijk los-werkman en timmerman. Beiden zouden in den nacht van 25 op 26 Juni uit visschen gaan, toen zij aan den Hoe vervaart een paar kistjes met nieuwe aardappelen aantroffen, eigendom van den tuinder A. Konijn, die ze daar had neerge zet voor den vrachtschipper. De heeren hadden het niet breed en pikten de aard appelen als welkome buit in. Dank zij de activiteit van een politieagent, die het tweetal met de aardappelen zag sjouwen, tvas de vreugde der heeren van korten duur; een proces-verbaal volgde en heden konden zij zich voor den kadi verantwoor- Eindelijk een speciaal wasmiddel, waarbij nu eens terdege rekening is gehouden met de mogelijkheden, die de wasmachine biedt De nieuwe Rinso lost on middellijk in lauw water op en geeft een overvloedig schuim, omdat zij „overvet" is. Bovendien bevat Rinso bijzonder werkzame bestanddelen, die het tijd rovende voorweken van de was overbodig maken. En het Rinso-sop, waarin U heeft gewassen, behoeft U niet weg te doenl Na het witte goed kunt U achtereenvolgens nog het gekleurde goed, het flanel en het tricotgoed in hetzelfde Rinso- sop wassen voor slechts 12t ets. Lees slechts de eenvoudige gebruiksaanwijzing. Als U een wasmachine bezit, neem dan voortaan geen ongeschikte wasmiddelen meer, maar uitsluitend: VW /jm Sok r «.«en» CT*. R 8*0309 H den. K. was erg berouwvol; hij had negen jaar geleden nog een keer gestolen, maar hij vond het feit toch erg en zei, dat O. de kwade genius in het geval was geweest O. was minder berouwvol, ging niet ac- coord met de houding van zijn maat, had een groot woord en vond, dat Konijn den boel maar niet zoo aan den weg moest laten staan. Dat was een man, die veertien gulden steun krijgt voor een huishouden van man, vrouw en zes kinderen, leelijk in de verleiding brengen. Hij, O., had zich niets te verwijten. Maar toen de officier, die beider schuld even groot noemde, O., die reeds twee keer wegens een vermogensdelict was veroor deeld, gebrek aan schuldbesef verweet en tegen beiden veertien dagen gevangenis straf eischte, werd de man wel wat dee moediger. De rechter, die den omvang van het ge- stolene de waarde van 2 gering noemde, maar het feit ernstig, immers, de aardap pelen waren aan de hoede van het publiek toevertrouwd, velde het milde vonnig van 5 dagen gevangenisstraf. Klappen als betaling. Zonderlinge betalingsmethoden hield de nog jonge kellner Jan H. uit Alkmaar er op na. Hij was aan den broodverkooper B. de Vries een bedrag van 1.08 schuldig we gens geleverd brood, om welk bedrag de Vries herhaaldelijk zonder resultaat kon loopen. Toen de V.. het vragen om zijn rechtmatig geld moe, met zwaarder geschut begon te werken, diende de kelnner die gehuwd is hem een flinken klap op de oogen toe. Jan H., die keurig gekleed voor den rechter verscheen, stelde het wel erg on schuldig voor en trachtte den bakker wel zwart te maken, maar daar redde hij het niet erg mee, want de politierechter kent z'n menschen en vond, dat het leven op eens anders kosten en het betalen met mishandelingen, ook al is men werkloos, zooals de net gekleede verdachte, dingen waren, die niet door den beugel kunnen. De officier oordeelde ook niet malsch, noemde het optreden van Jan zonderling en eischte 25 boete of 15 dagen. Het vonnis —as 15 boete of 10 dagen hechtenis. Leelijke woorden gebruikt, Van de verschillende beleedigingszaak- jes vermelden we dat van mejuffrouw Ma- garetha H. uit Bovenkarspel, die zich boos had gemaakt om de kinderen van het echt paar D. BetRaven en, toen de ouders van die kinderen zich met het geval gingen bemoeien, een vloed van leelijke scheldwoorden van haar lippen liet vloei.- en. Het echtpaar was danig beleedigd en diende een aanklacht in. Mejuffrouw H. erkende het ten laste gelegde gedeeltelijk, maar de heeren namen de beschuldiging van het echtpaar serieuser op, met het ge volg, dat de officier 15 of 10 dagen eisch te en dat de rechter die erg mild was dezen dag haar veroordeelde tot 8 boe te of 6 dagen hechtenis. Aan de haren getrokken. Er waren ook verschillende mishande lingszaakjes, waarvan we, tegen de tradi tie in, de kinderachtigste aan de vergetel heid zullen ontrukken ter leering van an deren, die ook dergelijke gevallen ze zijn niet zeldzaam beleven. Mejuffrouw Adriana M., gehuwd met J. B. leefde in niet al te beste verstandhouding met haar buren, de familie K. te Barsinger- horn. Een kleine oorzaak was aanleiding, dat de overprikkelde zenuwen van Adriana zich ontspanden in een fiksch vechtpartij tje met de zestienjarige dochter van de famile K„ die zij aan de haren trok en te gen de dijbeenen schopte. Moeder K. kwam op het gegil harer dochter naar buiten vliegen maar mocht voor haar scheidsrechtelij k optreden ook een paar rukken aan heur haar ondervin-, den. Verdachte erkende de feitèn, maar gaf de schuld van de ruzie aan haar buren, het geen voor den rechter aanleiding was haar den raad te geven zich tegenover buren al tijd kalm te gedragen en zich er niet door te laten opwinden. De officier eischte 15 boete of 10 dagen, hetgeen verdachte gemeen vond, want ze had geen schuld. De rechter nam aan, dat verdachte ook wel eens geplaagd werd en vonniste tot 8 boete of 4 dagen hechtenis, hetgeen nogal schappelijk is. Woensdag 15 September. HILVERSUM, 1875 M. (VARA- uitz.) 8.Gr.pl. 9.30 Keukenpr. 10.— VPRO-morgenwijding. 10.20 N.V.V.-uitz. en gr.pl. 11.30 De ge schiedenis van het vraagstuk der werkloosheid, causerie. 12.Gr.pl. 12.301.45 VARA-orkest en gr.pl. 2.Naai- en knipcursus. 2.30 Voor de vrouw. 3.Voor de kinderen. 5.30 Gr.pl. 6.De Lucky Birds en solist. 6.30 Gr.pl. 6.40 Landbouw- causerie. 7.Koorzang. (7.30 V. P.R.O.: De geestelijke crisis onzer dagen, causerie). 8.Herh. SOS- 8.03 ANP-ber., Vara-Varia. 8.15 Gev. concert. 8.30 Radiotooneel met mu ziek. 9.Gr.pl. 9.30 H. Gorter-her denking. 10.ANP-ber. 10.05 So praan en orgel. 10.30 Fantasia. 11.Cyclus aSexualiteit en huma niteit". 11.20—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 301 M. (NCRV-uitz.) 8.Schriftlezing, meditatie, ge wijde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pl. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gr.pl. 10.30 Morgendienst. 11.Ensemble v. d. Horst. 12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 Verv. concert. 1.30 Orgelspel. 2.30 Gr.pl. 3.Christ. lectuur. 3.30 Gr.pl. 3.4o Christ. Liederen- uurtje. 4.45 Felicitaties. 5.Voor de kinderen. 5.45 Gr.pl, 6.Land en tuinbouwhalfuur. (6.30 Onder- wysfonds voor de Scheepvaart: Causerie over het binnenaanva- ringsreglement, stoommachines en verbrandingsmotoren). 7.— Ber. 7.15 „S. S. R. en saamhorigheid", causerie. 7.30 Gr.pl. 7.45 Rep. 8. ANP-ber., herh. SOS-ber. 8.15 Gr.pl. 9.Zendmgsrede. 9.30 Christ. Gemengd koor Excelsior en gi.pl. (10.— ANP-ber.) 10.30 Gr.pL 10.45 Gymnastiekles. 11.12. Gramofoonmuziek. Hierna Schrift lezing. DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel spel. 11.35 Gr.pi. 12.20 BBC-Nor- thern Ireland Orkest en de May- fair Glee Singers. 1.20 Het West Calder Blaasorkest. 2.05 Gr.pl. 2.35 Het MacArthur kwintet. 3.05 Rep. 3.50 Pianorecital. 4.50 Vesper. 5.10 Gr.pL 5.20 Sportrep. 5.35 H Hall en zijn Band. 6.20 Ber. 6.40 Ben Oakley en zijn Band. 7.10 HetBBC- orkest en soliste. 8.Sportpr. 8.20 Rep. 8.50 Zang. 9.15 BBC-Revue- koor en -orkest en solisten. 10. Ber. 10.20 Good correspondents, causerie. 10.40 Radiotooneel met muiezk. 11.10 Dansmuziek (gr.pl.) 11.20—12.20 H. Hall en zijn Band. RADIO PARIS, 1648 M. 7.10, 8.20 en 10.35 Gr.pl. 12.20 Dubruille- orkest en zang. 2.20 Gr.pl. 4.05 Zang. 5.20 R. Ellis' orkest. 7.20 Gr.pl. 7.35 Zang. 7.50 Pianorecital. 8.05 Zang. 8.50 Selectie uit de opera „Le Chalet". 10.50 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 6.50 H. Hage- stedt's orkest. 8.50 en 12.20 Om roeporkest. 1.35 Omroepkl.-orkeat. 2.35 Gev. concert. 4.50 Omroep- Amusementsorkest. 6.50 Cello en piano. 7.30 Solistenconcert. 8.30 Omroeporkest, instr.-kwartet en solisten. 11.35—12.20 Kamerorkest BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.30 Omroepdansorkest. 1.502.20 Gr.pL 6.20 Salonorkest. 7.20 Zang. 8,20 Fanny Elssler, operette. 10.30— 11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepdansorkest. 1.30 Sa lonorkest. 1.502.20 en 5,20 Gr.pL 6.35 Kamermuziek. 6.55 Gitaarmu ziek. 7.20 Kamermuziek. 8.20 Om- roepsymphonie-orkest. 10.3011.20 Omroepdansorkest. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.30 Omroeporkest en solist. 9.20 Duitschland-Echo. 9.35 Solistencon cert. 10.20 Ber. 10,50 E. Wolffs Dansorkest. 11.05 Weerber. 11.20— 12.20 Uit Londen: H. Hall en zijn Band. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.35, Parijs R. 10.35—11.35, Lond. Reg. 11.35 12.20, Keulen 12.2013.20, Brus sel VI. 13.20—13.35, Keulen 13.35— 14.20, Parijs R. 14.2015.35, Lond. Reg. 15.35—17.20, Parys R. 17.20— 18.20, Lond. Reg. 18.20—18.50, Keu len 18.5019.20, Pary's R. 19.20— 20.20, Keulen 20.20—21.15, Droit- wich 21.1522.20, Brussel VL 22.20 —22.40, Weenen 22.40—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor- mandië 9.2010.35, Droitwich 10.35 18.20, Luxemburg 18.2018.40, Droitwich 18.4020.Luxemburg 20—20.20, Brussel Fr. 20.20—21.15, Lond. Reg. 21.1523.20, Droitwich 23.20—24.—. 4 H Lijn 5: Diversen. Is een koninklijke verloving belangrijk of niet? Wegens beleediging moesten in hoo- ger beroep van een vrijsprekend vonnis van den Rotterdamschen politierechter voor het Haagsche gerechtshof terecht staan de Schiedamsche advocaat mr. W. A. H. en de hoofd-redacteur van een te Schiedam verschijnend dagblad, M. S. Mr. H. had dit dagblad een ingezonden stuk doen toekomen, waarin hij zich belee- digend over een onderwijzer, van wien zijn dochtertje onderwijs ontving, had uitgelaten. Hij was n.L eenigszins verstoord over het feit, dat men op die school aan de aange kondigde verloving van prinses Juliana niet die feestelijkheden had verbonden, die er zijns inziens niet bij mochten ontbreken. De onderwijzer zou gezegd hebben: „Kin deren, weten jullie het al? Prinses Juliana is verloofd met een Duitschen prins en dat schijnen de menschen nu zóó belangrijk te vinden, dat ze de vlag uitsteken". In zijn ingezonden stuk had hy o.m. ge zegd: een slecht paedagoog, die roode onderwijzer. De betrokken onderwijzer had een klacht bij den officier van justitie te Rotterdam in gediend, doch deze wilde de zaak niet ver volgen. Het gerechtshof te 's-Gravenhage, tot wie de onderwijzer zich daarna had gewend, was een andere meening toegedaan en zoo heeft de zaak voor den politierechter te Rot terdam gediend. Conform den eisch van den officier werden beide verdachten toen vrij gesproken. De officier ging in hooger beroep en de procureur-generaal bij het Haagsche gerechtshof, mr. A. Rombach, was van mee ning, dat hier wèl van beleediging sprake was. Men kan, aldus de procureur-generaal, verschillend denken over de belangrijkheid van een verloving, al is die tusschen vorste lijke personen. Men kan zich daarover ver heugen, maar men behoeft niet op uitbun dige wijze uiting aan zijn vreugde te geven. Een verloving is eigenlijk een zaak tusschen twee personen en de naaste familie. Zoo heeft blijkbaar de onderwijzer het ook op gevat, dat had mr. H. moeten begrijpen. Zijn nu de eer en goeden naam van den onderwijzer aangetast? Spr. meende van wel, want mr. H. verwijt hem, dat hij zich bij het onderwijs laat be ïnvloeden door zijn politieke gezindheid. Dat is een ernstige aantijging tegen een onder wijzer. Spr. vorderde daarom tegen mr. H. een geldboete van 100 subs. 40 dagen en tegen S. 25 subs. 10 dagen. Mr. H. voerde de verdediging voor zich zelf en voor zijn medeverdachte. Het feit van de verloving vond hij zèèr belangrijk en daarom achtte hy het gedrag van den on derwijzer niet juist. Hij had daarover met het hoofd der school kunnen spreken, doch hij was er zeker van, dat hy daar geen bevredigende oplossing mee zou bereiken. Daarom heeft hij het dag blad opgebeld en een ingezonden stuk gete lefoneerd. Hij had daarmee de bedoeling om het feit te signaleeren en niet om den onderwijzer te beleedigen. Het gevaar, dat de leerlingen van de school het stuk zouden lezen, achtte hij niet groot. Mr. H. was ten slotte van mee ning, dat zijn verdachte en hij moesten wor den vrijgesproken, omdat hier geen sprake was van opzet tot beleedigen. Arrest 27 September. ÜeuiUeloH Naar het EngeUch van PAUL TRENT door J. SCHOUTEN 35) „Aangenomen. Ik geloof niet, dat de man slim genoeg is. Als hy dat wel was, had hy ons al veel eerder kunnen helpen", gromde Bill. Er ontsnapte Desbrook een kreet en hij snelde naar een patrijspoort, waardoor nu eenig licht naar binnen drong. „Een rookgordijn. Ik had er heel wat'voor over om te weten wat er gebeurt'", merkte hij kalm op. Desbrook's veronderstellingen waren juist geweest, want zoowel Grafton als Brock- dorf waren tot de conclusie gekomen, dat de torpedojager ongetwijfeld naar de Eme- rald zocht. „Ik kan er niet van door gaan", zei Graf ton tegen Brockdorf. „Ik geloof, dat wij 'n grootere snelheid hebben dan zij. Zie je, Brockdorf, ik heb beloofd Antonio en nog een paar anderen op te pikken en ik kan ze niet in den steek laten. Ik zou ze te Shoreham ontmoeten. Ik heb met Antonio afgesproken, dat hij vanaf twee uur met een motorboot klaar zou liggen en ons on middellijk tegemoet zou komen, als hij ons in het gezicht kreeg. Als wij nu een rook gordijn uitwerpen, kunnen we van koers veranderen en fuld speed naar Shoreman stoomen. Maar keer de boot eerst, voor dat je het rook-gordijn uitwerpt en stoom een paar minuten lang naar zee, in Ooste lijke richting", gaf Grafton last. „Ik begrijpt wat u bedoelt. Het is een beetje riskant, maar we kunnen het pro- beeren", zei Brockdorf, terwijl hy den stuurman eenige bevelen gaf en naar de machinekamer seinde om met halve kracht vooruit te gaan. De manoeuvre was eenvoudig en toen de rook een dicht gordijn vormde, werd het roer naar bakboord gewend en volgde het jacht weer zyn oorspronkelijke koers. „Met volle kracht vooruit", werd naar de ma chinekamer geseind en nu de ketels onder vollen druk stonden, bleek duidelijk, dat zij met groote snelheid voeren. „Wij loopen meer dan dertig", merkte Brockdorf met voldoening op. Het schip zette koers naar de kust en spoedig bevonden zij zich op slechts een halve mijl afstand van "de kust. Brighion kwam in zich en eenige minuten daarna, toen Shoreham zichtbaar werd, werd de snelheid van de boot verminderd. De rook was verdwenen en de torpedojager was nergens te bekennen. Grafton tuurde be zorgd over het water, doch het duurde niet lang, of hij zag een motorboot naderen Het was een buitengewoon snelle boot en binnen eenige minuten kwam zij langs zij. Er werd geen brug neergelaten en Antonio en zijn makkers waren genoodzaakt langs een touwladder naar boven te klimmen, 'n onwaardige vertooning, waarover de tame lijk dikke Italiaan hevig Verontwaardigd was. „Wat voor nieuws?" vroeg Grafton hem kortaf. „Niets van belang, chef, behalve wat er in de kranten staat. Ik heb een stapeltje voor u ter inzage meegebracht. Er wordt een ontzettende ophef gemaakt over de verdwijningen. Maar tot nu toe schijnt nie mand nog eenig idee te hebben van wat er werkelijk gebeurd is". „Heeft mijn naam, in verband met deze geschiedenis, in de krant gestaan?" vroeg Grafton bezorgd. „Uw naam is, meen ik, niet genoemd". „Dat is dus in orde. Wel, ga maar naar achteren en neem een borrel. Ik zal je aan het hoofd stellen van onze levensmiddelen- afdeeling. Je zult je herinneren, dat we voorname gasten hebben en ik verwacht dat je je beste beentje voor zult zetten". Antonio bromde iets en ging naar be neden, want hy had een spannenden en zenuwachtigen tijd achter den rug en hij meende dat een glaasje oude cognac hem geen kwaad zou doen. HOOFDSTUK XIII. Commandant Carruthers hy was eer ste bevelhebber, daar de Shirke het voor- naamste schip van het flottille was ver maakte zich uitstekend. Door en door sportief als hy was, beschouwde hy het zoeken naar de Emerald, zooals hij het ren nen achter de speurhonden beschouwden, toen hij nog in Darthmouth was. Dus ging hij met hart en ziel op de plannen van den hoofdinspecteur in en besprak met hem. tot in bijzonderheden de verschillende mo gelijkheden en ging met hem na waar het jacht zich naar alle waarschijnlijkheid zou •kunnen bevinden. Graves was er van overtuigd, dat Grafton naar de Russische wateren zou koers zet ten en zijn assistent Hardy was het met hem eens. „Da wil dus zeggen, of naar de Oostzee, of naar de Zwarte Zee. Het 'aatste zou be- teekenen dat hij door de Dardanellen moest en het is zeer onwaarschijnlijk, dat hij dat zou wagen; daarom zal Leningrad wel zijn doel zijn. Ik geloof, dat wij het beste zoo gauw mogelijk naar de Oostzee kust kunnen varen", opperde Graves. „Heeft u een nauwkeurige beschrijving van de Emerald?" vroeg de commandant. „Neen, mijnheer, maar ik ben er aan boord geweest en kan u wel vertellen, hoe zy er uit ziet. Nog beter, als u mij papier en potlood verschaft, zal ik een schets van haar maken. Het feit, dat de hoofd-inspecteur uitste kend kon teekenen, was hem herhaaldelijk van dienst geweest bij zijn werk. Ditmaal maakte hy een zeer duidelijke teekening van het jacht en Carruthers knikte goed keurend. „Ik zou haar overal herkennen. Het lijkt me een mooie boot". „Ja, en ze heeft mooie machines ook. Ik zou haar graag grondig doorzocht hebben toen ik aan boord was. Jammer genoeg had ik geen volmacht en kon mijn menschen slechts een oppervlakkig onderzoek laten instellen, dus was het onmogelijk de boot nauwkeurig te bekijken". „Wat dacht u dan te vinden?" „Wel er waren een paar dingen, die er op wezen, dat ze wel eens van geschut voor zien kan zijn". „Dus een van die geheimzinnige schepen, die de zeeën onveilig maken?" „Een geheimzinnig schip is het zeker", zei de inspecteur op drogen toon. „Als ze bewapend is, zullen we er des te meer pleizier van beleven. Het is zoo lang geleden, dat ik een schermutseling mee gemaakt heb, dat ik bijna vergeten ben, wat dat voor sensatie geeft". „U schijnt anders wel uw aandeel in den oorlog gehad te hebben, commandant", zei Hardy, met een bewonderenden blik op de lintjes van den marine-officier. „En alle maal de moeite waard, hoor!" vervolgde hij, „niet van die aardige dingetjes van vreemde mogendheden, die niets te betee- kenen hebben". Het schip trilde lichtelijk, terwijl zij met groote snelheid voortstoomden. Graves en Hardy zaten lui in de officiers-kajuit en genoten van hun pijp, toen een sein naar beneden kwam om hun te zeggen, dat de kapitein liet vragen, of zij aan dek wilden komen. Carruthers wenkte hen bij hem op de brug te komen en wees met zijn vinger naar een schip dichtbij de kust. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6