mm
Waar het recht zijn loop heeft
Jffl)
DE JOUDEN
NEEM VOOR DE WASMACHINE
ALLÉÉN „OVERVETTE RINSO"!
,ov€cüdte"RinS0 speciaal voor de wasmachine
esa
ssesesoJLldiopcCQCMiiMa
Beleediging van een
onderwijzer.
Alhmaarsche Politierechter
De ruitentikker van V. en
De Maandagsche zitting van den Alkmaar
schen politierechter telde dezen keer slechts
een pleitende advocaat en wel mr. Prins,
die de taak had de zwaar gewicht mijnheer
Gerardus L. uit Zoeterwoude, grondwerker
van beroep, te verdedigen. Gerardus was de
man, die in den nacht van 15 op 16 Juli j.1.
de vijf groote spiegelruiten van V. en D
aan de Laat te Alkmaar met vijf groote
straatklinkers aan gruzelementen gooide,
zonder dat men er achter kon komen, welke
reden hij daartoe wel had.
Gerardus, die, gelijk men weet, aanvan
kelijk een valschen naam had opgegeven
verscheen welgemoed voor den politierech
ter. Hij ontkende ook maar iets met de ruiten
van V. en D. te maken te hebben gehad. Hi
was op zijn zwerftocht in Alkmaar terecht
gekomen en had zich voor den nacht ter
ruste gelegd op een bank in het Kennemer-
park. Blijkbaar hield hij van slapen in open
lucht, want hij had geld voldoende om in een
slaapstee een onderkomen te kunnen vin
den.
Zijn kansen op een vrijspraak leken gun
stig te staan, toen getuige Annagiet Fran
sen, die op het tijdstip van het stuk gooien
zich in de Ridderstraat bevond, was uitge
sproken. Deze getuige» kon niets anders ver
klaren, dan dat zij aanvankelijk dacht, dat
een auto ergens tegen aan was gereden, het
geen achteraf niet het geval bleek te zijn.
voorts had zij 'n grooten zwaren man gezien
met een pet op en met z'n handen op den
rug, die den hoek bij V. en D. om kwam zet
ten. Zij durfde evenwel niet te zeggen, dat
verdachte dien man was geweest.
Leelyker zag het er voor Gerardus uit,
toen mej. J. Smit-Klein, die ook in de Rid
derstraat was, kwam vertellen, dat zij twee
klappen had gehoord en had gezien, dat vijf
ruiten stuk waren. Ook zij had een grooten
man gezien, maar hem tevens goed opgeno
men. Hij had een gestreepte broek aan, een
manchestersche jas en een pet op, terwijl hij
een rood gezicht had, kortom, haar beschrij
ving klopte volkomen met het voorkomen
van verdachte, die zij ter rechtszitting posi
tief herkende.
De juffrouw had ook nog den man nage
keken en gezien, dat hij het Kenr.emerpark
in ging.
De laatste schakel in het bewijs werd ge
leverd door den heer Roobeek, stoffeerder
en wonende op de Laat, die voor den vol
genden dag zijn zonnenschermen aan het
ophangen was en zag, dat een groote man
gooiende bewegingen maakte, op welke be
wegingen telkens glasgerinkel volgde. De
man ging toen de Ridderstraat in.
Bovendien verklaarden alle drie getuigen,
dat niemand anders zich op straat bevond
dan die eene groote man.
Verdachte vond, dat de juffrouw zich ver
keken had. Hij had al een heele poos op een
bank in het Kennemerpark liggen slapen,
toen de politie hem kwam arresteeren.
De officier, mr. v. d. Feen de Lille achtte
uit de getuigenverklaringen het wettig be
wijs van verdachte's schuld geleverd en
eischte één maand gevangenisstraf voor de
ongemotiveerde handeling van verdachte.
Mr. Prins kon niet in de schuld van Ge
rardus gelooven, omdat die geen enkel mo
tief voor het ingooien van de ruiten kon
hebben en omdat de getuigenverklaringen
z.i. niet overtuigend waren. Bovendien had
verdachte twee maanden voorarrest geriS'
keerd door halsstarrig te blijven ontkennen,
hetgeen men niet doet, wanneer men door
bekennen eerder vrij kan komen. Pleiter
vroeg daarom vrijspraak en voor het geval,
dat de rechter anders mocht beslissen, cle
mentie in verband met het voorarrest.
De rechter vond dat verdachte schuldig
was en veroordeelde hem conform den eisch.
Nog een ruitentikker.
De ruim dertig jarige arbeider Nicolaas L.,
zonder vaste woonplaats, werd beschuldigd
van landlooperij te Nibbixwoud en van het
ingooien van een ruit in het gemeentehuis;
alles gepleegd in de maand Augustus. Nico
laas ontkende zich aan landlooperij te heb
ben schuldig gemaakt; hij logeerde bij zijn
zuster te Nibbixwoud. Dat hij de ruit van
de secretarie had kapot gegooid, erkende
hij; hij had het uit protest gedaan, omdat
hij géén steun kreeg.
De officier geloofde verdachte, vroeg vrij
spraak voor de landlooperij en 15 boete
voor de kapotte ruit.
De rechter sprak Nicolaas van het eerste
punt vrij en veroordeelde hem voor de ver
nieling tot 1 maand gevangenisstraf met af
trek van 1 maand preventief, zoodat de man
direct weer in rvyhèid kon worden gesteld.
Hij boft nog extra, doordat hij een baantje
kan krijgen.
Hij nam een ketting mee.
Minder goed kwam de 62-jarige Christiaan
v. d. B. uit Hoorn er af. Die had ten nadeele
van J. Breed te Wieringen een ijzeren ket
ting van de kade meegenomen en zich toe
geëigend. De oude man vertelde wel, dat hij
de ketting van een zekeren Jan Adriaans-
zoon had gekocht, die deed, alsof het diens
ketting was, maar het bleek, dat nergens ter
wereld een mijnheer Jan Adriaanszoon be
kend was, zoodat 't verhaaltje van den han-
digen oude sterk in twijfel werd getrokken.
De officier eischte veertien dagen gevange^
nisstraf en de rechter, die het gepleegde feit
een brutaal stukje van den verdachte noem
de die had op klaarlichten dag de ketting
op een handwagen geladen en meegenomen
veroordeelde conform den eisch.
Vervaagd mijn en dijn-begrip.
Twee, die het verschil tusschen mijn en
dijn niet al te scherp meer zagen, althans
bij bepaalde gelegenheden niet, waren de
Alkmaarders Pieter O. en Cornelis K., res
pectievelijk los-werkman en timmerman.
Beiden zouden in den nacht van 25 op 26
Juni uit visschen gaan, toen zij aan den
Hoe vervaart een paar kistjes met nieuwe
aardappelen aantroffen, eigendom van den
tuinder A. Konijn, die ze daar had neerge
zet voor den vrachtschipper. De heeren
hadden het niet breed en pikten de aard
appelen als welkome buit in. Dank zij de
activiteit van een politieagent, die het
tweetal met de aardappelen zag sjouwen,
tvas de vreugde der heeren van korten
duur; een proces-verbaal volgde en heden
konden zij zich voor den kadi verantwoor-
Eindelijk een speciaal wasmiddel, waarbij nu eens
terdege rekening is gehouden met de mogelijkheden,
die de wasmachine biedt De nieuwe Rinso lost on
middellijk in lauw water op en geeft een overvloedig
schuim, omdat zij „overvet" is. Bovendien bevat
Rinso bijzonder werkzame bestanddelen, die het tijd
rovende voorweken van de was overbodig maken.
En het Rinso-sop, waarin U heeft gewassen, behoeft U niet
weg te doenl Na het witte goed kunt U achtereenvolgens nog
het gekleurde goed, het flanel en het tricotgoed in hetzelfde Rinso-
sop wassen voor slechts 12t ets. Lees slechts de eenvoudige
gebruiksaanwijzing. Als U een wasmachine bezit, neem dan
voortaan geen ongeschikte wasmiddelen meer, maar uitsluitend:
VW /jm
Sok
r «.«en»
CT*.
R 8*0309 H
den. K. was erg berouwvol; hij had negen
jaar geleden nog een keer gestolen, maar
hij vond het feit toch erg en zei, dat O. de
kwade genius in het geval was geweest
O. was minder berouwvol, ging niet ac-
coord met de houding van zijn maat, had
een groot woord en vond, dat Konijn den
boel maar niet zoo aan den weg moest
laten staan. Dat was een man, die veertien
gulden steun krijgt voor een huishouden
van man, vrouw en zes kinderen, leelijk in
de verleiding brengen. Hij, O., had zich
niets te verwijten.
Maar toen de officier, die beider schuld
even groot noemde, O., die reeds twee keer
wegens een vermogensdelict was veroor
deeld, gebrek aan schuldbesef verweet en
tegen beiden veertien dagen gevangenis
straf eischte, werd de man wel wat dee
moediger.
De rechter, die den omvang van het ge-
stolene de waarde van 2 gering noemde,
maar het feit ernstig, immers, de aardap
pelen waren aan de hoede van het publiek
toevertrouwd, velde het milde vonnig van
5 dagen gevangenisstraf.
Klappen als betaling.
Zonderlinge betalingsmethoden hield de
nog jonge kellner Jan H. uit Alkmaar er op
na. Hij was aan den broodverkooper B. de
Vries een bedrag van 1.08 schuldig we
gens geleverd brood, om welk bedrag de
Vries herhaaldelijk zonder resultaat kon
loopen. Toen de V.. het vragen om zijn
rechtmatig geld moe, met zwaarder geschut
begon te werken, diende de kelnner die
gehuwd is hem een flinken klap op de
oogen toe.
Jan H., die keurig gekleed voor den
rechter verscheen, stelde het wel erg on
schuldig voor en trachtte den bakker wel
zwart te maken, maar daar redde hij het
niet erg mee, want de politierechter kent
z'n menschen en vond, dat het leven op
eens anders kosten en het betalen met
mishandelingen, ook al is men werkloos,
zooals de net gekleede verdachte, dingen
waren, die niet door den beugel kunnen.
De officier oordeelde ook niet malsch,
noemde het optreden van Jan zonderling
en eischte 25 boete of 15 dagen.
Het vonnis —as 15 boete of 10 dagen
hechtenis.
Leelijke woorden gebruikt,
Van de verschillende beleedigingszaak-
jes vermelden we dat van mejuffrouw Ma-
garetha H. uit Bovenkarspel, die zich boos
had gemaakt om de kinderen van het echt
paar D. BetRaven en, toen de ouders
van die kinderen zich met het geval
gingen bemoeien, een vloed van leelijke
scheldwoorden van haar lippen liet vloei.-
en. Het echtpaar was danig beleedigd en
diende een aanklacht in. Mejuffrouw H.
erkende het ten laste gelegde gedeeltelijk,
maar de heeren namen de beschuldiging
van het echtpaar serieuser op, met het ge
volg, dat de officier 15 of 10 dagen eisch
te en dat de rechter die erg mild was
dezen dag haar veroordeelde tot 8 boe
te of 6 dagen hechtenis.
Aan de haren getrokken.
Er waren ook verschillende mishande
lingszaakjes, waarvan we, tegen de tradi
tie in, de kinderachtigste aan de vergetel
heid zullen ontrukken ter leering van an
deren, die ook dergelijke gevallen ze
zijn niet zeldzaam beleven.
Mejuffrouw Adriana M., gehuwd met J.
B. leefde in niet al te beste verstandhouding
met haar buren, de familie K. te Barsinger-
horn. Een kleine oorzaak was aanleiding,
dat de overprikkelde zenuwen van Adriana
zich ontspanden in een fiksch vechtpartij
tje met de zestienjarige dochter van de
famile K„ die zij aan de haren trok en te
gen de dijbeenen schopte.
Moeder K. kwam op het gegil harer
dochter naar buiten vliegen maar mocht
voor haar scheidsrechtelij k optreden ook
een paar rukken aan heur haar ondervin-,
den.
Verdachte erkende de feitèn, maar gaf de
schuld van de ruzie aan haar buren, het
geen voor den rechter aanleiding was haar
den raad te geven zich tegenover buren al
tijd kalm te gedragen en zich er niet door
te laten opwinden.
De officier eischte 15 boete of 10 dagen,
hetgeen verdachte gemeen vond, want ze
had geen schuld.
De rechter nam aan, dat verdachte ook
wel eens geplaagd werd en vonniste tot
8 boete of 4 dagen hechtenis, hetgeen
nogal schappelijk is.
Woensdag 15 September.
HILVERSUM, 1875 M. (VARA-
uitz.) 8.Gr.pl. 9.30 Keukenpr.
10.— VPRO-morgenwijding. 10.20
N.V.V.-uitz. en gr.pl. 11.30 De ge
schiedenis van het vraagstuk der
werkloosheid, causerie. 12.Gr.pl.
12.301.45 VARA-orkest en gr.pl.
2.Naai- en knipcursus. 2.30 Voor
de vrouw. 3.Voor de kinderen.
5.30 Gr.pl. 6.De Lucky Birds en
solist. 6.30 Gr.pl. 6.40 Landbouw-
causerie. 7.Koorzang. (7.30 V.
P.R.O.: De geestelijke crisis onzer
dagen, causerie). 8.Herh. SOS-
8.03 ANP-ber., Vara-Varia. 8.15 Gev.
concert. 8.30 Radiotooneel met mu
ziek. 9.Gr.pl. 9.30 H. Gorter-her
denking. 10.ANP-ber. 10.05 So
praan en orgel. 10.30 Fantasia.
11.Cyclus aSexualiteit en huma
niteit". 11.20—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301 M. (NCRV-uitz.)
8.Schriftlezing, meditatie, ge
wijde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pl.
9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gr.pl.
10.30 Morgendienst. 11.Ensemble
v. d. Horst. 12.— Ber. 12.15 Gr.pl.
12.30 Verv. concert. 1.30 Orgelspel.
2.30 Gr.pl. 3.Christ. lectuur.
3.30 Gr.pl. 3.4o Christ. Liederen-
uurtje. 4.45 Felicitaties. 5.Voor
de kinderen. 5.45 Gr.pl, 6.Land
en tuinbouwhalfuur. (6.30 Onder-
wysfonds voor de Scheepvaart:
Causerie over het binnenaanva-
ringsreglement, stoommachines en
verbrandingsmotoren). 7.— Ber.
7.15 „S. S. R. en saamhorigheid",
causerie. 7.30 Gr.pl. 7.45 Rep. 8.
ANP-ber., herh. SOS-ber. 8.15
Gr.pl. 9.Zendmgsrede. 9.30
Christ. Gemengd koor Excelsior en
gi.pl. (10.— ANP-ber.) 10.30 Gr.pL
10.45 Gymnastiekles. 11.12.
Gramofoonmuziek. Hierna Schrift
lezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel
spel. 11.35 Gr.pi. 12.20 BBC-Nor-
thern Ireland Orkest en de May-
fair Glee Singers. 1.20 Het West
Calder Blaasorkest. 2.05 Gr.pl. 2.35
Het MacArthur kwintet. 3.05 Rep.
3.50 Pianorecital. 4.50 Vesper. 5.10
Gr.pL 5.20 Sportrep. 5.35 H Hall
en zijn Band. 6.20 Ber. 6.40 Ben
Oakley en zijn Band. 7.10 HetBBC-
orkest en soliste. 8.Sportpr. 8.20
Rep. 8.50 Zang. 9.15 BBC-Revue-
koor en -orkest en solisten. 10.
Ber. 10.20 Good correspondents,
causerie. 10.40 Radiotooneel met
muiezk. 11.10 Dansmuziek (gr.pl.)
11.20—12.20 H. Hall en zijn Band.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.10, 8.20
en 10.35 Gr.pl. 12.20 Dubruille-
orkest en zang. 2.20 Gr.pl. 4.05
Zang. 5.20 R. Ellis' orkest. 7.20
Gr.pl. 7.35 Zang. 7.50 Pianorecital.
8.05 Zang. 8.50 Selectie uit de
opera „Le Chalet". 10.50 Gr.pl.
KEULEN, 456 M. 6.50 H. Hage-
stedt's orkest. 8.50 en 12.20 Om
roeporkest. 1.35 Omroepkl.-orkeat.
2.35 Gev. concert. 4.50 Omroep-
Amusementsorkest. 6.50 Cello en
piano. 7.30 Solistenconcert. 8.30
Omroeporkest, instr.-kwartet en
solisten. 11.35—12.20 Kamerorkest
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.30
Omroepdansorkest. 1.502.20 Gr.pL
6.20 Salonorkest. 7.20 Zang. 8,20
Fanny Elssler, operette. 10.30—
11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl.
12.50 Omroepdansorkest. 1.30 Sa
lonorkest. 1.502.20 en 5,20 Gr.pL
6.35 Kamermuziek. 6.55 Gitaarmu
ziek. 7.20 Kamermuziek. 8.20 Om-
roepsymphonie-orkest. 10.3011.20
Omroepdansorkest.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
8.30 Omroeporkest en solist. 9.20
Duitschland-Echo. 9.35 Solistencon
cert. 10.20 Ber. 10,50 E. Wolffs
Dansorkest. 11.05 Weerber. 11.20—
12.20 Uit Londen: H. Hall en zijn
Band.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.10.35, Parijs
R. 10.35—11.35, Lond. Reg. 11.35
12.20, Keulen 12.2013.20, Brus
sel VI. 13.20—13.35, Keulen 13.35—
14.20, Parijs R. 14.2015.35, Lond.
Reg. 15.35—17.20, Parys R. 17.20—
18.20, Lond. Reg. 18.20—18.50, Keu
len 18.5019.20, Pary's R. 19.20—
20.20, Keulen 20.20—21.15, Droit-
wich 21.1522.20, Brussel VL 22.20
—22.40, Weenen 22.40—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor-
mandië 9.2010.35, Droitwich 10.35
18.20, Luxemburg 18.2018.40,
Droitwich 18.4020.Luxemburg
20—20.20, Brussel Fr. 20.20—21.15,
Lond. Reg. 21.1523.20, Droitwich
23.20—24.—. 4 H
Lijn 5: Diversen.
Is een koninklijke verloving belangrijk
of niet?
Wegens beleediging moesten in hoo-
ger beroep van een vrijsprekend vonnis
van den Rotterdamschen politierechter
voor het Haagsche gerechtshof terecht
staan de Schiedamsche advocaat mr. W.
A. H. en de hoofd-redacteur van een te
Schiedam verschijnend dagblad, M. S.
Mr. H. had dit dagblad een ingezonden
stuk doen toekomen, waarin hij zich belee-
digend over een onderwijzer, van wien zijn
dochtertje onderwijs ontving, had uitgelaten.
Hij was n.L eenigszins verstoord over het
feit, dat men op die school aan de aange
kondigde verloving van prinses Juliana niet
die feestelijkheden had verbonden, die er
zijns inziens niet bij mochten ontbreken.
De onderwijzer zou gezegd hebben: „Kin
deren, weten jullie het al? Prinses Juliana is
verloofd met een Duitschen prins en dat
schijnen de menschen nu zóó belangrijk te
vinden, dat ze de vlag uitsteken".
In zijn ingezonden stuk had hy o.m. ge
zegd: een slecht paedagoog, die roode
onderwijzer.
De betrokken onderwijzer had een klacht
bij den officier van justitie te Rotterdam in
gediend, doch deze wilde de zaak niet ver
volgen. Het gerechtshof te 's-Gravenhage, tot
wie de onderwijzer zich daarna had gewend,
was een andere meening toegedaan en zoo
heeft de zaak voor den politierechter te Rot
terdam gediend. Conform den eisch van den
officier werden beide verdachten toen vrij
gesproken. De officier ging in hooger beroep
en de procureur-generaal bij het Haagsche
gerechtshof, mr. A. Rombach, was van mee
ning, dat hier wèl van beleediging sprake
was. Men kan, aldus de procureur-generaal,
verschillend denken over de belangrijkheid
van een verloving, al is die tusschen vorste
lijke personen. Men kan zich daarover ver
heugen, maar men behoeft niet op uitbun
dige wijze uiting aan zijn vreugde te geven.
Een verloving is eigenlijk een zaak tusschen
twee personen en de naaste familie. Zoo
heeft blijkbaar de onderwijzer het ook op
gevat, dat had mr. H. moeten begrijpen.
Zijn nu de eer en goeden naam van den
onderwijzer aangetast?
Spr. meende van wel, want mr. H. verwijt
hem, dat hij zich bij het onderwijs laat be
ïnvloeden door zijn politieke gezindheid. Dat
is een ernstige aantijging tegen een onder
wijzer. Spr. vorderde daarom tegen mr. H.
een geldboete van 100 subs. 40 dagen en
tegen S. 25 subs. 10 dagen.
Mr. H. voerde de verdediging voor zich
zelf en voor zijn medeverdachte. Het feit
van de verloving vond hij zèèr belangrijk en
daarom achtte hy het gedrag van den on
derwijzer niet juist.
Hij had daarover met het hoofd der school
kunnen spreken, doch hij was er zeker van,
dat hy daar geen bevredigende oplossing
mee zou bereiken. Daarom heeft hij het dag
blad opgebeld en een ingezonden stuk gete
lefoneerd.
Hij had daarmee de bedoeling om het feit
te signaleeren en niet om den onderwijzer
te beleedigen. Het gevaar, dat de leerlingen
van de school het stuk zouden lezen, achtte
hij niet groot. Mr. H. was ten slotte van mee
ning, dat zijn verdachte en hij moesten wor
den vrijgesproken, omdat hier geen sprake
was van opzet tot beleedigen.
Arrest 27 September.
ÜeuiUeloH
Naar het EngeUch
van PAUL TRENT
door J. SCHOUTEN
35)
„Aangenomen. Ik geloof niet, dat de man
slim genoeg is. Als hy dat wel was, had
hy ons al veel eerder kunnen helpen",
gromde Bill.
Er ontsnapte Desbrook een kreet en hij
snelde naar een patrijspoort, waardoor nu
eenig licht naar binnen drong.
„Een rookgordijn. Ik had er heel wat'voor
over om te weten wat er gebeurt'", merkte
hij kalm op.
Desbrook's veronderstellingen waren juist
geweest, want zoowel Grafton als Brock-
dorf waren tot de conclusie gekomen, dat
de torpedojager ongetwijfeld naar de Eme-
rald zocht.
„Ik kan er niet van door gaan", zei Graf
ton tegen Brockdorf. „Ik geloof, dat wij 'n
grootere snelheid hebben dan zij. Zie je,
Brockdorf, ik heb beloofd Antonio en nog
een paar anderen op te pikken en ik kan
ze niet in den steek laten. Ik zou ze te
Shoreham ontmoeten. Ik heb met Antonio
afgesproken, dat hij vanaf twee uur met
een motorboot klaar zou liggen en ons on
middellijk tegemoet zou komen, als hij ons
in het gezicht kreeg. Als wij nu een rook
gordijn uitwerpen, kunnen we van koers
veranderen en fuld speed naar Shoreman
stoomen. Maar keer de boot eerst, voor
dat je het rook-gordijn uitwerpt en stoom
een paar minuten lang naar zee, in Ooste
lijke richting", gaf Grafton last.
„Ik begrijpt wat u bedoelt. Het is een
beetje riskant, maar we kunnen het pro-
beeren", zei Brockdorf, terwijl hy den
stuurman eenige bevelen gaf en naar de
machinekamer seinde om met halve kracht
vooruit te gaan.
De manoeuvre was eenvoudig en toen de
rook een dicht gordijn vormde, werd het
roer naar bakboord gewend en volgde het
jacht weer zyn oorspronkelijke koers. „Met
volle kracht vooruit", werd naar de ma
chinekamer geseind en nu de ketels onder
vollen druk stonden, bleek duidelijk, dat
zij met groote snelheid voeren.
„Wij loopen meer dan dertig", merkte
Brockdorf met voldoening op.
Het schip zette koers naar de kust en
spoedig bevonden zij zich op slechts een
halve mijl afstand van "de kust. Brighion
kwam in zich en eenige minuten daarna,
toen Shoreham zichtbaar werd, werd de
snelheid van de boot verminderd. De rook
was verdwenen en de torpedojager was
nergens te bekennen. Grafton tuurde be
zorgd over het water, doch het duurde niet
lang, of hij zag een motorboot naderen
Het was een buitengewoon snelle boot en
binnen eenige minuten kwam zij langs zij.
Er werd geen brug neergelaten en Antonio
en zijn makkers waren genoodzaakt langs
een touwladder naar boven te klimmen, 'n
onwaardige vertooning, waarover de tame
lijk dikke Italiaan hevig Verontwaardigd
was.
„Wat voor nieuws?" vroeg Grafton hem
kortaf.
„Niets van belang, chef, behalve wat er
in de kranten staat. Ik heb een stapeltje
voor u ter inzage meegebracht. Er wordt
een ontzettende ophef gemaakt over de
verdwijningen. Maar tot nu toe schijnt nie
mand nog eenig idee te hebben van wat
er werkelijk gebeurd is".
„Heeft mijn naam, in verband met deze
geschiedenis, in de krant gestaan?" vroeg
Grafton bezorgd.
„Uw naam is, meen ik, niet genoemd".
„Dat is dus in orde. Wel, ga maar naar
achteren en neem een borrel. Ik zal je aan
het hoofd stellen van onze levensmiddelen-
afdeeling. Je zult je herinneren, dat we
voorname gasten hebben en ik verwacht
dat je je beste beentje voor zult zetten".
Antonio bromde iets en ging naar be
neden, want hy had een spannenden en
zenuwachtigen tijd achter den rug en
hij meende dat een glaasje oude cognac
hem geen kwaad zou doen.
HOOFDSTUK XIII.
Commandant Carruthers hy was eer
ste bevelhebber, daar de Shirke het voor-
naamste schip van het flottille was ver
maakte zich uitstekend. Door en door
sportief als hy was, beschouwde hy het
zoeken naar de Emerald, zooals hij het ren
nen achter de speurhonden beschouwden,
toen hij nog in Darthmouth was. Dus ging
hij met hart en ziel op de plannen van den
hoofdinspecteur in en besprak met hem.
tot in bijzonderheden de verschillende mo
gelijkheden en ging met hem na waar het
jacht zich naar alle waarschijnlijkheid zou
•kunnen bevinden.
Graves was er van overtuigd, dat Grafton
naar de Russische wateren zou koers zet
ten en zijn assistent Hardy was het met
hem eens.
„Da wil dus zeggen, of naar de Oostzee,
of naar de Zwarte Zee. Het 'aatste zou be-
teekenen dat hij door de Dardanellen
moest en het is zeer onwaarschijnlijk, dat
hij dat zou wagen; daarom zal Leningrad
wel zijn doel zijn. Ik geloof, dat wij het
beste zoo gauw mogelijk naar de Oostzee
kust kunnen varen", opperde Graves.
„Heeft u een nauwkeurige beschrijving
van de Emerald?" vroeg de commandant.
„Neen, mijnheer, maar ik ben er aan
boord geweest en kan u wel vertellen, hoe
zy er uit ziet. Nog beter, als u mij papier
en potlood verschaft, zal ik een schets van
haar maken.
Het feit, dat de hoofd-inspecteur uitste
kend kon teekenen, was hem herhaaldelijk
van dienst geweest bij zijn werk. Ditmaal
maakte hy een zeer duidelijke teekening
van het jacht en Carruthers knikte goed
keurend.
„Ik zou haar overal herkennen. Het lijkt
me een mooie boot".
„Ja, en ze heeft mooie machines ook. Ik
zou haar graag grondig doorzocht hebben
toen ik aan boord was. Jammer genoeg had
ik geen volmacht en kon mijn menschen
slechts een oppervlakkig onderzoek laten
instellen, dus was het onmogelijk de boot
nauwkeurig te bekijken".
„Wat dacht u dan te vinden?"
„Wel er waren een paar dingen, die er op
wezen, dat ze wel eens van geschut voor
zien kan zijn".
„Dus een van die geheimzinnige schepen,
die de zeeën onveilig maken?"
„Een geheimzinnig schip is het zeker",
zei de inspecteur op drogen toon.
„Als ze bewapend is, zullen we er des te
meer pleizier van beleven. Het is zoo lang
geleden, dat ik een schermutseling mee
gemaakt heb, dat ik bijna vergeten ben,
wat dat voor sensatie geeft".
„U schijnt anders wel uw aandeel in den
oorlog gehad te hebben, commandant", zei
Hardy, met een bewonderenden blik op de
lintjes van den marine-officier. „En alle
maal de moeite waard, hoor!" vervolgde
hij, „niet van die aardige dingetjes van
vreemde mogendheden, die niets te betee-
kenen hebben".
Het schip trilde lichtelijk, terwijl zij met
groote snelheid voortstoomden. Graves en
Hardy zaten lui in de officiers-kajuit en
genoten van hun pijp, toen een sein naar
beneden kwam om hun te zeggen, dat de
kapitein liet vragen, of zij aan dek wilden
komen. Carruthers wenkte hen bij hem op
de brug te komen en wees met zijn vinger
naar een schip dichtbij de kust.
(Wordt vervolgd).