DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Mussolini met Hitier bij de manoeuvres.
Ook iri het week-end hardnekkige strijd.
No. 226 Dk nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Maandag 27 September 1937
139e Jaargang
De algemeene toestand.
De Belgische regeering blijft!
Japansch barbarisme verwekt afschuw.
De stand van den oorlog.
Vandaag een bezoek aan de Krupp-fabrieken.
Den nacht in den trein
doorgebracht
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
ifit
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTEEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Alkmaar, 27 September.
Mussolini en Hitier hebben Zaterdag en
Zondag eenige keeren met elkaar gespro
ken. Dat wi] zeggen: ze hebben binnenshuis
verschillende besprekingen gevoerd, die
daar twijfelt niemand aan de politiek
van Europa betroffen.
Zoo verneemt de United Press van Ita-
liaansche zijde, dat de beide dictators heb
ben besloten, den hernieuwden eisch van
Engeland en Frankrijk tot het doen ont
ruimen van de Spaansche oorlogsvelden
door de buitenlandsche „vrijwilligers" van
de hand te wijzen. Zoowel de Duitsche als
de Italiaansche regeeringschef zouden, naar
van andere zijde verklaard wordt, van oor
deel zijn, dat een voorstel, als dat waartoe
door den Franschen minister van Buiten
landsche Zaken, Yvon Delbos, het initiatief
werd genomen, in de practijk niet uitvoer
baar is. Overigens zou Hitier zijn gast den
raad gegeven hebben, zich te onthouden
van het zenden van wapenen naar Spanje
waardoor Engeland en Frankrijk tot het
nemen van represailles gedreven zouden
kunnen worden.
Hierbij doelde Hitier, naar uit het United
Press bericht valt op te maken, op het drei
gement van de Fransche regeering haar
grens te zullen openen, wanneer Rome zou
doorgaan met het zenden van nieuwe hulp
ten bate van generaal Franco.
De vraag, welke besluiten te Berlijn zou
den en zullen worden genomen ten aanzien
van de Spaansche kwestie, inspireerde de
internationale pers gedurende het jongste
week-end tot diverse commentaren.
Zoo wijdde de „Stampa" een beschouwing
van haar Parijschen correspondent aan de
Fransch-Britsche demarche van 24 Septem
ber. Het voornaamste effect, dat men hier
van verwachtte, aldus het blad, was vooral
dat men meende Rijkskanselier Hitier er
mede te kunnen intimideeren en hem er toe
te kunnen brengen, negatief te antwoorden
op de eischen tot onvoorwaardelijken steun,
welke aldus dacht men te Parijs hem
door Mussolini gesteld zouden worden. Men
meende Hitier te kunnen beïnvloeden door
in de Middellandsche Zee het oorlogsspook
op te roepen, daarbij speculeerende op het
feit, dat de Duitsche belangen minder de
Middellandsche Zee dan wel het Europee-
sche continent raken.
De correspondent vraagt zich af, of Mus
solini zal ingaan op een voorstel, het Spaan
sche probleem afzonderlijk te bespreken met
het Fransch-Britsche blok. De correspondent
geeft daarop zelf het antwoord door te
schrijven: onder de huidige omstandigheden
kan een conferentie over de Spaansche
jgiak niet bijeengeroepen worden, wanneer
Fransch-Britsche samenwerking niet
correspondeert met het Duitsch-Italiaansche
blok.
Wat de Duitsche pers aangaat, schrijft de
„Berlinerg^okalanzeiger", dat Duitschland
er stellig voor is, dat Italië deelneemt aan
een werkelijke internationale samenwer
king ter bescherming van de scheepvaart
in de Middellandsche Zee. Wie te Londen
of Parijs mocht gelooven, dat bij de Ita
liaansche of Duitsche besluiten bezorgdheid
of zelfs angst voor de houding van andere
Staten een rol speelt, overschat zichzelf. Het
politieke streven van Berlijn en Rome wordt
slechts gedicteerd door den wil tot vrede.
De Engelsche pers levert een merkwaar
dig artikel op van den schrijver Emil Lud-
wig, hetwelk gepubliceerd wordt in de
„Sunday Cronicle" en geïnspireerd is op de
ontmoeting tusschen Hitier en Mussolini.
Ludig is van oordeel, dat een oorlog tus
schen Frankrijk en Duitschland „onvermij
delijk" is. Hij verklaart in dit artikel, dat
het Duitschland van heden dezelfde rede
nen heeft als het keizerlijk Duitschland had
om een oorlog met Frankrijk te begingen,
maar daarbij nog een reden extra: het
nemen van revanche. Zijn eenige hoop om
dezen nieuwen oorlog te vermijden heeft
Ludwig niet gevestigd op een Fransch-
Britsch verbond, maar op president Roose-
velt. Roosevelt is zich bewust van zijn mis
sie, maar ook het Amerikaansche volk moet
Europa begrijpen. Slechts wanneer het dat
doet is een oorlog te vermijden.
Een verklaring van Van Zeeland.
Na den kabinetsraad van Zaterdag
heeft de minister-president Van Zeeland
aan de journalisten verklaard, dat er geen
wijziging in de regeering komt, en dat het
programma van het kabinet onveranderd
bly'ft, zooals het vervat is in de regeerings-
verklaring van 1936.
Slechts op een punt van de regeerings-
vtrklaring zal het kabinet trachten een
oplossing te vinden, die vollediger is dan
waaraan aanvankelijk gedacht was, n.L
ten aanzien van het geheel der vraag
stukken, verband houdende met de twee
taligheid des lands. Met betrekking tot dit
punt wil de regeering overgaan tot een
uitgebreid overleg van nationaal karakter,
De berichten van het strydtooneel in
China worden nog steeds beheerscht door
de afschuwelijke bombardementen welke
het Japansche oppercommando heeft laten
uitvoeren op de burgerbevolking op tal
van punten in China, waarbij de bombar
dementen van Nanking en Kanton het
vreeselijkst zijn geweest. De bombarde
menten hebben den afschuw van de ge
heele wereld gewekt en deze afschuw heeft
Japan duidelijk doen weten, dat de wereld
het Japansche barbarisme herkent. Japan
heeft een commissie uitgezonden van lie
den die over de geheele wereld het Japan
sche standpunt moeten bepleiten, doch
deze lieden zullen, zoolang deze barbaar-
sche methoden, die gedachten aan Djen-
ghis Khan oproepen, voortduren weinig
succes hebbe- met hun pleidooien voor
Japans beschaving en vredelievendheid. De
felle protesten die met name van Washing
ton en Londen te Tokio gevolgd zijn, heb
ben intusschen niet kunnen verhinderen
dat Nanking gisteren opnieuw en ernstiger
dan tevoren gebombardeerd is. Het Japan
sche oppercommando acht deze bombarde
menten dus in hooge mate noodzakelijk.
De burgerbevolking moet gedemoraliseerd
worden en het Chineesche verzet moet
worden opgegeven. De overtuiging dat
dit China's redding is zoo redeneeren de
Japanners zal te gemakkelijker ont
staan, als iedere Chinees het als een voor
recht hem aangedaan gevoelt, als de Ja
panners hem toestaan verder te leven en
het gevoel van een dergelijk voorrecht
ontstaat uiteraard niet, als de Chineezen
niet zoo veel mogelijk te zien krijgen van
de verschrikking van dezen dood uit de
lucht. Of deze pogingen tot demoralisatie
succes zullen hebben, is echter de vraag.
De geschiedenis van Nanking is er een
van opbouw en vernietiging en nieuwen
opbouw, maar als er nu een nieuwe ver
nietiging moet volgen, dan impliceert dit
allerminst een vernietiging van het Chi
neesche nationale gevoel, dat steeds op
nieuw voor opbouw zorgde. Dat Japan
echter tot dit afschuwelijke middel grijpt
en zijn vliegtuigen uitstuurt om boven
dichtbevolkte wijken bommen te laten
vallen, die in uitwerking onmiddellijk zoc
vreeselijk en zoo zinneloos vernietigend
mogelijk zijn, wijst eerder op een ontzinde
vrees van. de Japansche militaire leiders
voor hun op gang gebrachte machinerie,
die, als zy niet snel vernietigt, zich zelf
zal vernietigen.
Deze machinerie is voor Sjanghai al
aardig vastgeloopen. De krijgsbedrijven
aldaar hebben zich deze week nauwelijks
ontwikkeld. Verdere Japansche aanvallen
op de Chineesche verdedigingslinies heb
ben geen succes gehad; de Japansche ver
liezen zijn vry aanzienlijk geweest en de
nieuwe versterkingen zullen, zoolang veel
menschen opgeofferd moeten worden voor
strategisch nauwelijks noemenswaardige
voordeelen, in nog veel talrijker mate toe
moeten stroomen dan thans het geval is,
wil het Japansche succes voor Sjanghai
geboren kunnen worden. En dit succes
zal vooral nu Nanking bij voorbaat
schijnt vernietigd te moeten worden
nauwelijks meer succes zijn in strategisch
opzicht, omdat de tocht naar Nanking, na
den val van Sjanghai, psychologisch mo
gelijk welke tocht nog eenige beteekenis
zou kunnen hebben, dan ook die beteekenis
zou verliezen.
In het Noorden hebben de Japanners
weer aanzienlijke successen behaald, die
hun bekroning vonden in den val van
teneinde een oplossing te vinden, welke
het geheel der vraagstukken omvat. Het
is mogelijk, dat dit overleg den vorm
aanneemt van een gemengde nationale
commissie.
Na afloop van den kabinetsraad heeft
de heer van Zeeland bovendien de volgen
de officieele verklaring afgelegd:
„De ministerraad heeft den politieken
toestand diepgaand bestudeerd. In eer.
geest van vertrouwen en samenwerking
heeft de raad de verschillende bestudeerde
vraagstukken zuiver kunnen stellen."
Voorts wordt vernomen, dat de heer van
Zeeland gezwicht is voor het eenstemmig
aandringen van zyn ambtgenooten en van
zijn voornemen om af te treden is terugge
komen. Op zyn voorstel heeft de minister
raad de maatregelen vastgesteld, welke de
regeering zal nemen ter voortzetting van
de volledige uitvoering der taak, welke
zy zich gesteld heeft in de regeeringsver-
klaring van Juni 1936.
Paoting, in welke stad in het begin van
het conflict de Chineesche troepen gecon
centreerd warert. Deze successen mag men
echter niet overschatten, omdat zy zoo
ongeveer zonder tegenstand bevochten
zlja. De Japanners hebben het terrein hier
zeer in hun voordeel. Het is betrekkelijk
vlak, hard land, waar zy met hun geme
chaniseerde afdeelingen. makkelijk kunnen
opereeren, te gemakkelijker, omdat het
Chineesche leger niet over afweermiddelen
beschikt dié een kans hebben tegen deze
gemechaniseerde troepen. Men heeft dan
ook het zotte tafereel kunnen zien, dat
eer.ige Chineesche afdeelingen hun Japan
sche achtervolgers niet meer by konden
houden en achter kwamen en dus ,als zij
maar snel genoeg geweest waren, aanval
lers in den rug geworden zouden zyn. In
tusschen wijst dit voorval er wel op dat de
Japanners in hun haast bijzonder weinig
aandacht aan het achterland kunnen
schenken. Hun colonnes, die uit Tientsin,
Peking en Kalgan in Zuidelijke richting
trekken, moeten by een dergelijk systeem
echter min of meer op gelijke hoogte blij
ven. Die uit Tientsin en Peking doen dat
ook, doch die uit Kalgan schynen minder
succes te hebben. Niet alleen dat van
Japansche zyde niets verluidt omtrent het
lot van deze collonnes in Sjansi, doch van
Chineesche zyde werd gisteren gemeld
dat deze troepen een nederlaag was toege
bracht en dat dé Chineezen Tatoeng bezet
hadden. Dit bericht heeft geen bevesti
ging evenmin als tegenspraak kun
nen vinden, maar het is toch wel waar
schijnlijk dat deze Japansche colonnes zyn
opgehouden door de Chineesche commu
nistische legers, wier medewerking aan de
plannen van maarschalk Tsjiang Kai-sjek
zonder twijfel van groot belang is voor
China's defensie. Blijk' inderdaad dat de
Japansche colonnes in Sjansi zijn opge
houden en verliezen geleden hebben, dan
hebben de Chineezen opnieuw een wig
tusschen de Japansche krachten in de
provincie Sjansi, die de Japansche colonnes
ten Zuiden van Peking mogelijk zullen
noodzaken Sjansi binnen te rukken. Het
volgende Japansche doel zal dan ook zon
der twijfel Sjikiatswang zijn aan de spoor
lyn PekingHankau, by welke plaats de
spoorweg naar Taenoeeanfoe, de hoofd
stad van Sjansi is afgetakt. De gevaren
voor Japan aan een dergelijke manoeuvre
verbonden, zouden groot zijn, omdat de
Japansche colonnes te Paotingfoe geen
verslagen leger verdreven hebben, doch
troepen die zich op een strategischen te
rugtocht bevinden.
Indien de Japanners in het gebied van
Paotingfoe en in Sjansi opgehouden wor
den, is het nog van minder beteekenis of
de legers van Sjantoeng, omtrent wier
Japansche gezindheid Tokio zich de
schoonste droomen wil vormen, zullen
vechten of niet.
Japanneezen beschieten Chineesche
jonken; honderden opvarenden om
gekomen.
De bemanning van het heden te Hong
kong binnen geloopen Duitsche mailschip
„Scharnhorst" heeft mededeelingen ver
strekt over een verschrikkelijk drama dat
zich op zee afgespeeld.
Op 22 September heeft een Japansche
duikboot twaalf Chineesche visschersjon
ken aangevallen, ter hoogt van Che,long-
ka. Van de ruim 300 opvarenden bracht
de „Scharhorst" er tien terug, t.w. een
vrouw en negen mannen, waarvan drie
zwaar gewond waren.
Volgens deze overlevenden waren de
jonken rustig aan het visschen, toen de
onderzeeboot opdook, meedoogenloos het
vuur opende en de eene jonk na de andere
tot zinken bracht, terwijl de slachtoffers
in het water aan hun lot werden overge
laten. Een jonk wist aan het bloedbad te
ontsnappen.
Naar schatting hebben honderd Chinee
sche vrouwen en kinderen en tweehonderd
mannen by deze beschieting het leven
verloren. De groote Chineesche visschers-
jonken plegen het geheele huisgezin aan
boord te hebben. De meeste van deze
vaartuigen zijn afkomstig uit Macao en
het district van Canton.
De gewonden die aan boord van de
„Scharnhorst" waren zyn in het zieken
huis van Hongkong opgenomen. De politie
stelt een onderzoe kin, want men meent
te weten, dat eenige jonken ingeschreven
stonden te Hongkong.
Wij hebben Zaterdag nog gemeld,
hoe Mussolini te München wederom
onder stormachtige toejuichingen zich
naar het huis van Hitier begaf voor
het eerste officiëele onderhoud.
Het gesprek duurde langer dan een uur
en gedurende dien tijd bracht graaf Ciano
een bezoek aan baron von Neurath. Ook
deze beide heeren hadden, naar de berich
ten melden, een langdurige bespreking.
Tegen één uur verliet de Duce het huis
van Hitier in gezelschap van Hess en
weer klonk van alle kanten het gejubel.
Om de menigte daarvoor te danken bleef
Mussolini rechtop in de auto staan en zoo
keerde hij naar het Prins Karelpaleis
terug.
Hierna stond een bezoek aan het Bruine
Huis op het programma. Mussolini en Hit-
Ier kwamen kort na elkaar aan en van het
Bruine Huis begaven zij zich naar de zoo
genaamde Eeretempels voor de helden-
vereering om daar plechtiglijk kransen
neer te leggen. Op het plein van de Eere-
tempels bevonden zich vier groote offer
schalen, waaruit vlammen opstegen. Ver
der was het plein met groote vuurpylonen
omgeven. Ook hier weer veel menschen en
veel geestdrift. Mussolini en Hitier traden
den grafkelder binnen en schreden langs
de rijen der sarcofagen. Groote lauwer
kransen met Italiaansche kleuren werden
hier neergelegd. Teruggekeerd in het
Bruine Huis was er gelegenheid om de
administratiegebouwen der N.S.D.A.P. te
bezichtigen.
Het heele gezelschap van hooge Duitsche
en Italiaansche autoriteiten zat daarna aan
een noenmaal, waarbij zich een receptie
aansloot, tot welke al de hoogere leiders
der partij uitgenoodigd waren. Langen tijd
verwijlden Mussolini en Hitier hier in den
kring der Italiaansche gasten en der lei
ders van de nationaal-socialistische be
weging. Toen de receptie ten einde was,
vertoonde zich de Duce en de Leider op
het balcon den volke. Hier scheen, naar
het D. N. B. beschrijft, geen einde te ko
men aan den orkaan van gejubel en heil-
geroep. Ontelbare vlaggetjes in de Itali
aansche en Duitsche kleuren werden heen
en weer gezwaaid.
In den namiddag reed Hitier voor een
tegenbezoek naar het Prins Karelpaleis,
waar Mussolini hem in de hal ontving.
Eenigen tijd verbleven hier de staatslie
den, terwijl het gevolg wachtte in de voor
hal. Hitier vond hier gelegenheid om Mus
solini de insignia van het Grootkruis van
den Duitschen Adelaar te overhandigen.
De Duce is van deze onderscheiding de
eerste drager. Het ordeteeken is een uniek
exemplaar van goud bezet met briljanten.
Het bevindt zich in een zilveren, met
barnsteen ingelegd étui, met de emblemen
van het Derde Rijk op het deksel. Er wordt
op gewezen dat het een waar meesterstuk
is, vervaardigd door Münchensche kunste
naars.
Te voet begaven de beide staatslieden
zich vervolgens naar het Huis der Duitsche
kunst. Ook hier was weer een receptie ge
organiseerd, waar men o.a. vooraanstaande
personen uit het huidige kunstleven, de
wetenschap en het zakenleven opmerkte.
Hitier had er prijs op gesteld persoonlijk
zijn gast de groote Duitsche tentoonstelling
van werken van plastiek, grafiek en schil
derkunst te toonen.
Tenslotte heeft Mussolini gisteravond
om kwart over zeven met zijn gevolg in
een extra trein de hoofdstad der beweging
verlaten om zich naar het terrein der ma
noeuvres te begeven. Hitier was met de
Rijksleiders en minister Göbbels ten af
scheid op het station aanwezig.
Hitier eere-korporaal der
fascistische militie.
Mussolini heeft den führer en rijkskan
selier van het Duitsche rijk benoemd tot
eere-korporaal der fascistische militie.
Mussolini heeft Hitier daarmede de hoog
ste waardigheid en eer verleend, welke de
fascistische beweging heeft te verleenen.
De oorkonde der benoeming vermeldt:
als leider van het Duitsche volk heeft
Adolf Hitier Duitschland het geloof gege-
SCHACHT OVER DE ECONOMISCHE
MOEILIJKHEDEN.
De Duitsctie minister van economische
zaken, dr. Schacht, heeft gisteren te Ko
penhagen tegenover Deensche journalisten
verklaard, dat het voor een hervatting van
een normaal credietverkeer en een normale
handel tusschen de landen noodig is, dat
het schulden-vraagstuk uit de wereld wordt
geholpen. Schacht ontkende, dat Duitsch
land zich bewapent om de economische
hoogconjunctuur te kunnen handhaven, en
hy bestreed de opvatting, dat economische
moeilijkheden door een oorlog zouden kun
nen worden overwonnen. Een oorlog, zou,
naar de wereldoorlog heefta angetoond, al
le staten rampzalig maken. Tusschen poli
tieke en economische vraagstukken bestond
ten nauwste verband, en volgens Schacht
was het dan ook noodzakelijk, beide vraag
stukken tegelijkertijd op te lossen.
ven aan nieuwe grootheid. Als hersteller
van de burgerlijke, sociale en politieke
orde in Duitschland leidt hij met vaste
hand de Duitsche natie weer haar hooge
bestemming tegemoet.
Als vertegenwoordiger en behoeder van
de Europeesche cultuur tegen iedere om
wentelingspoging heeft hij Italië in het uur
van den strijd zijn openhartige gemeen
schap en vriendschap bewezen.
Mussolini woont de manoeuvres bij.
Zondagmiddag zijn de duce en de
führer met hun gevolg op het station La-
lendorf aangekomen, vanwaar het gezel
schap zich onmiddellijk naar het ma
noeuvreterrein begaf.
Toen het hooge gezelschap aankwam,
was juist de „blauwe" partij in den aanval.
De strijd werd gevoerd met artillerietanks
en vliegtuigen en ontplooide zich dicht bij
het punt, waar de beide staatshoofden zich
hadden opgesteld. Verder werden ver
scheidene stellingen van beide partijen be
zocht, zooals opstellingen van luchtdoel
artillerie, mijnenwerpers en infanterie-
geschut.
Van den Schmoksberg bij Tolzin werd
een aanval van de „blauwe" luchtmacht
gadegeslagen. Honderden bommenwerpers
wierpen bommen op de „roode" stellingen
en openden een hevig mitrailleurvuur.
Tegelijkertijd werden sterke afdeelingen
vechtwagens ingezet, welke diep in het
„roode" gebied doordrongen.
Op den Schmocksberg begroette de
führer ook de Britsche- en Hongaarsche
officieren, die de manoeuvres bijwonen.
Op htm tocht door het manoeuvreterrein
werden Mussolini en Hitier steeds weer
door duizenden luide toegejuicht. Alle
steden en dorpen, welke zij doortrokken,
waren versierd en in groote geestdrift
begroetten de inwoners de beide staats
hoofden.
Na het bezoek aan de manoeuvres werd
een bezoek gebracht aan de oefenplaats
van de luchtmacht Wustrow, waar een
oefening in het schieten met luchtdoel
artillerie werd gehouden.
De besprekingen tusschen
Mussolini en Hitier.
In de Giornale d'Italia schrijft Gayda
over het eerste onderhoud tusschen Mus
solini en Hitier:
De beide leiders stellen hun solidariteit
in den dienst van den vrede. Van de ele
menten, waarop deze vrede gebaseerd
moet zyn, zyn er vier van het grootste
belang.
Ten eerste moeten het fascisme en het
nationaal-socalisme bij de andere landen,
die zij overigens geenszins hun ideologieën
willen opleggen, volkomen begrip en de
hun toekomende achting vinden.
Ten tweede moeten de andere Europee
sche groote mogendheden ten aanzien van
alle vraagstukken de politieke, technische
en vooral moreele rechtsgelijkheid van
Duitschland en Italië erkennen.
Ten derde moet een beter begrip en
meer achting voor de levensrechten en de
ontwikkeling van alle naties getoond wor
den. De internationale gerechtigdheid
moet niet slechts in woorden, doch ook in
daden uitgeoefend worden.