JhizztecuAtiek Dxunudciek Financieel Overzicht. De werking van ABDIJSIROOP is versterkt! MIJN VRIEND WOLF. LIEF EN LEED IN HET HOOGE NOORDEN. Eerst in de broodzak, dan in de slaapzak. VIERDE BLAD 3 Beurs weinig gevoelig voor goede berichten. Toestand in Frankrijk blijft uiterst zorgwekkend. Op duikende geruchten in zake een ver hooging van den aankoopprijs van goud door de V.S. Gunstig jaar verslag van Philips. Het heeft er alle schijn van dat na New- York en Amsterdam, thans Londen de toon op de internationale beurzen gaat aan geven; zulks zou men althans geneigd zijn af te leiden uit het feit dat de koersdaling welke speciaal Woensdag een zeer gepro nonceerd karakter droeg, zich ook aan de beurzen te New-York en Amsterdam mede deelde. De voornaamste oorzaak voor de daling op de Lcndensche beurs is te zoeken in de moeilijkheden welke de afgeloopen rescontre voor verschillende Londensche beursfirma's schijnt te hebben opgeleverd In tegenstelling tot vroegere rescontre's schijnen de banken niet in die mate over- bruggingscredieten te hebben verleend, zoodat verschillende firma's hierdoor in een lastige positie geraakten. Inmiddels is de toestand alweer een stuk opgeklaard en vertoont de beurs te Londen de laatste twee dagen een vriendelijker beeld. Dit neemt niet weg, dat de toestand in het algemeen nog alles behalve behagelijk kan worden genoemd. Waar men om zich heen kijkt, alles ziet er grauw uit; de eeni- ge uitzondering daarop vormt misschien ons eigen land en enkele der Scandinavi sche mogendheden, waaronder speciaal Zweden wel de eerste plaats inneemt; dit land schijnt sedert jaar en dag immuun voor terugloopende conjuncturen e.d. te zijn. Te verwonderen behoeft dit overigens niet: eerstens heeft het land zich nimmer schuldig gemaakt aan een deficitaire bud- getpolitiek en voorts verkeert het in tegen stelling tot een der andere leden van de Scandinavische Unie, t.w. Denemarken, in de gelukkige positie van een zuiver grond- stoffenvoortbrengend land te zijn, zoodat het zeer spoedig de zegeningen van de prijs stijging op de metaalmarkten deelachtig werd. Verontrustend blijft de situatie in Frank rijk; steeds duidelijker wordt het dat de regeering de toestand feitelijk niet meer meester is en dat een scheuring tusschen de verschillende leden van kabinet op den duur niet zal zijn te vermijden. Het groote struikelblok voor de radicalen vormen mo menteel de socialisten, die naar verluidt op het oogenblik wel te vinden zouden zijn voor een deviezenrestrictie in eenigerlei vorm ten einde paal en perk te stellen aan de enorme goudafvloeiïngen waaraan het land bloot staat of liever gezegd „stond"; aangezien het egalisatiefonds duidelijk heeft te kennen gegeven, dat het ter verdediging van den franc geen goud meer ter beschik king zal stellen. Men wil n.L den goud voorraad van de Banque de France onder geen voorwaarde beneden de frs. 50 mil-' liard laten dalen, omdat dit cijfer als mini mum reserve wordt beschouwd, noodig om in tijden van oorlog op te kunnen teren Door de stopzetting der goudafgifte is na tuurlijk iedere rem op de koersdaling ver dwenen en men zal zich voor de toekomst op nog veel lagere koersen dienen voor te bereiden. Het groote dis-agio dat termijn francs momenteel doen, is trouwens reeds het overduidelijke bewijs dat men het toe komstig verloop van den franc zeer duister inziet. Hopenlijk begaat men niet de vroe ger gemaakte fout, om via buitenlandsche valutacredietenv een tijdelijken steun aan franc te geven; hiervan kan geen werkelij- ken steun uitgaan en brengen het land omdat de interne saneering hierdoor nog meer wordt uitgesteld van den regen in den drup. Angstwekkend is de snelle stijging van de kosten van levensonderhoud, welke den arbeiders er toebrengt, reeds nu met nieuwe looneischen te komen en zulks op een oogenblik dat 's lands economie niet de ge ringste lastenverhooging meer kan dragen. Een nieuw geluid in het geheel van som bere klanken vormde het bericht, dat de president der V.S. in aller ernst een ver hooging van den goudaankoopprijs zou overwegen; en dit nadat hij nog geen twee maanden de wereld in vertwijfeling had gebracht met zijn plannen over revalorisa- tie d. L verlaging van den aankoopprijs van het goud. Daar verhooging van den goud prijs door Amerika in wezen zou neerkomen o£ een verdere devaluatie van den dollar, zou men hierin een poging van den presi dent kunnen zien om een prijsherstel op de goedrenmarkten teweeg te brengen. Of Roosevelt in ernst een verdere devaluatie zou overwegen, is natuurlijk niet te zeg gen; zeer waarschijnlijk zal hij zulks echter niet tegenspreken, omdat alleen het opperen van de mogelijkheid in de huidige stem ming op de markten voldoende kan zijn om het gewenschte resultaat, t.w. een prijsstij ging in het leven te roepen. Zou hij perti nent ontkennen, dat hij vorengenoemde plannen in het hoofd heeft, dan zouden de markten daarop zeer waarschijnlijk ongun stig reageeren. De tijden zijn wel zeer ver anderd, indien men bedenkt, dat het nog geen half jaar geleden is dat Roosevelt als zijn meening te kennen gaf, dat de prijs stijging te ver was voortgeschreden en dat het moment gekomen was om hier aan paal en perk te stellen. Thans zou hij gaarne alle geesten oproepen ten einde de veel versma de prijsstijging weer op gang te brengen. En dat hij daartoe zelfs niet voor het meest radicale terugdeinst bewees het een dezer dagen afgekomen besluit, waarbij Reserve Banks bevoegd werden verklaard voortaan het z.g. afbetalingspapier in disconto te nemen. Ziehier een breken met alle ortho doxe opvattingen omtrent circulatiebank- politiek, dat zijn wederga niet heeft. Men zal zich waarschijnlijk nog wel her inneren dat een der oorzaken van de de bacle in 1929 althans wat Amerika be treft, o.a. gezocht moest worden in de ex cessief sterke opvoering van het afbetalings- crediet, hetgeen een zeer ongezonde stimu lans aan vele takken van industrie had ge geven, waarvan de gevolgen zich eerst recht gingen doen gevoelen toen de depressie door zette, de koopkracht ineenschrompelde en de z.g. instalment finance companies, d.z. de maatschappijen die de afbetalingscontracten financieren, als gevolg van het onvermogen der huurkoopers om aan hun verplichtingen te voldoen, in moeilijkheden geraakten. Voor dergelijke gevaren wordt de deur nu ander maal wagen wijd opengezet. Men moet ons vergeven indien wij een dergelijke menta liteit uiterst gevaarlijk noemen daar zij zeer ernstige gevolgen kan hebben ook al mag voor het oogenblik de algemeen economi sche ontwikkeling nog niet ongunstig wor den genoemd. Een verblijdend teeken vormt toch ongetwijfeld het feit, dat de ruilvoet van den agrariër in tegenstelling tot 1929, veel gunstiger ten opzichte van dien van den industrieel ligt. Dit schept althans tot op zekere hoogte een waarborg dat de industrielanden, ook al zal zich t.z.t. in eigen land een terugslag aan dienen, gedurende geruimen tijd een „outlet" voor hunne producten blijven behouden, het geen in 1929 juist niet het geval was. Dit alles natuurlijk: ceteris paribus, d.w.z. dat de prijzen van producten van agrarischen oorsprong niet even hard gaan dalen als die van industrieelen; voorloopig ziet het daar echter niet naar uit, zeker niet wanneer men naar den tarweprijs kijkt. Wat onze locale beurs betreft, hierop vie len enkele prettige geluiden te vernemen. Wij denken b.v. slechts aan de aankondiging van het zeer hooge slot-dividend van Philips van 12 y, pCt., waardoor het totale dividend over het afgeloopen boekjaar 181/j, pCt. be draagt. Het jaarverslag zelf maakt een uitergt gunstigen indruk. Het voordeelig sal do der exploitatierekening bedraagt niet minder dein 19.6 millioen of het vijfvoudi ge van het vorige boekjaar. Meer sprekend is misschien nog dit cijfer in verhouding te brengen tot het eigen vermogen der ven nootschap, de reserves dan uitgezonderd; de winst blijkt dan niet minder dan ca. 30 pCt. van het aandeelenkapitaal te vertegenwoor digen. In genoemde 19.6 millioen is niet begre pen de depreciatiewinst, welke een bedrijf als Philips, met zijn vele vertakkingen en belangen in het buitenland natuurlijk heeft gemaakt; deze bedroeg 10.1 millioen en is in haar geheel gereserveerd op een aparte rekening, „reserve herwaardeering". Ook nu is de liquiditeit van dit concern zeer bevre digend te noemen; de gebouwen, machines, diverse deelnemingen etc. zijn met een be drag van 52 millioen ruimschoots door het aandeelenkapitaal gedekt, terwijl de credi teuren, hypotheken, nog te betalen dividen den e.a. verplichtingen ad gezamenlijk 53 millioen tegenover zich vinden: 57 mil lioen aan iet direct realiseerbare activa en 55.6 millioen aan liquide middelen. Over de perspectieven van dit concern behoeft men zich blijkens de mededeelingen in het verslag niet ongerust te maken; over de eer ste 4 maanden van het loopende boekjaar 1937/38, was de omzet, zoowel naar omvang als naar waarde belangrijk hooger dan in het thans afgesloten boekjaar. Een goede indruk maakte ook het verslag van de Koninklijke Nederlandsche Hoog ovens en Staalfabrieken, welke concern voor het eerst sedert jaren een bevredigend ver slag ter tafel brengt. Het voordeelig saldo der bedrijfsrekening bedraagt 2.134.696 te gen slechts 798.936 in het voorgaande boekjaar. Daar genoemd bedrag echter ge heel voor afschrijvingen wordt bestemd, wordt het verlies uit vorige jaren hierdoor niet geringer en blijft onverminderd 4.218.562. Gezien het feit dat ook op ver schillende deelnemingen nog moet worden afgeschreven, wordt in het verslag medege deeld, dat slechts door afstempeling op het 29 «k millioen groote aandeelenkapitaal, dit verlies zal kunnen worden weggewerkt. Men zal moeten afwachten of het bedrijf dat in het afgeloopen jaar dé conjunctuur wel zeer mee had. op den duur zijn positie zal weten te consolideeren; de bouw van een Martin-Siemens oven staat thans op het pro gram, zoodat het bedrijf dan eindelijk alle vormen van productie in zich vereenigt, wel ke zijn naam suggereert; tot nu toe werd alleen ruw ijzer voortgebracht. Tot slot maakte ook het jaarverslag van de Hollandsche Bank-Unie een bevredigen den indruk, al dient men te erkennen dat, gezien de belangrijke steun welke de exploi tatiewinst kreeg uit hoofde van de deprecia tie de stijging van het winstcijfer niet bij zonder groot kan worden genoemd. Het divi dend bedroeg 6 pCt. tegen 4 pCt. het vorige jaar. Op de markt zelf viel een zeer wisselende stemming te registreeren; eenige lijn viel er althans niet in te onderkennen. Bepaald flauw waren rubberaandeelen, zeer waar schijnlijk onder invloed van de belangrijke daling van den rubberprijs. Speciaal Amster dam Rubber moest het ontgelden en kwam een oogenblik op 245. Aku's lagen verwaarloosd en daalden tot circa 60 pCt. Zelfs scheepvaartaandeelen moesten een behoorlijke veer laten niettegenstaande de vrachten onafgebroken een vaste tendens aan den dag leggen en dat men daarmede nog wel eenigen tijd rekening houdt, kan men afleiden uit het feit dat b.v. oude tramps, momenteel tegen hoogen prijs van de hand gaan, terwijl de opdrachten tot nieuwbouw nog steeds aanhouden niettegen staande de prijzen voor nieuwbouw exorbi tant hoog zijn te noemen en men zich zou kunnen afvragen of de reeders deze opdrach ten zouden vertrekken indien zij redelijker wijze kunnen vermoeden dat een omslag op korten termijn te wachten staat. In de suikerafdeeling waren H.V.A.'s zeer weinig gezocht, hetgeen overigens niet be hoeft te verwonderen indien men weet dat sedert het Chineesche conflict doorzette, geen quintaal suiker meer naar Japan of China is verkocht. De beleggingsmarkt bleef vast gestemd, zelfs kan men waarnemen dat nu er eenige ernstige twijfel begint te rijzen over de duurzaamheid van de conjunctuur, obligatiën weer meer in de belangstelling komen te staan. Duidelijk kwam dit tot uitdrukking in de nieuwe leening Ned.-Indië, welke, na eerst zeer flauw in de markt te hebben ge legen, tegen het einde der week, door den Agent van Financiën tegen 97 pCt., dus 1/4 pCt. boven den ouden emissiekoers, onders hands werden verkocht. Thans laten wij eenige koersen volgen! H.A.L. 125—123; Java China Japan Lijn 114114; K.N.S.M. 138—141; Rott. Lloyd 124—125; Nederland 125127; Deli-Batavia mij. 226229; Deli Mu'. 290—297; Senembah 286299; Rep. Steel 2019; Steels 66—60; Anaconda's 3128; A.K.U.'s 61—60; Philips 341—361; Kon. Petroleum 383389; H.V.A. 485—481; Amsterdamd. Bank 149149; NederL Bank 164163. In Amsterdam zal geen agent van politie meer aangesteld worden, tenzij hij in het bezit is van het H. L. O.-diploma. Onze Vierde September-Opgave. Aardrijkskundige namen. De negen door ons bedoelde namen de volgende: 1. Loosdrecht. 2. E verdingen. 3. Nieuwendam. 4, Interlaken. 5. Neurenberg. 6. Grootegast. 7, Rupelmonde. 8. Arnemuiden, 9. Duinkerken. Zooals men ziet vormen de eerste letters den naam: Leningrad. Toekenning September-prijs. Bij 't controleeren der lijst bleek dat de Septemberprijs a 2.50 is gewonnen door Mej. A. Nienes, Nieuwlandersingel alhier, met 132 p. en 4 goede Sept. oplossingen. Deze prijs is vanaf Maandag bij onze Ad ministratie af te halen. Stand der hoogstgeplaateten volgende week. Onze Nieuwe Opgave. (No. 1 der October-serie). Welke deeling? Van een deeling bestaat de deeler uit vier cijfers en het quotiënt uit zes cijfers. In deeler en quotiënt komen alle cijfers voor, uitgezonderd de 9 en één der andere cijfers tweemaal. De cijfers 9, die int deel tal en bewerking voorkomen zijn alle gegeven in het volgende diagram: xxxxxxxxx9xxxxxxxxxx xxxxx XXXXÖ xx9xx xxxxx xxxxx 9xxx xxxx xxxx xxxx 0 Gevraagd wordt deze deelsom geheel volledig in te zenden. Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig mogelijk doch uiterlijk tot Vrijdag 8 October 12 uur aan den Puzzle Redacteur van de Alkmaarsche Courant. Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij Ier oplossing probleem 1508. Stand. Zw. 12 sch. op: 4, 5, 10/13, 22, 24, 29, 30 34 35. W. 'li sch. op: 15, 20, 31, 32, 36, 37, 38, 41, 43, 45, 49. Oplossing. 1. 43—39 2. 32—27 3. 31—27 4. 41—37 5. 369 6. 15: 4 7. 4 25 Uit de partij. Allereerst een eenvoudig voorbeeld, waarin wit 2721 speelde om zwart te verlokken tot 1117. Zw. 8 sch. op: 6, 7, 8, 9, 11, 12, 14, 19. W. 8 sch. op: 23, 27, 28, 31, 32, 38, 39, 43. De vanouds beroemde AKKER'i ABDUSIROOP is een natuur-genees- middel, daar de werking in hoofd zaak berust op de geneeskracht van extracten, bereid uit reeds in oude tijden bekende „genees-kruyden" AKKER's ABDUSIROOP, bereid vol gens oud recept, is dus een aan de natuur ontleend geneesmiddell De genezende, hoeststillende, slijmoplossende en kalmeerende werking van de kruiden-extracten, welke AKKER ABDIJSIROOP zoo beroemd hebben gemaakt, i» thans door een nieuwe toevoeging van den bekenden Apotheker Dumont nóg sterker, nog sneller, nóg krachtiger en nbg doeltreffender! Een lepel AKKER'S ABDUSIROOP werkt tnans 2 x zoo snel als voorheen I Een ongeëvenaarde werking tegen hoest, bronchitis, kinkhoest, verwaai* loosde verkoudheid, griep, influenza. De verlaagde prijzen zijn thans i 90 ct. F 1.50 F 2.40 F 4.20 3 dagen 6 dagen 12 dagen 24 dagen gebruik gebruik gebruik gebruik De grootere flacona zijn bij voortgezet gebruik voordeeliger! Zwart speelde inderdaad 1117, waar op wit liet volgen; 28—22 17 17 38—33 19 28 33: 41 Ook de volgende bekende slagwending is altijd de moeite waard om te otrt- houden. Zw. 11 sch. op: 7, 8, 9, 11, 13, 14, 15, 17, 19, 24, 26. W. 11 sch. op: 22, 25, 28, 32, 33, 37, 38, 39, 42, 43, 45. Wit verwijdert eerst schijf 14 door 2520. Daarna brengt hij schijf 24 van zwart naar 44 door 3329. Nu komt schijf 44 terug naar 33 door 4339. Wit slaat nu 28 39, zwart moet slaan 17 28 en tot slot slaat wit van 32 naar 1. Ter oplossing voor deze week: Probleem 1509 vani A. Mantel te Almelo. Zw. 14 sch. op: 5, 6, 7, 10, 12, 13, 15, 17, 18, 19, 23, 24, 29, 41. W. 14 sch. op: 25, 26, 27, 28, 32, 33, 34, 37, 38, 39, 40, 43, 44, 46. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. STANIOL (zilverpapier) bedrukken wij óók ALKMAARSCHE COURANT, TEL. 3320 1. 3443 2. 43 21 3. 22 42 4. 42 31 5. 4:13 6. 2415 e I. Stockholm. Twee en een halve maand was Wolf oud, toen ik hem kreeg. Hoe hij eigenlijk in het Hooge Noorden van Lapland verzeild ge raakt was, is mij eigenlijk niet erg duide lijk, maar één ding staat vast: hij was een voorname hond. Een Laplander had hem in mijn blokhut gebracht, met den stamboom van den hond en de groeten van den Lap- penmissionnaris. Wolf, een soort herders hond, behoorde tot den hoogsten hondenadel en zijn naam luidde voluit: Wolf von VoissL Zijn grootouders van vaderszijde Waren politie-honden in Berlijn, van moederskant hadden zij een deel van den wereldoorlog aan het Fransch front meegemaakt. Zij hadden bij het Roode Kruis gediend. Zijn ouders leidden het luie leventje van voorname hon den op een kasteel in Zuid-Zweden. Reeds twee weken te voren werd ik voor de eerste maal aan Wolf voorgesteld, toen ik bij mijn vriend, den missionnaris over nachtte. Toen had hij mij den hond al graag gegeven, als het maar zomer geweest was Dan had Wolf al eerder kunnen meegaar, maar nu midden in den winter was dat uit gesloten. De Lappenmissionnaris was naar het Zuiden overgeplaatst en had mij Wolf nu toch maar vast gegeven, of ik wilde of niet, ik moest hem behouden. De eerste tijd, die wij samen doorbrachten, was voor ons beiden moeilijk, voor het dier en voor mij. Het gebied ,dat ik bewaken moest, was zoo groot, dat ik iederen ochtend vroegtijdig vertrekken moest, om tegen den avond de volgende blokhut te kunnen bereiken. Wolf was tegen de vermoeienissen van een der- gelijken tocht door de sneeuw nog niet opge wassen en reeds na de eerste pogingen in de zachte, meer dan een meter hooge sneeuw moest ik het jankende dier op den arm nemen. De hond den geheelen dag op den arm dragen was onmogelijk en daarom moest de broodzdk als hondenwieg dienst doen. Zoo trokken wij de eerste maand van hut tot hut, terwijl wij ons eten en nacht verblijf samen deelden, en werden onaf scheidelijke vrienden. Wolf werd ouder en wijzer. Toen de lente in het land kwam en de sneeuw met een dunne moslaag bedekte, die toch zoo sterk was, dat zij den hond kon dragen, begon hij te loopen. Ook was de broodzak te klein voor hem geworden. Alleen van de scherpe ijskristallen, die in zijn pooten sneden, dat zjj bloedige sporen achterlieten, had hij nog te lijden. Maar ook aan dit leed kwam een einde, toen ik van een paar stukjes rendier huid schoenen voor hem gemaakt had, die ik hem aantrok en met riempjes vastbond. Alle moeite, die Wolf mij veroorzaakte, heeft hij mij naderhand, toen hij volwassen was, wel duizendmaal vergolden. Opgevoed in de voorname eenzaamheid van het woud, gedroeg hij zich steeds keurig, zooals der- 1 gelijke voorname honden dat wel meer kun nen. Hij was de eenige hond in het groote Lapland, die noch ooit de zweep gevoeld had, noch wist, wat een ketting was. In den zomer moeten alle handen, volgens de wet, aan de ketting loopen, daar zij anders de jonge hazen verdelgen; ook in het voor- en najaar mogen de honden niet vrij rondloo- pen, omdat zij anders de rendieren aanval len. Iedere los-loopende hond wordt in de bosschen onbarmhartig neergeschoten. Wolf vormde ook in dit opzicht een uitzondering. Zonder mijn goedkeuring raakte hij nooit eenig dier aan, ofschoon hij mij in den herfst en in den winter bij de jacht op vogels en grijze eekhoorntjes goed diensten bewees. Speurde hij een haas op en gaf ik hem bevel het dier te achtervolgen, dan bracht hij mij na korten tijd het dier als buit. Eigenlijk was Wolf ook een beetje hoog moedig, wat hij toonde, wanneer wij samen in het dorp vertoefden. Hij verachtte uit het diepst van zijn hondenziel alle dorps honden; hy had onder hen geen vrienden en ook met dorpsschoonen onderhield hij geen vriendschappelijke betrekkingen, daar hij zeer gesteld was op een keurig huwe lijk. Slechts een enkele maal heeft Wolf een slippertje gemaakt en ook dat was jeugdig onverstand! Op een voorjaarsdag, toen de zon al wat warmer scheen en de vossen door jammerlijke kreten hun lief desverlangen uitten, verdween Wolf plotse ling. Zoo iets was nog nooit voorgekomen en ik kon dit verdwijnen dan ook niet ver klaren. Eerst laat in den avond kwam hij naar de blokhut terugsluipen, sprong op mijn brits en kroop onder de deken. Wij slie pen steeds samen. Daaraan had hy zich van jongs af aan gewend. Den volgenden dag verdween Wolf weer en kwam weer zeer laat naar huis. En als ik hem ter verant woording riep, wist hij niets anders te doen, dan vlijtig met zijn staart te kwispelen om vergiffenis te vragen. Den volgenden dag ging ik echter met Wolf mee en volgde het spoor van den vori- gen dag. Hoe groot was mijn verbazing, toen mij bleek, dat zijn spoor met dat van een vos samenviel. Wolf, dat ontaarde dier, had het aangelegd met een wijfjesvos. „Foei, Wolf, schaam je!" Wolf schaamde zich wer kelijk en volgde mij met den staart tusschen de pooten en hangende ooren. Ik had Wolf zijn slippertje al lang ver geven, want sinds zijn avontuurtje in het bosch waren er al weer twee jaar voorbij. Wij waren op weg door het sneeuwland schap. Wolf was groot en sterk geworden en wanneer hij op zijn achterpooten ging staan, kon hij zijn voorpooten op* myn schouders leggen. Huiden, dekens en slaapzak had ik in een sneeuwboot geladen, die gelijktijdig als bed dienst deed, wanneer wij onder den blooten hemel moesten overnachten. Drui pend van zweet trok de hond de boot door de fyne sneeuw en ook ik had aan mijn rug zak heel wat te dragen. Plotseling bleef de hond staan, snoof onrustig met zijn zwarten snuit en keek mij aan. Zij flanken trilden van opwinding. Ik spande Wolf uit en hij verdween tusschen de lage dennen. Toen spande ik my zelf maar voor de sneeuw boot en zette myn tocht voort. In het bosch was het heel stil, want wanneer Wolf op jacht was, blafte hy nooit. Er was nog geen uur voorbij of ik hoorde hem achter mij snuiven. Wolf kwam er aan en legde voor mijn voeten een dood dier neer. Op het eerste gezicht leek het een vos, maar het vel was zeer gevlekt. Ook waren de pooten te hoog. Het was een bastaard. Een vreeselijke gedachte ging er door mijn hoofd. Geen van de dorpshonden, die nooit in het bosch kwamen, kon de vader van dit leelijke dier zijn. Daarom was het zeer waarschijnlijk, dat Wolf, die slechte vader, zijn eigen spruit doodgebeten had. Het vel was natuurlijk niets waard en de 150 kronen, waarop ik in stilte al ge rekend had, waren in het water gevallen. Wolf wachtte ditmaal tevergeefs op zijn belooning, die hy Einders steeds kreeg na een gunstige jachtpartij. Want in den loop van iederen winter bezorgde hy mij zeker zeven a acht vossen, roode vossen en soms zelfs een blauwvos, die van een of andere boerderij ontvlucht was. Wcinneer de lente weer in het land kwam en de sneeuwlaag tot ijs verstijfde, lieten wij de sneeuwboot thuis en Wolf trok mij dan in galop op mijn skiën door de sneeuw- woestijn. De knieën iets gebogen, het lange touw in de hand, liep ik op de korte, breede skieën door de sneeuw. Wolf's pels is met duizenden ijskristallen bezet, terwijl de rijp zijn vel glanzend wit gekleurd heeft. Aan mijn baard hangen stukjes ijs, want door den snellen tocht komt het zweet op het gelaat, en bevriest onmiddellijk. Wolf kent precies den tocht tusschen de verschil lende blokhutten en kiest zelf den besten weg uit. Wolf verstaat nu ieder woord, dat ik hem toeroep: rechts, links, halt, galop, langzaam en voorzichtig!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 11